Emely Aelterman (26) bijvoorbeeld had het geluk om nog voor haar zesentwintigste niet één, maar twee droomjobs op haar palmares te mogen schrijven: die van prima ballerina in een Britse danscompagnie en die van vroedvrouw. “Eén passie in je leven vinden, is al best bijzonder. Dit twee keer mogen meemaken, is ronduit fantastisch”, zo klinkt het bij de jonge Antwerpse. Hoe Emely precies van prima ballerina naar begeleidster van zwangere en bevallende vrouwen ging? Wel, zo dus!
Prima ballerina
Het leven van de jonge Emely stond slechts in teken van één ding: ballet. Op haar zesde begon ze – net zoals zovele kleine meisjes met een droom trouwens – haar ‘carrière’ aan de barre van de lokale balletschool. Al snel bleek dat Emely best veel talent had voor de sport en mocht ze van een amateurs-opleiding rechtstreeks doorstromen naar de oefenruimtes van de Koninklijke Balletschool. “Echt weten waar je precies aan begint doe je als twaalfjarige natuurlijk nog niet, maar ik had wel een droom“, zo klinkt het bij Emely. “Wie school loopt aan de Koninklijke Balletschool weet ook wel dat dat met oog op een mogelijke carrière in het vak is.”

Om die gedroomde carrière ook effectief van de grond te laten komen, moest Emely uiteraard heel wat opofferingen maken – al voelde dat op dat moment zeker niet altijd zo: “Mijn jeugd bestond vooral uit trainen en school: om half 8 begonnen we in onze kleine klasjes van ongeveer 14 á 15 mensen al met opwarmen, dan volgde een eerste les ballet en een lesje wiskunde of Frans om de voormiddag af te sluiten. Na een korte middagpauze volgde dan in de namiddag nog eens hetzelfde stramien – om dan ‘s avonds vaak ook nog tot in de latere uurtjes solo te trainen op allerlei posities, houdingen en choreografieën om die tot in de puntjes onder de knie te krijgen.”
Echt erg vond Emely al die training niet: “Ik was van jongs af aan echt obsessed door ballet: ik wilde er echt alles over weten. Was ik zelf niet aan het dansen, dan was ik er wel een boek over aan het lezen, of YouTube-video’s van internationale grote balletdansers aan het bekijken.”
London calling: Central School of Ballet
Die obsessie voor ballet bracht Emely nog voor het einde van haar middelbare schoolloopbaan al naar het buitenland: in haar uppie, maar met een duidelijke droom in haar kielzog, trok de jonge Belgische naar the capital of dance, Londen, waar ze zich ingelijfd wist in de internationaal vermaarde Central school of Ballet. “Als jong meisje kwam ik er helemaal alleen en ver weg van familie en vrienden terecht op een campus met vooral internationale studenten, die allemaal Engels spraken en waarvan velen elkaar ook al kenden van dansopleidingen uit het verleden. Ik ben er op relatief korte tijd, erg volwassen geworden.”
“Omdat de huurprijzen in Londen de pan uit swingen bracht ik mijn eerste jaar door in een appartementje in een blok waar veel verschillende mensen met een bruisende internationale achtergrond huisden. Datzelfde jaar leerde ik in mijn klas een Thais meisje kennen met wie ik dan de volgende twee jaar een appartement heb kunnen delen, wat de kosten toch aardig kon drukken.”
‘Als danser word je voortdurend gepusht om beter te doen. Daardoor zie je elkaar in je meest kwetsbare momenten. Dat schept een band’
Hoe het contact met de andere danseressen was? “Dat was een beetje dubbel”, zegt Emely. “Je zit zo intens in de wereld van die dans, waar er voortdurend getraind moet worden en je voortdurend gepusht wordt om nóg beter en nóg strakker en nóg straffer te doen, dat je elkaar erg dicht op de huid ziet en elkaar ook ziet in de meest kwetsbare momenten. Zoiets schept onvermijdelijk een band die studenten in een niet-topsportcontext misschien niet meteen zullen opbouwen. Aan de andere kant is de danswereld ook erg hard en weet je dat je eigenlijk voortdurend beter moet doen dan de danser naast je, wat het gevoel van concurrentie – ook al is dat ergens op de achtergrond – toch altijd wel ergens voelbaar houdt.”
Internationale danscompagnie
Bovenop de hardheid van de danswereld die niet meteen strookt met de zachte persoonlijkheid van Emely, krijgt de danseres vlak voor haar eindexamens ook nog te maken met een stevige mentale én fysieke opdoffer: “Vlak voor mijn finale proeven liep ik een zware enkelblessure op. Ik werd naar Antwerpen overgebracht voor een eerste operatie en belandde een aantal maanden in een plaster.” Een zware periode van revalidatie volgde: “Met behulp van kine, Pilates en acupunctuur probeerde ik zo snel mogelijk weer op mijn spitsen te staan, maar ballet is een sport die je moet onderhouden. Toen ik eindelijk écht terug kon dansen, had ik veel in te halen.”

Op basis van pure wilskracht en ambitie lukte het Emely echter om op relatief korte tijd haar oorspronkelijke niveau weer te evenaren. Zo goed zelfs dat ze snel na afstuderen een plekje wist te bemachtigen bij een Londense danscompagnie: “Er zijn zoveel compagnies in de wereld, maar tegelijkertijd is er ook zoveel concurrentie dat het toch altijd een beetje afwachten is waar je terecht gaat komen. Gelukkig landde ik al snel bij het gezelschap van een Russische danser en zijn vrouw die mooie voorstellingen als ‘Sleeping Beauty’ en ‘Cinderella’ opvoerden.”
‘In londen kwam ik als 16-jarige terecht op een campus vol internationale studenten met stuk voor stuk dezelfde torenhoge ambitie. Ik ben er snel volwassen moeten worden’
Na een eerste mooi dansjaar sloeg ook daar echter het noodlot toe: “Na een eerste seizoen bleven alle leden van de compagnie tijdens de zomerperiode nog een beetje in Londen hangen, in de hoop in september de draad weer op te kunnen pikken. Om de zomerstop financieel te overbruggen had ik er zelfs een job als hostess aangenomen. Ik wilde koste wat kost bij dezelfde compagnie blijven, in de hoop dat ik er het komende jaar opnieuw wat zou kunnen groeien en weer wat grotere rollen voor m’n rekening zou mogen nemen.
Toen het dansjaar echter bijna van start ging, kregen we bericht dat de artistiek directeur en z’n vrouw terug naar Rusland trokken, wat voor de Londense compagnie het einde betekende. Tegen die tijd was het voor ons veel te laat om nog een plekje te bemachtigen bij een ander dansgezelschap en zaten we dus een jaar zonder werk. In de balletwereld is een jaar niet kunnen dansen en trainen echt rampzalig.”
Weg droom, weg identiteit
In een poging het jaar alsnog te overbruggen, probeerde Emely nog een tijdlang balletles te geven aan jonge dansertjes, maar dat bleek toch niet echt haar ding. “Op dat moment stortte eigenlijk mijn hele wereld in elkaar: ik had altijd gedanst, mijn hele leven – mijn hele identiteit zelfs – hing aan een zijden draadje. Ik was altijd Emely geweest die danste, dus wie was ik nu?”

Beeld: Pete Bartlett.
Bovendien lieten ook vrijwel alle andere belangrijke polen in Emely’s leven het net op dat moment afweten: “Niet alleen liep de relatie die ik toen had net op de klippen, doordat ik zelf terug naar België trok kwam ik terecht op een plek waar ik door mijn lange afwezigheid nog maar weinig vrienden over had. Bovendien was ook het contact met de vrienden die ik wel nog had en dat met mijn familie een beetje verwaterd.”
“Toen ik niet meer kon dansen stortte mijn hele leven – en zelfs mijn identiteit – even in elkaar: ik was altijd emely geweest die danste, wie was ik nu?”
Een zware periode, waar Emely met gemengde gevoelens op terugkijkt: “Het was niet makkelijk: de grond zakte even volledig onder mijn voeten weg, maar doordat ik op zo’n jonge leeftijd al uit zo’n diep dal ben moeten komen, denk ik veel dingen geleerd heb die andere zesentwintigjarigen gewoon nog niet hebben moeten leren.”
Ook zonder blessure denkt Emely trouwens wel dat ze aanvankelijk uit de balletwereld was gestapt: “Als je jong bent, heb je een droom en leef je daar in feite ‘met oogkleppen op’ helemaal naartoe: enkel het dansen zélf is belangrijk. Als je ouder wordt, en effectief in de realiteit van het vak terechtkomt, begin je te beseffen dat die er toch niet altijd zo ‘mooi’ en volmaakt uitzag als je altijd hebt gedacht. Ik voelde voor het eerst dat er meer in het leven is dan dans alleen.”
Het leven is meer dan dans alleen
Die honger naar méér of alleszins andere waarden in het leven, ontdekte Emely gelukkig al snel in een tweede passie: vroedkunde. “Toen ik terugkwam van Londen en weer moest studeren, koos ik aanvankelijk voor dieetkunde. Na een intensieve danscarrière worstelde ik zelf met mijn gewicht en koos vanuit die problematiek voor een studie waarmee ik dacht een verschil te kunnen maken.”
Die keuze bleek echter al snel een flop: “De thematiek lag mij totaal niet en ik voelde helemaal geen passie voor het vak.” Tegelijkertijd ving Emely de stichtende verhalen op van een vriendin die – eveneens na een carrière in dans – vroedkunde was gaan studeren. “Ze vertelde mij over het contact met de moeders en tal van bevallingsverhalen en ik raakte helemaal geïntrigeerd”, zo zegt Emely.

“Op die manier stond ik opnieuw voor een dilemma: ik zou me graag zelf gaan verdiepen in vroedkunde, maar ik kon toch niet wéér wisselen van carrièrepad? Dat kon ik erg moeilijk aan mezelf verantwoorden. Na lang wroeten en nadenken, zagen mijn ouders echter dat ik niet goed in m’n vel zat en kwam het hoge woord eruit. Ze steunden mij onmiddellijk in mijn nieuwe keuze en het jaar daarop ben ik aan de opleiding vroedkunde begonnen. Vrijwel onmiddellijk was ik even gepassioneerd door alles wat met zwangerschap, kinderen krijgen en ‘leven geven’ te maken had, dan ik vroeger was geweest door ballet.”
Van meisje naar moeder
Met succes rondde Emely haar opleiding vroedkunde vorig jaar dan ook af en is ze nu – enkele maanden later – gelukkig aan het werk op de materniteit-afdeling van het GZA. Het mooiste stuk van haar nieuwe beroep: “Het contact met de mensen”, klinkt het resoluut. “Je mag mensen begeleiden in de mooiste en meest magische periode van hun leven. De eerste bevalling die ik deed, vergeet ik echt nooit meer. Je ziet vrouwen die binnenkomen voor een bevalling in de verloskamer trouwens bijna letterlijk van meisje naar ‘moeder’ gaan, en dát is zo mooi om te zien.”
“Je ziet vrouwen die binnenkomen om te bevallen in de verloskamer bijna letterlijk van ‘meisje’ naar ‘moeder’ gaan. Dat is magisch”
Bovendien valt er over vroedkunde nog zoveel te leren en te ontdekken: “Er is nog zoveel dat de wetenschap niet weet over het mysterie dat kinderen krijgen eigenlijk is. Het heeft ergens iets mythisch en iets heel aards tegelijkertijd: het gaat terug naar de essentie van wat we zijn als mens en zelfs naar onze oorsprong, de kosmos zelf.”
Wat Emely van haar carrièrepad geleerd heeft? Dat je vooral moet doen waar je gelukkig van wordt en daarbij niet teveel compromissen moet sluiten. “Ook al wil je iets doen dat in eerste instantie erg onbereikbaar of of utopisch lijkt, ervoor gaan is de boodschap! Als je je hart volgt en bereid bent om alles wat je in huis hebt in de strijd te gooien om wat je wil ook te laten slagen, ben ik ervan overtuigd dat het wel in orde komt. Want wie doet wat hij graag doet, zal zijn beroep ook écht vanuit een unieke kracht kunnen uitoefenen. Een kwaliteit die door de omgeving vrijwel altijd beloond wordt denk ik.”
Openingsbeeld: Pete Bartlett.