Elisabeth De Waele & Charlotte Adigéry: “We hebben allemaal dezelfde nood: verbinding in het hier en nu”

Cara Brems

De ene beleeft het indrukwekkendste jaar uit haar medische carrière, de andere kan even geen internationale muziekpodia onveilig maken. Topdokter Elisabeth De Waele en artieste Charlotte Adigéry over de randschade van corona, westerse privileges en dansen in de living – rookmachine incluis.

“Ik heb zoveel bewondering voor mensen die kunnen zingen.” Professor Elisabeth De Waele kent haar blind date voor dit interview niet, maar ze is wél meer dan blij dat het muzikante Charlotte Adigéry is. “Ik luister heel graag naar muziek, meestal van vrouwelijke zangeressen. Ik zing zelf zo vals. Als zangeres heb je je talent altijd bij je, ook tijdens een lockdown. Je kunde is intrinsiek. Dat vind ik fantastisch.” “Ja, een stem is een heel kwetsbaar instrument, persoonlijker kan niet”, zegt Adigéry. “Maar als ik over jouw loopbaan hoor, en alles wat je al bereikt hebt, dan denk ik: ik ben maar dat zangeresje.” (lacht)

‘Dat zangeresje’ is Charlotte Adigéry allerminst. Klinkende namen als Iggy Pop en Neneh Cherry zijn fan van haar opzwepende elektropop. 2020 ging haar oogstjaar worden, het jaar waarin ze haar harde werk beloond zou zien met de release van haar debuutalbum en een concert op een van ’s werelds grootste muziekfestivals: het Britse Glastonbury. Ze was net terug thuis in Gent na een succesvolle tournee in de States toen de eerste lockdown inging. En zo werd het jaar van de oogst plots het jaar van de droogte.

“Iedereen heeft dezelfde mental duty: hoe ga ik hier het beste van maken?” (Elisabeth De Waele)

“Ik moet zeggen dat ik nooit revolte gevoeld heb of zo”, vertelt Adigéry wanneer we haar vragen hoe ze vandaag aankijkt tegen de opgelegde pauze die ondertussen bijna een jaar aansleept. “Onlangs zat ik in een panel over artiesten en mentale gezondheid, en daar merkte ik dat veel mensen zich kwaad voelen. Zelf heb ik dat nooit gevoeld. De pandemie is iets waar niemand iets aan kan doen. Ik heb de beslissingen of restricties nooit in vraag gesteld. Ik heb altijd vrede genomen met de situatie en ben muziek blijven maken. Ik heb ook ingezien dat, hoewel ik doe wat ik doe, ik niet alléén Charlotte de artieste ben. Ik ben ook Charlotte de vrouw van, de dochter van, de plusmoeder van en de vriendin van. Ik heb al die andere rollen nu meer een plaats gegeven in mijn leven en echt leren koesteren. Ik heb mezelf op andere vlakken leren kennen. Voor mij is dit dus echt geen verloren jaar geweest.”

Ook voor VUB-professor en UZ Brussel-arts Elisabeth De Waele, bekend van het Vier-programma Topdokters, waren de afgelopen maanden anders. Op de intensieve afdeling van het UZ Brussel werkten zij en haar team zich uit de naad om de eerste en tweede covidgolf te temmen. Het was De Waele die influencers op haar afdeling uitnodigde om hen, en bij uitbreiding hun onlinecommunity, te tonen waarom de coronamaatregelen zo noodzakelijk zijn. Het was ook zij die in het najaar van 2020 in het duidingsprogramma De Afspraak aan de alarmbel trok. “Een kerstmisgolf op intensieve: die gaan we niet opvangen, daar zijn we niet toe in staat”, zei ze, om aan te tonen dat het water aan de lippen van het zorgpersoneel stond.

De Waele: “Het was een indrukwekkend jaar, ja. Wij werden op de eerste lijn geconfronteerd met de enorme ravage die het virus heeft aangericht. Ik persoonlijk heb meer dan vijftig mensen zien sterven, in het ziekenhuis waren er meer dan 180 overlijdens. Er zijn veel mensen gestorven die normaal gezien niet gestorven zouden zijn. En er zijn mensen heel erg ziek geworden die daar waarschijnlijk nog lang de gevolgen van zullen dragen. Maar de mens heeft teruggevochten, en daarom gaan we dat gevecht ook winnen. Ik werd zopas gevaccineerd. Dat dat vaccin er zo snel is, is omdat wetenschappers, de farma-industrie en vrijwilligers van de studie de krachten gebundeld hebben. De mensheid heeft zich ook van haar beste kant laten zien.”

Onbewust privilege

Los van de cijfertjes: hoe zwaar heeft het coronajaar op de psyche gewogen?

De Waele: “Er is enorm hard gewerkt. Er zijn in het UZ Brussel verpleegkundigen met 300 overuren. Normaal gezien zijn er in weekends minder operaties en dus minder personeel nodig, maar nu hebben we continu moeten doorwerken. Dag en nacht, in weekends en vakanties. Maar wij zijn ook mensen met levens, hé. Dus hebben we enorm veel geïnvesteerd in welzijn. Die innerlijke kracht moet je telkens weer ergens vandaan halen. En dat geldt ook voor de patiënten. We hebben samen met psychiaters een onderzoek gedaan waaruit blijkt dat 30 procent van de op een covideenheid gehospitaliseerde patiënten lijdt aan posttraumatisch stresssyndroom met flashbacks, slaap- en angststoornissen.

Dat is wat de Vietnamsoldaten hadden. En wij zeggen er altijd bij: tien procent van de hulpverleners ook. Patiënten die goed omringd zijn en een sociaal vangnet hebben, blijken er beter uit te komen. Dus zijn we begonnen met een zogenoemde ‘iPadtour’, waarbij geneeskundestudenten met een iPad langs de patiënten gingen om hen te laten videobellen met hun familie. Het effect daarvan heb ik zelf gezien bij een zwaar zieke covidpatiënt met doodsangst. Ging je als arts bij hem langs, dan nam hij je arm vast en liet je niet meer los. Maar toen de studenten hem zijn familie lieten zien, begon hij beter te ademen en zag je zijn bloeddruk dalen. Zijn medische toestand verbeterde omdat zijn emotionele erop vooruitging.”

Adigéry: “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen nu eens echt gaan inzien hoe belangrijk die psyche en dat hoofd zijn. Dat is zo’n groot deel van je welzijn. Daarnet sprongen de tranen in mijn ogen, omdat ik besefte dat veel mensen, ook ikzelf, waarschijnlijk niet beseffen hoe werken in de zorg eruitziet. Het grijpt me naar de keel gewoon. Ik merk dat mensen van mijn generatie of uit mijn sector gefrustreerd zijn en dingen zeggen als ‘we mógen niet’. Maar mij gaat dat niet om ‘iets niet mogen’. Dan ontken je wat er in de ziekenhuizen gebeurt.

“Wanneer gaan mensen nu eens eindelijk inzien hoe belangrijk die psyche en dat hoofd zijn. Dat is zo’n groot deel van je welzijn” (Charlotte Adigéry)

Ik snap dat er mensen boos zijn omdat ze hun vrienden niet kunnen zien. We zijn sociale wezens. Maar als je stiekem feestjes gaat organiseren, beledig je het harde werk van de zorg. De ouders van een vriendin hebben door corona in coma gelegen. Ze zijn daar wonder boven wonder uit ontwaakt, maar hebben nog een lang revalidatieproces voor zich. Het ís reëel. Laten we stoppen met die dwaze conspiracy theories om je eigen kleine noden te bevredigen.”

De Waele:  “‘Ik mag niet’ zeggen is toch ook een beetje kinderachtig, hé.”

Adigéry:  “Dat is eigenlijk iets waar ik me ook op andere vlakken aan erger. Mensen kunnen er, vaak vanuit een onbewust privilege, niet tegen als iemand met een autoritaire rol zegt: ‘Dit mag je niet doen’. Wij in het Westen zijn het zodanig gewend om al die vrijheden te hebben, dat we vinden dat anderen niet mogen zeggen wat wij moeten doen. Het is een andere kwestie, maar als zwarte vrouw merk ik dat ook. Zo vind ik dat je het n-woord niet meer mag gebruiken, om meerdere redenen. Toch voel ik dat mensen dan nog steeds heel erg tegenstribbelen. En ik merk dus dat dat uit een soort van privilege komt.

‘Gij moet mij niet zeggen wat ik moet doen’, klinkt het dan, ongeacht wat een persoon zegt, waarom die dat zegt en wat de argumenten zijn. Dat is echt een frustratie van mij. Dus als iemand zegt: ‘We mogen al niet meer dansen’, dan denk ik: gebruik nu eens je gezond verstand. Voor mij is dansen meditatie maal duizend, maar wáárom mag je niet dansen? Wáárom mag je het n-woord niet gebruiken? Geloof nu eens gewoon waarom we dat aan het zeggen zijn!”

 

De Waele: “Inderdaad, vertrouw elkaar. Je moet aanvaarden dat bepaalde mensen kennis hebben over een zaak, en dat respecteren. Als er restricties zoals een avondklok nodig zijn om deze zomer terug op een terras te kunnen zitten, gaan we dat toch gewoon doen? Iedereen heeft dezelfde mental duty: hoe ga ik hier het beste van maken, me van mijn beste kant laten zien? We kunnen meer dan we soms denken.”

Charlotte, jouw vader heeft alzheimer en verblijft in een woonzorgcentrum. Sta je daardoor bezorgder in de pandemie?

Adigéry: “De situatie van mijn vader heeft het afgelopen jaar nog zoveel zwaarder gemaakt. De diagnose is in juni gevallen. Hij is een tijd terug weggelopen uit het woonzorgcentrum. Hij heeft dan een citytrip door Gent gedaan en is een pizzaatje gaan eten. (lacht) Ik was ergens wel blij dat hij de weg nog wist en even heeft genoten van dat moment. Maar daarna moest hij in quarantaine, en leg dat maar eens uit aan iemand die dat niet meer kan vatten, hé. Heel pijnlijk. Afgelopen zomer hadden we maar 20 minuten bezoektijd per week. En ík weet hoe dat komt, maar mijn vader weet het echt niet meer. Hij denkt dat corona een insect is. Of dan wil hij mij een kus geven...”

De Waele: “Dat breekt je hart, hé?”

Adigéry: “Ja, want je hebt het gevoel dat je hem afwijst, of dat hij dat zo interpreteert. Hij is net gevaccineerd. Het is wel fijn om weer perspectief te hebben op een uitstap naar zee. Maar ik merk dat de ziekte veel sneller evolueert omdat hij afgezonderd zit.”

De Waele: “Dat is de randschade, hé. Die is ook enorm. En daar is het moeilijk om de oefening te maken: hebben we dat ervoor over? Die impact kunnen we nu nog niet zo goed inschatten. Het aantal doden is een duidelijk cijfer, maar hoe kunnen we die menselijke schade berekenen? En hoe kun je dat laten opwegen tegen elkaar? We moeten deze pandemie bekijken als een mondiale tragedie. Hier zijn geen winnaars. Misschien vaart de natuur er wel een klein beetje bij, en is er hier en daar een soort van mind reset gebeurd. Maar we waren beter op een andere manier tot bepaalde inzichten gekomen.”

“Festivals die fiftyfifty mannen en vrouwen programmeren? Neen, ik wil gewoon goeie muziek” (Charlotte Adigéry)

Dansen in de living

Charlotte, afgelopen zomer heb jij, met inachtneming van allerlei maatregelen, toch een paar liveoptredens kunnen geven. Hoe heb je die beleefd?

Adigéry: “Het was zo mooi om te zien dat we eigenlijk allemaal dezelfde noden hebben: verbinding, in het hier en nu. Je lijf beleven. Je verliezen in muziek, in kunst, in je passie gewoon. En dat was er wel op dat moment. Ik kwam op het podium, zag geen gezichtsexpressies, maar toch voelde ik iedereen. Dat had ik niet verwacht. Het samenzijn en de muziek overstegen de restricties. Tijdens een bepaald concert heb ik gezegd: ‘Jullie mogen nu rechtstaan en een beetje bewegen voor je stoel’. Nooit gedacht dat ik dat ooit tegen mensen zou zeggen: ‘Jullie mogen nu dansen!’” (lacht)

Heb jij tijdens de versoepelingen aan cultuurbeleving gedaan, Elisabeth?

De Waele: “Ik kom uit een familie van cultuurmensen, als kind zat ik heel veel in musea. Ik vind dat nog steeds belangrijk, dus toen het weer kon, zijn we met onze drie kinderen naar het Museum voor Natuurwetenschappen geweest, deels omdat het daar groot is. Want altijd als ik ergens binnenkom, doe ik een coronacheck. ‘Is er ruimte genoeg?’ Helemaal paranoïde!” (lacht)

Charlotte, jij mediteert om te ontspannen.

Adigéry: “Ja, ik doe aan transcendente meditatie: twee keer twintig minuten per dag mediteren met een mantra. Ik deed het vroeger al, maar in deze periode werkt het des te krachtiger. Het helpt je om dicht bij jezelf te blijven, en niet op te gaan in die externe wereld en die angst. Want ik ben weleens door angst overvallen geweest: hoe gaat de muziekwereld er na dit alles uitzien? Maar ik ben gezond, en dankbaar. Ik heb mezelf nog.”

Hoe ontspan jij je, Elisabeth?

De Waele: “Als wandelen en gezelschapsspelletjes spelen je batterijen opladen: nice for you. Ik ben niet zo iemand. In normale omstandigheden ga ik graag weg, feest ik graag. Tegen mijn studenten zeg ik het ook vaak: je weet direct of je een fysiek zware job als die van chirurg of intensivist aankunt als je goed kunt uitgaan. (lacht) Feesten gaat nu natuurlijk niet, maar pas op: ik doe dat thuis, hé. We hebben met het gezin al veel gedanst in de living. Wij hebben zelfs een rookmachine.”

Adigéry: “Zalig!” (lacht)

De Waele: “Én lichteffecten. Je moet het doen met de mogelijkheden die er zijn.”

‘Madame, waar gaan we de receptie doen?’

Hoe relevant vinden jullie Internationale Vrouwendag anno 2021 nog?

Adigéry: “Ik vind het jammer dat het nog moet bestaan, want dat legt weer maar eens bloot dat we nog niet helemaal gelijk zijn. Het is natuurlijk een mooi initiatief, maar voor mij is gelijkheid: het niet hoeven te benoemen, elkaars verschillen normaal vinden. Ik heb in mijn carrière nog niet erg veel last gehad van ongelijkheid. Er zijn wel een paar situaties geweest waarin mannen zich op een ongepaste manier uitspraken over mij, dachten dat ze boven me stonden, maar verder voel ik me heel vrij in wat ik doe. Niet onderdrukt. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik in België veel kansen krijg. Ik heb gratis muziek kunnen studeren en ben heel snel aan de bak kunnen komen als artiest.”

“Tegen mijn studenten zeg ik het ook vaak: je weet direct of je een fysiek zware job als die van chirurg of intensivist aankunt als je goed kunt uitgaan” (Elisabeth De Waele)

De Waele: “Ik denk dat  we van Internationale Vrouwendag vooral een dag moeten maken om trots te zijn op de verwezenlijkingen van vrouwen over de hele wereld. Op zo’n dag neem ik met mijn kinderen de tijd om over voorbeeldvrouwen als Marie Curie of Michelle Obama te praten. Maar eigenlijk doen wij ouders dat voor onszelf, want onze kinderen vinden zaken vanzelfsprekend waarvan wij nog moeten uitleggen waarom ze vanzelfsprekend zouden moeten zijn. Twee mama’s aan de schoolpoort, verschillende nationaliteiten in de klas: die vinden dat normaal. Zij zijn de generatie die zeggen: ‘Maar waar hébben jullie het toch over?’ Daar moeten we naartoe.”

Heb jij in je functie ooit genderongelijkheid ervaren?

De Waele: “Een paar jaar geleden nam ik deel aan een conferentie in The Hotel in Brussel. We waren daar met de vijftien wereldwijde topexperts in clinical nutrition. Drie van ons waren vrouwen. Iedereen gaf een presentatie. Na de tweede dag kwam iemand van het hotel mij vragen: ‘Madame, waar gaan we de receptie doen?’ Waarop ik: ‘Geen idee, maar laat het me zeker weten want ik ben er altijd graag bij als er een receptie is’. (lacht) Die nam mij dus aan voor de secretaresse van een van de mannelijke professoren. Dan denk je toch: ‘Het is niet omdat ik een vrouw ben en blond dat ik de secretaresse van de grote professor ben’.”

Hoe staan jullie tegenover quota?

Adigéry: “Ik denk dat het belangrijk is dat zowel mannen als vrouwen weten dat er kansen zijn voor eender wie, uit eender welke klasse. En daar heb je rolmodellen voor nodig. Maar quota? Daar heb ik het toch wel moeilijk mee. Zoals festivals die fiftyfifty mannen en vrouwen programmeren. Neen, ik wil gewoon goeie muziek! De feministische beweging was onvermijdelijk en ik sta er op sommige vlakken helemaal achter, maar ik probeer toch altijd op te roepen voor een soort van nuance. Want ik ben enorm bang voor polarisatie. Laten we daarom ook blijven luisteren naar de mannen en hun noden, in plaats van te zeggen: ‘Gij hebt ons onderdrukt, gij moet nu zwijgen, het is nu aan ons’. Wie is ‘gij’ ook?” (lacht)

De Waele: “Quota zijn eigenlijk bedoeld om vrouwen te laten werken in een systeem dat mannen gedefinieerd hebben. Het zijn spelregels binnen een veel grotere structuur. Ik heb het daar ook lang moeilijk mee gehad, want je wilt niet de excuustruus zijn. Aan de andere kant is het gewoon aangetoond dat diversiteit in een vergadering of bestuursorgaan efficiënt en verrijkend is. Je moet alleen loslaten wat je gewoon bent: een board met allemaal witte mannen in kostuum.”

Jullie hebben geen van beiden een 9-to-5-job. Vragen mensen jullie weleens hoe je werk en privé combineert, en stoort dat jullie dan?

Adigéry: “Ik begrijp de nieuwsgierigheid naar hoe een artiest leeft en zijn dagen invult. Iemand vroeg me eens: ‘Ah, jij kuist je eigen huis?’ Tuurlijk, ik ben Beyoncé niet.” (lacht)

De Waele: “Ze stellen de vraag minder aan mijn echtgenoot, die ook arts en professor is. Wij werken al tien jaar met au pairs. Als we thuiskomen, hoef ik niet te strijken, maar kunnen we twee uur qualitytime hebben met de kinderen. Dan luisteren we bijvoorbeeld naar  een liedje van Serge Gainsbourg en laten we de kinderen daar een tekening over maken. En straks ga ik Charlottes muziek opzetten. Wat ik niet veel heb, is me-time. Ten tijde van Topdokters vroegen ze mij of ze me mochten volgen bij mijn hobby’s, want een andere dokter uit de reeks ging naar de pilates. Toen zei ik: ‘Is een wijncursus ook goed?’.” (lacht)

Charlotte, in een recent interview zei je dat je heel streng kunt zijn voor jezelf.

Adigéry: “Ik ben superperfectionistisch, persoonlijk en professioneel. Het is iets wat ik probeer los te laten, door mezelf meer te aanvaarden, mezelf graag te zien. Dat is aan het lukken. Ik heb een héél zwaar jaar achter de rug, met mijn papa, met corona uiteraard. Dat heeft veel existentiële lessen met zich meegebracht, maar – en ik denk dat dat voor jong en oud, man, vrouw en alles daartussenin geldt – de belangrijkste is: wat wil ík, wat voelt goed voor míj? Ik vind dit gesprek zo hoopvol, en een duw in de richting van waar ik al naartoe aan het groeien was. Een beetje hamam voor de ziel.”

De Waele: “Dit heeft mij ook echt energie gegeven.”

Adigéry: “Jij hebt zo’n intensieve job, wordt veel geconfronteerd met verlies, en toch ben je een heel optimistisch, genuanceerd persoon. Ik voel veel liefde. Dat vind ik bewonderenswaardig.”

De Waele: “Maar ik kan nog altijd niet zingen!”

Adigéry: “Ik geef zangles, hé.” (lacht)

De Waele: “Dan zul je je werk hebben.” (lacht)

Wie zijn Charlotte Adigéry en Elisabeth De Waele:

Charlotte Adigéry (30), muzikante en zangeres

  • Bekend van de elektropopband Charlotte Adigéry en het elektropunktrio Wwwater.
  • Studeerde muziek aan de PXL Hogeschool in Hasselt.
  • Bracht enkele succesvolle ep’s en de meditatietape Yin Yang Self-Meditation uit.
  • Draait op zondag van 19 u tot 21 u haar favoriete platen op StuBru.
  • In 2021 komt haar debuutalbum uit.

Elisabeth De Waele (42), professor aan de VUB, arts en intensiviste in het UZ Brussel

  • Gespecialiseerd in klinische voeding.
  • Studeerde chirurgie en intensieve geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel.
  • Werkte in 2020 als diensthoofd ad interim op de intensieve zorgen van het UZ Brussel, en kwam in die rol vaak in de media in het kader van de coronapandemie.
  • Was in 2018 te zien in het humaninterestprogramma Topdokters op Vier.

Foto’s: Rebecca Fertinel. 

Meer lezen over kunst, muziek en vrouwen:

Partner Content

Gesponsorde content