Co-ouderschap: zegen of vloek?

Scheiden doet lijden. En als er kinderen zijn, is er vaak een huizenhoog schuldgevoel. Co-ouderschap ligt voor de hand, maar vraagt een serieuze inspanning. Hoe overwin je het gemis en kom je tot nieuw geluk? 

Je hoeft het maar te googelen en ze komen zo op je af: de schrijnende verhalen van mama’s die na een scheiding hun kind een hele week moeten missen. 7 dagen bij mama, 7 dagen bij papa. Hoe jonger de kinderen, hoe intenser het gemis. Ga de baby of peuter die nog maar net uit je buik is, maar eens afzetten bij je ex. Vaak is dat haast ondraaglijk, een voortijdig legenestgevoel: je moet je kinderen loslaten op een moment dat je daar nog helemaal niet aan toe bent. Zelden staan we daar bij stil. In de meeste studies, boeken en artikels over co-ouderschap staan de kinderen centraal. Hoe jonger de kinderen, hoe nefaster het effect. Onder de zes jaar zouden kinderen het meest te lijden hebben onder zo’n week-weekregeling. Vooral het gemis van mama zorgt weleens voor negatieve gevolgen op de langere termijn. Peter Rober, klinisch psycholoog, gezinstherapeut en hoogleraar KUL: “Jonge kinderen hebben meer dan oudere behoefte aan voorspelbaarheid, de aanwezigheid van de moeder en een vaste structuur. Het steeds wisselen van ouder, huis en omgeving kan een goede hechting in de weg staan.” 

Hulplijn oma

Maar hier willen we het dus voornamelijk over de moeders hebben, en over hoe zij persoonlijk  omgaan met de regeling die bij een scheiding ondertussen zo’n beetje standaard geworden is: co-ouderschap, of een faire verdeling van de zorgtijd onder de ouders. Meestal is dat elk een week, soms wordt daar een andere mouw aan gepast (dan zijn de kinderen bijvoorbeeld om de twee weken een weekend bij papa). Hoe moeilijk je het daarmee hebt, hangt vooral af van hoe jij je rol als ouder ziet en invult. Is het ouderschap voor jou een belangrijke vorm van zelfrealisatie, dan is de plotse afwezigheid van je kinderen des te ontregelender. Moeders blijken er vaak ook meer moeite mee te hebben dan vaders. Peter Rober: “Vaders zeggen hun kinderen wel te missen, maar het gemis is doorgaans niet zo heftig als bij moeders. Ik zie hier zelfs vaders die gevochten hebben voor hun kinderen, maar die heel onzeker en onhandig zijn in dat alleenstaande ouderschap, zeker als het jonge kinderen betreft. In de vakanties weten ze bijvoorbeeld niet goed wat met ze aan te vangen. Niet zelden wordt oma dan ingeschakeld. Al zijn er natuurlijk ook ontzettend veel vaders die het perfect doen. Ik heb echter nog nooit een moeder horen zeggen dat ze niet weet hoe voor haar kind te zorgen. Of zou ze dat niet durven, omdat het taboe is?”

Geen verlies, maar verrijking 

Schizofreen en verscheurend: zo omschrijven moeders vaak hun eerste aanvoelen van co-ouderschap. Zeker in de beginperiode, als de scheiding nog maar net achter de rug is, worden ze overspoeld door heftige gevoelens. Peter Rober: “Grosso modo kun je de periode na een echtscheiding verdelen in twee fases. De eerste fase vormt de grootste uitdaging, en wordt gekenmerkt door veel vragen en twijfels: hoe zal ik het financieel overleven? Hoe pak ik de zorg voor mijn kinderen alleen aan? Wat met de eenzaamheid en het gemis? Het is een fase van strijd en worsteling, van schuldgevoel ook. Vaak beginnen ouders daarom te overcompenseren. Ze omringen hun kinderen met extra veel liefde en verwennen hen te veel, omdat ze de perfecte ouder willen zijn. Dat is begrijpelijk, maar het moet wel overgaan.
 
Het echte co-ouderschap komt pas tot bloei na die eerste emotionele fase. Als alles wat tot rust komt, en je samen met je ex-partner een structuur hebt gevonden waarin iedereen zich kan vinden. Dat is alleen mogelijk als het goed gaat met de kinderen, en er vanuit beide partijen genoeg vertrouwen is in de ouderrol van de ander. Dan kan het co-ouderschap zelfs als een genot worden ervaren, iets wat het leven extra boeiend maakt. De ene week voltijds ouder, de andere week het leven van een vrijgezel of kinderloos koppel. Ik zie het als een teken van deze tijd, van de manier waarop vrouwen ook streven naar zelfrealisatie. Uiteindelijk nemen ze vrede met de week-weekregeling, en zien ze het niet meer als een verlies, maar als een verrijking. Let wel: dit is een luxesituatie. Bij sommige echtscheidingen, als er spanningen blijven bestaan, en zeker als er advocaten moeten worden ingeschakeld om alles in goede banen te leiden, komen mensen niet los uit die eerste fase. Dan blijft het pijnlijk en moeilijk, en komen koppels gewoon niet toe aan de rust die nodig is om een nieuw leven te kunnen uitbouwen.”

Flexibel co-ouderschap

Niet iedereen heeft dus het geluk om er samen met zijn ex-partner uit te komen. Mensen voelen zich gekrenkt en gekwetst, en het kind wordt soms de speelbal in de krachtmeting tussen de ouders. Peter Rober: “Te vaak nog vinden ouders dat ze recht hebben op hun kinderen, terwijl ze niet stilstaan bij wat een kind écht nodig heeft. De behoeften van een kind zijn zo veel belangrijker dan het recht van een ouder. Staan kinderen bijvoorbeeld te springen om een nieuw samengesteld gezin te vormen en om samen te leven met anderen voor wie ze niet hebben gekozen? Vaak niet, denk ik. Het is daarom soms beter om de verschillende gezinnen gescheiden te houden. Er zijn natuurlijk nieuw samengestelde gezinnen die het fantastisch doen, maar even vaak geeft het veel problemen. Er is een grote maturiteit en inzet nodig om die formule te doen slagen. 
 
Ik zou ook willen pleiten voor een flexibiliteit in co-ouderschap. Jonge kinderen hebben vaker hun moeder nodig, oudere kinderen – en dan zeker opgroeiende tienerjongens – kunnen veel baat hebben bij de aanwezigheid van een vaderfiguur. Als ex-partners het goed met elkaar kunnen vinden, zou het mooi zijn om de verdeling van de zorg aan te passen aan de behoeften van het kind. De zorgverdeling kan evolueren naargelang de leeftijd, en zou telkens opnieuw bespreekbaar moeten zijn. Maar daarvoor is natuurlijk een goede verstandhouding nodig.” 

De beste mama is een gelukkige mama

Co-ouderschap vergt heel wat skills, wil je het doen slagen. Je moet wijs en rijp genoeg zijn om het alleen-zijn aan te kunnen en zinvol in te vullen, maar ook om met alle emoties die je ervaart op een goede manier om te gaan. Als een relatie uitdooft, is het soms relatief eenvoudig om tot een vergelijk te komen, maar als er bijvoorbeeld overspel gepleegd is, zit één partner met veel opgekropte boosheid en rancune. Wie kan in zulke omstandigheden verzekeren dat hij zich niet eens negatief uitlaat tegen de kinderen over de ex-partner? Moeders hebben een grote emotionele kracht. Ze kunnen hun kinderen sturen zonder veel woorden. Peter Rober: “Onze bedoelingen zijn altijd goed, en eigenlijk weten we precies hoe het moet, maar het is niet altijd makkelijk om dat ook te realiseren. ‘Geen woorden, je moet het ook echt doen’, zeg ik altijd. Je moet voldoende kritisch zijn voor jezelf, hoe moeilijk dat soms ook is. Daarom ben ik niet zo’n vurig voorstander van de open communicatie. Ouders moeten beschikbaar zijn, een luisterend oor bieden als het nodig is, maar hun kinderen niet opzadelen met hun problemen en verdriet. Doe je dat wél, dan gaan kinderen hun ouders sparen, en met hun eigen problemen niet tot bij hen durven aan te kloppen. Ze hebben het immers al moeilijk genoeg. Leeftijdsadequaat communiceren is daarom het devies. Oudere kinderen kunnen meer aan dan jongere. Voor ouders zijn er andere klankborden: vrienden, familie, misschien een therapeut. Het mooiste dat moeders hun kinderen kunnen geven is zelf een goed voorbeeld te zijn. Hoe kun je in deze verwarrende, vreemde, onrechtvaardige wereld toch gelukkig zijn? Als je dat aan je kinderen kunt laten zien, is dat een groot geschenk. Hier dus ook: geen woorden, maar daden. Zeggen: ‘Ik ben ongelukkig, maar ik offer me helemaal op voor mijn kinderen’, daar heeft niemand wat aan. Ook na een scheiding is het je opdracht om met vallen en opstaan opnieuw het geluk te vinden. Gun jezelf daarvoor de tijd. Want de beste mama is een gelukkige mama.”

Partner Content

Gesponsorde content