Ierse kunstenaar Genieve Figgis: ‘Mijn figuren zijn er niet alleen om naar te kijken. Ze zijn een beetje ongehoorzaam’
Van modeontwerper Simone Rocha tot de kostuumdesigner van Bridgerton: allemaal laten ze zich inspireren door de Ierse kunstenaar Genieve Figgis. Maak kennis met de hedendaagse hofschilder die mode, popcultuur en geschiedenis doet samensmelten tot één macabere maskerade.
Eind 2022, MoMu Antwerpen. Ik sta voor wat lijkt op een schilderij van een charmant, veelkleurig tuintafereel met glimlachende mannen en vrouwen. Ze zijn bijzonder fijn uitgedost met achttiende-eeuws aandoende pluimhoeden, ruches, kniebroeken en hoepelrokken, terwijl ze klinken op het goede leven met champagnefluitjes. Maar zodra ik dichter bij het doek kom, bekruipt me een gevoel van onbehaaglijkheid. De gezichten van de afgebeelde figuren lijken van het werk te smelten, waardoor hun ogen zich griezelig in die van mij boren. Zijn dit eigenlijk wel mensen? Of zijn het grijnzende geesten, anachronismen-met-benen waarvan iemand per ongeluk de verfcontouren heeft uitgeveegd?
Het is het eerste schilderij dat ik ooit van de Ierse kunstenaar Genieve Figgis (53) zag, en het had zo’n stopping power dat ik het me nog steeds herinner. Ik vraag Figgis of ze ooit zélf zoiets ervaren heeft. “Ja, toen ik studeerde en het werk van Marlene Dumas, Jenny Saville, Cecily Brown, John Currin en Richard
Prince zag”, vertelt ze via een videoverbinding vanuit haar schildersatelier in County Wicklow, haar thuishaven aan zee. “Ik was altijd al geïnteresseerd in portretten, maar niet in de traditionele zin. Deze figuratieve schilders vielen mij op omdat ze meer geïnteresseerd leken te zijn in hun verf en hun materiaal, dan in het vleien van de geportretteerde of in het creëren van iets perfects. Dat was zo inspirerend. Toen wist ik: dát is het pad dat ik wil volgen.”
‘Er is altijd wel iets dat vrouwen moeten opofferen om geaccepteerd te worden’
“Neem nu het werk van Cecily: daarin wordt veel ‘gezocht’ en dat vind ik geweldig. Ik houd van dat zoeken. Het is misschien wel het meest genietbare aspect van schilderen. Het verdwaald zijn, het in de flow zitten, het niet weten wat het resultaat wordt. Wat ik aan het werk van Marlene dan weer leuk vind, is de directheid ervan. Haar werken zijn allemaal in één sessie gemaakt, en dat zie je. Heel wishy washy, maar daardoor net krachtig. Waterverf werd lang geassocieerd met oude oma’s en opa’s die aquarellen, maar dat medium heeft heel goed gewerkt voor Marlene. Ik bewonder haar al mijn hele leven.”
Bewondert ze net zozeer: oude meesters zoals Goya, Velázquez en Fragonard, de Franse impressionist Manet en de Brit Thomas Gainsborough – “Ik houd zo van de jurken in zijn werken!” Een deel van Figgis’ oeuvre bestaat dan ook uit zogenaamde ‘covers’ die ze maakt van hun iconische werken. Zo schilderde ze haar eigen, geestige versies van Velázquez’ Las meninas en Manets Olympia. Ze is in het bijzonder aangetrokken tot de statige groepsportretten, gebouwen en interieurs die de achttiende-eeuwse kunst typeren en droomt ervan een soort hedendaagse hofschilder te zijn.
Wanneer speelde kunst voor het eerst een significante rol in je leven?
Genieve Figgis: “Kunst is altijd al belangrijk geweest. Ik ben opgegroeid in een heel artistiek gezin. Muren schilderen, behangen, decoreren: mijn ouders waren constant creatief bezig. Terwijl mijn moeder, die zeer modebewust was, aan haar grote breimachine truien maakte, was mijn vader in de garage meubels aan het fabriceren. Het was een heel opwindend, levendig huishouden.”
“Kunst kende ik als kind alleen uit boeken en van te zien hangen aan de kerkmuren. Ik was negentien toen ik voor het eerst een museum binnenliep, het National Museum of Ireland in Dublin. Dat was mijn introductie tot grote schilderijen op een plek die volledig aan kunst gewijd is.”
Schilderde je al voor dat museumbezoek?
Figgis: “Ja. Mijn vader werkte als ingenieur bij The Irish Press en bracht geregeld blanco papierrollen mee naar huis waar ik voortdurend op kleurde en schilderde. Ik denk dat mensen heel snel merkten hoe dol ik daarop was. Ik had een levendige fantasie en kreeg daar veel complimenten over. Daardoor wist ik al snel wat ik wilde doen.”
Van kunst je beroep maken, dus. Hoe viel dat thuis?
Figgis: “Mijn ouders waren bang en vroegen zich af hoe ik ooit zou overleven als artiest. Leven van kunst? Dat kon niet. Maar het was wat ik wilde doen en ik kon niet níét mezelf zijn.”

Twitter: de kunstgalerie
Je bent streng katholiek opgevoed. Heeft dat nog een effect op je kunstpraktijk?
Figgis: “Ik denk het niet. Maar ik ben natuurlijk wel opgegroeid met de theatraliteit van de kerk. Wij moesten elke week naar de mis en werden gedwongen om ons daarvoor op te kleden. Ik vond dat allemaal heel performatief. En ik ben niet religieus, maar wanneer je een kerk binnenloopt, overvalt je een wauwgevoel. Er is daar een vreemd fenomeen gaande. Bij mij thuis spraken ze over ‘geloven in geesten’ en ‘het hiernamaals’. Dat vond ik toen vrij normaal. Maar wanneer ik daarop terugkijk, denk ik: jeez, it was all mad. Als kind luister je naar je grootmoeder, je moeder en de kerk. Je durft zo’n autoriteit niet in twijfel te trekken. Je groeit ermee op en gaat erin mee. Ik was gewoon een kind dat keek, leerde en observeerde. En dat heeft mijn werk zonder twijfel wél beïnvloed.”
Het verklaart misschien ook waarom de figuren op je schilderijen iets spookachtigs hebben.
Figgis: “Ik snap dat ze er soms zo kunnen uitzien door de waterige acrylverf die ik gebruik, maar ik heb mij nooit voorgenomen om een geest te schilderen. Ik zie mijn figuren liever als vrij en ongebonden. Iets wat ik – als vrouw zijnde – ook altijd heb willen zijn: onafhankelijk. Mijn figuren hebben eigen persoonlijkheden. Ze zijn er niet alleen om naar te kijken. Ze zijn een beetje ongehoorzaam, kijken je aan en grijnzen. Helemaal anders dan de stijve en formele figuren op achttiende-eeuwse kunstwerken. Dat zijn vaak portretten van mannen in charge en van vrouwen in korsetten die bijna bang lijken om te bewegen.”
Je was vooraan de dertig en moeder van twee toen je kunst ging studeren. Denk je dat het achteraf gezien een voordeel was dat je later dan je medestudenten aan die opleiding begon?
Figgis: “Het was absoluut een voordeel, want daardoor wilde ik het zó hard. Ik heb lang moeten leven met het donkere geheim dat ik mijn dromen niet had kunnen waarmaken. Dus toen ik toegelaten werd en die kans wél kreeg, greep ik ze. En werkte ik er heel hard voor, in combinatie met een deeltijdse job.”
Ondertussen word je vertegenwoordigd door de gerenommeerde internationale galerie Almine Rech, maar je succesverhaal begon ooit op… Twitter.
Figgis: “Na mijn afstudeershow dacht ik: laat ik mijn werk beginnen te delen. Eerst op Facebook, maar daar gebeurde niets. En toen op Twitter (tegenwoordig X, red.), wat destijds nog een soort dark void was. Heel anders dan vandaag. Toen leek het alsof alles er kon: mensen schreven gewoon dingen neer, er was veel plezier en geklets. Het is daar dat Richard Prince (Amerikaans popartkunstenaar, red.) mijn werk heeft ontdekt. Hij vroeg of hij een schilderij van mij mocht kopen, en vandaag is hij zowat mijn grootste verzamelaar. Hij introduceerde me destijds ook bij bevriende galeristen van hem, zoals Harper’s Books, waar ik mijn eerste Amerikaanse solo had.”
Anno 2025 ben je dan weer zeer actief op Instagram. Wat is daar de aantrekkingskracht van?
Figgis:”My God, er is daar zoveel te zien! En zoveel talent: er zitten veel artiesten op. Ik steun die jonge kunstenaars graag door kleine werken van hen te kopen. Instagram is als een moodboard voor mij. Al bestaat mijn algoritme momenteel vooral uit katten, chihuahua’s en recepten!” (lacht)

Facelifts als boetekleed
Veel van de figuren die je werk bewonen zijn onherkenbaar, maar niet allemaal. Ik denk aan je schilderijen van Sofia Coppola’s Marie Antoinette en de Britse royals. Waarom beeld je hen af?
Figgis: “Iedereen houdt toch van de mooie verhalen over Marie Antoinettes jurken, pruiken en haar leven in het paleis van Versailles? Geschiedenis was op school een heel inspirerend vak voor mij: dat waren gewoon modeverhalen! Ik was altijd al een dagdromer en klampte me aan die verhalen vast om te ontsnappen. En ik vind Sofia Coppola’s film gewoon fantastisch.”
“Wanneer ik de Britse royals schilder, is het vooral hun rollenspel dat me aanspreekt. Hun leven is een soort live performance: ze staan in elk magazine, zelfs in Ierland. Ik zou geen lid van de koninklijke familie willen zijn: het is alsof ze vastzitten in een gevangenis. Maar misschien is dat ook net de aantrekkingskracht ervan, omdat ik hen kan bevrijden in mijn schilderijen.”
“Ik wil dat iedereen vertegenwoordigd is in mijn werk”, zei je ooit.
Figgis: “Weet je, als je opgroeit in Ierland, dan identificeer je je niet altijd met de personages die je bijvoorbeeld op tv ziet. Ik had het er onlangs nog over: ik heb programma’s als Sex and the City of Friends nooit gesnapt. Die waren niet voor mij bedoeld, ik leefde mijn leven niet op die manier. Daarom wil ik dat iedereen zichzelf kan herkennen en identificeren in de figuren die ik schilder, dat het niet van die stijve, autoritaire figuren zijn die je wel vaker op museumstukken tegenkomt.”
‘Instagram is als een moodboard voor mij. Al bestaat mijn algoritme momenteel vooral uit katten, chihuahua’s en recepten’
Wat voor series spreken je wél aan?
Figgis: “Ik ben nu aan het kijken naar de nieuwe show van Lena Dunham, Too Much. Heel goed! Ik was ook al fan van Girls. Dunham is echt fenomenaal.”
Over series gesproken: blijkbaar laat de kostuum-designer van Bridgerton zich door jou inspireren. Extravagant geklede vrouwen in pompeuze jurken en met rococokapsels spelen dan ook een prominente rol in je werk. Is mode empowering voor jou?
Figgis: “Ik houd van mode en van het hele idee van je opkleden. Als kind tekende ik al mooie jurken. En op mijn elfde kocht mijn vader een naaimachine voor mij en begon ik zelf mijn kleren te maken. Ik werkte met de materialen die voorhanden waren – nieuwe en tweedehands – of die ik kreeg van mijn tante, die naaister was. Kleren maken was voor mij een soort van overlevingsmiddel om erbij te horen in de wereld. Ik bedoel: vrouw zijn ís een performance. Dus paste ik bestaande kleren aan en probeerde ik mezelf een beetje trendy te maken, zonder té hard op te vallen. Mijn zus en ik gingen ook elke zaterdag naar de toneelschool. Kostuums aantrekken, ons verkleden en in die kleren performen: dat was voor ons een belangrijk deel van de ervaring.”
Ook make-up is prominent aanwezig, breed uitgesmeerd over lippen, ogen en wangen. Bijna als een masker. Het lijkt me niet toevallig dat een werk van jou, Blue Eyeliner, gebruikt werd voor de cover van Lauren Elkins Art Monsters, een boek over ‘onhandelbare lichamen in feministische kunst’. Wat zegt dat over jouw blik op de perceptie van het vrouwenlichaam in onze maatschappij?
Figgis: “Het werk dat Lauren voor haar boekcover koos, baseerde ik op die make-uptutorials op Instagram waarin heel jonge meisjes, die al mooi zijn, hun gezicht beschilderen. Ik vind dat ze gewoon blij moeten leren zijn met zichzelf en niet moeten inzitten met wat anderen van hen denken. Als je kijkt naar programma’s over plastische chirurgie: het geweld dat vrouwen zichzelf aandoen met facelifts, borstvergrotingen en buikwandcorrecties! Dat is een beetje wat de kerk deed met heiligen: je werd niet gewaardeerd tenzij je je lichaam geselde of een boetekleed droeg. (lacht) Er is altijd wel iets dat vrouwen moeten opofferen om erbij te horen en geaccepteerd te worden.”
Hoe vertaal je dat naar een doek?
Figgis: “Kunstenaars van weleer probeerden het gezicht van de geportretteerde vaak zo flatterend mogelijk weer te geven. Ik werk veel experimenteler en gebruik héél veel verf. Ik probeer voortdurend nieuwe dingen uit, en sommige schilderijen werken en sommige niet. Maar ik houd ervan dat je niet weet hoe het zal uitpakken. Verf kan je iets geven dat je nooit bewust zou kunnen maken. Er is altijd dat verrassingselement dat voor imperfecties zorgt.”

Te mooi om aan te doen
De Ierse modeontwerper Simone Rocha gebruikte jouw werken, Lady with a Bird en Olympia, voor haar SS25-collectie. Kenden jullie elkaar al, landgenoten onder elkaar?
Figgis: “Nee, maar we hebben een goed gesprek gehad waaruit bleek dat we veel gemeen hebben. Simone heeft de werken uitgekozen die ze wilde gebruiken voor haar show en legde me uit wat ze ermee wilde doen, en dat vond ik goed. Ik zie mijn werk graag in een andere context en ben tevreden met wat ze ermee gedaan heeft. Heel cool.”
Heb je haar ontwerpen zelf in huis?
Figgis:”Simone heeft ze opgestuurd, ja. Ik heb ze opgehangen, als kunstwerken. Ze zijn te mooi om te dragen.” (lacht)
Je hebt in het verleden al Dior-handtassen gecustomized en je werk inspireerde ook Marc Jacobs. Van welke mode-samenwerking droom je nog?
Figgis: “Ik houd van Chanel. En van Miu Miu: de spullen die zij maken zijn heel quirky en surrealistisch tegelijkertijd. Het zou fijn zijn om met hen iets te doen.”
Waar werk je momenteel aan?
Figgis: “Een schilderij van een landschap, met daarin een fashionable lady in een gigantische jurk die het hele vergezicht inneemt.”
Kijk je dan naar buiten ter inspiratie?
Figgis: “Nee. Als ik dat deed, kreeg ik niets gedaan. (lacht) Ik schilder ook niet echt from life. Ik zet wel eens een setting op voor een stilleven, maar dat is het.”
Is schilderen een dagelijkse noodzaak voor jou?
Figgis: “Schilderen niet, maar ik ben wel elke dag bezig met het verzamelen van materiaal. Ik geniet gewoon van dingen bijeenbrengen. Ik dompel mezelf onder in ideeën. En dat kan eender wat zijn: de dingen die je leest, de films die je kijkt, de rare spullen die mensen achterlaten in tweedehandswinkels. Ik houd mijn ogen altijd open. Ik ben altijd zoekende.”

Genieve Figgis
• Werd geboren in 1972 in Dublin.
• Is moeder van een dochter en een zoon.
• Studeerde kunst aan de Gorey School of Art in Wexford en de National College of Art and Design in Dublin.
• Woont en werkt vanuit het Ierse County Wicklow.
• Schildert op kleine en grote schaal met olie- en acrylverf.
• Laat zich zowel inspireren door oude meesters als door regisseur Sofie Coppola en het Britse koningshuis.
• Wordt vertegenwoordigd door Almine Rech, met galeries in Brussel, Parijs, Londen, New York, Shanghai, Monaco en Gstaad.
Genieve Figgis haar meest recente kunstboek, Glamorous Spirits, is uitgegeven door en te koop bij Almine Rech (€ 44).
Meer lezen