
A Complete Unknown:7 redenen waarom Bob Dylan vandaag nog steeds relevant is

Timothée Chalamet boetseerde vijf jaar lang aan zijn versie van de jonge Bob Dylan voor ‘A Complete Unknown’, de meest geanticipeerde biopic in tijden. Zeven redenen waarom Bobby anno vandaag nog steeds resoneert.
1. Dylan klinkt als geen ander
‘Be different, he is’, ‘Nobody sings Dylan like Dylan’: het zijn maar enkele van de leuzen die platenmaatschappij Columbia Records de wereld in stuurde ter promotie van Bob Dylans (1941°) eerste albums. Een onderstreping van zijn uniciteit, die grotendeels in zijn stemgeluid zat en zit. De kwaliteit van Dylans timbre is al een carrière lang voer voor discussie; kwatongen beweren dat hij meer neuzelt dan zingt. Feit is dat zijn zangstem door de jaren heen meerdere transformaties doorgemaakt heeft – leg zijn werk uit de vroege sixties, zoals ‘Blowin’ in the Wind’, maar eens naast een nummer als ‘Lay Lady Lay’ (1969) of zijn crooners uit het album Shadows in the Night (2015) en je zult merken dat Dylan al lang vóór de Taylor Swifts van deze wereld in eras dacht.
Dat excentrieke stemgeluid vormde ook de grootste uitdaging voor Timothée Chalamet (Call Me by Your Name, Dune), toen hem de rol van Dylan werd toebedeeld. In A Complete Unknown zet de 29-jarige Frans-Amerikaanse acteur een jonge Bob Dylan neer, namelijk die van 1961, wanneer de in Minnesota getogen muzikant de New Yorkse folkscene betreedt, tot 1965, wanneer hij diezelfde folkgemeenschap de vinger geeft op het Newport Folk Festival. Chalamet nam zijn opdracht uitermate serieus. De extra tijd die de pandemie en de acteursstakingen hem gaven – in plaats van enkele maanden kreeg hij uiteindelijk vijf jáár om zich te focussen op het Dylan-worden – kwam hem goed uit. Hij leerde gitaar en mondharmonica spelen, en liet zich intensief vocaal coachen. Naar verluidt zat hij zelfs Dylannummers te zingen op de set van Dune: Part Two en Wonka, twee kaskrakers die hij tussen het krijgen van de naar eigen zeggen “meest bijzondere rol waar ik ooit aan gewerkt heb” en de effectieve opnames ervan inblikte.
Op Spotify werden twee songs uit de film – ‘Girl from the North Country’ en ‘Like a Rolling Stone’ – al ver voor de release gelost. Die maakten al meteen duidelijk dat Chalamet wegblijft van een al te karikaturale imitatie. Alle Dylansongs die te horen zijn, zong en speelde hij ook effectief live in. Een must, zo bleek: “Wanneer ik met een vooraf opgenomen gitaar zong, hoorde ik het gebrek aan armbeweging in mijn stem”, zei hij daarover in Rolling Stone. En wat blijkt? Nobody sings Dylan like Chalamet.

2. Hij is de ultieme antipleaser
Afgelopen jaar nog coverde Bob Dylan de Cole Porter– klassieker ‘Don’t Fence Me In’ voor een filmsoundtrack. Een nummer dat hij evengoed zélf had kunnen schrijven, want al zijn hele muzikale loopbaan lang weigert Dylan zich te laten inmetselen.
Het prominentste voorbeeld daarvan is meteen ook de belangrijkste verhaallijn van A Complete Unknown. Dylan werd jarenlang aanbeden door de folkgemeenschap en haar sleutelfiguren, zijnde Pete Seeger (in de film gespeeld door Edward Norton) en Joan Baez (Monica Barbaro). De folkies waren in het bijzonder tuk op zijn akoestische gitaar, zijn mondharmonica en zijn vredelievende lyrics. Waren ze minder tuk op: elektrische muziekinstrumenten. En wat doet Dylan in 1965, op het Newport Folk Festival ofte het belangrijkste folkevenement van het jaar? Een elektrische gitaar inpluggen en beginnen rócken. Een daad waarvoor hij uiteindelijk – in de film op datzelfde Newportse podium, maar in realiteit tijdens een later concert in Manchester – de bijnaam Judas naar het hoofd geslingerd kreeg. Wat hij, te oordelen naar zijn respons, van harte omarmde: ‘I don’t believe you. You’re a liar’, diende hij de bewuste toeschouwer van antwoord. Om zich dan tot zijn groep te wenden met de woorden: ‘Play fucking loud’.
Nog een tekenend voorbeeld van de antipleaser in Bob Dylan? Toen hij in 2016 de Nobelprijs voor Literatuur – toch geen random auteursprijsje – in de wacht sleepte, stuurde hij zijn kat naar de ceremonie in Stockholm. De reden voor zijn afwezigheid: hij had die dag ‘andere verplichtingen’. Nog steeds even freewheelend als in de sixties, die Dylan. Wie Bob Dylan de jongste jaren nog weleens live bezig gezien heeft – zoals vorig najaar in de Lotto Arena – weet dat de man niet aan crowdpleaserij doet. Hij speelt liefst niet al te veel van zijn greatest hits, en als hij ze al eens bovenhaalt, dan wel in volstrekt onherkenbare versies. Een vriendelijk woordje aan het publiek richten? Nope, ook dat zit er niet meer in. En sinds enige tijd zijn ook smartphones niet langer toegelaten tijdens zijn concerten – die worden aan de ingang in verzegelde zakjes gestoken. Tja, it’s Dylan’s way or the highway.
3. Hij maakte altijd al muziek voor woelige tijden
Toen Bob Dylan als twintiger zijn eerste stappen in de muziek zette op de New Yorkse open podia, waren het maatschappelijk woelige tijden – een beetje zoals nu. Er was de Vietnamoorlog. Er was de Cubacrisis, met een dreigende atoomoorlog tussen de VS en de Sovjet-Unie tot gevolg. En er was de moord op president John F. Kennedy. Dat grimmige sfeertje – tevens de historische achtergrond waartegen A Complete Unknown zich afspeelt – én het politiek engagement van zijn toenmalige lief Suze Rotolo noopte Dylan tot het schrijven van protestsongs. In navolging van zijn idool en folkicoon Woody Guthrie, die ook een passage maakt in de biopic, zette hij daarvoor zijn gitaar in als ‘machine that kills fascists’, om de wapenwedloop en de people in charge te bekritiseren. Die specifieke nummers, zoals ‘Masters of War’, ‘A Hard Rain’s A-Gonna Fall’, ‘Blowin’ in the Wind’ en ‘The Times They Are A-Changin’’, werden anthems voor de burgerrechtenbeweging en pacifisten, en leverden Dylan de stempel van ‘protestzanger’ op. Een term waar hij een ambigue relatie mee had. Maar hoewel hij ervan gruwelde om ‘de stem van zijn generatie’ genoemd te worden, is hij toch zijn hele oeuvre door in meer of mindere mate maatschappelijk geëngageerd gebleven. Zie songs als ‘Hurricane’ (1975) – waarin hij de oneerlijke berechting van bokser Rubin Carter aankloeg – of het iets recentere ‘Murder Most Foul’ (2020) – waarin hij bijna 17 minuten lang terugblikt op de dag van de moord op Kennedy en de bredere impact ervan. En zie ook zijn bijdrage aan de benefietsong ‘We Are The World’ in 1985 – het beeldmateriaal van de bijbehorende videoclip met een wel erg beteuterde, afwezige Dylan wordt vandaag nog altijd veelvuldig als ‘current mood’-meme gebruikt.
Het een en ander heeft tot gevolg dat Bob Dylan in 2012 de Medal of Freedom, zowat de hoogste onderscheiding die een Amerikaanse burger kan krijgen, ontving uit handen van Barack Obama. De toenmalige Amerikaanse president prees Dylan om zijn muziek, maar evenzeer om ‘de boodschap die die muziek uitdroeg en hoe die de mensen deed voelen’. Een bekroning die hij voor de verandering wél ging ophalen.

4. Hij is ‘a complete unknown’
A Complete Unknown heeft zijn titel – een tekstflard uit het wereldberoemde nummer ‘Like a Rolling Stone’ – niet gestolen. Wie Dylan zegt, zegt immers mysterie. En die mythologie rond zijn persona houdt de muzikant zelf maar al te graag in stand.
Al die raadselachtigheid schrikte regisseur James Mangold (Walk the Line, Indiana Jones and the Dial of Destiny) niet af, maar om een lineaire film te kunnen maken over Bob Dylans jeugdjaren, heeft hij wel aardig wat kunst- en vliegwerk moeten verrichten. Want neen, niet alles wat je in de film, die losjes gebaseerd is op het boek Dylan Goes Electric! van Elijah Wald uit 2015, te zien krijgt is waar of op die manier gebeurd. Meer nog: nadat Dylan, zelf executive producer van A Complete Unknown, het script gelezen had, vroeg hij Mangold om er nog zeker een onwaarheid aan toe te voegen.
Amerikaans magazine The Atlantic omschreef de film niet voor niets als ‘een sprookje’. Rolling Stone probeerde op zijn beurt uit te vogelen hoeveel historische afwijkingen er in de film zitten. 27, blijkbaar. Het zijn er vast nog meer.
‘People make up their past’, zegt Timothée Chalamet in de film tegen Elle Fanning (die Sylvie Russo speelt, een andere naam voor Dylans intussen overleden jeugdliefde Suze Rotolo). Dylan meette zich effectief een compleet nieuwe persoonlijkheid aan toen hij in New York arriveerde: hij veranderde zijn naam van Robert Zimmerman in Bob Dylan, knipogend naar dichter Dylan Thomas, en was extreem vaag over zijn verleden. ‘Dylanologen’ – ja, die bestaan – hebben er al decennialang een stevige kluif aan om feit van fictie te scheiden.
In 2004 werd even gedacht dat de mist rond Dylan eindelijk zou optrekken, toen hij met Chronicles: Volume One het zogezegde eerste deel van zijn memoires uitbracht. Het boek werd geprezen om haar literaire waarde, maar ook op autobiografisch vlak bleek Dylan al eens graag een loopje met de waarheid te nemen. Tijdens een zeldzaam interview met Time Magazine zei hij over het schrijfproces van Chronicles: ‘Ik neem wat dingen waarvan mensen denken dat ze waar zijn, en daar bouw ik een verhaal omheen.’ Je bent een enigma of je bent er geen.
5. Hij heeft zelfspot
In 2009 bracht Bob Dylan een kerstplaat uit. Fans dachten eerst dat het een hoax was, maar neen, Christmas in the Heart was heel erg écht. En de geflipte videoclip bij single ‘Must be Santa’ ook – zoek maar eens op. ‘Flawless in its weirdness’, concludeerde het Amerikaanse magazine Cracked destijds. Onze conclusie: Dylan is niet het soort artiest dat zichzelf al te serieus neemt. Anders had hij ook nooit die ene cameo in de nineties-sitcom Dharma & Greg gedaan – zoek ook die maar eens op.
De meest recente uiting van zijn gevoel voor zelfrelativering is zijn nogal plotse activiteit op X. Waar zijn account @bobdylan voordien gewoon bediend leek te worden door een socialmediamanager, kruipt de tachtiger sinds september zelf achter het toetsenbord. ‘Happy birthday Mary Jo! See you in Frankfort.’ klonk zijn eerste tweet daar. Wie Mary Jo is, is een raadsel, en of hij het over Frankfort in de States of toch het Duitse Frankfurt had al evenzeer. Nog een goeie: toen Dylan in een hotel sliep waar ook een uitgeversconferentie plaatsvond, tweette hij dat hij daar op zoek was gegaan naar een specifieke uitgever van een specifiek boek dat hij graag gelezen had, maar dat hij van een kale reis is teruggekomen omdat ‘het er te druk was’. Meer random wordt het niet.
Natuurlijk werd er ook vurig gehoopt dat Bob Dylan iets zou tweeten over zijn eigen biopic. En ja, hoor, in december gaf hij de mensen wat ze wilden. In zijn tweet schonk hij Timothée Chalamet – door Dylan liefelijk Timmy genoemd – een opgestoken duim: ‘Timmy’s a brilliant actor so I’m sure he’s going to be completely believable as me. Or a younger me. Or some other me’. Oké dan!
Toen Dylans zoon Jakob, zelf ook muzikaal actief bij de band The Wallflowers, in een recent interview gevraagd werd naar de betekenis van zijn vaders plotse tweets, moest zelfs hij het antwoord schuldig blijven.

6. Hij is een eigengereid stijlicoon
Bij elke era die Dylan in zijn carrière doorlopen heeft, hoorde een andere Dylaneske kledingstijl. En die van zijn beginjaren zou met dank aan A Complete Unknown weleens een heuse revival kunnen beleven. Jeanslabel Levi’s bracht voor de gelegenheid alvast twee Dylanklassiekers uit: een jeans met een zichtbaar inzetstuk – Dylans broeken moesten vroeger blijkbaar handmatig breder gemaakt worden om ze over zijn laarzen te kunnen krijgen – en een suède, bruine truckerjack. Het ideale uniform om die iconische platenhoes van A Freewheelin’ Bob Dylan, waarin hij met zijn toenmalig lief Suze Rotolo aan de arm door hun New Yorkse buurt wandelt, te recreëren.
Dezer dagen – de tachtiger blijft de wereld al troubadourend afschuimen met zijn Never Ending Tour – ziet hij er steevast onberispelijk gekleed uit. Denk aan strakke kostuums met gedetailleerd borduurwerk, grote hoeden en – soms best nog diep opengeknoopte – hemden. Klassiek, maar in character. Dylan is nooit vies geweest van vestimentaire experimenten, resulterend in heel wat iconische, of op zijn minst veelbesproken, looks. Er was de licht gevleugelde zwarte zonnebril, die ook binnen gedragen hoorde te worden. Er waren de vele polkadothemden. Er was de met bloemen versierde hoed, die hij tijdens de Rolling Thunder Revue-tournee droeg. En er was die ene rodeloperlook uit 2003. Op het Sundance Film Festival, waar de door Dylan meegeschreven film Masked and Anonymous in première ging, droeg de bard een geruit hemd, een zwarte leren vest, een geruite sjaal en een lichtblauwe beanie waaruit zijn toen geblondeerde bles kwam piepen. ‘I didn’t realize he was in an indie emo band’, klonk het online.
Tijdens de promotour van A Complete Unknown ging Chalamet met de ondertussen beruchte look aan de haal, tot groot jolijt van de Dylanwatchers. Een ode? Een uit de hand gelopen grap? Wie zal het zeggen.

7. Hij is gedroomd filmmateriaal
De kans bestaat dat je bij het lezen van deze tekst hebt gedacht: ‘Alwéér een film over Bob Dylan?’ Een greep uit het reeds bestaande aanbod: er was in 2007 de musicalfilm I’m Not There, waarin regisseur Todd Haynes zeer verdienstelijk en met veel dichterlijke vrijheid elk Dylanpersona liet vertolken door een andere steracteur, van Christian Bale over Cate Blanchett tot wijlen Heath Ledger. Er waren de concertfilm The Last Waltz (1978), de docu No Direction Home (2005) en de pseudodocu Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story (2019), allemaal van de hand van meesterregisseur en notoir Dylanfan Martin Scorsese. En dan was er de – ondertussen iconische – documentaire Dont Look Back uit 1967 van D.A. Pennebaker, waaruit de al even iconische openingsbeelden stammen van Dylan die bordjes met woorden uit het nummer ‘Subterranean Homesick Blues’ op de grond laat vallen.
’s Mans leven en werk lijken een onuitputtelijke bron van inspiratie voor filmmakers te zijn. Entertainmentwebsite Vulture maakte naar aanleiding van de Amerikaanse release van A Complete Unknown dan ook een lijstje op: ‘Which Bob Dylan Should We Biopic Next?’. Want effectief: er zijn nog wel wat memorabele momenten geweest ná het Newport-incident. Dat levensveranderende motoraccident, bijvoorbeeld, waarvan te pas en te onpas wordt betwist of het wel echt heeft plaatsgevonden. Of de hele Nobelprijssaga, met dat kat-en-muisspel tussen het Nobelprijscomité en Dylan over zijn komst naar de ceremonie. Of anders wel zijn flexi-jobs in de kunst- en sterkedrankenwereld – want ja, dezer dagen schildert Bob Dylan én maakt hij zijn eigen whiskey.
Toen Chalamet tijdens de promoronde van A Complete Unknown de vraag voorgelegd kreeg of hij nog ándere fases van Dylans leven zou willen vertolken, antwoordde hij: ‘Het is een interessante gedachte’. Vinden wij ook, Timmy!
‘A Complete Unknown’ is vanaf 19 februari te zien in de bioscoop.