Sofie Lemaire: ‘Op tv word je heel erg beoordeeld, helaas. In een theaterzaal gelden gelukkig andere afspraken’

Annelore De Donder

Er was eens een Sofie Lemaire die niets liever deed dan verhalen vertellen – op radio, tv, in podcasts. Met ‘Sofie verzint het niet’ doet ze het nu ook op de bühne. Achter haar schermen vonden we een wonderlijk verleden, haar oud lief – en ook een beetje kaka.

We schrijven 1927. Feestzaal Eldorado opent zijn deuren. Bijna honderd jaar later komt ons door datzelfde art-decoportaal met haar ontegensprekelijke pretogen tegemoet: Sofie Lemaire, bekend van radio, podcast, tv en straks ook van de planken. We spreken de voice van Vlaanderen in dat stukje Humbeekse geschiedenis aan de vooravond van haar allereerste, historische theatertour. Met Sofie verzint het niet trekt ze tot de zomer van 2026 haar blik aan vergeten verhalen uit het verleden gewillig open, bevolkt door een leger charmante onnozelaars en lovable losers en voorzien van een patina dat ‘willen maar niet kunnen’ ademt. Geen geschiedenisles, maar ‘een aandoenlijke studie der menselijke dwaasheid’. “Ik zou perfect de slag bij Hastings in 1066 uit de doeken kunnen doen, en hoe het leger van Willem de Veroveraar dat van koning Harold versloeg ten voordele van zijn groeiende rijk. Maar ik vind het gewoon toffer om na te gaan wat voor iemand die Willem geweest moet zijn, wat kroniekschrijvers over zijn persoon hebben geschreven.” En om op sappige wijze te kunnen vertellen dat ‘s mans lichaam door een jammerlijk geval van verwaarlozing weinig roemrijk zou zijn ontploft – om maar een voorbeeld te geven.

Allemaal raar

Hoe komt het dat we met z’n allen wel die beruchte slag kennen, maar niet die – toch minstens even spectaculaire – ontploffing?

Lemaire: “Je zit natuurlijk met duizenden jaren geschiedenis; je moet je ergens aan de hoofdlijnen houden, de overkoepelende dynamieken en machtsstructuren behandelen – je kunt niet de hele geschiedenis vertellen aan de hand van ontploffende lijken. (lacht) Voor alle duidelijkheid: ik heb geen kritiek op de geschiedenisles zoals die op school onderwezen wordt – al zou het soms misschien wel wat smeuïger mogen. Maar ík hoef mij niet aan die grote gebeurtenissen te houden; in mijn show komen de historische mijlpalen die we allemaal kennen sowieso aan bod, zij het rakelings, bij wijze van kader voor de alternatieve, verrassende anekdotes die doorgaans in de schaduw blijven hangen. Ik benader het verleden dan ook vanuit mijn vak van verhalenverteller. Want dat ben ik: tv-maken is verhalen vertellen. Een podcast maken is een verhaal opbouwen. Ook voor de radio is dat de benadering: elke reportage is eigenlijk een verhaal.”

‘We zijn allemaal een beetje raar: het is prachtig dat we dat in het verleden kunnen terugvinden’

Je Radio 1-programma ‘De Wereld van Sofie’ verschilt in essentie dan niet zozeer van je theatershow?

Lemaire: “We halen er op de radio alleszins vaak de geschiedenis bij – dat heeft natuurlijk met mijn fascinatie te maken. Maar het is waar ik me het liefst mee bezighoud: nadenken over hoe ik een bepaalde materie – van historische tot maatschappelijke fenomenen – kan vertalen voor een breed publiek; dat iedereen het begrijpt en er iets voor zichzelf kan uithalen.”

Dat het herkenbaar wordt.

Lemaire: “Dat is cruciaal. Dat is waarom ik van geschiedenis houd: omdat ze zo troostend is. Ze leert je dat je niet alleen bent met je worstelingen. Het is net als met een mooi liefdeslied; dat kan zo zalvend zijn. Diezelfde beleving zit in geschiedenis vervat: alles is al eens meegemaakt, misschien zelfs nog gekker dan wat jij aan de hand hebt. Het is prachtig dat we dat in die verhalen kunnen terugvinden: we zijn allemaal een beetje raar – wat een geruststelling.”

Raar, of onbeholpen. Je liet eerder optekenen: ‘Niks zo puur en oprecht als maar half in iets slagen’.

Lemaire: “Wel ja. We zijn nogal geneigd om de extremen op te voeren: mensen die het óf extreem goed doen – onze helden –, óf extreem slecht – degenen die grandioos falen. Maar de meesten onder ons zitten daar ergens tussenin; de ene dag boek je succes, de andere dag ga je de mist in. Je kunt dan wel grote ambities hebben in het leven, de gemiddelde mens strandt doorgaans ergens halverwege. Dat vind ik zelf de mooiste verhalen: iemand die naar de maan wilde vliegen, amper tot Appelterre is geraakt, en het daar eigenlijk ook gezellig vond.”

Het morsige leven

Hoe is je fascinatie voor geschiedkundige geestigheden ontstaan?

Lemaire: “De fascinatie voor goeie verhalen is er al héél lang. Maar de fascinatie voor verhalen die waargebeurd zijn, die is er gekomen door het lezen van Een huis vol van Bill Bryson, intussen een dikke tien jaar geleden. In dat boek wandelt Bryson door zijn huis, een Engelse pastoriewoning, en in elke kamer vraagt hij zich af hoe het komt dat die ruimte er zo uitziet, en waarom ons dagelijks leven zijn huidige vorm heeft aangenomen. Ik vond dat fantastisch; vanuit die herkenbaarheid de geschiedenis instappen.”

Over herkenbaarheid gesproken: de eerste aflevering van je Ketnet-podcast ‘Waanzinnig maar waar!?’ gaat over hoe de Deense ontdekkingsreiziger Peter Freuchen een mes uit zijn eigen kak boetseerde om zich een weg te beitelen uit de sneeuw. Iets zegt ons dat je grootste historische pret met een laagje plaatsvervangende schaamte bedekt is.

Lemaire: “Het moest de kindjes boeien, hé. (lacht) Nee, het hoeft niet per se gênant te zijn, maar ik ga het ook niet uit de weg – we zijn allemaal beschamend. Wat ik daar formidabel aan vind, is dat iedereen, nu én vroeger, weleens denkt: ‘Wat ben ik toch allemaal aan het doen?’”

Op de radio klink je zelf nochtans als de voornaamheid zelve.

Lemaire: “Ik zou alleszins niet meteen gaan kakslijpen, dat klopt. (lacht) Het is natuurlijk zo: op de radio heb ik het verloop in handen. Achter de microfoon voel ik me dan ook op mijn gemak; ik heb het allemaal onder controle. In die veiligheid kan ik helemaal ontspannen. Dat vind ik in het echte leven veel moeilijker, daar durf ik al eens morsig zijn; bedenkelijke dingen zeggen waarvan ik nadien wakker lig: ‘Waar sloeg dat op?’”

‘Wie ik op het podium blijk te zijn, zal misschien wat uit de gekende toon vallen’

Is je werk een soort schild voor dat morsige leven?

Lemaire: “Sowieso. Ik ben weliswaar 100 procent mezelf als ik presenteer, maar de contouren zijn afgelijnd, alles gebeurt onder mijn eigen voorwaarden – ik ben de stewardess tijdens de vlucht. Wat niet betekent dat ik niet faal; ik stel weleens een dwaze vraag waar geen antwoord op bestaat. Je kunt onmogelijk elke minuut van die twee uur durende dagelijkse show voorbereiden. Maar dan is het een sport om dat te camoufleren, of om er een draai aan te geven – wat ik vaak doe door het gewoon te benoemen. Het is ook zo: mensen associëren me met Radio 1; ik denk dat ik ernstiger ingeschat word dan ik in werkelijkheid ben.”

Gaan de luisteraars van ‘De Wereld van Sofie’ een andere Sofie op het podium zien staan?

Lemaire: “Ik zal misschien wat uit de gekende toon vallen; wie ik op het podium ben, ligt toch dichter bij mijn ware aard. Op de radio sta ik veel meer in functie van het thema en van de gasten; die dienstbaarheid hoef ik in mijn theatershow niet aan de dag te leggen. Daar kan ik veel meer mijn eigen ding doen.”

En dat eigen ding doe je steeds meer. Toen je te gast was in de podcast ‘A Moment of clarity’, waarin bekendheden hun aha-erlebnis bespreken, vertelde je dat je op een gegeven moment – na een lange periode van veel stress – bewust besloot om chiller in het leven te staan, om jezelf meer te relativeren. Helpt dat om rustiger te presenteren?

Lemaire: “Ja. Ik heb het mezelf inderdaad aangeleerd om me de dingen niet zo gigantisch meer aan te trekken; het maakt de wereld uiteindelijk niet zoveel uit wat jij doet. Ervaring helpt daar uiteraard bij. En het gegroeide besef dat er voor de luisteraar niets zo leuk is als merken dat die vrijheid er is, dat het niet allemaal perfect hoeft te zijn en de grip wat losser kan.”

Of hoe een slappe lach heel aanstekelijk kan zijn.

Lemaire: “Wel ja, dat.” (lacht)

Sofie Lemaire

License to chill

Go with the flow’; ook hier maakt Sofie Lemaire die klik, wanneer haar haren anders dan anders strak naar achter worden gestyled. Of als fotografenduo Lalo & Eva vraagt om uit haar comfortzone over de parketvloer heen te dansen. “Dit is wel bijzonder”; Sofie Lemaire praat in zachtaardige eufemismen. “Maar ik vind het wel tof eigenlijk.” Klik. Zal ze op het theater ook kunnen ontspannen?

Lemaire: “Dat wel. Maar het is gewoon wel véél; het nieuwe radioseizoen is pas opgestart, ik maak nu twee podcasts per week in plaats van één, tel daarbovenop een gezinsleven en die eerste theatershow. Ik ben nog aan het zoeken hoe ik het allemaal georganiseerd krijg, en moet daardoor ook meer moeite doen om mijn ontspanningsknop aan te zetten – het gaat erover doelgericht na te denken over mijn energiepeil, anders kan ik de volgende dag niet meer voort. Maar het publiek gééft me ook wel energie; de instant respons en zo dat verhaal tot leven voelen komen. Dan vergeet je dat je al van halfacht ‘s ochtends aan je werkdag bezig bent.”

Dat – anders dan bij radio of tv – zichtbare publiek bezorgt je geen zenuwen?

Lemaire: “Daar probeer ik abstractie van te maken. Ik ben alleszins niet bang voor de mensen in de zaal. Die rechtstreekse feedback is net dankbaar: ‘Ik heb dit voorbereid, zeg maar wat je ervan vindt.’ Je voelt het meteen als het niet juist zit; veel of weinig reactie, felle reacties. Een theatershow mag dan wel onverbiddelijk zijn, ik neem het niet persoonlijk. Het is niet dat het publiek je een trut vindt; ze moeten er gewoon niet mee lachen. En dan is het een interessant verhaaltechnisch vraagstuk om opgelost te krijgen.”

Die luxe heb je dus niet op de radio.

Lemaire: “Op de radio heb je inderdaad de tijd niet om je show tot in de puntjes te verfijnen; je moet op heel korte tijd beslissingen maken, vaak met je eerste gooi de antenne op. En dat is heel fijn, vooral sinds ik bij tv gemerkt heb hoe overdenken veel kapot kan maken. Maar soms zegt een gast iets waarvan je dacht dat die het totaal tegenovergestelde zou zeggen, en dan moet je de rest van je show zitten aanpassen. Dat maakt een theatervoorstelling dan weer zalig om te doen: die kun je wél polijsten. Een idee laten rijpen, dat uitproberen, om dan weer naar de werktafel te keren: ‘Als ik het nu eens zo probeer…’.”

‘In de veiligheid van een voorbereide radioshow kan ik helemaal ontspannen. Dat vind ik in het echte leven veel moeilijker’

Een oud lief

Wat heeft je doen besluiten om naast de studio ook het theater in te gaan?

Lemaire: “Lieven Scheire en Hetty Helsmoortel hebben me geïnspireerd met hun shows en hun Nerdland Festival (het jaarlijks populair-wetenschappelijk festival, red.). Ik was er de eerste keer om Wim Lybaert te interviewen. Dat was onvoorstelbaar: een tent met duizend man gezeten op hun stoel, luisterend naar verhalen over wetenschap en moestuinieren. Het was een deur die openging: dat je mensen kunt boeien met inhoud, louter met wat je weet – en dat dat geen theater of spel hoeft te zijn. Het was een relatief nieuw genre waar ik zelf ook heel graag in wilde duiken. Ik heb toen mijn stoute schoenen aangetrokken en aan Hetty gevraagd of ik misschien zelf eens iets mocht komen vertellen. Toen ze ja zei, dacht ik: ‘Shit, nu moet ik het ook nog gaan doén.” (lacht)

Doe je alles in je eentje?

Lemaire: “Het schrijven doe ik zelf, voor de regie ben ik bij Ludo Hoogmartens gaan aankloppen – aka De Blote Bosmens (het personage dat Hoogmartens speelde naast Michaël Pas in Kulderzipken in 1995, red.). Hij was meteen enthousiast. Bij deSingel had ik een repetitielokaal kunnen regelen – bleek dat hetzelfde lokaaltje te zijn als waar ik duizend jaar geleden nog had gestaan tijdens mijn opleiding woordkunst.”

De cirkel was rond. Was een eigen voorstelling wat je voor ogen had toen je woordkunst studeerde; een lang gekoesterde droom?

Lemaire: “Ja, absoluut. Ik geniet hier zo van; dit was écht het plan, ik heb die studie gekozen omdat ik het theater in wilde. Alleen wilde ik geen kunstig theater maken, daar ben ik veel te nuchter voor. De kunstzinnigheid die vaak met dat soort opleidingen gepaard gaat, was niet aan mij besteed. Ik deed daar weliswaar aan mee met een jeugdige overgave, omdat het van mij verwacht werd, maar het voelde niet juist… En toen kwam Chris Dusauchoit in het derde jaar het vak radio geven. Zijn allereerste les droeg hij ons op om plaatjes aan- en af te kondigen. Wij, diepzinnige kunststudenten, dachten hem eens te imponeren met grootse poëzie, terwijl die mens gewoon wilde weten welke plaat er speelde en van wie. (lacht) Dat was zo een opluchting: we mochten ook ‘normaal’ doen, het moest niet allemaal zweverig zijn, rollend in mijn blootje of met flosjes aan mijn tenen – ik trek het op flessen. (lacht) Dat heeft voor mij veel in gang gezet: ik bleek gewoon meer het mediatype. Ik ben dan stage gaan doen bij Studio Brussel en ben van het ene in het andere project gerold. Maar het is niet dat ik het theater niet meer in wilde – dit voelt echt alsof ik een oud lief tegenkom.”

Video killed the radio star

De fotografen zijn gegaan voor een no-make-uplook; geschminkt alsof je niet geschminkt bent. Het is wennen voor iemand die de camera’s kent. “Laat ons proberen. Als het niet werkt, dan passen we nog aan” – visagist Jannes is er desalniettemin gerust in. Hij keek en zag dat het sowieso mooi was.

Lemaire: “Op tv word je heel erg beoordeeld, helaas. In een theaterzaal gelden gelukkig andere afspraken. Daar gaat het minder over hoe ik eruitzie; het publiek is meer geïnteresseerd in wat je vertelt en of dat boeit, dan in wat je draagt of hoe je gezicht plooit als je lacht. Dat vind ik zoveel interessanter.”

‘Het was een deur die openging: dat je mensen kunt boeien met inhoud, louter met wat je weet’

Heeft dat de lokroep van de tv-wereld mee gesmoord; is de keuze voor theater ook een keuze weg van het kleine scherm?

Lemaire: “Zelfs al is dat niet je eigen ambitie, het wordt je onbewust toch meegegeven: de stap naar de tv is een stap vooruit. Je wordt heel snel meegesleurd in dat zogenaamde succesverhaal dat je zou moeten zijn, in het idee dat je alsmaar moet klimmen in populariteit via een bepaald soort programma’s, of behaalde kijkcijfers. Toen ik jonger was, liet ik me leiden door de kansen die zich voordeden, de voorstellen die me gedaan werden. Maar hoe langer hoe meer ben ik gaan denken dat het er eigenlijk niet per se toe doet wat de uitingsvorm is, ik wil mij gewoon blijven verdiepen in de kunst van het verhalen vertellen en afhankelijk daarvan mijn eigen keuzes maken. Ik ben nu op het punt gekomen dat ik dat ook durf; het opeisen van die eigen agency en het loslaten van de medialogica.”

Mogen ze je zo binnen honderd jaar in een geschiedenisshow opvoeren: als vrank en vrije verhalenverteller?

Lemaire: “Goh, hoe meer je de geschiedenis erop naleest, hoe meer je beseft dat je helemaal geen vat hebt op hoe je gepercipieerd zult worden. Ik hoop vooral dat ik herinnerd zal worden als een toffe: ‘Daarmee konden we ons amuseren’. Mijn ambities reiken niet zo heel ver.”

Toch minstens tot in Appelterre?

Sofie Lemaire (41)

• Werd geboren in Mechelen, groeide op in Brugge en woont met haar gezin in Keerbergen. Ze heeft een zoon, Gust (12).
• Studeerde woordkunst aan het Herman Teirlinck Instituut in Antwerpen.
• Begon bij Studio Brussel, eerst als sidekick (bij De Grote Peter Van de Veire Ochtendshow), later als presentator van programma’s als De Wereld van Sofie, Spelen met Sofie en Vrienden van de Radio.
• Maakte met de komst van de zender VIER haar overstap naar tv. Bij productiehuis Woestijnvis werkte ze mee aan De Kruitfabriek en maakte ze het panelprogramma Bloot en Speren, dat in Cannes bekroond werd als Best Comedy Format. Voor Canvas maakte ze nadien Culture Club en Meer vrouw op straat.
• Presenteert sinds enkele jaren het programma en de podcast De Wereld van Sofie (Radio 1), dat bekroond werd met een Belgian Podcast Award. Haar andere podcast Snelle Geschiedenis (VRT MAX) kreeg een boekvertaling. Met de Ketnet-podcast Waanzinnig maar waar!? maakt ze kinderen warm voor geschiedenis.
• Kreeg in 2024 de Martine Tanghe Publieksprijs voor uitmuntend taalgebruik.
• Gaat vanaf 20 november 2025 op tournee met Sofie verzint het niet, een theaterspecialover de gekste figuren uit ons verleden. Speeldata en meer info vind je terug op Sofielemaire.be.

Beeld: Lalo+Eva.

Meer lezen

Partner Expertise

Commerciële boodschap