Waarom het jammer is dat de modewereld borsten niet tegen de boezem drukt

Een Amerikaans merk dat een collectie ontwerpt voor vrouwen met een grote(re) boezem, het valt alleen maar aan te moedigen. Maar er is een maar. Vindt toch beautyredactrice Franciska Bosmans. 

Het leek een goed idee op de schetstafel van Reformation, een kledinglijn uit Los Angeles: een collectie jurken en topjes tekenen voor vrouwen met een grote boezem. (Die kreeg de ronkende naam I'm up here mee, een boodschap die je als draagster van een goed gevuld decolleté wel eens moet meegeven als je oogcontact wil met je (mannelijke) gesprekspartner.) Oprichtster Yael Aflalo heeft nu eenmaal een pak vriendinnen die gezegend zijn met een grotere cupmaat en was het beu dat die bleven zeuren dat ze geen goed passende kledij vonden. De prototypes werden getest door haar werkneemsters met een grotere cupmaat zodat alles optimaal past. En met resultaat. Het tweede seizoen is nu (online) te koop en het merk koos Daisy Lowe en haar boezem als uithangbord.

Op zich niets op aan te merken. Meer nog, dit soort collecties hoort te worden toegejuicht. Want er is nood aan en vraag naar. Borsten worden steeds groter – en dan heb ik het niet over implantaten, maar over de natuurlijke samenstelling – en steeds meer tienermeisjes zeulen al behoorlijk wat gewicht mee op hun smalle ruggetjes. Maar dan moeten het wel collecties voor écht grote borsten zijn. Want 'groot' kan je blijkbaar op verschillende manieren interpreteren. Reformation catert met zijn lijn voor vrouwen met een C tot DD-cup. In de VS. Dat komt overeen met een C tot E in onze contreien. En dan kan je jezelf de vraag stellen: is dat groot? Als de gemiddelde Belgische vrouw een C-cup heeft, goed voor een goed gevuld handje, maar ook niet meer dan dat?

Het antwoord is: nee. En mijn meer dan goed gevuld decolleté en ik spreken uit ervaring. En frustratie. Als een C-cup als groot wordt bestempeld, hoe moeten wij F+-meisjes ons dan voelen? Als gigantische buitenstaanders? Die keer op keer met openstaande blouses de deur uit moeten?

Kate Upton

Dat collecties als die van Reformation als 'grote maat' bestempeld worden, zegt veel over de stiefmoederlijke behandeling van borsten – en vrouwelijke vormen in het algemeen – door de modewereld. De Daisy Lowes, Laetitia Casta's, Lara Stones en Kate Uptons van deze wereld vormen dan ook een nicheonderdeel van de modellenwereld waar erg klein – en liefst vrijwel onbestaand – nog steeds fijn is. Druiven boven pompelmoezen, zoiets. Zo werd Jourdan Dunn in 2013 nog uit de coutureshow van Christian Dior geschrapt omdat haar boezem te groot was. Het zwarte model tweette dat het eens wat anders was dan de gebruikelijke discriminatie omwille van haar huidskleur.

(Ook bij die zogenaamd rondborstige modellen kan je de bedenking maken of je hen écht voluptueus kan noemen. Zo merkte Daisy Lowe dit weekend nog op in de rubriek Fashion Statement van de Britse krant The Guardian: "Ik krijg het label curvy opgespeld, maar kan me inbeelden dat vrouwen met maatje 44 of 46 daar kwaad om worden. Ik ben enkel voluptueus, vergeleken met de normale modellenmaat.")

Ontwerpers maken nu eenmaal het liefst kledij op, om het even oneerbiedig te zeggen, levende kapstokken, zonder (al te veel) vrouwelijke vormen. (Er zijn natuurlijk uitzonderingen, dank je wel, Dolce & Gabbana, Zac Posen en Vivienne Westwood!) Dat is simpelweg een pak eenvoudiger. Die kapstokken staan bovendien met veel meer kledij beeldig dan een meer rondborstige vrouw die rolkraagtruien of vormeloze topjes het best mijdt.

De meer betaalbare merken en kledingketens volgen in hun voetsporen en zo eindigen jij en je volle boezem in het pashokje met een blouse/jumpsuit/jurk in jouw maat die ter hoogte van je borsten niet dicht kan of elk moment open kan springen. De opties: géén blouses, jumpsuits of jurken met knopen dragen, alles met veiligheidsspeldjes dichthouden (vooral erg leuk als je een jumpsuit draagt en net iets te veel met komkommer geïnfuseerd water hebt gedronken), of je heil zoeken in een grotere maat, zodat het lijkt alsof je een vormeloze aardappelzak hebt aangetrokken. Niet meteen sexy.

En het probleem gaat verder dan slecht passende bovenkledij. Ook lingerie en badmode zijn problematisch. Beha's ontwerpen is op zich al ontzettend technisch, maar wordt nog moeilijker als je een voller gevulde cup moet ondersteunen. Wat verklaart waarom niet zoveel merken daarmee bezig zijn. In België duurt het dus even voor ik een beha vind die past en niet lijkt op iets wat mijn grootmoeder van 86, mocht die een grote boezem hebben, zou dragen. Ja, er zijn gelukkig merken als Empreinte, Chantelle en Prima Donna, maar als je in de lingeriewinkel je maat moet laten bestellen omdat die er nooit hangt, voel je je elke keer opnieuw een freak of nature.

En dus zoek ik mijn heil in het Verenigd Koninkrijk. Bij de keten Bravissimo die gespecialiseerd is in grote boezems (en smalle ruggen) en haast altijd mijn maat in stock heeft. (Ook verkrijgbaar via de webshop trouwens.) Kledingzusje Pepperberry ontwerpt dan weer kledij waarvan de knopen niet de neiging hebben elke seconde open te springen. Alleen vind ik er mijn gading niet echt. En dus hoop ik dat initiatieven als dat van Reformation worden opgepikt door andere merken die ook écht gaan ontwerpen voor vrouwen die van Moeder Natuur iets meer hebben meegekregen dan anderen. Dus komaan, modewereld: steek de hand in eigen boezem en kom met opties voor vrouwen met een A tot en met een K-cup. Onze borsten – en de veiligheidsspeldjes die welverdiend met pensioen mogen – zullen je eeuwig dankbaar zijn.

Franciska Bosmans Beautyredactrice Franciska Bosmans matcht haar parfum met haar humeur, haar nagellak met haar drankje en bestelt bij elke gin-tonic een watertje om een gedehydreerde huid tegen te gaan. 

Lees alle artikels van Franciska hier.

 

 

Lees ook:

Partner Content

Gesponsorde content