Column: van de salonmeister en the rock

Els Keymeulen

Ben jij in Berlijn ooit al eens murw getimmerd door een blok beton uit de Balkan? Nou – ik dus wel. Het ging zo.

 

Ik was uitgenodigd op Berlin Fashion Week Marc Cain showt er, onder andere – en ik had één vrije avond in mijn hotel. Ik had al snel door dat er geen hol te beleven valt op de Duitse tv (alles wordt gedubd door één en dezelfde Duitser die volgens mij de vrouwen- én mannenstemmen inspreekt), dus ik boekte een massage in de hotelspa. Het bleek een mooi, groot complex met sauna, stoombad en hamam, en er was als bij wonder nog één iemand beschikbaar voor het geven van een Zweedse massage. Ik blij. De ‘salonmeister’ (veeg teken) gaf me een handdoek, badjas en papieren onderbroek, en toen mocht ik gaan liggen op een heerlijk voorverwarmde tafel, buik naar beneden. De zachte vogelgeluiden werden bruusk overstemd door een soort naar binnen denderende vrachtwagen: het bleek de masseur, een vierkant manspersoon van om en bij de tweehonderd kilogram. Hij stelde zich voor als Andrei, dimde het licht en rolde zijn mouwen op. De moed zonk me meteen in de papieren onderbroek: Andrei’s handen hadden het formaat van een middelgrote puppy – het begon me te dagen waarom hij überhaupt nog vrij was, zo zonder reservatie. “How zoe you like it”, klonk het vanuit de diepte, dus ik piepte met toegeknepen billen ‘soft, very soft’.

Water naar de zee, zo zou blijken. Andrei liet er geen gras over groeien en kneedde, duwde, perste en kneep; hij groef gaten in mijn onderrug en ging op één extreem pijnlijk moment met z’n volle gewicht op mijn schouders hangen. Dat die massagetafel het gehouden heeft, mag een wonder heten. Halverwege de horrorsessie (ik probeerde de minuten te tellen als een soort afleiding) zei mijn nek krak. Nu zou ik in normale omstandigheden – lees: aangekleed – zijn opgestapt, maar als je dus naakt met niks anders dan een papieren onderbroek aan (ondertussen aan flarden gemasseerd door Andrei) overgeleverd bent aan The Rock, durf je niet veel meer. Laat staan dat je, borsten in de wind, opspringt en naar buiten wandelt.  Dus zei ik voorzichtig dat het wel wat hard was, en dat mijn nek mogelijks gebroken was, en of het wat rustiger kon. “You are stress”, antwoordde Andrei ferm, en ook nog: “besser relax”. En hij hamerde voort. Omdat ik onderhand in de fase was gekomen waarop ik echt MOEST weten hoeveel minuten terreur ik nog voor de boeg had, keek ik stiekem op mijn telefoon, die ik zoals altijd onder het matrasje had gestopt. “YOU MUST RELAX”, bulderde Andrei, “NO PHONES”. Ik geloof echt dat hij het allemaal goed bedoelde, en gewoon met harde hand was opgevoed, en daarna mogelijks bij de Balkan Special Forces had gevochten, maar echt: de tranen stonden me in de ogen. Ik wilde ‘help’ whatsappen naar de receptie, of ‘SOS’ posten op mijn Facebookwall, maar alle kracht was uit me weggevloeid, dus bleef ik roerloos liggen, tanden op elkaar.

Zelfs het sterkste karakter wordt een wezel met een papieren onderbroek aan

Mijn opluchting toen hij eindelijk ‘iz finish’ zei, was enorm. Ik kon wel juichen – behalve dan dat ik mijn armen niet meer omhoog kreeg. De salonmeister liet ik na afloop weten dat een waarschuwing omtrent de massagestijl van Andrei op zijn plaats was geweest. De receptie van het hotel liet ik weten dat ik mogelijks een rolstoel nodig had om de volgende ochtend naar het ontbijt te kunnen. En ik heb nog maar eens het belang van kleding ontdekt: zelfs het sterkste karakter wordt een wezel met een papieren onderbroek aan.

 

Lees hier de vorige columns van Els:

Partner Content

Gesponsorde content