9 ingrediënten voor een zonnige cultuurtrip naar Valencia
Advertorial
Zin om wat zuiderse energie bij te tanken? Valencia vangt driehonderd dagen zonneschijn per jaar en staat binnenkort in de spotlights als World Design Capital 2022. Elk tijdperk heeft er oogverblindende monumenten nagelaten, van middeleeuwse fresco’s tot de avant-garde-architectuur van Santiago Calatrava. En geniet zeker ook van een paella met je voeten in het zand.
1. Tapas en terrasjes
Een citytrip naar Valencia is als een paella. Te veel ingrediënten verstikken de rijst en verzwakken de smaak. Stapel de attracties en belevenissen niet op, maar neem je tijd en laat je meeslepen door het ritme van de stad. Traag tijdens een middag aan het strand, energiek als je het wervelende uitgaansleven induikt. Dat speelt zich af in de Barrio del Carmen, een wirwar van stegen en pleinen, met terrasjes op straat. Stippel je tapasroute uit en smul van inktvisjes, Valenciaanse mosselen, patatas bravas, padronpepers met grof zeezout… Streetart en middeleeuwse stadspoorten verfraaien het decor.
Gastronomie in Valencia
Wat te bezoeken in Valencia
2. Wonderlijk werelderfgoed
Over dat decor gesproken. In het historisch centrum van Valencia staan monumenten in alle bouwstijlen, van de middeleeuwen tot het modernisme, de Spaanse art nouveau. Kijk uit over de stad op de gotische stadspoort van Serranos of op de Miguelete, de toren van de kathedraal. Bezichtig de gerestaureerde barokfresco’s van San Nicolas de Bari, een kerk die even kunstig beschilderd is als de Sixtijnse kapel. Vergaap je aan de gotische zuilen en gewelven van de Lonja de la Seda, de door de Unesco als werelderfgoed erkende Zijdebeurs. Architect Santiago Calatrava droomde hier weg als jongetje. Later, als ik groot ben, wil ik ook de zwaartekracht uitdagen!
3. Naar de markt!
In het portaal van de kathedraal komt elke donderdagmiddag het Tribunal de las Aguas bijeen. Het Watertribunaal is een duizend jaar oude modelinstelling. Boeren uit de geïrrigeerde vlakte rond Valencia verkiezen om de twee jaar acht rechters, die waterconflicten efficiënt oplossen. Valencia is dus ook de hoofdstad van een uitgestrekte, vruchtbare tuin, de Huerta de Valencia. Groenten en fruit overspoelen de overdekte markten in de stad. Onder de machtige smeedijzeren hallen van de Mercado Central stallen meer dan duizend kraampjes dagverse streekproducten uit, van tuinbonen en tomaten tot levende palingen. Op de glazuurtegels van de centrale koepel prijken sinaasappelen. De Mercado de Colón is ontworpen door een tijdgenoot van Gaudí, en dat zie je meteen. Je kan er terecht voor tapas, een biertje, wijn of bloemen bij gerenommeerde zaken.
4. Fietsen in de rivier
In Valencia moet je fietsen. Het weer is er zacht en zonnig en de fietspaden vertakken zich naar alle wijken. Snel wegwijs in de stad? Elke dag staat er een Nederlandstalige fietsgids klaar om je langs de highlights te leiden. Reserveer je plekje en je vertrek is gegarandeerd. Voor de populairste rit duik je de rivier in. Jawel, de rivier. De Turia werd drooggelegd na de grote overstroming van 1957 en in de jaren 1980 omgetoverd in een tien kilometer lange groene gordel van parken, ligweiden, speeltuinen, waterpartijen en sportvelden. In de Jardín del Turia fiets je onder middeleeuwse bruggen door. Aan het westelijke uiteinde waan je je in Afrika: de gorilla’s, leeuwen en nijlpaarden van het Bioparc dartelen rond in zorgvuldig nagebootste savannes en baobabbossen. Aan het oostelijke uiteinde bouwde Santiago Calatrava zijn wereldberoemde Stad van Kunsten en Wetenschappen.
5. Hoog, Santiago, kijk omhoog!
De Ciudad de las Artes y las Ciencias is het meesterwerk van Calatrava. Zes futuristische, hagelwitte gebouwen staan langs een twee kilometer lang plein met helderblauwe vijvers. Het volgende viertal mag je zeker niet missen. Oceanogràfic is het grootste aquarium van Europa, met zeven biotopen waarin 500 diersoorten leven, van pinguïns tot haaien en dolfijnen. In Hemisfèric, een reusachtig menselijk oog, kijk je door een innovatieve 3D-bril naar een gigantisch IMAX-beeldscherm. Het Wetenschapsmuseum lijkt op de ruggenwervel van een walvis en heeft als motto ‘Verboden niets aan te raken.’ Het Umbracle overwelft een driehonderd meter lange mediterrane tuin. Hoog, kijk omhoog, zoals kleine Santiago deed in de Zijdebeurs, en je ontdekt gelijkenissen met het middeleeuwse monument.
6. Wereldhoofdstad van design
De Stad van Kunst en Wetenschappen is vrij toegankelijk. Pauzeer op de banken bij de vijvers en je merkt dat ze bekleed zijn met keramiekscherven. Calatrava gebruikte een techniek bedacht door Gaudí en zijn tijdgenoten. Ze recupereerden honderd jaar geleden al restjes uit de keramiekfabriek! Omdat Valencia nog altijd oog voor detail heeft, is de stad aangeduid als World Design Capital 2022. Ontdek tientallen designhotspots uit heden en verleden in de wijken El Carmen, Ruzafa en Ensanche. Kijk uit voor prachtige historische tegelversieringen, bijvoorbeeld op de Mercado de Colón, en originele designsouvenirs. Wat dacht je van de Closca fietshelm, die de Red Dot Designprijs won? Valenciaanse rijst verpakt door designer Pepe Gimeno? Of socarrat, ‘licht aangebrand’ traditioneel aardewerk? De Valencia Designkaart wijst je de weg.
7. Paella aan de playa
Vanaf de Stad van Kunst en Wetenschappen is het slechts een paar kilometer fietsen naar de Marina de Valencia. Veles e Vents is hier het hoofdkwartier: een futuristisch wit gebouw dat lijkt op een schip dat de zeilen bijzet. Ga aan dek en kijk uit over de steigers en kades van de vernieuwde haven. De strandpromenade van Cabañal begint bij Veles en Vents en leidt langs beroemde paellarestaurants waar je kan lunchen met je voeten in het zand. Inderdaad, paella eet je ’s middags, en de mooie maaltijden mogen in Valencia lang uitlopen. Zet dus je klok stil en snoep al van tellinas, kleine schelpdiertjes, terwijl je op de paella wacht. Het oorspronkelijke recept combineert kip, konijn of slakken met tuinbonen, maar zeevruchten zijn inmiddels even traditioneel. De chef-kok is vrij, als hij de rijst laat maar schitteren. Die moet al het kookvocht opzuigen en een licht korstje krijgen, wat ‘socarrat’ heet.
8. Zonsondergang in de rijstvelden
Ten zuiden van Valencia strekken zich wilde stranden uit. Na ongeveer 15 km bereik je het Natuurpark van l’Albufera. Rond een grote lagune strekken zich eindeloze rijstvelden uit. Loodrechte kanalen en dijken scheiden de percelen, sluizen en gemalen regelen de waterstand. In de rietkanten liggen vissersboten aan de steigers. Wie de Spaanse tv-serie The Pier volgde, weet hoe romantisch dit vlakke, stille landschap eruitziet bij valavond. Je kan hier wandelen, fietsen, een boottocht maken of… paella eten tussen de rijstvelden in het dorp El Palmar, dat maar liefst dertig restaurants telt. El Palmar is vlot te bereiken met het openbaar vervoer.
9. Gevonden: de heilige Graal
Vanuit Valencia kan je ook dorpen en stadjes in het binnenland ontdekken. Langs de Graalroute rijg je de erfgoedparels aaneen. De route doorkruist tien Valenciaanse gemeenten en is te wandelen in 17 etappes van 12 kilometer. Of maak er een daguitstap van en combineer trein en fiets. Suggesties? De kerk van Massamagrell wordt de kathedraal van de Tuin van Valencia genoemd, in Sagunto tronen een vesting en een Romeins theater op de heuvel boven de stad en in de natuurparken van Sierra Calderona en Sierra de Espadán kan je heerlijk wandelen. En de heilige Graal zelf? Die hoef je niet te zoeken. De kelk waaruit Christus dronk bij het Laatste Avondmaal, wordt sinds eeuwen als relikwie bewaard in de kathedraal van Valencia.