© Getty Images

Brainfog: wat is de oorzaak van hersenmist en hoe raak je ervan af?

Sinds de pandemie doemt de term steeds vaker op, maar de betekenis van ‘brainfog’ lijkt even mistig als het klinkt. Wij proberen de rook om het hoofd wat te laten verdwijnen.

“Een collega vroeg me om een eenvoudige berekening te maken. Ik wist niet meer hoe het moest. Zelfs niet met een rekenmachine. Het was… wég.” Kaatje (34) heeft hersenmist, een term die we de laatste jaren steeds vaker lijken te horen. Voer het woord in bij Google en je krijgt duizenden hits, met beschrijvingen van wat die mist – ook gekend als ‘brainfog’ – is en met getuigenissen van mensen die ermee kampen. Ook gerenomeerde internationale media schrijven erover. ‘Brainfog is een blijver’, kopt New York Magazine, en ook: ‘Het is vijf jaar geleden dat de pandemie begon, en iedereen die ik ken voelt zich verward.’ The New York Times schrijft: ‘Niet kunnen denken, zich zaken niet kunnen herinneren: steeds meer Amerikanen zeggen dat ze in een cognitieve mist zitten’; de Britse kwaliteitskrant The Guardian gaat uitgebreid in op de impact van hersenmist als gevolg van long covid. Ook termen als ADHD en de menopauze komen voorbij, net als hersenontstekingen. Hoe zit dat nu precies? Wat ìs die hersenmist?

‘Brainfog is geen aandoening op zich, maar een verzamelnaam voor cognitieve klachten’

Dokter Jeanette Dijkstra, klinisch neuropsycholoog en afdelingshoofd van de Medische Psychologie van het Academisch Ziekenhuis Maastricht UMC+, brengt duidelijkheid: “Hersenmist of brainfog is een term die wordt gebruikt om concentratie-, geheugen- en aandachtsklachten te beschrijven. Het is dus geen aandoening op zich, maar een verzamelnaam voor cognitieve klachten. Die klachten zijn niet nieuw, maar het klopt wel dat brainfog op dit moment een populaire term is om ernaar te verwijzen.” Ook de verschillende oorzaken kan de arts bevestigen. “Omdat hersenmist niet ‘een’ aandoening is, is er ook niet ‘een’ aanleiding. Er zijn veel zaken die cognitieve klachten kunnen veroorzaken. Long covid is er één van, maar het kan ook vermoeidheid zijn, een somatische ziekte, een hersenontsteking, chemotherapie, migraine, zwangerschap, menopauze, angst, depressie, somberheid… De oorzaak hoeft overigens niet altijd ernstig of langdurig te zijn: als je een nachtje hebt doorgedaan, of je hebt het ontzettend druk gehad of slecht geslapen, dan zul je ook merken dat je minder scherp bent en dat de dingen meer langs je heen gaan. Alleen zal het in die gevallen zelden als hersenmist worden omgeschreven, omdat het tijdelijk is en een duidelijke oorzaak heeft.”

‘Niets aan de hand’

Lien (50) is een van de naar schatting 5 procent Belgen die aan long covid lijden en als gevolg daarvan hersenmist ervaren. “Ik kreeg corona in 2020. Ik was een beetje grieperig, ik had lichte koorts. Niets ergs, en na een paar dagen voelde ik me weer beter. Pas achteraf merkte ik dat er ook in mijn hoofd iets was veranderd. Ik kon niet meer op het woord ‘stoel’ komen. Als mensen me iets vertelden viel ik uit de lucht, terwijl ze me, zo zeiden ze dan, het me de dag ervoor pas hadden verteld. Tijdens het koken vergat ik hoelang iets op het vuur stond en moest ik een kookwekker instellen. Lezen werd moeilijk, ik vergat wie de personages waren en ik kon het verhaal niet meer volgen. Hetzelfde met tv-kijken. Familie of Thuis, dat lukte nog, maar een debat met meerdere sprekers of een wat ingewikkelder programma, dat ging compleet aan me voorbij.” Ze ging met haar klachten naar verschillende artsen, maar kreeg weinig begrip. “Volgens de ene lag het aan de menopauze – wat werd tegengesproken door mijn gynaecoloog. De andere vond dat ik ‘gewoon wat moest rusten’. Het ergste was de uitspraak: ‘U wordt wat ouder hè, mevrouw’. Neurologisch gesproken was er niets aan de hand, en dat maakt het voor sommige artsen en mensen in je omgeving blijkbaar moeilijk om de problemen te erkennen.”

‘Op het werk is het veel heftiger. Eén keer kon ik zelfs niet op mijn eigen naam komen’

De gevolgen voor Lien zijn ingrijpend. “Ik werk in een kledingzaak. Er zijn dagen waarop het goed gaat, maar op slechte dagen kost alles me enorm veel moeite. Prijzen die ik vroeger uit het hoofd kende, moet ik opzoeken. Als een klant iets wil bestellen en me zijn of haar telefoonnummer dicteert, moet ik denken: 0472 – hoe schrijf je dat ook weer? Ook mijn vrije tijd lijdt eronder. Op slechte dagen bel ik mijn afspraken af. Vaak met een smoesje, ik ben bang dat mensen zouden denken dat ik ‘een flauwe’ ben. Op goeie dagen lukt het wel, maar dan nog kost sociaal contact me veel energie. Mensen zeggen dat ik een vlotte prater ben. Wat ze niet zien, is hoe ik moet nadenken tijdens dat praten, hoe een gesprek me vermoeit. Als we met een groepje iets gaan drinken, weet ik na afloop niet meer wat er verteld is. Zo ken ik mezelf niet, ik ben van nature heel empathisch, ik ben degene die weet wie wanneer een moeilijke dag heeft, en die er dan aan denkt om een berichtje te sturen. Althans, zo wás ik. Vóór die mist in mijn hoofd kroop.”

Kaatje herkent dat. Zij heeft hersenmist als gevolg van migraine. “Voor mijn dertigste had ik nergens last van. Toen begon de hormonale migraine, en die groeide uit tot twee migraine-aanvallen per week. Met die aanvallen kwam ook de hersenmist. Het is alsof er een sluier over mijn hoofd wordt gelegd. Alles wordt vaag, ik kan niet meer goed denken, heb black-outs en vergeet veel.” Ook zij ging met haar klachten naar de arts. “Ze maakten een MRI van mijn hersenen. Daar kwam niets uit. De arts linkt de klachten nu aan stress en dat klopt ook wel, denk ik. Als ik thuis een migraine-aanval heb, lijkt de mist minder aanwezig. Op het werk is dat veel heftiger. Eén keer kon ik zelfs niet op mijn eigen naam komen.”

‘Als een klant een telefoonnummer dicteert, moet ik denken: 0472, hoe schrijf je dat ook alweer?’

Brainfog vaststellen is inderdaad niet evident, weet dokter Dijkstra. “Als arts diagnosticeren we het niet, omdat het dus niet om een aandoening op zich gaat, maar om een verzameling van klachten. Die klachten zijn bovendien niet meetbaar en niet zichtbaar op scans. Dat is het verschil met een hersenstoornis als gevolg van bijvoorbeeld een hersentumor of een hersenletsel. De symptomen daarvan kunnen vergelijkbaar zijn met die van brainfog, en toch zullen dergelijke stoornissen nooit zo genoemd worden, omdat je ze dus wél objectief kunt vaststellen.”

De aanpak

Lien kreeg van de artsen een voorschrift mee voor een vitaminekuur. Kaatje neemt medicatie tegen de migraine-aanvallen, de hersenmist probeert ze te bestrijden door tijdens een aanval rust te nemen en stress zo veel mogelijk te mijden. Veel meer is er niet aan te doen, volgens hun artsen. Dokter Dijkstra is het daar niet mee eens. “Je kunt wel degelijk iets betekenen voor een patiënt met brainfog, en wel door zijn of haar situatie zo goed mogelijk in kaart te brengen. Wij doen dat op drie gebieden: biologisch, psychologisch en sociaal. Biologisch kan gaan over een eventuele ziekte zoals migraine of covid, of over zaken als een zwangerschap of de menopauze. Psychologische factoren hebben te maken met hoe iemand omgaat met moeilijke situaties, of met de uitdagingen in het leven. Sociaal gaat over de omgeving. Hebben mensen voldoende contacten, en hoe reageert hun omgeving op hun klachten, voelen ze zich gesteund? Vaak kun je minstens enkele van deze zaken aanpakken. Misschien zijn mensen geholpen met een therapie bij de psycholoog om anders naar eventuele problemen te bekijken. Misschien kunnen ze hun dag anders indelen om zo hun energie beter te spreiden. Het zal de brainfog niet laten verdwijnen, maar het kan de klachten wel draaglijker maken.”

Wat als?

Bij Kaatje lijkt een nieuw medicijn tegen migraine intussen aan te slaan, en met een afnemend aantal aanvallen vermindert ook de hersenmist. Lien voelt nog geen verbetering, maar ze houdt de moed erin. “Ik blijf mezelf verplichten om bijvoorbeeld te lezen, ook op moeilijke dagen. Ik wil mijn hersenen blijven trainen. Maar ik moet toegeven: er zijn momenten waarop de angst me overvalt. Dan maalt het in mijn hoofd: wat als het niet meer beter wordt? Brainfog is een nieuw begrip, er is wellicht nog niet veel onderzoek naar gedaan. Wat als straks blijkt dat het leidt tot bijvoorbeeld vroegdementie? Zullen wij de generatie zijn waar later naar verwezen wordt?” Ook hier kan dokter Dijkstra enige nuance brengen. “Het is inderdaad zo dat elke periode zijn terminologie heeft. Goed twintig jaar geleden was er bijvoorbeeld veel sprake van Q-koorts, toen werd daar ook veel onderzoek naar gedaan. Maar: cognitieve klachten zijn niet nieuw. Daar wordt al langer onderzoek gedaan. Als bijvoorbeeld een groot aantal zwangere vrouwen aangeeft zich moeilijk te kunnen concentreren, wordt onderzocht hoe dat komt. Maar er komen dus wel degelijk steeds meer antwoorden bij. Alleen wordt dat dan niet omschreven als ‘brainfog’, omdat die term medisch gesproken dus niet gedefinieerd is.”

Meer weten over brainfog:

Luisteren

‘8 ways to tackle brainfog’, Engelstalige podcast van psycholoog Kimberley Wilson.

‘Hersenmist: het meest genadeloze en onbegrepen symptoom van long covid’, aflevering van De Correspondent.

Lezen

‘Een dag in ons brein. Begrijp je hersenen en die van de mensen rondom je’, Eveline Crone, hersenwetenschapper (2025).

‘Breinfitness. Een trainingsprogramma bij problemen met aandacht, concentratie, geheugen en uitvoerende functies’, Noëlle Kamminga, psycholoog en hersenwetenschapper (2022).

‘Hersenmist’, Jill Weber, klinisch psycholoog (2023).

Door Evelien Roels.

Meer over gezondheid:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise

Commerciële boodschap