Artificiële intelligentie in de zorg: ‘Dat robots artsen zouden kunnen vervangen, is sinds de AI-boom niet zo onrealistisch meer’
AI stroomt met steeds hoger debiet door de aderen van onze samenleving. Ook door die van onze gezondheidszorg. Maar hoe gezond ís dat, kunstmatig intelligente zorg? Op voorschrift: dokter AI onder de scan.
Bij dit schrijven is in Parijs een internationale AI-top aan de gang. Emmanuel Macron en de Indiase premier Narendra Modi zijn gastheer, de Amerikaanse vicepresident J.D. Vance is van de partij. Geen bescheiden congresje dus; wereldleiders, maar ook toonaangevende wetenschappers en techgiganten uit zo’n 100 landen – Google, Microsoft – zijn er samen om het te hebben over de toekomst van kunstmatige intelligentie. Of liever: over onze door kunstmatige intelligentie beheerste toekomst. Er is namelijk geen toekomst zónder AI meer denkbaar, het is overal – we zijn al lang het stadium voorbij van wat provocerende deepfakes of onnozele Siri-mopjes. The future ís AI. Geen wonder dat Elon Musk zo’n slordige 100 miljard bood om OpenAI terug te kopen, het bedrijf achter de bekende chatbot ChatGPT. Topman Sam Altman bedankte evenwel vriendelijk en zette zijn Parijse activiteiten rustig verder; wereldheerschappij geef je niet zomaar uit handen. ‘We beleven een technologische en wetenschappelijke revolutie die we zelden hebben gezien’, stelde Macron op de Franse tv. ‘AI zal ons in staat stellen om beter te leven, beter te leren, beter te werken, beter te zorgen.’
Er bestaat al een AI-systeem dat de brief van je arts in begrijpelijke taal kan omzetten
Prof. dr. Wim Van Biesen, UGent
‘Beter te zorgen’, dat zei de president. Laat ons die uitspraak eens even aan de pols voelen: hoe gaat dat dan precies, beter zorgen met AI? Wat zijn de heilzame bijwerkingen van die technologie voor dokter en patiënt vandaag? Wat zijn de kwetsbaarheden van AI in medische context? En ga je straks bij een robot op consult?
Eliza was here
Zo’n te consulteren chatbot bestond al in 1966. Ze heette Eliza en was aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) ontworpen om menselijke taal te begrijpen en te reageren op gebruikers zoals een therapeut dat zou doen. AI is dus niet nieuw. Te weten: slimme systemen die het menselijk brein imiteren en als dusdanig beslissingen kunnen nemen en daarnaar handelen. Sterker: het zijn computersystemen die het menselijk brein ver overtreffen, in hun vermogen om miljoenen gegevens tegelijk te analyseren, patronen te herkennen, verbanden te zien en oplossingen te creëren waar wij mensen eindeloos lang over zouden doen of zelfs nooit zouden opkomen. “Alleen: vandaag is er een exponentiële toename van én rekenkracht, én van data – tegenwoordig wordt namelijk alles in data gevat; wat je eet, hoe je slaapt, hoeveel je beweegt, en noem maar op”, duidt prof. dr. Wim Van Biesen, medisch diensthoofd en nierarts in het UZ Gent, medeoprichter van het Consortium Justifiable Digital Healthcare en verbonden aan de onderzoekseenheid DELTA (Digitale Innovatie voor Mens en Samenleving). Dat robots wel degelijk artsen zouden kunnen vervangen, is sinds die AI-opschaling een niet zo heel ver-van-mijn-ziektebedshow meer. In zijn boek Homo Deus uit 2015 schreef wereldvermaard historicus en futuroloog Yuval Harari al dat 80 procent van de dokters over tien, twintig, dertig jaar overbodig zou zijn.
“Op 30 november 2022 zijn we wat AI betreft met z’n allen wakker geschud: toen is de toepassing ChatGPT (Generative Pre-trained Transformer, red.) gelanceerd”, kadert zelfverklaard gezondheidsnerd Tom Braekeleirs, gastprofessor Digitale Medische Technologie aan de UGent en oprichter van Nexxtt.Health, een adviesbureau dat zich richt op technologie in de gezondheidszorg. Wat de iPhone was voor de smartphone, is ChatGPT voor artificiële intelligentie, zoiets.
De grootste valkuil van AI is deskilling; dat de mens zijn vaardigheden verliest en volledig op technologie gaat vertrouwen
Tom Braekeleirs, Nexxtt.Health
Voor wie nog nooit naar Chatgpt.com is gesurft: de pagina verwelkomt je met de vraag ‘Waar kan ik je mee helpen?’ en heeft een vak voorzien voor je ‘bericht naar ChatGPT’. Anything goes; of je nu een reis naar Parijs wil uitgestippeld krijgen, wil weten hoe je een bod van 100 miljoen formuleert of wat je moet doen als je lijf het ergens laat afweten. Op jouw getypte vraag genereert het systeem binnen enkele seconden een antwoord in de vorm van een samenhangende tekst, die het systeem heeft gededuceerd uit een gigantische hoeveelheid internetbronnen – van Wikipedia, over boeken, tot nieuwsartikelen en wetenschappelijke tijdschriften. Je kunt vervolgens in gesprek gaan, bijkomende vragen stellen. ChatGPT kan ook bepaalde teksten voor je samenvatten, vertalen, herstructureren of corrigeren. Een ongezien staaltje technisch kunnen.
“Wat het meest ingrijpend is aan heel de AI-beweging nu”, aldus Braekeleirs, “is enerzijds de schaal waarop het gebeurt (ChatGPT heeft 200 miljoen wekelijkse gebruikers, beweert OpenAI, red.), anderzijds de toegankelijkheid – voor eender wie met een smartphone -, en ten derde: de zelfstandigheid waarmee die systemen taken kunnen uitvoeren, de zogenaamde AI-agents die bijvoorbeeld je mails in jouw plaats kunnen beantwoorden – een primeur.”
Een tweesnijdend mes
Het loopt een vaart, zoveel is duidelijk. De vraag is: hoe hard willen we dat die vaart loopt? In Radio 1-programma Nieuwe Feiten vatte techniekfilosoof Lode Lauwaerts (KU Leuven) de Parijse AI-top voor Lieven Vandenhaute zo samen: ‘Europa heeft een AI-bocht gemaakt. Waar op de vorige twee summits nog volop aandacht werd besteed aan het hoognodige reguleren van AI, lag de nadruk nu vooral op het investeren erin.’ Sceptici kregen deze keer de donkerste zaaltjes toegewezen. Lauwaerts was overigens zelf ook sceptisch; hij haalde de link aan tussen AI en pandemieën: ‘Bij het ontwikkelen van nieuwe antibiotica werd het systeem bij wijze van experiment gevraagd om ook toxische moleculen te creëren. In 6 uur had het AI-model er 40.000 gegenereerd – die dus even goed in handen kunnen terechtkomen van mensen met minder goeie bedoelingen.’
“Het is de eerste keer dat we technologie hebben die zowel potentieel utopisch als dystopisch zou kunnen zijn”, beaamt Braekeleirs. Technologie die bovendien leert uit haar fouten, en alsmaar slimmer wordt. Hij stelt zich dan ook de vraag: “Is die technologie klaar om echt volledig zelfstandig te gaan handelen? Voor de gezondheidszorg is het antwoord vandaag: neen.” Als AI virussen kan creëren die dodelijker zijn dan corona, moet er eerst grondig getaxeerd worden, klinkt het. “Een mes kun je geven aan een chirurg of aan een moordenaar; een dualiteit die ook voor de medische technologie geldt”, stelt ook prof. dr. Van Biesen. “Ik denk dat we ons vooral moeten afvragen wat we met die AI willen bereiken binnen de zorgcontext. Wat vinden we goede zorg?”
Mensentaal
Goede zorg, dat is onder andere: een persoonlijke band tussen arts en patiënt, meent Braekeleirs. Wat dat betreft kan AI wél een positief verschil maken: “Nu begint een arts na gemiddeld 7 seconden op een toetsenbord te tokkelen, waardoor er letterlijk een fysieke barrière ontstaat. Dat tokkelen kan door AI worden overgenomen; vandaag bestaan er al dergelijke systemen”, illustreert hij. Neem nu het Belgische Cavell: een hulpmiddel dat aan de hand van AI verslagen maakt van consultaties. ‘De tool registreert de audio en giet die informatie in een medische brief. Die kan de arts invoeren in het huidig elektronisch patiëntendossier (EPD)’, legde oprichter Louis Verdonck uit aan VRT Nieuws. ‘Als onze tool volledig op punt staat, moet een arts zijn scherm aan de kant kunnen zetten. Echt luisteren naar de patiënt, zonder te hoeven typen. Dat is ons doel”, voegde hij toe.
Het systeem stelde zelf een lijst samen met gevonden medicijnen. Helemaal niet accuraat, gevaarlijk zelfs
Karlien Hollanders, Patiënt Expert
Wat de zorg ook ten goede zou komen, is dat die medische brief in dat elektronisch patiëntendossier geen koeterwaals lijkt, dat de patiënt ten allen tijde begrijpt wat de medicus precies bedoelt – niet altijd evident, in een wereld met haar eigen jargon, schaarse tijd en vaak gewichtige informatie. In dat kader verwijst prof. dr. Van Biesen naar een project dat door UGent is geïnitieerd: “Daarbij werd het systeem ‘Spexter’ ontwikkeld – door Nextgenics in samenwerking met Ugent en de Karel de Grote Hogeschool -, waarbij je de brief van je arts in het systeem uploadt, die de inhoud vervolgens in begrijpelijke, lekentaal omzet.” In het Nederlandse Elizabeth – TweeSteden ziekenhuis (ETZ) is dergelijk AI-systeem al in voege. Daarbij wordt vaak ook extra contextuele uitleg gegeven en geruststelling geboden. Jessika Workum, internist, klinisch farmacoloog, en AI-specialist daar, gaf tijdens het health innovation event ‘HLTH Europe Roadshow 2024’ een specifiek voorbeeld uit de radiologie: ‘Je krijgt als patiënt de uitleg van wat een thoraxfoto is, en het systeem benadrukt daarbij het belang van geduld bij het wachten op uitslagen – iets wat een grote steun kan zijn voor bezorgde patiënten.’
Alarm!
Radiologie is overigens een van de domeinen waarin AI al jaren succesvol wordt ingezet. “Bijvoorbeeld om tumoren of breuken op te sporen in scans”, weet Van Biesen. “Ook in de biochemie wordt al heel wat AI gebruikt, bij staalanalyses in het labo en de ontwikkeling van geneesmiddelen onder andere.” Braekeleirs duidt dan weer op een dermatologische app die huidvlekjes controleert – zowel voor de patiënt als voor de professional – en op een algoritme dat beroertes voorspelt. Er zijn ook AI-systemen die oncologen vandaag helpen bij het vinden van behandelingsopties voor kankerpatiënten.
“Ook wat betreft decision support wordt er al beroep op AI gedaan”, weet prof. Dr. Sigrid Sterckx, die pas samen met Van Biesen het boek Geneeskunde in tijden van AI uitbracht. Ze is hoogleraar Ethiek aan de UGent en is als vaste onderzoeker o.a. verbonden aan het Centre for Health, Law, and Emerging Technologies van de universiteit van Oxford. “Neem nu de alarmen die je hoort op intensieve zorg: die zijn computergestuurd, en geven aan welke patiënt prioriteit moet krijgen.”
Niet alleen medische handelingen worden geautomatiseerd, weet Braekeleirs. “Ook op vlak van logistiek – het inroosteren van personeel en operatiezalen bijvoorbeeld – en administratieve ondersteuning – zoals rapportering aan het RIZIV – wordt AI ingeschakeld.” AI is niet meer weg te denken uit de medische praktijk, “en dat zonder dat je je daar als patiënt bewust van bent”, stelt Sterckx. Moeten we als patiënt beter op de hoogte worden gebracht van de gebruikte technologie? “Ik ga ervan uit dat we binnen tien jaar niet meer over AI spreken”, stelt Braekeleirs. “Niet omdat het er niet meer is, maar omdat het zo evident is geworden – het zal ons verbazen als het niét gebruikt is.”
Mark en je blaas
In het geval van Bingli is het de patiënt zelf die bewust van technologie gebruikmaakt; deze AI-tool helpt je om je bezoek aan de huisarts voor te bereiden. Bij het maken van je doktersafspraak verwerkt de app 60 procent van de vragen die de meeste artsen zouden stellen op voorhand – het zou 4 minuten tijdswinst geven. Het stelt overigens ook vragen die een arts zou durven nalaten te stellen, weet Karlien Hollanders, apotheker van opleiding en Patient Expert bij FOD Volksgezondheid: “In volle griepseizoen gaat een dokter er misschien al enigszins van uit dat een patiënt met koorts en spierpijnen griep heeft. Bingli zal – geautomatiseerd – polsen of die patiënt in het buitenland is geweest; malaria geeft namelijk dezelfde symptomen.”
Die transfer van persoonlijke data gebeurt evenwel niet altijd even transparant. “Er bestaan nu al systemen op basis van Near Field Communication (NFC) (een technologie die het mogelijk maakt om draadloos informatie uit te wisselen tussen apparaten op zeer korte afstand, red.) die het traceerbaar maken aan welke winkelrekken je langer blijft staan. En als dat is aan die waar de sigaretten, whisky of fastfood liggen, en niet aan die van de groenten en het fruit, dan zul je misschien méér moeten gaan betalen voor je ziekteverzekering. Dat systeem bestaat en het wordt vandaag al gebruikt”, weet Van Biesen. Sterckx pikt in: “Zeker in de VS worden dat soort data de facto doorverkocht; die kunnen door supermarkten gemonetariseerd worden. Het is een goudmijn.” Eén waarvan niemand je vraagt of je wil bijdragen aan de ontginning. “Er zijn al voorbeelden van mensen uit wiens Facebookposts was afgeleid dat ze aan kanker leden, en van wie de verzekering bijgevolg werd stopgezet; Meta verkoopt dat soort privé-informatie via data brokers wel degelijk door in de VS”, benadrukt Sterckx.
De alarmen die je hoort op intensieve zorg zijn computergestuurd, en geven aan welke patiënt prioriteit moet krijgen
Prof. Dr. Sigrid Sterckx
Als jij online een concert en hotelletje boekt en je googelt de dag nadien wat te doen bij pijn in je onderbuik en een branderig gevoel bij het plassen, of je maakt een afspraak bij de gynaecoloog en je betaalt er met je creditcard, weet dan dat Mark Zuckerberg op de hoogte is van wat er zich die avond heeft afgespeeld”, geeft Van Biesen te denken. Hollanders vermeldt wat dat betreft de implementatie van de zogenaamde Solid-pod, die de Vlaamse overheid mee aanstuurt. “Die pod of kluis moet je zien als een soort digitale portefeuille waarin al je data – zoals je diploma’s, gegevens uit je medisch dossier of resultaten van je fitnesstracker – opgeslagen zitten, en waarvan jij beslist of je ze al dan niet deelt met bepaalde zorgverstrekkers of bedrijven.”
408 documenten
Hollanders is zelfstandig consultant en maakt er haar missie van om gezondheidsgegevens op een correcte en veilige manier te delen. Ze is ervaringskundige tegen wil en dank. “Toen mijn dochter Marie-Lynn twee maanden na de geboorte met nierfalen te kampen kreeg, bleek het een zeldzame stofwisselingsziekte te zijn; de start van een driejarig traject aan ziekenhuisbezoeken, waaruit de nood bleek aan een gestructureerde manier van gegevens uitwisselen. Marie-Lynns dossier telt intussen 408 medische documenten. Het is bijna onbegonnen werk voor eender welke arts die snel gerichte informatie wil vinden.” En dus liet ze AI-systemen zoals Humata.ai en Livv.health erop los. “Alleen: als ik de vraag stelde welke medicatie mijn dochter vandaag moest nemen, dan antwoordde het systeem niet ‘Geen idee’, maar stelde zelf een lijst samen met medicijnen die hij in al die documenten had gevonden. Helemaal niet accuraat; gevaarlijk zelfs.”
De computer is bijlange niet feilloos – en niet alleen op het vlak van bij de haren getrokken conclusies. Om maar te zwijgen van de ecologische impact. Het systeem is daarnaast ook maar zo sterk als zijn zwakste schakel. “AI kan niet zonder data”, weet Sterckx. “Die worden intussen al gehaald uit elektronische patiëntendossiers, wearables, financiële transacties, internetzoekopdrachten, wetenschappelijke bronnen… Helaas zijn die bronnen en data niet allemaal even kwalitatief, en mogelijks onderhevig aan bias, bijvoorbeeld op vlak van leeftijd, gender, ras en socio-economische klasse van proefpersonen in medisch onderzoek.” Het doet denken aan de malaria van Bingli. Sterckx stelt dan ook onomwonden: “Het begrip ‘data’ mogen we niet zomaar begrijpen als ‘vaststaande feiten’.”
Slim, niet wijs
En dus blijft een kritische blik essentieel bij het gebruik van AI. En de toepassing ervan binnen specifieke, afgebakende domeinen met een kwalitatieve input, stelt Van Biesen. “Als mijn dochter nu een afspraak bij een orthopedist gepland heeft staan, laat ik het systeem alle 408 documenten filteren waarin orthopedische informatie vermeld wordt”, illustreert Hollanders. Menselijke tussenkomst is meer dan wenselijk. En zo is het ook al wettelijk bepaald, weet Braekeleirs: “Er bestaan AI-tools binnen de medische beeldvorming die het protocol voorbereiden (het document met richtlijnen voor de zorgverleners, red.); in theorie zouden die tools de protocols volledig zelf kunnen schrijven, maar in Europa is er beslist dat er steeds ‘human oversight’ moet zijn.” Het is de radioloog die de voorbereiding finaal maakt, en die zijn kennen en kunnen zal moeten blijven toepassen.
Niet zo stom: “De grootste valkuil van AI is immers deskilling; dat de mens zijn vaardigheden verliest en volledig op technologie gaat vertrouwen”, stelt Braekeleirs. “Privacy kunnen we juridisch en technisch veiligstellen. Het trekken van foute conclusies kunnen we oplossen met het verfijnen van statistische modellen. Met andere woorden: al wat inherent is aan de technologie is op termijn te fixen. De uitdaging zit hem dan ook niet zozeer in de technologie an sich, dan wel in de reactie van de mens op die technologie.”
‘Wijsheid komt voort uit het vermogen de complexiteit van de werkelijkheid te zien’, stelt Harari in zijn laatst nieuwe boek Nexus, over de macht van informatie. En laat dat het verschil met de computer vooralsnog zijn: dat die misschien wel intelligent is, maar daarom niet per se wijs. “Prof. Shoshana Zuboff van de Harvard Business School was de eerste die, al in 1988, het woord ‘smart’ heeft gecoind voor alles verbonden met het internet, in haar boek In the Age of the Smart Machine. Daarin staat een zin die ik nog altijd een van de krachtigste wijsheden vind over AI”, aldus Sterckx. “Die zin wordt zelfs met de dag meer van toepassing: ‘AI is nothing more than a spectrum of possibilities, selected and shaped by economic and political choices’.” Machthebbers die wijs kiezen; wat zou ChatGPT daarop te zeggen hebben?
Meer weten? Lees dan het boek Geneeskunde in tijden van AI door Sigrid Sterckx & Wim Van Biesen.
Meer lezen