Kasteelhoppen langs de Loire: bij deze 8 adressen proef je de beste wijnen
Wijnproevers, verenigt u! Het liefst langs de Loire, waar je je glas royaal laat volgieten met edel vocht. En in het sprookjesachtige spoor van de Franse hofhouding van kasteel naar kasteel trekt.
Het koninklijke kasteel van Chinon was het schouwtoneel van bijzondere ontmoetingen, zoals die tussen Jeanne d’Arc en Karel VII
Dat de wijnconsumptie achteruitgaat, daar is niks van te merken in Tours. Vier uur nadat we in Brussel-Zuid op de sneltrein zijn gestapt, verrast het gezellige park tegenover het station daar met de 150 kraampjes van Vitiloire. Op deze wijnbeurs in openlucht krijgen we bij aankoop van een ticket een leeg glas mee, dat we aan elke stand naar keuze kunnen laten vullen voor een proeverij. Ideaal, want het is lunchtijd. In het spel van zon en schaduw zitten vele leeftijden – van twintigers tot vijftigers – te genieten van hapjes en wijn onder de bomen. We raken aan de babbel met Alexa, die met haar hondje Pepper op stap is. “Ik woon hier in hartje Tours en kom elk jaar naar deze wijnbeurs. Ik proef erop los en mijn favorieten ga ik dan achteraf inslaan op het kasteel zelf. Meteen een leuke daguitstap”, vertelt ze.

Bob spuugt
Omdat wij nog moeten rijden, spuugt mijn compagnon als gewetensvolle Bob met tegenzin de proefsels professioneel weer uit. Zonde, zeker bij de stand van de broers Marchand uit Pouilly-sur-Loire. Een foto toont hun wijnranken naast de rivier. “De Loire maakt onze wijnen zo bijzonder”, vertellen ze. “Lang geleden was dit oceaan, de bodem in onze streek is dan ook een mix van zand, klei en gladde vulkanische keien. Die geven de Loirewijnen veel mineraliteit. Wijngaarden op zanderige bodem zijn lichter, die op kleigrond zijn ronder van smaak. Het is de rivier die onze streek een microklimaat geeft, aangenaam warm maar met altijd genoeg frisheid. De smaak varieert ook per jaar. Voor onze pouilly waren 2015 en 2018 echte topjaren.”
We laten ons al wijn-proevend meevoeren over de rivier, bij een hapje en vrolijke concertjes
Wijnbouwer Jean-Louis giet een bodempje rosé chinon-wijn in onze glaasjes. “Ik ben zoals Obelix in een vat toverdrank gevallen toen ik klein was, maar dan eentje vol wijn”, lacht hij. Zijn kinderen staan klaar om hem op te volgen in de gouden zaak, Le Domaine du Puy Rigault. “Proef ook eens deze rode Chinon Vieilles Vignes, die is zalig bij geitenkaas of een stukje rood vlees. We maken deze wijn op de traditionele manier, met slechts één druivensoort, ‘cabernet franc’, en laten hem minstens twee jaar op houten vaten rijpen, zoals mijn overgrootvader het ook deed. Op een salon in Luik heb ik er onlangs een prijs mee gewonnen.”

Op een andere stand proeven we bubbels van chenin blanc. We krijgen zelfs een demonstratie sabreren: “Eerst moet de fles goed koud staan, dan haal je de ijzerdraad en aluminiumfolie weg, hou de fles schuin en dan strijk je met een mes snel van beneden naar boven richting flessenhals, tot aan het randje waar de kurk inzit, langs de verticale naad. Zo, dus.” En ja hoor, de kurk vliegt eraf met het omringende glas er nog aan.
De tips en weetjes vliegen ons om de oren. “Wijngaarden met ryoliet – een soort graniet – in de bodem zijn erg mineraal van smaak, perfect voor wie van droge wijn houdt.” “Rond Saumur wordt de wijn bewaard in grotten, bij een perfect stabiele temperatuur. Ook de lokale bevolking woonde in die grotten, zelfs nu nog, in les maisons troglodytes.” “Wij plukken de druiven met de hand en zijn omgeschakeld naar bio, proef maar”, zeggen Anne-Laure en Victor, een jong koppel dat sinds drie jaar een eigen Loirewijngaard heeft bij Angers, het Domaine du Matin Calme.

Snel stroomafwaarts
Uitgeproefd en beladen met enkele bijzondere flessen verlaten we in onze huurauto Tours, de stad waar twee eeuwen lang de troon van de Franse koningen stond. Het is de toegangspoort tot de koninklijke kastelen langs de rivier. In hun spoor rijden we stroomafwaarts. Dat je hier omringd bent door geschiedenis, maakt de prachtige landschappen extra boeiend. In Villandry bezoeken we ons eerste kasteel, aan een zijrivier van de Loire. “Dit is het jongste van alle koninklijke kastelen in de Loirevallei en dateert uit de renaissance”, vertelt de audiogids. “In de achttiende eeuw is het grondig gerestaureerd door een rijke burgerfamilie die het kocht, en hun achterkleinzoon beheert nu het domein en zijn beroemde tuinen.” Het geheel van torentjes en uitgestrekte, gemanicuurde tuinen is betoverend. Onze wandeling op de paden tussen de in geometrische figuren geknipte hagen ontaardt al snel in een eindeloze fotosessie. Elk hoekje is anders, en toch zijn ze allemaal perfect. Je kunt er zelfs in verdwalen of je erin verstoppen. Maar het allermooiste zicht op de tuinen heb je van bovenaf: langs de zijkant wandel je over een stenen promenade naar omhoog en zo overschouw je het domein als een echte kasteeldame.

Tijd om wat verkoeling op te zoeken. Het volgende kasteel op onze route, weer een halfuurtje verder, is meteen ons onderkomen voor de volgende dagen. Château de Rochecotte ligt statig in een park en tot ons grote genoegen heeft het een buitenzwembad. Dé plek om ons meteen naartoe te reppen, na het neerzetten van onze bagage in een kamer met Lodewijk XVI-zetels met blauwfluwelen zitting en baldakijnbedden. Na een heerlijke plons krijgen we in de moderne designterrasstoeltjes een lokaal aperitief aangeboden. Een lekkere schuimwijn uit de Loirestreek: bubbels van Vouvray, met fijne pareltjes en een aroma van lindebloesem.
Charles Perrault was zo onder de indruk van het kasteel dat het hem inspireerde tot het verhaal van Doornroosje
Jonge kasteelgasten
Superaangenaam is ook het gastronomische restaurant, met keuze uit de hedendaagse setting in de overkapte verrière met designmeubilair, of de neo-klassieke kasteelruimtes zelf, stijlvol en niet te druk. We nestelen ons romantisch aan een tafeltje bij het raam met zware overgordijnen, bijeengehouden door touwen met kwasten. De ober is een voorbeeld van vakkundigheid en stelt ons met professionele trots bij elke gang de gerechten voor. Nu ja, hier is het makkelijk fier zijn op je werk, als je telkens culinaire en esthetische pareltjes naar de gasten kunt brengen, zoals zwezerik met champignons in bladerdeeg, of steurfilet met selder, nori en sakeschuim. Wanneer de kaaskar verschijnt, ben ik helemaal in de zevende hemel. Vijftien Franse kazen om uit te kiezen! Met de juiste wijn erbij en een gelei, nootjes en gedroogd fruit, een van de hoogtepunten van het menu.

De stilte die nacht is bijzonder verkwikkend. Na het ontbijt vertellen de vrouwen die dit hotel runnen, dat ze altijd in de hospitality wilden werken en op zoek waren naar een eigen stek. Bij het zien van dit kasteel tijdens een zondagse wandeling, werden ze instant verliefd op de plek en haar historiek, ze kochten het gebouw en verhuisden.
De twee zussen worden nu geholpen door hun dochter/nicht Carla, die zich uitstekend ontfermt over de marketing. “Ook voor een kasteel is dat nodig. Ik merk dat we nu een heel ander cliënteel aanspreken dan waar je vroeger kastelen mee associeerde. Naast de oudere generatie komen er nu opvallend veel dertigers en veertigers.” Het kasteel is bovendien een vrouwenzaak en daar zijn ze trots op. “Onze mannen springen wel eens bij, maar wij runnen het hotel en het restaurant. Hard werk, maar het geeft heel veel voldoening en we krijgen er energie van onze gasten te zien genieten”, glimmen ze en citeren in trio: “Logeren in Rochecotte is niet decadent, het is intelligent.”

Elke dag slimmer
Dat blijkt te kloppen. Wij worden ook elke dag nog slimmer door de verhalen die rond de kastelen hangen, en vullen gaten in onze geschiedeniskennis. In het kasteel van Langeais is er zelfs nog een ophaalbrug, het is een van de oudste Loirekastelen. “De architectuur heeft twee gezichten, enerzijds de middeleeuwse toren met de brug en kantelen, nodig ter verdediging in die tijden. En anderzijds de renaissancedelen met symmetrische lijnen die open zijn naar buiten toe,” zegt onze gids. Ik ben vooral onder de indruk van de banketzaal met lange tafel en de wandtapijten met prachtige jachttaferelen en mythologische motieven. “De oudste komen uit Vlaanderen”, zegt de gids nog. “Later werden er ook wandtapijten gemaakt in Frankrijk, maar Vlaamse tapijten bleven gegeerd.” De tapijten en hemelbedden waren niet alleen statussymbolen, ze waren ook functioneel, als bescherming tegen de kou in de kastelen. In het bijbehorende park, met hoge toren, is het uitzicht op de stenen brug en de Loire fantastisch.
Dat wijnproeven ook op een bootje kan, is wel verrassend; we laten ons meevoeren op de rivier en informeren bij de wijnboeren over hun Crémants de Loire en andere streekwijnen, met een hapje erbij en vrolijke concertjes.
Ook het frivole kasteel van Azay-le-Rideau lijkt wel op het water te drijven als een boot. Binnen voel ik me echt een kasteelvrouw, in de kamers met zitbankjes aan de ramen die open konden, heel modern voor de tijd.

Wijnboerentaart
Vrolijk gaat het eraan toe in Chinon, waar we in de La Guinguette Rabelaisienne aan de oevers van de Vienne genieten van het uitzicht op het kasteel én een overheerlijk deegtasje met geitenkaas, peer en gekarameliseerde ui, voor een luttele vijf euro. Met een glas chinon erbij, uiteraard. Als dessert gaat er niets boven de tarte vigneronne van patisserie Ayrole, huisgemaakt met bladerdeeg, fijne appelschijfjes en gelei van rode wijn, die we ook uit de hand op een bankje verorberen. Het robuuste, koninklijke kasteel van Chinon, boven op een rots aan de rivier, was het schouwtoneel van bijzondere ontmoetingen, zoals die tussen Jeanne d’Arc en de Franse koning Karel VII. Honderd jaar later sloot Hendrik II na een innige liefdesperiode en acht kinderen, zijn vrouw Eleonora van Aquitanië op in het kasteel omdat ze haar rebelse zoon Richard Leeuwenhart steunde. Een replica van haar jurk en bed (met dubbele matras) is er nog te zien en met een slim virtual-realitysysteem zie en hoor je in elke kamer hoe het er eeuwen geleden aan toeging. De koningin kwam pas vrij na de dood van haar man.
Nooit gedacht dat ik me in het klooster zo op m’n plaats zou voelen, met dank aan de chef, het zwembad en de bar

Het klooster in
We vinden Eleonora terug in de abdij van Fontevraud, waar ze ondanks alles begraven ligt naast haar echtgenoot. De immense abdij oogt streng, maar werd omgeturnd tot museum voor moderne kunst plus designhotel L’Ermitage met bar en gastronomisch restaurant. In het klooster eet je nu geen droog brood meer: topchef Thibaut Ruggeri tovert er in een sober maar tegelijk luxueus kader vijf wonderen op tafel per menu, met begeleidende wijnen. Wij krijgen onder meer amandeltoast met courgettesoep en daarna kalfstartaar met zoethout. “Dat verwijst ook naar vroeger, die soberheid en het gebruik van lokale producten. We hebben hier prachtige vis uit de Loire, onze eigen moestuin… En bij die uitgepuurde gerechten worden de beste wijnen uit de streek geschonken.”
Nooit gedacht dat ik me in het klooster zo op mijn plaats zou voelen. Met dank aan de chef, het zwembad en de bar.

Op bezoek bij Doornroosje
Al ontsnap ik dan toch weer wel graag naar het volgende kasteel. Dat van Doornroosje, nog wel. “Zo noemen veel mensen het kasteel van onze familie”, vertelt Beatrix. Deze weledele Française is getrouwd met een telg van de Belgische adellijke familie de Ligne en verdeelt haar tijd tussen Brussel en het familiekasteel van Ussé. “Mijn broer Stanislas de Blacas zal het hele kasteel erven. Dat ik er geen deel van krijg, vind ik niet erg, het is belangrijk dat het domein niet verdeeld of verkocht wordt. En ik help mijn broer graag bij de restauratie”, vertelt ze. “Het kasteel van Ussé heeft een lange geschiedenis, die ik in een boek wil gieten. Vauban heeft de terrassen aangelegd, le Nôtre de tuinen, en de Franse schrijver Charles Perrault was zo onder de indruk dat het kasteel hem inspireerde tot het verhaal van Doornroosje.”
Doornen en rozen zijn er nog steeds. “Het is tot op vandaag een romantische plek. We hebben heel lang geen elektriciteit gehad in de eetzaal, wij aten bij kaarslicht tot in 2005. Dat zijn zalige jeugdherinneringen, we kwamen hier elke zomervakantie naartoe. Ik ben ook heel trots op de boeken die hier staan en op mijn voorouders. Mijn oudovergrootmoeder Claire de Duras, met aanzien in literaire kringen, schreef in 1820 Ourika, de eerste anti-racistische roman, over een Senegalees meisje dat geadopteerd werd door een Franse adellijke familie. En zo zijn hier veel belangrijke boeken bewaard. Nu is een deel van het gebouw open voor het publiek, een deel blijft privé voor onze familie. De tuinen lopen door tot aan de rivier en het geheel blijft toeristen aantrekken, tot ons grote genoegen.”
Wij moeten inmiddels terug stroomopwaarts, naar Tours, en laten de kastelen achter ons, maar voor Beatrix blijft de romantiek temidden van de wijngaarden duren. Wat moet het bijzonder zijn om deel uit te maken van zo’n sprookje dat nooit stopt.
De Loire praktisch
Zo kom je er:
Tours is een uitstekend uitgangspunt voor een trip langs de Loirekastelen en wijngaarden. Met de auto doe je er 6u over, met € 82 tolkosten. Per trein vanuit Brussel-Zuid ben je er in 4u. Tickets heen en terug vanaf € 157.
Wijnproeven:
• Op Vitiloire vind je 140 stands van wijnboeren, elk jaar in het laatste weekend van mei, in de Jardin de la Préfecture. • Langs de rivier tussen Tours en Angers zijn vele wijndomeinen een halte waard. Zoals Le Domaine du Puy Rigault nabij Saumur, Le Domaine de Nerleux van Amélie Neau en Le Domaine du Matin Calme nabij Angers. • Wijnproeven kan ook tijdens een dagcruise vanuit Saumur, met aansluitend bezoek aan de wijnkelder Château de Parnay, elke woensdag.
Must-see kastelen:
Niet te missen rond Tours zijn de romantische kastelen Azay-le-Rideau, Amboise en Ussé. Voor prachtige tuinen rep je je naar Villandry en Chenonceaux. Middeleeuwse donjons vind je in Loches, Langeais en Chinon.
Logeren in een monument:
• Château de Rochecotte mixt klassieke sferen in Louis XVI-stijl met eigentijds ingerichte annexen, zoals de ontbijtruimte en het terras bij het verwarmde zwembad. Uitgebaat door de perfectionistische zussen Christelle en Isabelle Pasquier. Vanaf € 180 voor 2 personen. • Fontevraud L’Ermitage dompelt je onder in rust en sobere luxe. In de statige zalen kun je loungen en dineren onder stenen bogen. De chef heeft een gewone en een groene Michelinster plus een Bocuse d‘Or. Ook een museum en de abdij zijn op het domein te bezichtigen. Vanaf € 149 voor 2 personen.
Meer info op touraineloirevalley.co.uk, tourainenature.com en vinsdeloire.fr
Meer lezen