Acteur Jean Janssens: ‘Die relatie met God was het enige dat ik had om aan vast te houden, er was niemand anders’
Van Assisen, over Special Forces tot De Slimste Mens: Jean Janssens liet in 2025 zijn spieren rollen. En ook naast het scherm vond de acteur zijn kracht. We spraken hem over God, de ontdekking van vriendschap en de rol van zijn leven.
“Sorry voor de dozen”, verontschuldigt Gladys Ferro zich, make-upartiest, goede vriendin en vertrouweling van acteur Jean Janssens, nog voor ik een voet door de deur heb gezet. De deur is die van Ferro’s gloednieuwe appartementje op de achtste verdieping van een wooncomplex op het Antwerpse Zuid. “Jean en ik zitten allebei net in een verhuis, dus het was een beetje schipperen om af te spreken.” De acteur zelf, die sluipt na een korte kennismaking nog vlug even door het raam naar buiten om er te genieten van de meest indrukwekkende feature van de flat: het balkon. Klein, maar met een prachtig uitzicht over de majestueuze – en in ons geval nachtelijke – skyline van Antwerpen.
Een korte reset voor lichaam en geest die de acteur best kan gebruiken, want hij heeft er een drukke periode op zitten. Na een rol als geprivilegieerde rijkeluiszoon in het derde seizoen van Assisen en een opwachting in Special Forces, het realityprogramma waarin getrainde militairen een groep bekende mensen tot het uiterste drijft, is hij dit najaar ook te zien in Jimpa: een Australisch-Fins-Nederlandse dramafilm waarin hij deel uitmaakt van de Amsterdamse vriendengroep van een non-binaire jongere die een jaar lang bij zijn queer grootvader gaat wonen. Daarnaast kruipt hij in de huid van romantische ‘kaper op de kust’ in het tweede seizoen van 9 Feestjes Voor De Kater, de friendcom met Nidal van Rijn en Veerle Dejaeger in de hoofdrol. En is hij binnenkort te spotten in een van de drie felbegeerde – of gevreesde – stoelen van De Slimste Mens ter Wereld. Iets waar Janssens toch twee keer over na moest denken toen presentator Erik Van Looy hem dat vroeg. “De eerste keer dat het ter sprake kwam, was op de set van Assisen, waarin Erik mijn vader speelde. Mijn eerste reactie toen was: niks voor mij. Als jezelf op tv komen vind ik sowieso spannend. Het idee dat ik ook nog grappig of interessant zou moeten zijn, was er te veel aan. (lacht) Maar na een paar gesprekken met vrienden – en een bemoedigend telefoontje van Erik – ging ik dan toch overstag. Maar om moppen te tappen hoop ik alsnog dat ze iemand anders in gedachten hebben.”
Niet om je bang te maken, maar Felix Heremans kijkt ‘puur voor de sport’ af en toe weleens een NOS-jaaroverzicht uit de jaren negentig en oud-kolonel Roger Housen leest elke dag elf kranten. Heb jij je voorbereid?
Jean Janssens: “Om heel eerlijk te zijn: de afgelopen weken en maanden waren nogal druk. Ik ben net terug uit Albanië voor een korte passage in Kartonnen Dozen, de verfilming van de gelijknamige bestseller van Tom Lanoye. Een kleine rol maar hoor, maar heel veel tijd om met De Slimste Mens bezig te zijn heb ik dus nog niet gehad. Echt studeren ga ik niet doen, maar misschien moet ik binnenkort toch op z’n minst de wereldkaart eens bovenhalen – kwestie van op zo’n vragen toch al niet faliekant af te gaan. (lacht) Voor de rest ben ik vrij chill: ik doe mee voor de leut.”
Een passage in De Slimste Mens kan nochtans veel in gang zetten: kijk maar naar Daphne Agten of Bockie De Repper. Ben jij klaar voor zo’n nieuw level van bekendheid?
Janssens: “Ook daar ben ik vrij nuchter in: voor sommige kandidaten pakt een deelname misschien uit als een enorme springplank. Maar als je het maar één of twee afleveringen uithoudt, zijn mensen je volgens mij ook heel vlug weer vergeten. (lacht) Niet dat ik herkend worden zo’n probleem vind hoor. Sinds Special Forces gebeurt dat al weleens: alleen ik vergeet dat vaak. Laatst kwam er in de gym bijvoorbeeld een vrouw naar me toe met de vraag ‘of ik het overleefd had?’. Ik viel uit de lucht. Pas toen mijn vriendin er iets op terugzei, kreeg ik door dat die persoon mij natuurlijk kent van op tv.”
‘Ik was dat alleen zijn na al die tijd zo gewoon geworden, dat ik dacht dat ik niemand anders nodig had’
Je komt me inderdaad niet over als iemand die veel last heeft van stress of van sterallures.
Janssens: “Dat klopt wel, ik ben vrij down-to-earth. Voetjes op de grond: dat vind ik belangrijk. Als ik mezelf één eigenschap zou durven toe-eigenen, dan wel dat ik nuchter en relatief stabiel ben – althans dat hoop ik. (lacht) Ik kan best goed relativeren en probeer altijd the bigger picture te zien: tegenslagen niet dramatischer te maken, maar dingen die goed gaan ook niet specialer of meer bijzonder dan nodig.” “Kan ik beamen”, roept Ferro vanuit haar hoekje in de keuken. “Ik ben totaal niet zo: ik kan me snel laten overspoelen: altijd heel hoog in mijn emoties. (lacht) Als dat weer eens gebeurt bel ik Jean en die kan dan heel snel én kalm alles op een rijtje zetten.”
Janssens: (lacht) “Dat is fijn om te horen. Nog belangrijker dan zo’n centrum van rust en stabiliteit zijn voor mezelf, vind ik het inderdaad om dat voor anderen te zijn. Ik ben graag een vertrouwenspersoon: iemand bij wie mensen terechtkunnen en die dat vertrouwen ook nooit zal beschamen. Vermoedelijk een restant uit mijn eigen jeugd: ik heb het lang heel moeilijk gehad met mensen vertrouwen en ik weet dus hoe belangrijk dat kan zijn.”

Ja op vriendschap
In een interview met De Morgen las ik inderdaad dat je niet bepaald een zorgeloze jeugd hebt gehad. ‘Alles voor mijn tiende was best shitty’, zei je daar.
Janssens: “Klopt, daar ging het vooral over kansarmoede: dat was er een deel van, maar zeker niet alles. Ik heb als kind heel veel verschillende thuissituaties gekend – soms met ouders, soms zonder, en vaak heel snel achter elkaar. Samen met mijn jongste broer heb ik even in een kindertehuis gezeten en ben meermaals – verschillende periodes lang – slachtoffer van kindermishandeling geworden. Het is voor mij altijd afwegen hoeveel ik daar precies over wil prijsgeven, maar laten we zeggen dat alles voor mijn achttiende inderdaad geen rozengeur en maneschijn was. Ik ben als kind vaak met m’n hoofd tegen de muur gelopen wat mensen betreft: ik ben veel teleurgesteld en heb me vaak heel alleen gevoeld. Een basis die je natuurlijk niet zomaar van je afschudt. Ook in mijn jongvolwassen leven heb ik lang alles alleen gedaan – omdat ik mensen niet meer vertrouwde. Ik was dat alleen zijn na al die tijd zelfs zo gewoon geworden, dat ik dacht dat ik niemand anders nodig had. Of dat ik incapabel was om vriendschap te sluiten.”
Iets waar je intussen van bent teruggekomen?
Janssens: (lacht en kijkt naar Ferro) “Je weet wat ik ga zeggen, hé? Ja, maar dat heeft best lang geduurd. Pas het laatste jaar ben ik gaan inzien dat mensen echt wel een toegevoegde waarde in je leven kunnen zijn. En heb ik leren praten: over belangrijke dingen, maar ook over kleine; over hoe je dag is geweest bijvoorbeeld of over wat je die avond nog gaat doen. Voor ik mijn vriendin leerde kennen, dacht ik dat ik dat niet nodig had, dat ik gewoon niet zo wás. Maar dat is natuurlijk wel zo, ik had mezelf alleen zo goed overtuigd geen vriendschap nodig te hebben, dat ik niet meer wist hoe het moest.”
Ferro: “Je bent daar op een paar jaar tijd inderdaad echt wel in veranderd. Vooral communicatief ben je veel verbeterd: maybe we kinda forced you, maar toch.” (lacht)
Janssens: “Dat klopt wel. Vroeger kon ik – zonder duidelijke reden – plots wekenlang van de radar verdwijnen. Gewoon omdat het contact me dan even te nauw werd, of te dichtbij misschien. Dat soort radiostilte probeer ik intussen te vermijden. Dankzij mensen die in zo’n periodes aan mijn mouw blijven trekken zijn. Op een bepaald punt in mijn leven heb ik ook gewoon beseft dat als ik ooit duurzame relaties wilde hebben, ik daar zelf mijn best voor zou moeten doen. En dus ging ik bewust oefenen: zei bijvoorbeeld wel eens ‘ja’ als iemand vroeg om koffie te gaan drinken in de stad of om op café te gaan. Iets dat ik vroeger te allen tijde vermeden zou hebben. Net zoals dit interview trouwens.” (lacht)
‘Ik denk dat het met een verleden als het mijne twee kanten kan opgaan’
And yet here we are; na je uiteenzetting des te wonderbaarlijker. Dat je dat al die tijd alleen hebt getrokken, is het resultaat van een ijzersterke wil, doorzettingsvermogen en discipline?
Janssens: (lacht) “Dat weet ik niet.”
Ferro: “Jawel!”
Janssens: “Ik denk dat het met een verleden als het mijne twee kanten kan opgaan. Of je kunt jezelf verliezen en er compleet in verstrikt raken. Of je kunt die donkere basis aangrijpen als stimulans om het anders te doen. Bij mij is dat laatste gebeurd: ik heb op een bepaald punt een klik gemaakt in mijn hoofd en besloten dat ik het anders ging doen. Mezelf heel concreet voorgesteld wat ik exact wilde doen met mijn leven en daar dan stap voor stap naartoe gaan werken. Dat dat ook effectief gelukt is, daar dank ik God nog elke dag voor.”

Hypeloos gelovig
God, daar moeten we het inderdaad ook even over hebben. Jij bent gelovig.
Janssens: “Absoluut. Iets dat ik voor een stukje van thuis uit heb meegekregen: mijn mama is Nigeriaanse en nam ons als kind al wekelijks mee naar de kerk op zondag. Iets waarvoor ik haar ongelofelijk dankbaar ben, want ik weet niet of ik het zonder gered zou hebben. Ik heb in elk geval heel levendige herinneringen van mezelf als kind, die in mijn meest eenzame en bange momenten op bed zit te bidden. Die relatie met God was toen het enige dat ik had om aan vast te houden, er was niemand anders. Als jongvolwassene ben ik dat geloof dan wel gaan onderzoeken; verschillende godsdiensten bekeken om te zien of er niks beter matchte. Ik vond het vooral belangrijk om wat je aangereikt krijgt niet zomaar klakkeloos over te nemen, maar kritisch te bevragen. Uiteindelijk vond ik in het christendom toch echt de meest passende antwoorden.”
Je bent niet de enige uit je generatie die kracht haalt uit religie. Ook Francisco Schuster, Maksim Stojanac en Zendaya gaven bijvoorbeeld al openlijk aan gelovig te zijn. Een antwoord op iets dat ons ontbreekt in het moderne leven?
Janssens: “Kan zeker. Al denk ik niet per se dat dat voor mij zo was: ik haalde al kracht uit mijn geloof nog ‘voor de hype’, om het maar zo te zeggen. (lacht) Maar dat jonge mensen van nu op zoek zijn naar houvast, daar kan ik zeker in komen. De wereld gaat zo hard, is zo onvoorspelbaar en er gebeurt zoveel, dat teruggrijpen naar tradities als religie niet zo’n vreemd gegeven is. Al moeten we op dat vlak wel waakzaam blijven, want als die honger naar zekerheid en structuur resulteert in een terugkeer naar conservatisme en gedateerde denkbeelden, is dat natuurlijk niet onschuldig.”
Naast je geloof zelf, lijkt ook sport me voor jou een soort van religie. Je ziet er in elk geval heel fit uit.
Janssens: (lacht) “Sport is superbelangrijk voor mij, altijd geweest. Als kind voetbalde ik veel en ook gewichtheffen doe ik ongeveer sinds mijn zesde. Het is denk ik iets dat in je zit, of niet. Door een knieblessure lukt voetballen niet meer, maar ik ben wel intensief gaan gymmen. Dat geeft niet alleen zuurstof aan mijn hoofd, het zorgt ook voor structuur in mijn dag; iets om de rest van de week aan op te hangen. Als ik een paar dagen niet kan gaan, voel ik me helemaal verloren.”
‘Ik heb een heel duidelijk beeld van hoe ik mezelf als man in de wereld wil zetten’
Er is de laatste tijd best wat te doen rond een ‘toxisch schoonheidsideaal’ voor jonge mannen, zijnde extreem gespierd en met een sixpack. Voel jij die druk ook?
Janssens: “Dat vind ik moeilijk. Ik ervaar het alleszins niet als een druk van buitenaf, maar het klopt wel dat ik streng ben voor mezelf en dat ik een heel duidelijk beeld heb van hoe ik mezelf als man in de wereld wil zetten. Dat dat beeld lichtjes mee gekleurd wordt door wat er in onze maatschappij van mannen verwacht wordt, is natuurlijk niet ondenkbaar. Dat mijn Instagram- en TikTok-feed zich intussen vooral vullen met gymcontent zal daar ook niet aan helpen.” (lacht)
Genderverwachtingen stoppen natuurlijk niet bij een lichaamsbeeld. Je hoort weleens mannen die last hebben van een te benauwend rolpatroon, van het feit dat er anno 2025 nog altijd maar weinig plek is voor de gevoelige, zorgende man.
Janssens: “Hoor je dat echt vaak? Dat is dan weer niet per se iets waar ik last van heb. Maar misschien bevind ik me op dat vlak wel een beetje in een bubbel: in de theater- en filmwereld lopen sowieso vooral heel open, emotionele en bewuste persoonlijkheden rond – mannen én vrouwen.”

Van bad boy tot vader
Hoe ben je eigenlijk in die acteerwereld terechtgekomen?
Janssens: “Ik heb altijd wel een passie voor acteren gehad: ik ben eventjes actief geweest in het amateurgezelschap van het dorp waar ik opgegroeid ben en verzon als kind al verhaaltjes om te vertellen aan mijn vrienden op de bus. Maar heel erg gestimuleerd werd dat niet: ‘Ga maar dokter of advocaat worden’, klonk het thuis. Omdat ik na mijn middelbaar totaal niet wist wat ik wilde doen, schreef ik me in voor de Koninklijke Militaire School. Het was paradoxaal genoeg vooral het strakke regime daar dat mij liet voelen dat ik eigenlijk écht iets anders wilde doen, dat ik niet gemaakt was om in één strikt hokje geplaatst te worden. En dat mijn passie acteren was.”
Van het een kwam het ander?
Janssens: “Tijdens een van die theorielessen op de Militaire School ging ik online vacatures zoeken. Ik wist amper wat het woord ‘figureren’ betekende, maar deed toch een paar audities. Tot mijn grote verbazing had ik een rol te pakken. Daarna ging het best snel.”
Voor een van die rollen, in Assisen: De internaatmoord, kroop je in de huid van PJ, een geprivilegieerd rijkeluiskind dat samen met zijn vrienden terechtstaat voor doodslag op een vriendin. De rol die je tot nu toe het liefst gespeeld hebt?
Janssens: (denkt na) “Nee.”
Ferro: (proest) “Hoezo, nee?”
Janssens: “Begrijp me niet verkeerd: dat was een hele toffe productie met een superfijne en getalenteerde cast. Ik heb er mogen acteren naast kleppers als Janne Desmet en Ini Massez en de opnames waren eigenlijk vooral één groot feest waarin wij als groepje schoolgaande tieners gewoon een beetje met elkaar mochten spelen – dat was letterlijk onze job. Maar de rol die ik tot nu toe het liefst heb gespeeld, is denk ik die in 9 Feestjes Voor De Kater. Daar speel ik een Kempenaar die de relatie tussen de twee hoofdrolspelers een beetje op de helling komt zetten.”
Dat zou je graag wat vaker spelen: de bad boy?
Janssens: “Een bad boy zou ik dat personage niet meteen noemen, maar dat is inderdaad wel iets dat ik graag zou spelen. Tot nu toe heb ik vooral hele lieve en bewuste rollen voor mijn rekening mogen nemen. Dus ik kijk er wel naar uit om ook eens wat ruiger uit de hoek te komen. Daarnaast zou ik bij televisiemakers ook graag een oproep doen om meer Kempische reeksen uit te brengen. (lacht) Ik ben heel trots op mijn Kempische roots en zou die graag wat meer uitspelen. Mijn Nigeriaanse trouwens ook. Nigeria heeft een hele mooie, rijke traditie. En een bruisende filmindustrie bovendien: na Bollywood, is Nollywood volgens mij de grootste ter wereld.”
‘Vader worden staat op nummer één: een gezin uitbouwen en dat van huisje, tuintje, boompje voorzien’
Een Kempische overvaller in een actiefilm: dat is dus de droom?
Janssens: “Wel ja. Dat en vader worden. Als je alles op een rijtje zet, staat dat echt op nummer één: een gezin uitbouwen en dat van het heel klassieke en stabiele huisje, tuintje, boompje voorzien. Op zondag naar de bakker gaan en chocoladebroodjes eten.”
Compensatie voor een zorgeloze jeugd zoals je die zelf nooit hebt gekend?
Janssens: “Absoluut. Stabiliteit, genoeg geld om rond te komen: ik kijk er enorm naar uit mijn kinderen dat wél te kunnen geven. En uiteraard zal dat een beetje inner child-therapie zijn. Ik ga binnenkort ook naar de OG-tour van K3 kijken. (lacht) Ik geniet trouwens zelf ook steeds meer van de gewone dingen: naar de koers kijken, met mijn fiets door de velden of langs het water rijden. Sorry, ik ben eigenlijk een beetje saai.”
Of misschien gewoon op zoek naar de essentie?
Janssens: “Ja dat. Ik zou eigenlijk ook graag wegtrekken uit de stad en in het groen gaan wonen.”
Oké, sorry: misschien is het toch gewoon de leeftijd.
Janssens: (lacht)
Tot slot, als je kon kiezen: wie zou je dan straks graag naast je in de stoel van De Slimste Mens ter Wereld hebben?
Janssens: (denkt na) “Annelies van The Real Housewives. Dat vind ik echt een topmens, het programma is geniaal. Voor drama in het echte leven moet je niet bij mij aankloppen, ik haat het. Maar op televisie: geweldig. Dan ben ik wel een prater trouwens: vraag me er alles over.” (lacht)
Jean Janssens (26)
• Geboren op 7 februari 1999 in de Kempen.
• Startte achtereenvolgens een opleiding aan de Koninklijke Militaire School en toegepaste psychologie aan de Universiteit Antwerpen.
• Begon zijn carrière in jeugdreeksen als Liefdestips aan mezelf, een serie over liefde en mentale gezondheid met Gloria Monserez.
• Was daarna te zien in Arcadia, een Belgisch-Nederlandse sciencefictionreeks over een dystopische samenleving met o.a. Wim Opbrouck, Lynn Van Royen en Gene Bervoets.
• Speelde in Assisen: De internaatmoord, het derde seizoen van de Assisen-reeks.
• Nam dit jaar deel aan Special Forces: Wie durft wint (VTM) en is vanaf deze week te zien in het nieuwe seizoen van De Slimste Mens ter Wereld (Play).
• Zal te zien zijn in het tweede seizoen van 9 Feestjes Voor De Kater, vanaf 5 december integraal op VRT MAX.
Beeld: Lalo+eva.
Meer lezen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier