Is quiet quitting de nieuwste trend op de werkvloer én in relaties?

TikTok heeft overduidelijk een grote invloed op onze maatschappij: van beautytrucjes en fashion hacks tot makkelijke recepten voor feta-pasta of overnight oats. En haar invloedssfeer blijft zich uitbreiden, want ook op psychologisch en sociologisch vlak leren we nu bij van TikTokkers. Populair dit moment: arbeidssociologische termen zoals ‘quiet quitting’, ‘quiet firing’ en ‘chaotic working’, concepten die eveneens van toepassing zijn in privérelaties. Prof. Peggy De Prins legt uit.

“In eerste instantie stond ik huiverig tegenover deze TikTok-termen, maar ondertussen ben ik voorstander”, zegt Peggy De Prins, professor Human Resources Management aan de Antwerp Management School en arbeidssociologe. “Deze termen omschrijven processen die reeds bestaan op de werkvloer; zaken waar al onderzoek naar gedaan werd in de arbeidssociologie, maar waar een soort van gêne rond bleef hangen in de praktijk. Het is dus goed dat er nu een woordenschat voor bestaat, zodat we dergelijk gedrag kunnen benoemen én bespreekbaar maken.”

En niet alleen op kantoor komt het herkennen van onderstaande gedragingen van pas: “Quiet quitting, quiet firing en chaotic working zijn perfect te vertalen naar de privésfeer.” Wat de begrippen juist inhouden? Lees even verder.

De concepten

1. Quiet quitting: het absolute minimum

“Tijdens de coronaperiode zijn heel wat mensen in het rood gegaan, post corona zijn ze de draad vaak wat kwijt. Ze voelen zich niet gewaardeerd en vinden dat ze onvoldoende beloond zijn geweest voor hun harde werk. Als tegenreactie zien we nu de opkomst van quiet quitting-gedrag”, aldus prof. De Prins. “Mensen die wel fysiek, maar niet langer mentaal, aanwezig zijn op hun werk, die op kantoor nog alleen the bare minimum presteren, doen aan quiet quitting. Ze blijven een stuk onder de radar door wel nog het minimale werk uit te voeren, maar eigenlijk zitten ze met hun hoofd ergens anders: een andere job, een prikkelende droom, een spannend levensdoel of gewoon het einde van hun werkdag. Ze doen hun werk niet langer met hun volledige hart, zijn niet meer geëngageerd om the extra mile te gaan en doen enkel en alleen het hoognodige.”

“Werkgeluk is een beladen begrip. Er zijn veel grijze dagen en die zijn ook nodig om euforie te kunnen voelen op de dagen waarop je uitblinkt in je werk.”

Volgens prof. De Prins is quiet quitting een soort van overlevingsstrategie. “In jobs waar meer engagement verwacht wordt, maar waar je tegen muren aanloopt – je voelt je ondergewaardeerd en gefrustreerd, bijvoorbeeld door micropolitieke spelletjes op de werkvloer – ga je vanuit frustratie en teleurstelling terugvallen op minimale inspanning.” Als je voor een beperkte periode deze werkhouding aanhoudt, blijft het probleemloos. “Light versies van quiet quitting zijn normaal en helpen ons inzien dat de verwachtingen niet altijd zo hoog gespannen moeten staan. Het kan ook opluchten om dit gedrag te benoemen én erover te praten, onder andere met collega’s. ‘Werkgeluk’ is namelijk een zwaar beladen begrip: ons werk moet ons gelukkig maken. Maar dat is niet altijd even realistisch. Er zijn veel grijze dagen, dat is normaal en die zijn ook nodig om euforie te kunnen voelen op de dagen waarop je uitblinkt in je werk. Een evenwicht vinden tussen de grijze, modderdagen waarop niets lijkt te lukken en de ‘blinkdagen’ waarop je werkgeluk ervaart is niet onbelangrijk.

Quiet quitting wordt natuurlijk wel een probleem wanneer het te lang aansleept. “Ben jij een persoon die wel naar passie streeft in je job, iemand die zingeving zoekt in het leven via je werk? Dan kan aanhoudend quiet quitting-gedrag nare gevolgen hebben. Zo steven je bijvoorbeeld sneller op een burn-out af.”

Ook in privérelaties is quiet quitting-gedrag niet onbekend, hoewel waarschijnlijk wel onbenoemd. Denk maar aan situaties waarbij een partner nog fysiek aanwezig is in de relatie – het lastige gesprek heeft nog niet plaatsgevonden – maar in feite al uitgecheckt is uit de relatie, en zich misschien zelfs al inlaat met het verleiden van anderen. Maar deze houding kan ook terug te vinden zijn in kleinere aspecten van je relatie. “Als je partner de afwas heeft gedaan, bijvoorbeeld, maar je merkt dat hij of zij de propere glazen nog niet heeft afgedroogd of weggezet en de wastafel niet deftig uitspoelde. Misschien heeft je partner dan wel de afwas à la quiet quitting gedaan – the bare minimum dus. Dan kan het helpen om een gesprek te hebben over wat jullie van elkaar verwachten en de violen gelijk te stemmen.”

2. Quiet firing: uitstel- en vermijdingsgedrag

Managers kunnen eveneens aan ‘quiet firing’ doen: “In dat geval wil je als leidinggevende het contract met een werknemer beëindigen, maar doe je het niet om diverse redenen: het ontslag is te duur, het paperassenwerk te lastig of ingewikkeld of de sociale gevolgen van het ontslag te groot. Jouw team zou ook kunnen protesteren of je hakt de knoop niet door uit angst voor moeilijkheden met vakbonden. Als gevolg ga je een ontslag vermijden, maar stuur je er wel op aan door bijvoorbeeld de persoon in kwestie de meest onbenullige of lastige taken aan te wijzen. Misschien zelfs in de hoop dat deze werknemer zelf de stap richting ontslag neemt.”

Ook in persoonlijke relaties zien we dergelijk gedrag terugkeren: uit angst voor de gevolgen – zoals onder andere verhuizen, financiële ongemakken, sociale consequenties of eenzaamheid – stelt één van de partijen een breuk telkens uit, terwijl hij of zij wel al uitgecheckt is uit de relatie. “Quiet firing is dan eigenlijk ook een soort van toxisch uitstelgedrag.”

“Net zoals in privérelaties is er altijd wel een reden om niet te breken met elkaar, maar daar doe je elkaar eigenlijk alleen de duvel mee aan.”

Dat we in België zo lang mogelijk trouw blijven aan onze werknemers, speelt hier ook een rol in. “In het Belgisch arbeidsrecht is iemand ontslaan juridisch complex en duur. Daarnaast is het een emotioneel gebeuren voor de persoon in kwestie én voor de collega’s. Als een hete aardappel blijven we die ontslagbrief dan maar doorgeven waardoor het voor alle betrokkenen vaak moeilijker wordt. Net zoals in privérelaties is er altijd wel een reden om niet te breken met elkaar, maar daar doe je de ander eigenlijk alleen de duvel mee aan. Iedereen heeft er baat bij om sneller te schakelen.”

3. Chaotic working: heimelijk verzet

Het derde begrip, choatic working, speelt zich eveneens op kantoor én daarbuiten af. “Het is een reactie op frustratie en onmacht van werknemers tegenover hun werkgevers en leidinggevenden. Het slaat op werknemersgedrag dat niet strookt met het ideale, wenselijke, gedrag. Wanneer je het als werknemer niet eens bent met je bedrijf of leidinggevenden, kan je in tegenreactie gaan.” Je knikt bijvoorbeeld wel ‘ja’ tijdens de vergadering, maar gaat achter de ruggen om iets anders doen. Of je eigent jezelf en anderen misschien wel ‘cadeautjes’ toe die jou helemaal niet aanbelangen. “Het is een vorm van stil verzet. Je doet alsof er niets aan de hand is, terwijl je jouw afwijkend gedrag onder de radar houdt en zo een stuk jouw eigen agenda volgt. Zo doe je een poging om buiten het oordeel van het management persoonlijke ademruimte in te bouwen.” Ook dit is een soort van overlevingsstrategie: jij houdt jouw werk uit terwijl je niet het risico loopt je baan te verliezen. “Voor werkgevers kan dit erg frustrerend zijn want op die manier komt er ruis op de relatie met hun werknemers en weten zij niet meer hoe oprecht hun daden en antwoorden nog zijn.”

Ook dit gedrag kunnen we copy pasten naar de privésfeer. “In elke soort relatie zie je dit soort van strategieën”, voegt De Prins toe. “In alle gezinnen zijn er bijvoorbeeld codes voor ‘laat mij even gerust’, hier worden impliciete afspraken over gemaakt. Een ander voorbeeld is wanneer je onder een bezoek aan je schoonouders wilt uitkomen: hoe kan je niet gaan zonder al te veel stof te doen opwaaien?”

Niet langer ‘work hard, play hard’?

Door de populariteit van bovenstaande concepten op sociale media, gaan we bijna denken dat het work hard, play hard-tijdperk voorgoed achter ons ligt. Is ons werk niet meer ons leven? Zijn Gen Z’ers niet langer te vinden voor the grind? “Het krijgt nu wel wat aandacht door sociale mediaplatformen als TikTok, maar zulke manieren van werken bestaan al lang. Ze zijn dus niet eigen aan de jongere generaties. Oudere generaties zullen er misschien al hun eigen termen voor hebben, en die zullen afhangen van het profiel van de werknemers en de sector waarin het werk zich afspeelt. Met andere woorden: quiet quitting, quiet firing en chaotic working zijn van alle tijden en alle milieus. Daarbij moeten we ze niet altijd als iets negatiefs aanzien; er zit vaak ook veel humor achter. Het kan luchtig zijn, een coping mechanisme van een team om met tegenvallers en het gevoel van frustratie om te gaan.”

“Als leidinggevende hou je dergelijk gedrag best in de gaten, want een teamgeest kan hierdoor wel degelijk aangetast worden.”

Of er dan kans is op besmetting? Zal over een paar maand iedereen aan het quiet quitten geslagen zijn? “Dit soort houding kan besmettelijk zijn, dus de kans bestaat dat dit gedrag gehyped wordt. De mensen aan de managementkant houden dergelijk gedrag best in de gaten, want een teamgeest kan hierdoor wel degelijk aangetast worden. Dan kan het helpen zaken te benoemen, de dialoog aan te gaan en de verwachtingen langs beide kanten scherp te stellen.”

“Boven alles, is het goed om weten dat er in elke generatie en elke sociale context andere zaken spelen en andere trends heersen. Werknemers-werkgevers-gedrag volgt altijd een slingerbeweging. Vandaag wordt er gekeken naar hoe we telewerk zo veel mogelijk kunnen omarmen. Maar zelfs nu zijn er al mensen die opperen om toch zo veel mogelijk op kantoor te zijn, want waar kunnen we nog de grens trekken tussen professioneel en privé? Die generationele en tijdsgeest-slingers zullen er altijd zijn en dat is best gezond.”

Meer lezen:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content