Sanne heeft diabetes: ‘Het werd zo erg dat ik zelf blauw begon te zien, heel akelig’

Diabetes is jammer genoeg een levenslange diagnose – eentje die jou misschien ook boven het hoofd hangt. Sanne ontwikkelde diabetes toen ze drie jaar oud was en moet voortdurend haar leven aanpassen.

 

“Door mijn auto-immuunziekte maakt mijn lichaam geen insuline meer aan en dat vraagt een flinke aanpassing van alles wat ik doe in mijn leven. Dat type diabetes is overigens niet aangeboren, ik ontwikkelde het toen ik 3 jaar was. Mijn ouders vertelden me dat ik altijd alleen zat en niet met andere kinderen speelde omdat ik meestal te moe was. Ook had ik altijd dorst, ik was continu aan het drinken. De diagnose was snel gesteld: ik had suikerziekte. In die tijd hield dat strikte schema’s in, met het soort voeding, de hoeveelheid en de momenten waarop je moest eten. Ook had ik insulinespuitjes nodig, minimaal vier keer per 24 uur. Een heel gedoe want het duurde lang om die spuitjes klaar te maken.”

“Het verschil met vandaag de dag is groot. Als kind kon ik niet goed aanvoelen wanneer ik een hypo kreeg, met het gevolg dat ze veel zwaarder waren dan nu. ‘Hypo’ komt van hypoglykemie en wil zeggen dat je suikerspiegel te laag staat. Staat die te hoog, dan spreken we van hyperglykemie, ofwel ‘hyper’. Als je een hypo krijgt, word je heel wazig in je hoofd, je hunkert naar eten, begint te beven. Bij een zware hypo kun je zelfs gaan hallucineren. Ze kunnen heel hevig zijn. De zwaarste die ik heb meegemaakt, was op school. Ik kon niet meer ademen, het werd zo erg dat ik zelfs blauw begon te zien, heel akelig.”

‘Het werd zo erg dat ik zelfs blauw begon te zien, heel akelig’

“Tegenwoordig heb je een glucosemeter, die signaleert of je suikerspiegel te laag of te hoog staat. Dat scheelt natuurlijk veel, je hypo of hyper is minder intens. Ook neem ik tegenwoordig geen insuline-injecties meer, ik gebruik een pomp. Dat is een bakje van 5 op 2,5 centimeter dat ik aan mijn broekriem bevestig en dat via een minuscuul buisje insuline in je lichaam inbrengt. Je kunt het toestelletje zelf instellen naargelang je insulinebehoefte. De pomp is geconnecteerd met een sensor: dat is een soort plakker, meestal op je arm, die continu de hoeveelheid suiker in je bloed meet.”

“Op deze manier is er goed te leven met diabetes vind ik, al moet je je leven constant inplannen omdat je natuurlijk afhankelijk blijft van die insuline. Maar in principe kan ik alles eten wat ik wil. Ik heb mijn ziekte inmiddels aanvaard, ik kan er goed mee om. Zelfs als kind was ik er vrij laconiek in. Rond type 2 heerst meer stigma, merk ik. Vaak krijg je type 2 door overgewicht, waardoor mensen zich schuldig kunnen voelen omdat ze vinden dat ze niet gezond genoeg leven en te veel eten. Maar voor mij is het leefbaar, op alle vlakken.”

 

Lees ook:

Door: Joanie De Rijke. Foto: GettyImages

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content