Beeld: Lalo+Eva. MAKE-UP: Jannes Van de Velde.

Nedda El-Asmar is kersvers directeur van de Antwerpse Academie: ‘Een directeur moet verbinden. Ik ben niet van plan om in een ivoren toren te komen zitten’

Annelore De Donder

Dokter is ze niet geworden. Maar haar zorgzaamheid heeft ze toch weten te verzilveren. Topdesigner Nedda El-Asmar is het nieuwe hoofd van de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten, waar durf gekneed wordt en veerkracht gekoesterd.

“Ik heb moeten lopen.” Buiten adem komt ze het statige bureau binnengewaaid, haar lange zilveren haren nog in beweging, de metallic Toos Franken-statementjas snel – maar keurig – aan de kapstok. Nedda El-Asmar (57) moet op vele plekken zijn tegenwoordig. “Ik had het onderschat, de aandacht die erbij komt kijken.” Ze heeft het over haar kersverse aanstelling als directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, de prestigieuze plek waar ze ooit zelf in het juweelontwerp en de edelsmeedkunst is afgestudeerd. “Dit bureau is nog steeds hetzelfde als toen. En toen, als nietsvermoedende student, dacht ik: het is maar gewoon een bureau, waar iemand zit die ja of neen zegt. Wist ik veel. Nu weet ik: een directeur creëert een ruimte waar iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt. De Academie is een plek waar mensen, hoe anders ook, elkaar moeten kunnen leren kennen, want dat leidt tot begrip. En begrip zorgt dan weer voor verbinding. En dát is wat een directeur moet doen: verbinden, van docent tot student. Ik ben echt niet van plan om in een ivoren toren te komen zitten.” Wij volgen haar alvast de schoolgangen door, tussen oude en nieuwe beelden, tot aan de klei.

Doe-het-zelver

Was het je ambitie om directeur van de Academie te worden?

Nedda El-Asmar: “Neen, zeker niet. Het was een interessante opportuniteit die zich op het juiste moment aandiende. Zo gaat het met zowat elke beslissing in mijn leven; een trein passeert, en als het goed voelt, spring ik aan boord. Ik stippel mijn parcours zelden uit, langetermijnplannen of gekoesterde dromen heb ik eigenlijk niet; ik weet nu ook niet waar ik deze zomer met vakantie zal gaan, zelfs niet wat ik vanavond ga eten. (lacht) De dingen hoeven niet op voorhand vast te liggen.”

‘Ik wil niet vereenzelvigd worden met mijn labels, geen koren op de molen strooien van criticasters’

Je was tot voor kort artistiek coördinator en docent juweelontwerp en edelsmeedkunst aan de Hasseltse PXL-MAD School of Arts. Wat heeft je op de trein van het directeurschap doen springen?

El-Asmar: “Ik blijf graag evolueren en bijleren. En ik wil vooral een maatschappelijke bijdrage leveren. De wereld verandert zo snel vandaag, het is zo moeilijk om daarin je weg te vinden en om je niet door faalangst te laten tegenhouden. Als ik ergens kan helpen om studenten richting te doen vinden, door hen een plaats te bieden waar ze zich veilig voelen, een kader waarin naar hen geluisterd wordt, waarin ze leren inzien dat fouten maken deel uitmaakt van het leven en waarin ze ten volle en in alle nieuwsgierigheid hun passie kunnen ontwikkelen, dan grijp ik graag de kans om dat te doen.”

Je hebt zelf aan deze Academie gestudeerd en er bovendien twaalf jaar lesgegeven. Helpt dat bij het uitzetten van je beleid?

El-Asmar: “Ik begrijp alleszins waarover het gaat. En uiteraard komt er straks een heel deel management en budgetbeheer bij kijken; ik zal mijn tijd nodig hebben om die aspecten te leren kennen en te doorgronden. Al zal ik de Academie niet kunnen benaderen als een bedrijf; de kern blijft onderwijs, kunstonderwijs.”

Wat mogen we vandaag van kunstonderwijs verwachten?

El-Asmar: “Dat het de studenten inzicht biedt in het creatieve proces; wat houdt het in? Wat we alleszins niét doen, is kunstenaars afleveren. Het is niet omdat je afgestudeerd bent aan de Academie dat je daarom kunstenaar bent. Wij bieden de handvaten aan om het te kunnen worden, maar de realisatie hangt af van de student zelf, van diens nieuwsgierigheid, doorzettingsvermogen, passie en talent. En van de omstandigheden. Of je opgepikt wordt, hangt van heel veel factoren af.”

Nedda El-Asmar
© Lalo+Eva

Jij bent kunstenaar geworden. Sterker: je bent een internationaal gevierd designer geworden die samenwerkte met kleppers als Hermès en die pas de Henry van de Velde Lifetime Achievement Gold Award won.

El-Asmar: “Maar daar is een heel afgelegd pad aan voorafgegaan, geplaveid met volharding. Ik heb verschillende keren gedacht: gaat het me lukken? Ik heb er letterlijk zelf actief werk van moeten maken.”

‘Het is niet omdat je afgestudeerd bent aan de Academie dat je daarom kunstenaar bent’

Ik las dat je je studies hebt bekostigd met werk in de horeca en de pechverhelping. Dat je zelf naar Parijs bent getrokken om er je portfolio te gaan tonen. Dat je pas na tien jaar van het ontwerpen bent kunnen gaan leven.

El-Asmar: “Klopt. Maar dat was net uitdagend en leerrijk. Ik zie de dingen sowieso positief; problemen zijn er om opgelost te worden. Het zijn levenservaringen waaruit je hoe dan ook iets opsteekt. Neem je altijd de juiste beslissingen? Dat kan alleen de toekomst uitwijzen; je kunt maar doen wat op dat moment het beste lijkt.”

De overgeslagen vonk

Of ze haar best zal doen om goed te poseren? “Ik sta niet graag voor de lens.” Het is omwille van haar respect voor de creatieve vrijheid van het fotografenduo dat de directeur met overgave doet wat moet.

Hoe ben je in de artistieke wereld terechtgekomen? Op Wikipedia staat te lezen dat je van thuis uit bent aangespoord om ooit naar de kunstacademie te gaan.

El-Asmar: (lacht) “Ah, het internet; er wordt een claim op gedropt en die blijft je dan achtervolgen. Maar neen dus, zo is het niet gegaan. Ik wilde héél veel doen als kind, van alles proeven en altijd maar bezig zijn; van scouts over turnen, toneel, voordracht tot dus ook naar de tekenacademie gaan.”

‘Of je de juiste beslissing hebt genomen, kan alleen de toekomst uitwijzen. Je kunt maar doen wat op dat moment het beste lijkt’

En van daar was het een kleine stap naar de grote Academie? Vanwaar de keuze voor juweelontwerp?

El-Asmar: “Ik volgde wiskunde-wetenschappen in de humaniora, en ik was ook graag dokter geworden, maar ik had geen zin om naar de universiteit te gaan en zwaar te gaan blokken. Het boeit me nog steeds, ik heb de grootste bewondering voor Artsen Zonder Grenzen, en ik vraag me weleens af hoe het geweest zou zijn als ik voor geneeskunde had gekozen. Maar ik wilde creëren, dingen maken met mijn handen. Het denken aan het doen verbinden. Ik ben toen naar de opendeurdag van de Academie gegaan en daar zat op dat moment een studente te solderen. Dat vuur vond ik héél magisch. Het gevoel en de sfeer klopte er helemaal; daar wilde ik deel van uitmaken. En dus schreef ik me in. Was dat naïef? Naar werkzekerheid misschien wel. Als je in mijn tijd een job wilde, moest je informatica studeren. En dat was al zeker geen optie.” (lacht)

Nedda El-Asmar
© Lalo+Eva

Je hebt de edelsmeedkunst niet zozeer aangewend om juwelen te maken, dan wel om uitgepuurde gebruiksvoorwerpen te herdenken en ontwerpen – van een condoomhouder over een mosselpot tot een paardenzadel.

El-Asmar: “Ik wist vrijwel onmiddellijk, al vanaf het eerste jaar, dat ik die richting uit wilde. Ik had gezien hoe sommige studenten een koffie- en theeservies maakten. Dat vond ik fantastisch; dat ik zelf kon leren om uit een zilveren plaat met een hamer een nuttig iets te smeden.”

Je wilde het esthetische aan het functionele koppelen?

El-Asmar: “Dat is het summum, ja. Het gaat me over de rituelen die met gebruiksvoorwerpen gepaard gaan, die er een symboliek aan geven. Je gaat er in de snelheid van het leven aan voorbij. Maar zo verlies je ook de aandacht voor wat met zorg wordt gemaakt – en het respect voor de maker, de mens, het proces en de knowhow erachter. Ik haal voldoening uit het koesteren, uit zorgzaam omspringen met fragiele objecten. Ik zal ze liever met de hand afwassen, dan ze snel in de vaatwas te stoppen. Een kopje veeg ik onderaan af, om de houten tafel in ere te houden. Ik draag kledij die ik al dertig jaar in mijn kast heb hangen. Ik wil bewust in het leven staan. En toch lijk ook ik helaas niet altijd aan onze jachtige samenleving te kunnen ontsnappen – ik zit er zelf middenin, besef ik.”

Leve de vrijheid

Toen je erop gewezen werd dat je na 360 jaar de eerste vrouw aan het hoofd van de Academie zou worden, reageerde je met iets wat neerkwam op ‘Et alors’. Heeft je vrouw-zijn geen enkele relevantie in dezen?

El-Asmar: “Ik spreek niet tegen dat ik een aanpak zal hebben die wellicht anders zal zijn dan die van een man – ik ben nu eenmaal biologisch een vrouw; er zal misschien instinctief vanuit meer empathie, samenwerking en zorg gedacht en gehandeld worden. Maar ik wil vermijden dat de nadruk erop gelegd wordt, want voor je het weet wordt mijn aanstelling geassocieerd met de bedenkelijke kwaliteiten die aan vrouwelijke leiders weleens gekoppeld worden – die van ‘feeks’. Ik ben directeur geworden, en toevallig ben ik een vrouw. Ik ga ervan uit dat ik niet ben gekozen omwille van dat vrouw-zijn, en ik wil daar ook geen speerpunt van maken. Meer zelfs; ik wil daarin de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen. De nadruk leggen op verschillen werkt de huidige polarisering alleen maar meer in de hand.”

Met de komst van social media al zeker; de meningen zijn er luid en de waarheid relatief. Hoe ga je daar pedagogisch mee om?

‘Ik haal voldoening uit de koestering, uit het zorgzaam omspringen met fragiele objecten’

El-Asmar: “Post tien keer dat ik een kreng van een directeur ben, en het zal zo zijn. (lacht) Het komt erop neer de studenten een kritische houding bij te brengen. Ook wat artificiële intelligentie betreft. Dat moeten we niet uit de weg willen ruimen; we moeten het juist leren aanwenden. De reflex kweken om telkens na te gaan waar iets vandaan komt, hoe waarheidsgetrouw die informatie is. Het belang van een opmerkzame houding is niet nieuw, trouwens; geschreven bronnen die je in de bibliotheek vindt, zijn ook niet allemaal even accuraat. Dat de middeleeuwen ‘donker’ zouden zijn geweest, daar komen ze nu ook van terug – om maar een voorbeeld te geven.”

Is de komst van het internet het grootste verschil met jouw tijd als kunststudent?

El-Asmar: “Dat, en dat er tijd was om je te verdiepen in wat je bezighield. Vandaag raast de ratrace maar aan; er is een constante stroom aan informatie en een niet-aflatende sociale druk. Het is belangrijk om de studenten mee te geven dat kiezen niet altijd verliezen hoeft te betekenen.”

Pre-internet kon je ook makkelijker onder de radar werken, in de schaduw je weg vinden.

El-Asmar: “Experimenteren is een onvermijdelijk deel van het creatieve proces. Vandaag lijkt het idee te heersen dat je meteen met een afgewerkt product voor de dag moet komen. Maar net het proces naar dat ene kunstwerk of object is van onschatbare waarde. Het hoeft niet meteen perfect te zijn, klaar om te consumeren of commercialiseren. Ik wil de studenten meegeven dat ze de vrijheid mogen nemen om volop af te tasten en te proberen.”

Nedda El-Asmar
© Lalo+Eva

Met een vooraanstaande nieuwe functie als de jouwe is onder de radar blijven al zeker geen optie. Voelt het intimiderend om de leiding te nemen over de oudste kunsthogeschool van België, met – behalve jezelf – illustere alumni als Ann Demeulemeester, Dries Van Noten, Jan Decleir, Luc Tuymans, Henry van de Velde?

El-Asmar: “Misschien speelt hier alweer een zekere naïviteit, maar ik laat me door een uitdaging niet afschrikken.”

Heb je dat van thuis meegekregen, ervoor durven gaan?

El-Asmar: “Dat denk ik wel, ja. (denkt na) Het idee dat je het moet proberen om te weten of het lukt. Zo niet, dan heb je er sowieso iets uit opgestoken.”

De kracht van zeep

Met moed en durf werd Nedda El-Asmar geboren in Aalst, als dochter van een Belgische moeder en een Palestijnse vader.

‘Misschien speelt hier alweer een zekere naïviteit, maar ik laat me niet afschrikken door een uitdaging’

El-Asmar: “Alle racistische clichés kloppen. Van het ‘oh, je spreekt toch wel mooi Nederlands’ tot dat huis dat je niet gehuurd krijgt. Dat is een enorme gemiste kans om een andere cultuur te kunnen leren kennen. Ik zie mijn eigen twee culturen als iets heel verrijkends. Maar ook hier: ik wil het niet uitspelen. Ik wil er niet mee vereenzelvigd worden; geen koren op de molen strooien van criticasters.”

Verrijk ons: Nedda is een Arabische naam; welke betekenis heeft die?

El-Asmar: “‘Nedda’ betekent ‘de ochtenddauw’ en ‘El-Asmar’, mijn achternaam, betekent ‘de getinte’, als in: door de zon gebruind. Het Arabisch is een heel poëtische taal.”

Dat vermaledijde internet alweer; ik kwam een bron tegen waarin stond dat El-Asmar ‘de gelukzalige’ wilde zeggen.

El-Asmar: “Echt? (straalt) In dat geval wil ik het wél graag geloven – mijn kennis van het Arabisch rijkt niet ver genoeg om het te kunnen verifiëren.” (lacht)

Met welke eigenschap hebben je Palestijnse roots jou verrijkt?

El-Asmar: “Met veerkracht, overigens eigen aan alle mensen die op plekken leven waar voorzien in basisbehoeften geen evidentie is.”

De Antwerpse Academie ontstond in de zeventiende eeuw, in een periode waarin de stad haar kunstenaars verloor door oorlog, armoede en migratie. Het is een situatie die in veel delen van de wereld heel actueel blijkt.

El-Asmar: “En daar zie je die veerkracht dus bovendrijven. Ramsey Nasr – wiens vader net als de mijne van Nablus afkomstig is – heeft in een essay in De Volkskrant heel mooi omschreven hoe hij hun olijfzeep zag als een symbool voor de Palestijnse cultuur en veerkracht; trap het maar vuil, het wast zich hier wel weer proper. Toen ik het las, was dat beeld heel herkenbaar. Ik heb ze met mijn eigen ogen zien liggen, de duizenden witte blokjes in metershoge cirkelvormige lagen op elkaar, als artistieke zuilen.”

Hebben mensen kunst nodig om te overleven, denk je?

El-Asmar: “Kunst kan mensen hoop en rust geven. Net als rituelen dat doen. En dat is precies waar ik met de Academie op wil blijven inzetten.”

Nedda El-Asmar (57)

• Is geboren in Aalst in 1968, in een Belgisch-Palestijns gezin.
• Studeerde juweelontwerp en edelsmeedkunst aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en voltooide haar opleiding aan het Royal College of Art in Londen.
• Kreeg voor haar werk internationale erkenning als designer van gebruiksvoorwerpen in voornamelijk edelmetaal. Ze werkte samen met o.m. Hermès, Serax, Obumex en Villeroy & Boch.
• Werd bekroond met belangrijke onderscheidingen, waaronder de Henry van de Velde Young Talent Award (1997), de Knack Weekend Designer van het Jaar (2007) en de Ultima voor Vormgeving (2008). In 2025 kreeg ze de Henry van de Velde Lifetime Achievement Gold Award.
• Was van 2007 tot 2019 artistiek coördinator en docent aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen en van 2019 tot 2025 aan PXL-MAD School of Arts in Hasselt.
• Is sinds 1 december 2025 de nieuwe directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.
• Werkt momenteel aan een onderzoeksproject over de waarde van goud.

Nedda.be

Meer lezen

Partner Expertise

Commerciële boodschap