Saskia De Coster: “Voor mijn ouders hoorde liefde tussen twee vrouwen niet. Daardoor voelde ik me lang geen moeder”

Van geroutineerde soccer mom tot bezorgde helikopterouder of subtiel supporterende bonusmama: moeders komen met vele gezichten. Hoe ervaren vrouwen anno 2023 het moederschap? En wat vinden ze de mooiste dan wel moeilijkste kanten aan die bijzondere rol? Feeling polst elke week bij een ervaringsdeskundige. Vandaag: Saskia De Coster, auteur en kunstenaar over niet-biologisch ouderschap en over alle angsten, onzekerheden en onvoorwaardelijke liefde die daarbij komt kijken. Samen met haar ex-partner Inge heeft ze een zoontje Amos (8). “Uit angst geen goede ouder te zijn, ben ik gevlucht in een affaire.”

‘Een kind wordt elke ochtend opnieuw geboren.’ Het is maar een van de vele trefzekere passages uit Nachtouders, het boek waarin auteur Saskia De Coster zich via taal een weg doorheen nieuw ouderschap zoekt. Een gedachte zo mooi dat ze wel waar moet zijn. Dat zich samen met kind en ochtend vermoedelijk ook telkens weer een ‘nieuw stukje moeder’ naar boven werkt, staat misschien nergens letterlijk geschreven, maar schemert voelbaar achter elke letter.

Woelige wateren die niet alleen het hoofdpersonage, maar ook de auteur zelf moest doorzwemmen: “Iedereen gaat er altijd maar vanuit de geboorte van een kind een schone lei is om met een soort ongereptheid en onschuld vooruit te kijken, maar eigenlijk is niets minder waar: plots iemands ‘ouder’ zijn is zo’n intense en ingrijpende ervaring dat het je dwingt om op een heel open en eerlijke manier de confrontatie met jezelf aan te gaan en met alle patronen die je vanuit je eigen opvoeding en verleden hebt opgeslagen. Persoonlijk betekende dat voor mij een paar keer gigantisch hard met mijn hoofd tegen de muur botsen”, zo klinkt het bij De Coster.

Angst voor ouderschap: zelfdestructie

“De allergrootste angst die ik moest doorworstelen, is dat ik het als ouder niet goed zou doen. Een gedachte die waarschijnlijk al wortels vond in mijn opvoeding. Ik ben grootgebracht in een heel traditioneel, conservatief en streng gezin – en dat is dan nog zacht uitgedrukt (lacht) – waarin beide ouders hun ideeën over holebi’s niet onder stoelen of banken staken. Voor hen hoorde liefde tussen twee vrouwen niet, laat staan dat ze zo’n relatie geschikt vonden om kinderen in groot te brengen. Daardoor heb ik mezelf nooit echt als ‘moeder’ gezien. Een actieve kinderwens had ik al helemaal niet. Vooral een zwangerschap voelde niet aan als iets dat bij mij hoorde. De behoefte om mijn genen door te geven of om mezelf fysiek te herkennen in een kind dat ook ‘eigenlijfelijk’ gemaakt is, voel ik trouwens nog steeds niet. De gedachte dat er zich in een vrouwenlijf een nieuw zieltje met compleet nieuwe gedachten vormt, vind ik wonderlijk, maar ook nog altijd een beetje bevreemdend.

Ik ben dan ook heel dankbaar dat ik zonder die fase zelf te moeten doormaken, toch moeder ben kunnen worden: op dat vlak beschouw ik mezelf nog altijd als verwend. Wat niet wegneemt dat – toen het effectief zover was – al die dingen samen me heel onzeker maakten. Het feit dat er binnen mijn relatie ook nog eens een onevenwicht bestond, doordat mijn vriendin wél de biologische moeder en ik niet van ons kindje zou zijn, maakte de zaak nog complexer.

Voor mijn ouders hoorde liefde tussen twee vrouwen niet. Laat staan dat ze er kinderen bij zagen. Daardoor heb ik mezelf lang niet als ‘moeder’ gezien

Al van bij de ultieme conceptiepogingen voelde ik me een outsider: een aanhangsel dat er zomaar wat bijliep. Nog nuttelozer dan een vader die – hoe kort zijn aandeel ook – tenminste wel nog een functie in het proces had gehad. Waar ik trouwens ook als de dood voor was, was dat de komst van een derde speler – een kind dus – de hechte, symbiotische relatie met mijn partner – de liefde van mijn leven – zou verstoren. Een vrees die zich in een soort van selffulfilling-prophecy helaas ook doorzette. De liefde zoals ik die had met de andere mama van Amos was er eentje zoals ik die nog niet vaak gekend had. Dat maakte mijn angst ze te verliezen en de overgang eens ons moeilijke zwangerschapstraject werd ingezet, waarschijnlijk extra groot.

Mijn ex-partner is van nature uit een heel enthousiast persoon die zich smijt in alles wat ze doet, en dus ook in zwanger proberen worden. Dat ons een heel hobbelig parcours te beurt viel met verschillende ivf-pogingen en miskramen, heeft vermoedelijk ook niet geholpen: voor haar maakte dat het het fysiek en emotioneel heel zwaar. Ik kreeg dan weer extra het gevoel in heel dat proces niet echt iets te kunnen betekenen, waardoor ik me al gauw heel alleen voelde staan.

Uit angst mijn mooie symbiotische relatie voor mijn ogen te zien stuklopen, heb ik ze zelf maar doorgemaakt: ik begon een affaire met een andere vrouw

Uit angst voor die nieuwe rol als ouder en uit angst om mijn eens zo goeie relatie voor m’n ogen stuk te zien lopen, heb ik zelf de benen genomen: ik begon een affaire met een andere vrouw. Wat ons misschien nog had kunnen redden? Als ik alert geweest was voor welke angsten er eigenlijk onder mijn behoefte om weg te lopen – of om dingen stuk te maken – verborgen lagen – al vrees ik niet dat ik daar toen al klaar voor was. En als ik de moed had gehad om toch woorden te plakken op wat ik voelde – ook al wist ik dat die de andere partij onvermijdelijk pijn gingen doen. Ik merk bij koppels die in een vergelijkbare situatie verzeild raken alleszins dat dat de redding kan zijn: of je erdoorheen raakt of niet heeft weinig te maken met al dan niet ‘meant to be’ zijn, maar alles met door de zure appel heen kunnen bijten en durven aangeven dat je je misschien aangetrokken voelt tot iemand anders of dat je je op glad ijs aan het begeven bent.”

Nieuw baanvak van betekenis

Hoewel De Coster en haar ex-partner nu geen koppel meer zijn, blijven ze wel voor altijd met elkaar verbonden als Amos’ ouders. “Opvoeden proberen we als een team te blijven doen. Dat lijkt ons belangrijk voor onze zoon: kinderen hebben nu eenmaal veel nood aan harmonie en door zo min mogelijk spanning tussen ons te laten hangen, proberen we die te geven. Ook dat is een zoekproces geweest, maar ik denk dat we nu een goed evenwicht gevonden hebben. Eigenlijk komt het er vooral op aan je eigen ego en bekommernissen aan de kant te schuiven, en te denken in functie van je kind: wat is het beste voor hem en wat heeft hij nodig.”

Als het leven een snelweg is, heeft Amos daar – zonder dat ik dat op voorhand juist had kunnen inschatten – een heel nieuw baanvak van betekenis aan toegevoegd

Dat laatste beschouwt de schrijfster overigens meteen als één van de mooiste kanten die bij ouderschap komt kijken: “Een kind en de liefde die je als ouder voor je kind voelt, bieden je een uitweg uit jezelf die ik op eigen houtje misschien wel nooit ontdekt zou hebben. Een soort van onvoorwaardelijk bezig zijn met de ander – en in die activiteit zo opgaan, dat je totaal niet meer met jezelf en je eigen perspectief bezig bent. Ik had bijvoorbeeld op voorhand nooit kunnen vermoeden hoeveel plezier ik zou halen uit een basketbalmatch van mijn achtjarige zoon of hoeveel voldoening, ontspanning en oprecht plezier ik zou voelen door samen met hem een spelletje te spelen. Dat ik daar zelf oprecht van geniet én niet moet doen alsof, vind ik een mooie ontdekking. Als ik het leven zou vergelijken met een snelweg, dan heb ik er – zonder daar zelf om te vragen – sinds de geboorte van mijn zoon een heel nieuw baanvak van betekenis bijgekregen.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Haar vroegere angst dat schrijverschap moeilijk te rijmen zou vallen met de verantwoordelijkheid die bij ouderschap komt kijken, is sinds de komst van Amos als sneeuw voor de zon verdwenen. “Ik besef nu dat zo’n visie op kunstenaarschap een beetje ouderwets, heel mannelijk en eigenlijk zelfs een beetje arrogant is. Ik haal nog steeds heel veel betekenis uit schrijven: ik heb het van jongs af aan heel fijn gevonden via taal en verhalen mijn eigen draai aan de werkelijkheid te kunnen geven. Ik heb het ook nodig om dingen in hun volle complexiteit te kunnen bekijken: elke gedachte of gebeurtenis heeft zoveel kanten. Taal of een tekst geeft je de kans die allemaal te ontrafelen. Zonder die ‘uitbreiding op’ zou het leven voor mij heel grijs zijn, maar ik zie dat niet langer los van de rest van mijn leven. Sinds Amos is alles meer gaan vloeien – zoals je dat eigenlijk letterlijk ziet gebeuren in Nachtouders: mijn leven en mijn werk zijn één verbonden geheel geworden. Schrijven is niet langer iets om in weg te vluchten als het moeilijk wordt en het voelt heel bevrijdend om het op die manier te bekijken.”

Vroeger dacht ik dat schrijverschap en ouderschap niet samen zouden gaan. Een heel mannelijke en lichtjes arrogante gedachte besef ik nu

“De liefde die ik voor mijn zoon voel is absoluut anders dan elke andere vorm van liefde in dat opzicht dat hij altijd wel ergens in mijn hoofd of gedachten aanwezig is – misschien niet altijd op de voorgrond of heel bewust, maar wel latent: een beetje zoals een tekstballon die meezweeft met de personages in een stripverhaal.” Geruisloos, complexloos en vanzelfsprekend: zo hoopt De Coster uiteindelijk ook dat haar zoon later de relatie met zijn moeders kan omschrijven: “Ik hoop vooral dat onze band met hem zo vanzelfsprekend is dat die nooit reden tot zorgen geeft: dat er achteraf geen zaken opduiken die hij moet verwerken of waarvoor hij enkeltjes richting therapeut moet boeken (lacht). Ik weet natuurlijk wel dat de intensiteit en de hechtheid van een moeder-zoonband onvermijdelijk voor kleine ‘haakjes’ zullen zorgen, maar zolang dat geen grote al te ingrijpende dingen zijn, lijkt me dat nog wel oké.

Ik wil vooral dat hij weet dat ik er altijd ben voor hem en dat er aan mijn liefde geen voorwaarden of limieten verbonden zijn waartegen hij zou kunnen botsen, want dat lijkt me een gruwelijke gedachte – maar misschien spreek ik nu vooral vanuit een gemis dat ik thuis zelf wel ervaren heb. En dat er altijd nieuwe kansen zijn: hoezeer het ook mis zou lopen, dat we altijd weer opnieuw kunnen beginnen.”

Trotse zebra’s en stoere vechtkuikens

Die complexloze vanzelfsprekendheid indachtig, voelt de auteur zich nog het meest verbonden met haar zoon op kleine bijna niet in woorden te vangen momenten. “Een absoluut sleutelmoment in onze band was het allereerste uur na zijn geboorte. Omdat hij via een keizersnede er wereld kwam, en zijn biologische mama dus nog gehecht en verzorgd moest worden, werd hij tijdens dat allereerste prille levensuur in mijn armen gedropt. Rondhobbelend door een ziekenhuiskamer met dat kleine roze wormpje in handen heb ik de klik gemaakt: ik zou er volledig voor gaan en het zou ons lukken.

Sindsdien voel ik me eigenlijk nog het dichtst bij hem op kleine banale momentjes die toch zo beladen zijn met betekenis net omdat ze zo duidelijk van ‘ons twee’ zijn. Bijvoorbeeld: wanneer hij als vierjarige trotse zebra meeloopt in een verkleedstoet op school en heel duidelijk mijn blik zoekt in de massa of wanneer hij mij ’s avonds in bed scenario’s dicteert voor ‘het vechtkuiken’ – een klein, maar stoer piepkuiken met een grote mond, een personage dat we samen bedachten en waarvoor we telkens weer andere verhalen verzinnen.”

Ik wil vooral dat mijn zoon weet dat mijn liefde er een zonder limieten is. En dat er altijd nieuwe kansen zijn: hoezeer het ook misloopt, er is altijd grond voor een nieuw begin

De grootste persoonlijke veranderingen die het moederschap in haar teweeg brachten? “Als ik mijn omgeving mag geloven ben ik toch iets minder gejaagd geworden (lacht). Ik heb van nature uit de neiging om vrij ongeduldig en gehaast te zijn, maar omdat kinderen daar doorgaans nogal tegendraads op reageren – vraag je ze om voort te maken, dan gaan ze vaak nog harder treuzelen – heeft Amos mij gedwongen die nervositeit een beetje los te laten.”

Belangrijker misschien nog dan rust, merkt De Coster een nieuw soort zachtheid op: “Cynisme zonder meer kan ik bijvoorbeeld niet goed meer verdragen. Je kan op alles wel hard en rationeel reageren, maar een beetje naïviteit vind ik wel mooi. Waaraan je het ook duidelijk kan merken: vroeger had ik – in tegenstelling tot het gros van mensen – helemaal niks met pasgeboren baby’s. Vroeg je me er eentje vast te houden, was de kans dat ik nee zei groter dan ja (lacht). Tegenwoordig begrijp ik de vertedering die de meeste mensen doorgaans voelen bij zo’n nieuw leventje veel beter, misschien omdat ik die nu voor het eerst ook zelf ervaren heb.”

Meer over moederschap:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content