Feelings grote geldenquête: zoveel sparen we gemiddeld

Feeling Redactie

27 nov 2020

We praten niet graag over geld, maar als het anoniem kan, vertellen we honderduit. De resultaten van onze online enquête over vrouwen en geld geven dan ook een ongeziene inkijk in je boekhouding en budget. Wij delen graag de belangrijkste resultaten. Vandaag: het spaargedrag.

De resultaten:

57% gaat nooit in het rood, 81% vindt dat ze genoeg geld heeft, 8% van de spaarders zet maandelijks meer dan 1.000 euro opzij, 3% heeft geen idee hoeveel geld er op haar rekening staat

Appeltje voor de dorst

Hoe meer je verdient, hoe meer je spaart. Dat blijkt duidelijk uit de cijfers van onze enquête. Maar in welke looncategorie ze ook vallen, de meeste Belgische vrouwen blijven wel echte spaarders. Zelfs wie minder dan 1.500 euro netto per maand verdient, spaart nog in 50 procent van de gevallen. Dat is dan wel sporadisch en niet systematisch met een vaste opdracht, zoals bij de hogere inkomens. Het meest voorkomende spaarbedrag (29%) ligt tussen 100 à 300 euro per maand. Opvallend is dat leeftijd niet echt een grote rol speelt in de hoogte van het spaarbedrag. Van wie meer dan 1.000 euro per maand kan sparen, is 16 procent jonger dan 25 en 21 procent ouder dan 45. Maar waarvoor sparen we eigenlijk? De Belgische vrouwen spelen op zeker: 75 procent spaart om een reservebuffer aan te leggen voor slechtere tijden. Waar we alvast níét op besparen, is voeding (72 procent) en gezondheid (59 procent). Veel minder belangrijk zijn o.a. cultuur (10 procent), sport (9 procent), goede doelen (8%) en abonnementen op nieuwsmedia (6 procent).

14% spaart nooit, 8% van de spaarders zet maandelijks meer dan 1.000 euro opzij

Het valt ook op dat we een stukje ecologischer zijn beginnen te denken: 63 procent van de vrouwen is om die reden bewust aan het consuminderen.

Digitaliseren? Helaas ook minder sparen

Betalen was nooit zo eenvoudig als nu: even zwaaien met je smartphone en hupla, het geld is overgeschreven. Maar daardoor doe je ook meer impulsaankopen en dat heeft een nefast effect op ons spaargedrag. Een experiment van Rabobank toonde aan dat je dat kunt verhelpen door afstand te creëren tussen jezelf en je spaargeld. Een spaarrekening bij een andere bank dus, waardoor je minder snel geneigd bent om geld over te schrijven naar je zichtrekening.

Kies de beste bank

Spaarrekeningen brengen nauwelijks nog iets op, maar ze zijn wel veiliger dan beleggen op de beurs. Wie klassiek wil blijven sparen, checkt best de online vergelijkingstool spaargids.be. Die financiële site vergelijkt dagelijks o.a. alle spaarrekeningen in België.

‘Een constante dreiging van de deurwaarder

Annelies (41) raakte in financiële moeilijkheden nadat de boekhouder een jaar lang haar aangiftes had verwaarloosd. “Toen hebben we al ons spaargeld opgebruikt. Op zich vond ik dat niet zo erg, wel het gevoel van die constante dreiging wegens belastingschulden. Deurwaarders die inbreken terwijl je op vakantie bent vanwege een btw-schuld van 2.000 euro… Ze draaien er hun hand niet voor om.”

‘Een vergeetput waar ik moet afblijven’

Liesbeth (32) spaart sinds kort veel bewuster en doelgerichter. “Ik heb nu twee spaarboekjes. Op het ene schrijf ik maandelijks 200 euro over in het volle besef dat ik het niet terug op mijn rekening kan zetten. Het is een vergeetput waar ik moet afblijven. De bedoeling is dat daar uiteindelijk een bedrag op staat dat zes maanden loonsverlies kan overbruggen, mocht dat ooit nodig zijn. Op het andere spaarboekje zet ik elke week 20 euro. Het is mijn plezierrekening, waarmee ik op reis ga of mezelf af en toe eens verwen. Sinds ik dat onderscheid in spaardoelen heb gemaakt, voel ik me veel geruster.”

Wie heeft de enquête ingevuld?

Feeling organiseerde deze zomer een grote online enquête met als onderwerp ‘vrouwen en geld’. In totaal vulden 1.459 Belgische vrouwen de enquête in, van wie 965 Nederlandstalige en 793 Franstalige. De meeste deelnemers waren ouder dan 25 jaar, met een zwaartepunt in de categorie 45-plussers. Daarvan is bijna 40 procent samenwonend of getrouwd met kinderen, 25 procent samenwonend of getrouwd zonder kinderen, 10 procent alleenstaand met kinderen en nog eens 20 procent is alleenstaand zonder kinderen. De rest woont in bij ouders, familie of vrienden. Meer dan de helft van de ondervraagden is bediende, ambtenaar of docent.