Getuigenis: Cathérine haar kind werd van haar afgepakt

Iedereen hikt in haar leven tegen hindernissen aan. Maar Cathérine heeft serieus moeten knokken voor haar geluk...

 

Cathérine (47): “Ik was achttien toen mijn moeder me huilend bij zich riep. Ze vertelde me dat mijn vader niet mijn biologische vader was. Mijn échte vader was een Joodse man, met wie mijn moeder een korte romance had gehad. Via een vriend kwam ik hem toevallig op het spoor. Onze eerste ontmoeting, toen ik negentien was, was hartelijk en we ontdekten heel wat gelijkenissen. Hij verdiende goed, maar reisde de wereld rond en leefde uit zijn koffer. Niet lang daarna nam hij me voor een paar maanden mee naar Zaïre.”

GEVANGEN IN EEN GOUDEN KOOI

“Tot zijn vriendenkring ginds bleek een sympathieke Libanese man te horen. Ik was 21, hij 24 toen ik onder zijn hoede kwam. Mijn vader moest op zakenreis naar Angola, en ik kon niet mee omdat het daar te gevaarlijk voor me was. ‘Zorg goed voor mijn dochter’, zei mijn vader nog. Er volgde een periode van wining and dining, in de meest luxueuze omstandigheden, want die man was schatrijk.

Op een dag blinddoekte hij me en leidde me naar een immense villa, met zwembad. Toen hij de blinddoek afdeed, vroeg hij: ‘Wil je hier met me wonen?’ Uiteraard wilde ik dat: ik was jong, naïef, verliefd. Maar toen we langer samen waren, veranderde zijn houding. Hij legde me allerlei regels op. Zo mocht ik bijvoorbeeld geen vriendschap sluiten met het personeel, terwijl ik iemand ben die het met iedereen goed kan vinden. Op het laatst zat ik in een gouden kooi. Ik wist dat dit niet het leven was dat ik wilde, maar hoopte op beterschap. Zeker toen ik zwanger werd: misschien was dit wel een nieuw begin.”

“Onze dochter werd geboren in België, en na een maand werd ze zwaar ziek. Bleek dat haar lever niet functioneerde. Toen ze tien maanden was, doneerde ik een stuk van mijn lever, en kon ze geholpen worden. De relatie met mijn partner was nog altijd slecht, maar ik was alleen gefocust op de gezondheid van mijn kind. Tussen haar anderhalf en tweeënhalf was ze voortdurend in behandeling. De dood is een paar keer heel nabij geweest, maar uiteindelijk genas ze. Toen ze vier was, was ze een kind zoals alle andere. Ze bloeide open, zat op een leuke school en had veel vriendinnetjes. En ik wilde maar één ding: genieten van mijn kind dat eindelijk weer gezond was. Maar zelfs dat stond mijn partner me niet toe. Ik leed erg onder zijn dominantie. Toen mijn dochter vijf jaar was, ben ik bij hem vertrokken. Ik ging bij mijn moeder wonen en zorgde dat hij onze dochter kon zien. Hij was tenslotte altijd een goede vader geweest.”

‘Al die jaren heb ik niet geleefd, maar overleefd’

“De laatste keer dat ik mijn dochter zag, was toen ik afscheid van haar nam op een kinderfeestje. Hij nam haar mee en zij zwaaide me enthousiast uit. Een paar dagen later ging ik haar ophalen in zijn villa en rook ik meteen onraad: alle rolluiken waren neergelaten. Ze waren vertrokken, naar Libanon. Dit was zijn wraak, omdat ik bij hem was weggegaan. Ik belde hem, en hij kleineerde me: ik was te labiel om voor onze dochter te zorgen, zei hij, en bovendien stond ik financieel te zwak. Hij kon dat veel beter. Hij zou in Beiroet een nieuw leven opbouwen en me elke maand een ticket sturen, en ik zou telkens een week mogen doorbrengen met onze dochter. Dat deed ik. Soms kwam ik aan in Beiroet en verbood hij alle contact. Mijn dochter vervreemdde ook steeds meer van mij. Toen ze elf was, verbrak hij voorgoed alle contact. Zes jaar lang heb ik haar niet gezien of gehoord, ondanks al mijn pogingen. Al die jaren heb ik niet geleefd, maar overleefd.”

TELEFOONTJE VAN MIJN DOCHTER

“Op haar zeventiende belde mijn dochter me. Ze had een discussie met haar vader en vroeg mijn steun. Ik nam onmiddellijk het vliegtuig. Het weerzien was wat ongemakkelijk, maar meteen ook heel fijn. Ze bleek een toffe, intelligente jonge vrouw. Ze leidt daar nu een goed en rijk leven, en ze doet het goed in haar studies. Nu mag ik haar vaker zien en hebben we een goeie band opgebouwd, al bestaat nog steeds het gevaar dat haar vader op een dag het contact verbiedt. Hij blijft alle touwtjes in handen houden. Ik reis elk jaar minstens één keer naar Beiroet en mijn dochter en we whatsappen elke dag. Met mij gaat het nu beter. Een groot deel van mijn volwassen leven heb ik zorgen gekend. Nu ben ik relaxed en gelukkig. Ik heb een fantastische nieuwe vriend, en het gevoel dat mijn leven eindelijk kan beginnen.”

Openingsbeeld: stockbeeld.

Lees nog meer getuigenissen:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content