Column: “Ik was klaar om een huurmoordenaar in te schakelen”

Els Keymeulen

Chef-mode Els Keymeulen schrijft elke maand in Feeling over haar wedervaren in modeland. Al durft er af en toe ook een meer dagdagelijks verhaal tussen kruipen. Zo raad je nooit wat Els op haar vensterbank vond...

Op de koffie

“Wij hebben beneden in de kelder een blauwe zak halfvol Starbucks Caffè Latte-bekertjes. Voor je je afvraagt wat dáár in godsnaam interessant aan is: wij lusten zelf geen Starbucks Caffè Latte. Dus hupsakee – hier komt-ie. Wij wonen in Antwerpen, in een straat waar op het eerste gezicht weinig gebeurt. Er zit een school, en er wonen een paar families met honden. Er staan boompjes langs de weg, waar we als streberige stadsburgers perkjes rond gemaakt hebben. En er is onlangs een steen door het raam van het ING-kantoor op de hoek gemikt: daar was even commotie rond, maar wakker liggen we er niet van. Nee: wij liggen wakker van een Starbucks Caffè Latte-drinker, die minstens een paar keer per week zijn bekertje op onze vensterbank dumpt. Misschien denk je: ‘Och ja. Verdraagzaamheid en zo’. Maar denk dan maar snel iets anders: de drinker (M/V/X) is z’n koffie halverwege beu en dumpt die dan met een plof op onze vensterbank. Gevolg: koffie op de gevel, en een bekertje dat ik eerst moet uitgieten, en dan pas in de blauwe zak kan gooien.”

‘We zouden vanachter de deur komen gesprongen met een pak bloem, en dat over de koffiedelinquent uitkieperen’

“De eerste keer was ik geërgerd, de derde keer verontwaardigd, en nu, na minstens dértig keer, ben ik klaar om een huurmoordenaar in te schakelen. Mijn man en ik hebben
al ongeveer alles geprobeerd. Eerste stap: uitvissen wannéér precies dat bekertje bij ons neergeploft wordt. Conclusie na wekenlang om het kwartier naar de vensterbank
spurten: ergens tussen 18 en 22 uur. Tweede stap: op wacht staan achter de deur tussen 18 en 22 uur, in de hoop de koffiedrinker op heterdaad te betrappen. Probleem:
dat is lang, en ook; wat dóé je dan? Met die mens praten? Achtervolgen tot thuis? Staande houden en de politie bellen? We hadden een plan: we zouden vanachter de deur komen gesprongen met een pak bloem, en dat over de koffiedelinquent uitkieperen. Dat zou wel afschrikken, en leg dát maar eens thuis uit: een hoofd vol bloem. Gniffelend stonden we achter de deur – zonder resultaat. Eén keer hebben we de bloem bijna over het hoofd van de buurvrouw uitgekapt, toen zijn we gestopt. Derde stap: bakfiets voor de gevel, zodat de vensterbank niet meer bereikbaar is. Dat we daar niet eerder waren opgekomen! High fivend zaten we in de living, eindelijk relaxed – tot we een doffe plof hoorden: beker in de bakfiets, bakfiets vol koffie. Aaaaargh. Vierde stap: de politie. We deden aangifte van sluikstort én vandalisme, en kregen een heel vriendelijke mail van een inspecteur terug, dat er een patrouille zou opletten. Opletten, dat doen wij al maanden. Maar de bekertjes blijven komen, en ook al staan we nog steeds af en toe paraat tussen 18 en 22 uur – de dader blijft onverstoord koffiedrinken én onvindbaar. Vijfde stap: een brief voor het raam. Waarop staat: ‘U wordt gefilmd, de politie is verwittigd’. Dat eerste is niet helemaal waar, maar een mens moet íéts doen. De brief hangt – al twee keer stond er een halfvol bekertje koffie voor te pronken. ‘Ha!’, zei mijn dochter vorige week. ‘Eigenlijk wel goed hé, dat die met zijn koffie net in de corona is gekomen?’ ‘Ah’, zei ik, ‘en waarom dan wel?’ ‘Ja, we hebben ons eigenlijk wel helemaal niet verveeld’. Ik haal de brief vanavond nog weg.”

Els

Meer columns van Els:

 

Partner Content

Gesponsorde content