Column Els Keymeulen: ‘Ik wist niet goed of ik me moest excuseren, en waarvoor dan’
Els Keymeulen schrijft iedere maand over haar avonturen in modeland. Deze keer een lesje in taxibestellen met taxischaamte als gevolg.
‘Jouw collega heeft me laten zitten’, zei ik, terwijl ik neerplofte in zijn warme auto die naar Arbre Magique rook. ‘Logisch’, zei hij, voor hij vroeg of ik mijn gordel wilde vastmaken. Of hoe ik niet één, maar twee Ubers boekte, en uitstapte met een nieuw soort emotie: taxischaamte. Komt-ie!
Het was nat, koud, laat en ik had net een event verlaten waarvoor ik me nogal dun had uitgedost. Normaal neem ik in eigen stad de tram naar huis, maar nu even niet: mijn versgewassen haar moest nog een hele week mee, en mijn voeten waren ijzig. Een Uber dus. ‘Vier minuten tot pick-up’, zei de app, dus ik stelde me aan de rand van het voetpad op en kreeg plots ‘U bent onderweg naar uw bestemming’. ‘Wacht néé’, dacht ik, ‘ik sta hier gewoon, druppend in de regen’. Dus ik schudde met mijn telefoon, herstartte de app, belde de chauffeur.
Maar helaas: geld betaald, niet opgepikt, water in de schoenen. Ik boekte een nieuwe Uber – 6 minuten wachten –, besefte dat mijn kapsel een verloren zaak was, en staarde naar de auto’s op zoek naar mijn taxi. Na precies 6 minuten zwaaide de achterdeur van een zwarte ‘Passat’ open. Ik begroette de chauffeur, zei dat ik blij was dat hij er was en: ‘Uw collega heeft me laten zitten!’. ‘Ah’, zei hij, hoegenaamd niet onder de indruk.
‘Logisch.’ Ik snapte er niks van. ‘Huh?’, vroeg ik. ‘Hoezo?’ ‘Hoeveel heb je betaald voor deze rit?’ Wist ik eigenlijk niet – ik keek in de app: ‘12 euro.’ Waarop de Uberman: ‘Ik leg je eens iets uit. Van die 12 euro krijgen wij er 6; niet eens genoeg voor benzine. En dus accepteren we soms ritten die we niet rijden, uit protest. Je moet geen Uber boeken, mevrouw. Wij worden opgelicht.’ Ik liet dat rekensommetje even ronddraaien in mijn hoofd: 6 euro leek me inderdaad niet veel voor 2 kilometer rijden, zo rond middernacht. ‘Ja, maar’, zei ik, ‘ik word nu toch eigenlijk ook opgelicht?’ Dat vond ik van mezelf wel een goeie comeback, want geef toe: de ene oplichting compenseren met een nieuwe, dat lijkt ook geen succesrecept. ‘Nee’, zei hij, ‘je betaalt nu de juiste prijs. 24 euro. Is correct in de nacht. Sorry dat ik het zeg, maar 12 euro is te weinig.’ En toen, ter onderstreping van zijn punt: ‘Ik heb ook getwijfeld om u op te pikken.’ Klammig en beteuterd zat ik op de achterbank. Ik wist niet goed of ik me moest excuseren, en waarvoor dan. Dus zei ik: ‘Oké, sorry, maar misschien moet u dat toch met Uber regelen en niet met de klanten?’ ‘Nee’, zei hij, terwijl hij zijn blauwe auto dubbelparkeerde aan mijn voordeur.
‘Dit is goed. U bent nu boos. U boekt geen Uber meer hierna.’
Ik denk dat hij nog gelijk heeft ook.
Meer lezen