Toni (49): “Hoogsensitief zijn is – hoe frustrerend soms ook – het koesteren waard”

Annelore De Donder

In een wereld waarin we meer dan ooit geïnformeerd, geconnecteerd en geconcentreerd verwacht worden te zijn, voelt het allemaal wat veel. En al zeker als je hoogsensitief bent. Maar het kan anders, en beter. Want wie zijn hoogsensitiviteit leert begrijpen en ernaar durft handelen, kan de karaktereigenschap ook inzetten in z’n eigen voordeel. Zo ging het ook bij Toni (49); “Ik heb geleerd mijn hoogsensitiviteit niet als raar, maar als iets positief te zien“.

“Als kind voelde ik mij vooral raar, een uitzondering op de regel. In de jaren 70, 80 werd van jongens verwacht dat ze stoer waren en ravotten. Ik was een teruggetrokken, gevoelig type dat maximaal één vriendje had, vooral in strips zat te lezen en heel vaak in z’n eigen fantasiewereld leefde. Ik was voortdurend aan het nadenken, en trok me alles enorm aan – wat thuis gebeurde, of in de wereld. Als jonge tiener ging ik me ook wentelen in dat slechte gevoel, en werd ik nog meer teruggetrokken. Eigenlijk was mijn middelbare schooltijd een zeer ongelukkige periode.”

“Wij, hoogsensitieven, zijn niet alleen heel empathisch, we kunnen ook niet tegen onrechtvaardigheid en willen dat mensen het goed hebben”

“Ik ben pas te weten gekomen dat ik zelf hoogsensitief ben, door het bij mijn zoon te ontdekken. Een ware openbaring. En niet alleen voor mij: voor mijn vader, die intussen 75 is, heeft het ook de ogen geopend. De frustratie is aanzienlijk; hij heeft nog langer zonder verklaring moeten leven. Mijn vader is jarenlang politicus geweest, en eigenlijk was hij veel te zacht voor die harde wereld. Wij, hoogsensitieven, zijn niet alleen heel empathisch, we kunnen ook niet tegen onrechtvaardigheid en willen dat de mensen het goed hebben. Daar wil je alles voor doen. Maar zo bots je af en toe eens tegen een muur. En dat heeft hij lang niet kunnen plaatsen.”

“Toen mijn vrouw en ik nog niet doorhadden wat hoogsensitiviteit was, was de opvoeding van onze zoon voornamelijk hoe we die zelf hadden gekregen: conflicten gingen vaak richting ‘de hoek’. Maar die jongen kon daar niet mee om. Als hij aanvoelde dat iets onrechtvaardig was, dan kon de hele wereld op z’n kop gaan staan, hij ging níét in de hoek. Dat was om van te ontploffen. Ik ben vaak buiten tegen een muurtje gaan schoppen ter afkoeling. Van het moment dat we – ook als gezin – doorhadden wat er speelde, zijn we daar ook op een totaal andere manier naar gaan kijken en weten we dat de enige manier is: blijven communiceren, blijven redeneren en blijven uitleggen.”

“In zekere zin was dat begrip een geruststelling – het helpt om de dingen te kunnen benoemen. Maar dat neemt niet weg dat je die rollercoaster door moet; een kind moet nu eenmaal naar school. Je kunt het alleen maar goed doorpraten en op zoek gaan naar een school waar een zorgteam is dat er op z’n minst van gehoord heeft, waar directie en betrokken leerkrachten niet met de ijzeren hand regeren.”

“Hoogsensitieve mensen zijn zeer zorgzaam en altruïstisch. Wij kunnen in een kamer komen en gewaarworden of iemand problemen heeft”

“Hoe dan ook: het blijft een manifest deel van je karakter uitmaken. En van je leven. Ik kan nog altijd niet tegen onrechtvaardigheid. Ik word nog altijd snel overprikkeld en ik zal nog altijd proberen om de mensen rondom mij gelukkig te maken. Maar ik heb wel geleerd om dat als positieve eigenschappen te gaan zien, en niet langer als ‘raar’. Hoogsensitieve mensen zijn zeer zorgzaam, altruïstisch. Wij kunnen in een kamer komen en gewaarworden of iemand problemen heeft. Ik denk dat het je ook authentiek maakt. En daar zit ook de sleutel: hoogsensitief zijn, is – hoe frustrerend soms ook – het koesteren waard.”

Toni is hoogsensitief, net als zijn vader en zijn zoon. Hij beschreef de eerste 12 levensjaren van zijn zoon in ‘De Windvanger’, een unieke kijk op wat het betekent om op te groeien als hoogsensitieve jongen (€ 18,99, koop hem hier). 

Meer lezen over psychologie en welzijn:

Partner Content

Gesponsorde content