Column: Els ervaarde uit eerste hand dat de kleren de mens dan toch niet maken

Els Keymeulen

Chef-mode Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar avonturen in modeland. Deze maand verliep een ochtendwandeling met hond en rubberlaarzen een tikje anders dan geanticipeerd.

Het was een koude, nog schemerige ochtend waarop ik met hond en rubberlaarzen richting park trok voor een wandeling. Ik let tijdens zo’n wandeling meestal helemaal nergens op: het is mijn moment van wakker worden, van mindfulness, van zelfreflectie en hondendrollen. Dit keer ging het anders: aan de glasbak vlak voor de ingang stond een meneer gestationeerd – de nummerplaat van zijn dure auto een voornaam waarvan ik vermoed dat het de zijne was.

Het was niet de auto die me opviel; het was de man. Hij leek op een frisse Koen Wauters, met glimmende maar goeie schoenen, een pak, geen das maar een lange, wollen sjaal. Ik heb, geloof ik, maar een fractie durven te kijken, maar zijn halflange haar: perfect. Zijn kaaklijn: ook perfect. En dan dat pak – waar kóóp je dat?! Ik bedacht me hoe zeldzaam goedgeklede mannen zijn, zeker op maandagochtenden in de stad, en hoe leuk het was iemand te zien die moeite had gedaan. Ik bedacht me ook dat ik ’s ochtends, al ging ik mindful wezen met de hond, beter mijn best moest doen. Mijn haar was niet gekamd, mijn kleren ongeïnspireerd. Net toen ik het park indraaide – de hond moest dringend en ik wilde niet dat het zou opvallen dat ik aan het staren was – hoorde ik “Hela, jong! Dat is sluikstorten!” achter me.

“de kleren maken helemaal de mens niet – het zijn de manieren. Vergeet dat nooit, zeker als je weer eens een keer niks om aan te doen hebt”

De frisse Koen Wauters had het resultaat van een weekend borrelen – twee volle kartonnen dozen – naast de glasbak gedeponeerd en leek niet van plan de flessen door het gaatje te duwen. Een oudere man die het park net was uitgelopen, had hem daar op aangesproken. Nogal dwingend, en aan de blik van de mooie meneer te zien, was hij dat niet gewend. De ramptoerist in me werd wakker: de oudere man stak de straat over, sprak de gepersonaliseerde nummerplaat aan en er ontspon zich een korte discussie. Ik kon niet helemaal volgen, maar eerst leek het wel goed te gaan, tot de mooie man met de glimmende laarzen twee middelvingers in de lucht stak, zijn kofferdeksel dichtklapte en instapte. Bij het voorbijrijden draaide hij zijn raam naar beneden, riep “Ouwe zak!” en ging ervandoor.

Een paar tellen later stonden de man en ik, elk aan de andere kant van de straat, verbouwereerd te wezen. Daarna begon hij de flessen in de glasbak te gooien, een aanblik zo pijnlijk dat ik besloot hem te gaan helpen. Mindful stonden we daar naast elkaar met flessen te gooien, ik het gekleurde glas, hij het witte. Allebei sjofel gekleed, er niet op bedacht iemand tegen te komen. Het leek me al bij al een belangrijke voetnoot voor bij een modenummer: de kleren maken helemaal de mens niet – het zijn de manieren. Vergeet dat nooit, zeker als je weer eens een keer niks om aan te doen hebt.

Meer columns van Els:

Partner Content

Gesponsorde content