Getuigenis: omdat Nina een zware vorm van dyslexie heeft, kon ze niet gaan studeren zoals haar mama

Al verschillen ze van elkaar op een bijzondere manier, ze voelen zich wel sterk verbonden. Moeders en dochters over hun uiteenlopende levenskeuzes. “Onze band is sterker dan ooit.”

 

Anja: “Behalve dat we qua opleiding een totaal ander parcours hebben gelopen, zijn Nina en ik niet zo heel verschillend. Integendeel, op veel vlakken is ze bijna een kopie van mij.”

Nina: “Ik heb dyslexie en had altijd problemen op school. Terwijl mijn moeder criminologie studeerde, een universitair diploma op zak heeft en daarna nog een doctoraat behaalde.”

Anja: “Nina heeft de zwaarste vorm van dyslexie, een volledige woordblindheid waardoor ze op 12-jarige leeftijd nog altijd op de rand van analfabetisme zat.”

Nina: “Na de lagere school heb ik verschillende richtingen geprobeerd. Op mijn dertiende ben ik eerst kort gestopt om uit te zoeken wat ik wilde. Omdat hogere studies niet voor mij waren weggelegd, heb ik een aantal beroepsopleidingen gevolgd. Van kapper en elektricien tot tuinbouw en informatica. Maar dat was allemaal geen succes. Uiteindelijk stopte ik helemaal met school en volgde ik een jaar thuisonderwijs. Tot ik op mijn achttiende verlost was van de leerplicht en kon gaan werken. Ik wilde wel een hoger diploma, maar het zat er gewoon niet in.”

Anja: “Ik heb er nooit een punt van gemaakt. Omdat ik Nina’s andere talenten zag en er altijd vertrouwen in had dat ze wel op haar pootjes zou terechtkomen. Mijn ouders hebben geen diploma, maar ze zijn er wel geraakt in het leven. Ik wist van jongs af aan dat je niet per se een hoger diploma nodig hebt om het ‘te maken’ in het leven.”

Mijn richtlijn was en is dat ik me pas zorgen moet maken als de lichtjes uit de ogen van mijn kinderen verdwijnen

Nina: “Ik ben handig in andere zaken. Zo zet ik bijvoorbeeld heel snel een kast in elkaar, terwijl mijn broer daar tien keer zo lang over doet. Eigenlijk kan ik in alles heel goed mijn plan trekken.”

Anja: “Op een zeker moment hebben we een eetcafé gekocht. Nina had een jaar in de horeca gewerkt en deed dat zo graag dat het een ideale oplossing leek. Nu werken we samen in het café. Buiten de lockdown bedoel ik dan. Overdag ben ik werkzaam als directeur bedrijfsvoering aan de rechtsfaculteit in Tilburg, ’s avonds en in het weekend sta ik samen met Nina achter de bar en in de keuken. Dat gaat perfect, ik kan Nina blindelings vertrouwen in alles wat ze doet. Voor mij is het een goeie afwisseling met mijn andere job, al is het hard werken. Als we open zijn, heb ik een werkweek van negentig uur. Maar ik doe het graag.”

Nina: “Mama heeft nooit druk op mij uitgeoefend. Toen ik in het beroepsonderwijs zat, heeft ze me niet gepusht om het toch maar te kunnen halen. Ik moest niets. Daar ben ik heel blij om, ik denk dat het veel heeft bijgedragen aan de sterke band tussen ons twee.”

Anja: “Mijn richtlijn was en is dat ik me pas zorgen moet maken als de lichtjes uit de ogen van mijn kinderen verdwijnen. Zolang ik zie dat er levensvreugde in die ogen zit, zal het me worst wezen wat voor diploma of opleiding ze hebben. Omdat ik ervan overtuigd ben dat creativiteit haar eigen weg vindt en wanneer je iets graag doet, je er altijd wel zult komen.”

 

Lees ook:

Door Joanie de Rijke. Foto’s: Liesbet Peremans. 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content