De vriendin van Lies pleegde onverwacht zelfmoord

Lies (22) verloor vier jaar geleden haar beste vriendin. Sarah werd net geen 18, en tot op vandaag stelt Lies zich vragen over het waarom, want aan de buitenkant leek alles prima te gaan met Sarah. Maar na een tijd van rouwen is Lies erin geslaagd uit een pijnlijk verhaal ook iets goeds naar boven te halen: de drang om intens te leven.

 

Onverwacht telefoontje

Lies: “Eigenlijk kende ik Sarah nog niet zo heel lang. We kwamen in het vijfde middelbaar toevallig in dezelfde klas terecht. In het begin konden we het helemaal niet met elkaar vinden (lacht). Maar naarmate we elkaar beter leerden kennen, klikte het geweldig tussen ons. We werden in een mum van tijd de allerbeste vriendinnen, deden alles samen. ’s Avonds na school zaten we al meteen weer te chatten of belden we elkaar op. We leken heel erg op elkaar. Ik denk dat we dezelfde mix van onnozelheid en ernst in ons hadden.

Het jaar daarop veranderde ze van school. We bleven wel bevriend, maar onze vriendschap stond op een lager pitje. Zij ging nogal op in de nieuwe groep mensen die ze daar leerde kennen en met wie ze intens moest samenwerken.

En toen kwam, totaal onverwacht, dat telefoontje van een klasgenoot. Ik liep net over straat met een vriendin. Dat er iets ergs gebeurd was, hoorde ik. Dat ik misschien best zou gaan zitten voor wat ik te horen zou krijgen. Dat Sarah zelfmoord had gepleegd. Ik begon meteen te huilen, zakte door mijn benen. Het leek wel een film. Meteen daarna bedacht ik dat ik het misschien helemaal fout begrepen had. Dat Sarah niet dood was. Ik sms’te nog, in de hoop dat ik gerustgesteld zou worden. Maar die geruststelling kwam er niet.”

Een schok voor iedereen

“Ik stortte in. Alle fases van de rouw heb ik doorgemaakt: van compleet ongeloof, over boosheid en onbegrip tot verdriet. Ik probeerde mezelf dingen wijs te maken, puur om het verdriet het hoofd te kunnen bieden. Als ik nu eens heel hard dacht dat ze niet écht dood was, dat er niets meer aan de hand was dan dat we elkaar niet meer zagen, omdat we uit elkaar waren gegroeid? Zou ik me dan misschien beter gaan voelen? Maar ik merkte al snel dat het niets uithaalde. Ik moest de feiten onder ogen durven te zien.

Ik wil een zo goed mogelijk leven leiden. Alsof ik voor twee mensen te leven heb. Voor haar én voor mij.

Sarahs zelfdoding was een enorme schok voor iedereen. Niets, maar dan ook niets wees erop dat ze zoiets zou doen. Ze was zo’n zonnetje, iedereen zag haar als een positief ingesteld iemand. Ze kwam uit een fijne thuis, had leuke ouders met wie ze het goed kon vinden. Niemand van haar vrienden had het verwacht, niemand had iets opgemerkt. We hebben ook nooit iets vernomen over een eventuele afscheidsbrief die misschien meer duidelijkheid had kunnen geven. Precies omdat ik het waarom nooit heb gekend, was het afsluiten van de rouw zo moeilijk. Ik ben toen supergoed opgevangen door een paar van mijn vrienden, maar toch was het voor hen moeilijk om te weten hoe erg ik het vond. Niemand van hen had ooit zo’n sterke band met haar gehad als ik. Op geen enkel moment kon ik met iemand praten die dat verdriet even scherp voelde als ik. Ik heb me daar soms heel alleen in gevoeld, ook al ben ik de vrienden van toen dankbaar voor hun steun.

Troostende verhalen

Af en toe ging ik op het internet op zoek naar fora met verhalen van anderen. Ik heb veel verhalen en gesprekken gelezen. Heel duister vond ik dat, maar tegelijk ook troostend. De inzichten van anderen hielpen me in zekere zin, maar misschien heb ik nog het meeste troost geput uit mijn eigen gedachten en inzichten. Dat Sarah zo radicaal voor de dood koos: ze moet het echt gewild hebben. Stilaan ben ik een verband beginnen te zien met haar gevoeligheid voor menselijk leed. Ze was ongelooflijk empathisch en behulpzaam, misschien nam ze wel te veel op zich, meer dan ze kon dragen. Het is de enige gedachte die een mogelijke verklaring biedt.

Nu vind ik dat een mens best verdriet mag hebben, dat je daar ruimte voor moet durven te laten

In het begin droomde ik vaak over haar. Dat ik haar zag, dat ze leefde, en dat ik haar wilde vragen waarom ze het gedaan had. Maar vlak voor ik de vraag kon stellen, verdween ze weer. Ik zal het gemis altijd blijven meedragen, maar het is leefbaar geworden. Ik denk niet meer voortdurend aan Sarah. Ik leef mijn leven, en af en toe duikt de gedachte aan haar op en schrik ik even. Soms zit ze een week lang in mijn hoofd, soms weer een hele tijd niet. Wanneer ik me slecht voel, denk ik automatisch aan haar, omdat het me doet denken aan mijn verdriet van toen, maar ook omdat ik vroeger zo goed bij haar terechtkon als ik me triest voelde.

Haar dood heeft mijn manier om met verdriet om te gaan veranderd. Vroeger was ik geneigd te zeggen: ach kom, niet zeuren, het kan altijd nog slechter. Nu vind ik dat een mens best verdriet mag hebben, dat je daar ruimte voor moet durven te laten. Maar tegelijk wil ik mijn leven zo goed mogelijk leven. Ik wil het nog meer dan vroeger, alsof ik nu voor twee mensen te leven heb. Voor haar en voor mij.”

Meer straffe getuigenissen zijn die van Marthe die elke dag leeft met pijn door reuma en David die geen contact heeft met zijn vader om zijn moeder niet te kwetsen.

Lees ook:

Meisje verkleedt zich op prinsessendag als...hotdog!

Video: “durf jij je af te vragen wie je werkelijk bent?”

Daarom leg je je gsm best niet op tafel tijdens een gesprek

Door: Kathleen Vereecken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content