Christian Wijnants: ‘Net als veel ontwerpers hecht ik weinig belang aan mijn eigen kleren’

De karakteristieke kleuren en prints waar Christian Wijnants om bekendstaat, zijn in zijn Antwerpse art-decoappartement haast volledig afwezig. In dit minimalistische interieur komt de ontwerper tot rust. Redacteur Catherine nam een kijkje in zijn heiligdom.

“Wacht, ik kom naar beneden want de parlofoon doet het niet”, roept Christian Wijnants ons toe vanuit een raam op de zevende verdieping. Het art-decogebouw waarin zijn appartement is gelegen, stamt uit 1930 en dat brengt soms verrassingen met zich mee. Gelukkig blijkt de oorspronkelijke lift met houten liftkooi en schuifhekken het nog wél te doen. “Ik kwam hier 27 jaar geleden terecht in mijn laatste jaar aan de Academie“, vertelt de ontwerper op weg naar boven. “Het was niet zozeer de buitenkant die me charmeerde, maar de lichtinval in de traphal. Als je de lift neemt naar de bovenste verdieping wordt het steeds lichter en lichter. Bovendien was het appartement groot genoeg voor mijn afstudeercollectie. We moesten twaalf silhouetten ontwerpen, daarvoor had ik heel wat paspoppen en een breimachine nodig.” Dezer dagen ontwerpt hij elders, maar aan de start van zijn carrière woonde én werkte Wijnants hier. “Het appartement werd algauw te klein, dus ging ik elders logeren. Vandaag is het omgekeerd: ik woon hier en ik werk in mijn atelier op de Italiëlei.”

Terwijl dat atelier tot de nok gevuld is met stoffen, tekeningen en moodboards, is het appartement een oase van rust. “Ik heb die rust nodig als ik thuiskom, een reset na de visuele drukte van mijn job. Soms wil ik na een dag ontwerpen simpelweg naar een witte muur staren.” Witte muren vind je hier genoeg. De hele ruimte oogt maagdelijk, op houten designmeubels, enkele kleine schilderwerken en een overdaad aan kunstboeken na. “Kunst heeft altijd een grote rol gespeeld in mijn leven. Mijn grootmoeder was kunstenares. Ze gaf tekenles en schilderde zelf prachtige werken op doek. Ik heb een klein schilderijtje van haar, de rest hangt bij mijn ouders. Mijn collecties putten ook veel inspiratie uit kunst. Daarvoor bezoek ik musea en doorblader ik boeken van artiesten als Marlene Dumas of Peter Doig. Maar ik ben geen kunstverzamelaar. Daarvoor heb ik te veel keuze-stress. Als ik mijn hele leven naar één schilderij moest kijken, dan zou ik het beu worden, vrees ik.”

De muren van zijn minimalistisch ingerichte appartement houdt Christian Wijnants bewust wit.

Witte jeans

De meubels en objecten die Wijnants wél in huis heeft, hebben stuk voor stuk een speciale betekenis. “De houten zithoek met ontbijttafel in mijn gastenkamer is afkomstig uit een restaurant. Ik vond het stuk bij een antiquair en was meteen verliefd op het eenvoudige en haast kubistische ontwerp. Het lijkt deel van de ruimte zelf. Ook het bureau in de woonkamer is een objet trouvé uit een oude school. Het blad uit natuursteen dat erop ligt, heb ik ooit laten vallen tijdens een verhuis en is nu gebarsten. De imperfectie maakt het eigenlijk nog mooier.” Zo is het ook met mode. “Als student aan de Academie schuimden mijn klasgenoten en ik stockverkopen af van onze grote voorbeelden. Enkele leren stuks van Raf Simons uit die tijd zou ik nooit wegdoen. Ze zijn twintig, dertig jaar oud en nog steeds even mooi. Hetzelfde geldt voor de stukken van Dries Van Noten die ik verzamelde toen ik bij hem aan de slag ging nadat ik was afgestuurd.”

Zijn eigen ontwerpen draagt Wijnants zelden. “Net als veel ontwerpers hecht ik weinig belang aan mijn eigen kleren. Als je de hele dag andere mensen kleedt en nadenkt over hun garderobe, wil je je hoofd niet meer breken over je eigen outfit. Daarom draag ik vaak een witte jeans en een wit T-shirt, als een soort uniform. Mocht ik een minder creatieve job hebben als notaris of advocaat, dan zou ik me misschien opvallender kleden.” Shoppen doet Wijnants vooral tijdens zijn reizen en sinds kort ook online, bij collega’s als Dries, Raf, Jil Sander en Acne Studios. Zijn favoriete jeans is van het Belgische Bellerose en basics koopt hij bij degelijke Italiaanse merken als Aspesi en Grifoni. “Ik houd van mannenmode die er moeiteloos uitziet. Dit najaar breng ik zelf ook opnieuw een kleine unisekscollectie uit met breiwerk. Die shooten we volgende week in Parijs. Daarna is het alle hens aan dek voor Paris Fashion Week in oktober, waar we de vrouwencollectie voor de zomer van 2026 tonen.”

Sierkussen uit Mexico

Mode als toevluchtsoord

De herfst-wintercollectie die nu in de winkels ligt, heet ‘Sanctuary’. “Ik wilde het gevoel opwekken van wakker worden tussen de lakens voor je wekker afgaat, een moment tussen droom en realiteit dat baadt in onschuld, vooraleer de harde wereld je dag verstoort. Het was meer een emotie dan een concept. Ik heb vooral zachte materialen gebruikt en inspiratie gehaald uit de slaapkamer met dekens als mantels en tasjes als kussentjes die je open kunt doen.” Is die ode aan zachtheid een reactie op de maatschappij waarin we leven? “Absoluut. We hebben nood aan zachtheid en vrede, naïef gesteld. We leven in zware tijden, dus wil ik met een gedempt kleurenpalet harmonie brengen in het dagelijkse leven. Hoewel ik in het verleden meer kleur en prints heb gebruikt, is deze richting niet nieuw voor mij. De collecties uit mijn beginjaren waren ook eerder minimalistisch. Nu bevind ik me opnieuw in die mindset.”

Net als in zijn werk zoekt Wijnants in zijn privéleven steeds vaker de stilte op van zijn eigen heiligdom. “Ik vind het geen enkel probleem om een weekend thuis te blijven en amper naar buiten te gaan. Hier heb ik alles wat ik nodig heb: licht, boeken en een uitzicht over de stad. Ik zit graag met mijn hoofd in de wolken.” Door de vensters kijkt hij uit op de joodse buurt van Antwerpen, binnenskamers schept hij zijn eigen universum met souvenirs verzameld tijdens zijn reizen: een kussen uit Mexico, keramiek uit Marokko… “Andere culturen inspireren me, van de manier waarop men een sarong knoopt in Sri Lanka tot de bloemenkransen die mannen dragen in het zuiden van Saoedi-Arabië.” Dichter bij huis inspireerden de roots van zijn moeder zijn zin voor duurzaamheid. “In Zwitserland draagt men respect voor de natuur hoog in het vaandel. Dat ecologische zit ook in mijn DNA. Alles wordt opnieuw gebruikt, niets wordt verspild.”

Leren sweater van Raf Simons

Advies van Dries

Moeder Wijnants was een modeliefhebber die haar passie onbewust overdroeg op haar zoon. “Ze maakte zelf kleding met een handbreimachine, die nu in mijn atelier staat, en shopte bij boetieks als Stijl en Via Della Spiga in Brussel, waar ze Romeo Gigli en Ann Demeulemeester kocht. Mode had in die tijd iets mysterieus waardoor het een grote aantrekking op me uitoefende. Tijdens een expo over de Antwerpse Academie in het Felix Pakhuis in 1993, ontdekte ik installaties van ontwerpers Martin Margiela en Lieve Van Gorp. Er was toen nog geen internet, dus ging ik op zoek naar informatie over de Academie in kranten en tijdschriften. Die zoektocht wakkerde mijn enthousiasme alleen maar aan en uiteindelijk startte ik zelf aan de school in 1996.” Tijdens zijn studies liep hij stage bij Bernhard Willhelm en in 2000 studeerde hij af met de Dries Van Noten Award op zak. Hij kon meteen aan de slag bij Van Noten, die een mentor werd. “Dries heeft me altijd gezegd: slow but steady. Dat advies heb ik ter harte genomen.”

Drie jaar nadat hij was afgestudeerd, richtte Wijnants zijn gelijknamige modehuis op vanuit het appartement waar we ons nu bevinden, met niet meer dan twee stagiairs en een faxmachine. “Ik deed alles zelf, van patronen tekenen tot productie, verkoop, logistiek en communicatie. Dat bleek een goede leerschool, want door die praktische kant te beheersen wist ik algauw hoe de dingen in elkaar zaten. Op aanraden van Dries wilde ik niet te snel te groot worden. ‘Probeer eerst de juiste producenten te vinden, goede producten op de markt te brengen en een band op te bouwen met je klanten’, raadde hij me aan. Je moet niet te rap willen groeien. Naast een getalenteerd ontwerper is Dries ook een sterke zakenman. Ik heb enorm veel respect voor zijn carrière en zijn verwezenlijkingen in de modewereld. Ook de manier waarop hij nu een stap teruggezet heeft, is slim. Zo heeft hij de weg geëffend voor een nieuwe ontwerper en een nieuw hoofdstuk. Ik was net in zijn winkel in New York en die bruist net als vroeger.”

Christian Wijnants
Wijnants verzamelt kunst- en stripboeken

Een eigen huis

Ondertussen staat Christian Wijnants al 22 jaar synoniem voor poëtische, maar tegelijk draagbare mode en innovatief breiwerk. Het twintigjarige bestaan van zijn merk in 2023 vierde de ontwerper in mineur na de moord op barones Myriam ‘Mimi’ Ullens. Ullens had Wijnants enkele maanden voordien aangesteld als creatief directeur van haar modehuis Maison Ullens, een samenwerking die vanwege haar noodlottige overlijden vroegtijdig ten einde kwam. Doorheen de voorbije decennia leende Wijnants zijn talent meermaals uit. Hij ontwierp behalve voor Ullens en Van Noten voor Italianen als Angelo Tarlazzi en Roberto Collina. “Ik heb zelfs een tijd voor Zara gewerkt. Niet in eigen naam natuurlijk”, vertelt de designer. “Het was interessant om de structuur achter zo’n modereus te zien. Fast fashion is problematisch, maar puur vanuit een ontwerpstandpunt was ik onder de indruk van de coupe van hun blazers en de materialen die ze gebruikten. Soms waren het Italiaanse stoffen die ik ook in mijn collectie had.”

Terwijl er dezer dagen Belgen aan de top van zowat elk groot modehuis staan – van Matthieu Blazy bij Chanel tot Meryll Rogge bij Marni – blijft Wijnants voorlopig trouw aan zijn eigen bedrijf. “Voor een ander huis werken brengt compromissen en onzekerheid met zich mee. Ik heb geen CEO of CFO aan wie ik verantwoording moet afleggen. Er is wel een investeerder (CLCC van scheepsmagnaat Christian Cigrang is aandeelhouder, red.), maar die bemoeit zich niet op creatief vlak. Ik kan mijn goesting doen en dat is een grote luxe. Daartegenover staat dat ik niet dezelfde budgetten heb als sommige collega’s. Op dat vlak moet ik soms compromissen sluiten.” Hoort hij dan nooit de lokroep van Parijs? “Ik heb een tijd in Parijs gewoond, maar de levenskwaliteit in Antwerpen ligt veel hoger. Voor de prijs van een groot appartement hier zou ik daar een klein kamertje hebben. Bovendien is Parijs grijs. Mensen klagen er graag terwijl er in de Belgische mode een grotere positiviteit heerst.”

Christian Wijnants

Lege muren

Wijnants herinnert zich zijn begindagen levendig, maar verliest zich nooit in nostalgie. “Ik kwam op in de tijd van de Zes, Veronique Branquinho, Bruno Pieters, Stephan Schneider… Ondertussen zijn velen van hen gestopt, maar nu is er een nieuwe golf die vooral uit vrouwen bestaat: Meryll Rogge, Julie Kegels, Marie Adam-Leenaerdt, Florentina Leitner, Bernadette… Zij geven de Belgische mode een nieuw elan.” Zelf sloot Wijnants net zijn tweede winkel in Berlijn. “De Duitse economie doet het niet bepaald goed op dit moment, dus was sluiten de beste optie. Ik zou met hetzelfde geld liever een tweede winkel in België openen, al zijn er nog geen concrete plannen. Het zijn moeilijke tijden voor de luxesector wereldwijd, maar wij hebben het geluk dat onze markten ver uit elkaar liggen, van de Verenigde Staten tot Europa en Azië. Doet één markt het minder, dan gaat het elders weer wat beter. De risico’s zijn verspreid.”

Slow but steady. Het advies van Van Noten blijkt 22 jaar na datum nog steeds het mantra ten huize Wijnants. In de mallemolen van de modewereld volgt hij standvastig zijn eigen koers. “Vier vrouwencollecties per jaar, dat betekent om de drie maanden een nieuwe collectie. Ik ben trots op wat ik verwezenlijkt heb – de vrouwen die ik kleed, de awards, de winkels – maar er is weinig tijd om terug te blikken. Je blijft als ontwerper kritisch en denkt aan de toekomst, niet aan het verleden. Daarom vind ik het zo belangrijk dat mijn thuis een rustplaats is met zo weinig mogelijk afleiding. Alle kasten zijn ingemaakt en de muren zijn leeg, op een werkje van mijn grootmoeder of bevriend kunstschilder Piet Raemdonck na. De meubels zijn vaak gekregen of gevonden, soms letterlijk op straat. Het interieur verandert ook. Ik heb net een vals plafond laten verwijderen en twijfel of ik sierlijsten zou laten plaatsen of niet. Als je hier over een jaar terugkomt, ziet het er misschien helemaal anders uit.”

Christianwijnants.com

‘Net als veel ontwerpers hecht ik weinig belang aan mijn eigen kleren’
Christian Wijnants
Wijnants zit in een houten compartiment met tafel en zitjes van Hans De Pelsmacker

Christian Wijnants (48)

• Werd geboren in Brussel als zoon van een Belgische vader en Zwitserse moeder.
• Verhuisde in 1996 naar Antwerpen voor een studie aan de modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.
• Sleepte met zijn afstudeercollectie in 2000 de Dries Van Noten Award in de wacht en won een jaar later de Grand Prix op het prestigieuze Festival van Hyères.
• Richtte in 2003 zijn eigen label op.
• Won in 2006 de Andam Fashion Award en in 2013 de International Woolmark Prize.
• Opende in 2015 zijn eerste flagshipstore.
• Woont in Antwerpen en toont zijn collecties viermaal per jaar in Parijs.

Beeld: Rebecca Fertinel.

Meer lezen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise

Commerciële boodschap