Zeiltocht van Oostende naar Duinkerke: onze redactrices werden echte matrozen voor een weekend
Wij scheepten in voor twee dagen zonovergoten zeilen, met stops in het bruisende Oostende, Nieuwpoort en Duinkerke. Het bleek verre van een flater.
Haren in de wind, de zeilen bol en varen over de baren: wij dromen er allang van. Met lichte kriebels in de buik en onze denkbeeldige matrozenhoed op ons hoofd zetten we koers richting Oostende voor onze zeildoop met de Elise. Het interieur van dit prachtjacht werd ontworpen door hetzelfde designbureau dat ook voor Ferrari tekende, en deze beauty is een weekend lang helemaal voor ons, inclusief bemanning.

Vakantievibe in het Sky District
Om de volgende ochtend zeker tijdig aan te monsteren checken we al de avond voordien in bij The Ostendian in het Sky District, vlak bij het station én de jachthaven. Het one of a kind-hotel baadt in een sexy eighties-stijl en ademt Oostende. Mede dankzij de hippe bar werd het al kort na de opening in maart een van dé hotspots van de badstad, waar niet alleen toeristen, maar ook locals al eens graag aanschuiven voor een blitse cocktail of een biertje. Dat verbaast ons niets. Na een snelle inspectie van onze kamers – fun fact: in iedere kamer hangt een foto van een bekende Oostendenaar, zo leren we dat Guga Baúl en Sandra Bekkari geboren zijn in de kuststad – nestelen we ons in de bar. Die heeft iets weg van een fancy nachtclub uit de jaren tachtig. We vleien ons neer in de fauteuils, sippen van onze drinks en kiezen ‘Rock Of The 80’s’ op de platenspeler. Op de beats van Eye of the Tiger drijven we het weekend in.

Hoog tijd voor ons diner in Paroles Paroles, het ongedwongen sharingrestaurant vlak bij het hotel. In een kleurrijk decor – denk: een massief houten toog, vrolijke parasolletjes en een Mona Lisa-muur − serveert Terence McGarrity, een Oostendse chef met Ierse roots, ons lekkers met wereldse invloeden. De tapas − van ‘Ceviche Sepia’ tot ‘Miso Glazed Aubergine’ − volgen elkaar op, terwijl bij ons het vakantiegevoel stijgt.
De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren: afspraak om 8u30 aan het Mercatordok. Stoere zeebonken verdienen wel een stevige start van de dag; eerst nog even langs het ontbijtbuffet in The Ostendian passeren. Een wow-gevoel overvalt ons als we de roodfluwelen ontbijtzaal binnenstruinen die terecht ‘The Ballroom’ heet. Of ligt dat aan de champagnebar?
Zeilen voor dummy’s
Zodra de magen gevuld zijn en de reispilletjes preventief geslikt, kan het avontuur beginnen. Na een paar minuten wandelen richting jachthaven, voorbij de Mercator – de bekende oude driemaster –, komen we aan bij zeiljacht Elise, onze cocon op zee voor een heel weekend. De driekoppige bemanning staat klaar op het dek en ontvangt ons hartelijk. Hans Monstrey is de kapitein van de imposante boot. Met ruim vijfentwintig jaar zeilervaring zal hij ons behouden langs de kust varen. Het koppel Chris en Hilde zijn de vaste co-skippers. Die eerste leerde hij kennen op de terugweg uit Griekenland, waar hij deze boot kocht die hij naar zijn oudste kleindochter noemde. Sindsdien voer het trio samen al door vele wateren, wij voelen ons veilig in hun ervaren handen.

De Elise ziet er langs buiten al indrukwekkend uit, maar de binnenkant overtreft al onze verwachtingen. Er is een elegante living − een ontwerp van Pininfarina, het bureau dat ook het binnenwerk van een paar Ferrari’s op zijn palmares mag schrijven − met mahonie betimmering en navy kussens, een ruime kombuis, maar liefst vijf aparte (tweepersoons-)kajuiten en zes badkamers. Wie dacht dat je op zee moet inleveren aan luxe, heeft het duidelijk mis.
We doen onze reddingsvesten om en varen de haven uit – dat duurt wel even, want we moeten in de sluis wachten tot we ter hoogte van de zeespiegel zijn. “Iemand een oester?” Chris wijst naar de glibberige wanden om ons heen die volhangen met de schaaldieren. Zou er eentje met een parel tussen zitten?
Na een klein uur varen we de haven uit tussen de rode en groene vuurtoren. Die kleuren zijn niet zomaar gekozen: groen staat voor stuurboord (de rechterzijde van het schip) en rood voor bakboord (de linkerzijde), termen die nog dateren uit de tijd van de Vikingen. In een snelcursus leert Hilde ons een trucje om de twee uit elkaar te houden: ‘grasgroen’ heeft net als ‘stuurboord’ twee r’en en geeft ook de kleur aan. Wat later hijsen we als volwaardige matrozen het zeil omhoog.
Het is relatief rustig op het water, toch is het even zoeken naar ons evenwicht. De bemanning stelt ons gerust: “We hebben nog nooit iemand uit het water hoeven vissen.”

Op koers naar Duinkerke
De zon staat hoog aan de hemel, maar op het water is het frisser dan verwacht. Een zeemanstrui is geen overbodige luxe. “De zee is het warmste ná de zomer, dan is het water lekker opgewarmd”, leren we. Voor écht blote-armen-weer moeten we dus nog eens terugkeren. Een fris briesje houdt ons echter niet tegen en we laten ons achterovervallen op het dek. Zon op de snoet, wind in de haren, het betere uitwaaien: waarom hebben we dit niet eerder gedaan? Het is een onbeschrijflijk gevoel om op volle zee te zeilen.
Van zoveel actie en zeelucht krijg je honger. Eenmaal aangemeerd in Nieuwpoort-Bad is het gelukkig niet ver zoeken naar een charmant restaurant. Op het schiereiland De Kromme Hoek ligt het authentieke restaurant D’Oude Jachthaven, open voor zeilers en niet-zeilers. Terwijl wij er de maritieme artefacten − van oude katrollen tot hydrografische kaarten − bewonderen, raakt de bemanning aan de praat met bevriende zeilers: het is een kleine wereld. Wij laten ons verleiden door het dagmenu en natuurlijk door verse garnaalkroketten.

Onze lunch laten we zakken met een wandeling. Van de haven tot de kust loopt er een prachtige promenade. We zien de kleurrijke windzakken van kunstenaar Daniel Buren, lopen langs toffe boetiekjes, zwaaien naar de zeehonden en eindigen met onze voeten in het zand. Kers op de taart – of beter gezegd: ijs op het hoorntje – is een stop bij St. Catherine, al sinds 1985 een gevestigde waarde in Nieuwpoort-Bad.
Slapen op zee voelt als indommelen op een zachtjes wiegend waterbed
Veel tijd is er verder niet, want naar Duinkerke is het nog elf zeemijl varen, zo’n drie uur. Er staat meer wind dan daarnet en de boot hangt helemaal scheef, een deel van het dek bevindt zich volledig onder water. Zo schuin varen is niets voor tere zielen en sommigen zijn dankbaar voor de reispillen. Het zorgt er wel voor dat we vroeg aanmeren in Duinkerke. Tijd voor een apero in het VIP-gedeelte van de boot, ofte: de gezellige lounge op het dek. De bemanning trakteert ons op een ‘Jus de Mer’, een streekbier uit Middelkerke. Daarna brengt een avondwandeling ons naar de andere haven van Duinkerke, waar de Princess Elizabeth ligt. Een schip dat tijdens de Tweede Wereldoorlog deelnam aan Operatie Dynamo en zo 1673 geallieerde soldaten redde. Nu verricht de voorgoed aangemeerde Princess Elizabeth geen heldendaden meer, maar ze biedt haar gasten wel een schitterend diner. Wij gaan voor de vangst van de dag: kabeljauw. Dineren op het water heeft wel iets. We voelen ons eerste-klassepassagiers op de Titanic – zonder het zinken dan –, de massief houten trap in het midden van de eetzaal zit daar zeker voor iets tussen.

Licht in het duister
Wanneer we terugwandelen richting de jachthaven van Le Grand Large, doemt in de verte een lichtgevende mast op: de Elise. Met de donkere hemel als achtergrond valt ons op hoe hoog die uittorent boven de rest. Een indrukwekkend zicht waar de bemanning van het oceaanjacht terecht fier op is. Na een laatste ‘afzakkertje’ in de living zoeken we onze kajuit op. Het glanzende hout in combinatie met het witte linnen en de blauwwit gebreide sprei geeft het interieur van ons schip iets nostalgisch.
Slapen op zee voelt als indommelen op een zachtjes wiegend waterbed. En hoewel de deining in de haven miniem is, sust ze ons heerlijk in slaap. Een tip voor kraakgevoelige oren: vergeet je oordoppen niet. Terwijl Hilde en co. de volgende ochtend genieten van koffie op hun favoriete plekje aan dek – uit de wind en in de zon –, verkennen wij het historische centrum van Duinkerke. Om 8u30 stipt stappen we op de bus. De rit is gratis, net als alle openbaar vervoer in Duinkerke, naar onze eerste stop: het Belfort. De achtenvijftig meter hoge klokkentoren doet vandaag vooral dienst als uitkijkpunt voor toeristen en andere kijklustigen. Na een stevige klim – precies 267 trappen – zetten we koers richting LAAC, het plaatselijke museum voor hedendaagse kunst. Hoewel de beeldentuin wordt verkocht als ‘grootste troef’, bevindt die zich voor ons binnen: daar zijn iconen uit de popartperiode en het nieuw realisme te bewonderen – o.m. werk van Karel Appel, Andy Warhol en César Baldaccini siert er de ruimtes.

Na cultuur komt natuur, dus trekken we richting kust. Ook op een vroege zondagochtend is de zonovergoten dijk al druk bevolkt. Joelende gocarts vol lachende kinderen zigzaggen zich een weg tussen de wandelaars met hond en koppels die hand in hand over de promenade flaneren. De glooiende duinen liggen er prachtig bij. We strijken neer op het terras van Radisson Blu, een ruim spa- en wellnesshotel aan de zeedijk, voor – eureka – onze eerste koffie van de dag. Na een korte strandwandeling slaan we rechtsaf: op naar het hart van Malo-Les-Bains, een glorieus stukje woonwijk dat bekendstaat om zijn prachtige art-nouveauvilla’s en andere juweeltjes van architectuur.
Art nouveau en co.
Haar oorsprong vindt de wijk in de negentiende eeuw: toen de florerende badcultuur rijke families uit Rijsel en Parijs ertoe aanzette er hun zomerresidentie neer te planten. Het resultaat: een bekoorlijke aaneenschakeling van kleurrijke gevels met florale motieven, krullerige art deco en gietijzeren balkons. We kijken onze ogen uit en zetten intussen onze tanden in een heerlijke croissant of chocoladekoek – on the go ingeslagen bij La P’tite Fabrique, een lokale bakker-patissier vlak bij het Casino.

Na een stop bij het Frac Grand Large, het Regionaal Fonds voor Hedendaagse Kunst, dat zich op amper een boogscheut van de jachthaven als een majestueus glazen schip voor de kust van Duinkerke uitstrekt, snellen we terug richting Elise. Om 12 uur stipt gooit onze bemanning daar immers de trossen los: terug richting Oostende. Hoe lang de tocht vandaag zal duren? “Ik schat zo’n vier uur, maar dat heel precies afkloppen is moeilijk. Hoe snel we varen hangt immers af van de wind en van de stroming in het water”, legt kapitein Hans uit. Of een van ons de boot misschien eens wil besturen? Het is maar een woord. Onder goedkeurend oog van Hilde nemen we het roer over. “Bij het zeilen altijd goed naar het voorzeil en de neus van de boot kijken. Om koers te houden moeten die recht vooruit blijven. Wijken ze – door wind of stroming – af naar bakboord of stuurboord, dan moet je tegensturen. Je kunt ook altijd een oog op het kompas houden.” Na wat gesukkel met de hand-oogcoördinatie hebben we het beet. “Voilà, je zeilt!” Met een lichte zweem van trots en – toegegeven – een lichte kramp in de bovenarmen geven we het stuur na zo’n klein halfuur toch maar weer over aan de professional.
Code zero
Ook vandaag zit het weer mee: met veel zon en een lichte wind in de zeilen klieft de Elise gezapig door de golven. Wanneer Hans plots “Code Zero” roept, schieten Chris en Hilde in actie: op weg om hun lichtweerzeil te hijsen – een groter zeil, dat uit lichter materiaal bestaat dan het doorsnee voorzeil waarmee we tot dan toe koers maakten. Een ingreep die ervoor moet zorgen dat we ook met weinig wind toch snelheid kunnen nemen. Het werkt, want de boot gaat er als een speer vandoor en komt – een voor ons veeleer onverwachte bijkomstigheid – daardoor langszij ook vervaarlijk schuin te hangen. “Geen paniek”, lacht Hilde, die de lichte benauwdheid vermoedelijk afleest van ons gezicht – al kan het ook aan de stevige greep liggen waarmee onze vingers zich plots om het zitbankje klemmen. “Zelfs als de boordjes om je vast te houden langszij volledig in het water hangen, is er nog steeds geen gevaar. De kiel, een lange en met lood verzwaarde vin die onder de romp van de boot hangt, maakt omslaan onmogelijk.”

Met die info kan onze grip weer wat losser en de focus ook. Met de blik op oneindig en zicht op de horizon varen we door. Na amper tweeënhalf uur meren we aan in Oostende. Op het met glas omzoomde terras van de Royal North Sea Yacht Club klinken we met cocktails op de vlotte vaart.
Na een korte tussenstop bij Et Alors – zonder twijfel het hipste café van Oostende – is het tijd voor ons laatste avondmaal. In de ijsgekoelde toog van Apero Fish Palace prijken naast dagvers gevangen vis uit de Noordzee ook sierlijke fruits de mer en een ongezien forse moot sappige zalm. “Zullen we van alles wat nemen?”, stelt een van onze matrozen voor. In een oogwenk wordt onze tafel gevuld met mosselen in witte wijn, smeuïge garnaalballetjes, geroosterde sardientjes en een schotel vol oesters met citroen. De perfecte afsluiter van een heerlijk weekend óp en aan zee.
Meer info:
Een zeiltocht aan boord van de Elise, met professionele bemanning, kan vanaf € 725 per halve dag / € 1050 per hele dag, voor maximum 12 personen. Vooraf reserveren is nodig. Afvaart in Oostende, Nieuwpoort of Zeebrugge. Er zijn ook meerdaagse tochten mogelijk naar Duinkerke, Breskens, Dover, Ramsgate, Londen en Zuid-Engeland. www.noordzee-zeilen.com
Meer reistips
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier