Getuigenis: Lize (29) heeft een relatie met een chronisch zieke man

Lize vond op 23-jarige leeftijd de liefde van haar leven in Karl. Ook toen hij chronisch ziek werd, koos Lize onvoorwaardelijk voor hem en besloot ze zijn ziekte een plaats te geven. Dit liefdesverhaal gaat door merg en been.

“Ik kende Karl pas vijf maanden toen hij op een dag wakker werd met hoge koorts. Niets aan de hand, dachten we. Gewoon een stevige griep. We kenden elkaar nog maar pas. Voor het eerst had ik het gevoel dat hij weleens de man van mijn leven kon zijn. Na anderhalve week ging Karl opnieuw aan de slag. Ik zie hem nog vertrekken. Fel verzwakt, maar koortsvrij. Maar twee uur later al belde hij me op. ‘Ik kom naar huis’, zei hij. ‘Ik kan niet meer’. Hij kwam thuis en kroop in bed. Stiekem belde ik zijn huisarts op. ‘Een lichaam herstelt zich soms traag van griep’, stelde hij me gerust. ‘Niet toegeven aan de vermoeidheid, is de beste manier om snel te genezen’. Dus maande ik Karl aan om op te staan en te gaan werken. Maar telkens weer kwam hij doodziek thuis. Zes weken na de griepdiagnose voelde hij zich slechter dan ooit. Zijn bloed werd onderzocht. Alle organen werden bekeken. Het uiteindelijke verdict viel: Karl had het chronisch vermoeidheidssyndroom.

‘Je kent elkaar nog maar pas’, zei ze. ‘Zo diep kan de liefde toch nog niet zitten?’

Van de ene dag op de andere werd onze prille liefde op de proef gesteld. Karl was ziek. En ik zou daar als partner elke dag opnieuw rekening mee moeten houden. Ik herinner me nog het eerste gesprek met mijn ouders, vlak na de diagnose. ‘Kies voor je geluk, Lize’, zei mijn vader. ‘Je bent nog maar drieëntwintig. Wat moet je met een zieke man?’ Ook mijn moeder vond dat ik een punt achter de relatie moest zetten. ‘Je kent elkaar nog maar pas’, zei ze. ‘Zo diep kan de liefde toch nog niet zitten?’. Compleet verward reed ik terug naar huis.”

Kiezen tussen Karl of een kind

“Karl en ik besloten om snel te gaan samenwonen. We gingen moeilijke maanden tegemoet. Bij alles wat ik deed, moest ik rekening houden met hoe hij zich voelde. Soms sliep hij zestien uur per dag en kon hij geen prikkels verdragen. Dan sloop ik door mijn eigen huis. Karl kreeg in onderlinge overeenstemming zijn ontslag en bleef fulltime thuis. Hij werd stil en introvert. En ik vocht om onze relatie overeind te houden. Vooral reacties uit onze nabije omgeving konden hem zo van de kaart brengen. ‘Zit het niet in je hoofd?’, vroeg mijn moeder hem. ‘Laat hem ’s avonds wat warme melk drinken’, zei ze me enkele dagen later. ‘Daar slaapt hij goed van’.

Ook vrienden kwamen hard uit de hoek. Zijn beste vriend zei op een dag: ‘Goh, ik wou dat ik ook eens een paar dagen vrij kon nemen om niets te doen’. Dat heeft Karl zo gekwetst dat hij met die vriend heeft gebroken. Door zijn ziekte raakten we heel wat mensen kwijt. En eerlijk, ik begon zelf ook even te twijfelen: wilde ik wel een leven dat volledig in het teken staat van een zieke partner? Toen Karl op een dag zei dat hij nooit vader wilde worden, wist ik het even helemaal niet meer. En ik dan? Wat met mijn kinderwens? Ik was toen zevenentwintig. Mijn beste vriendinnen trouwden, planden een baby, of waren al zwanger. ‘Wat heeft een kind aan een papa die niets kan?’, zei hij. Zijn besluit stond vast. En ik had de keuze: ofwel zette ik mijn kinderwens opzij, ofwel zette ik dan toch dat punt achter onze relatie.

Sommige vriendinnen waren heel erg duidelijk: ‘Lize, jij zonder kinderen? Dat mag hij toch niet van je eisen?’ Maar als ik dacht aan een leven zonder Karl, dan werd de keuze een pak makkelijker. Ik wilde de man van mijn leven niet kwijt. Mijn liefde voor hem bleek sterker dan mijn kinderwens. Tot groot onbegrip van mijn ouders. Hoe kon hij de toekomst van hun dochter hypothekeren? Ik heb het gevoel dat ik tot in lengte van dagen onze relatie zal moeten verdedigen. Slechts weinig mensen geloven in ons. Wat moet een jonge en ambitieuze vrouw met een man die vaak niet eens uit zijn zetel kan? Ik word daar altijd heel erg kwaad van. Waarom worden mensen die om welke reden ook minder draagkracht hebben emotioneel zo zwaar op de proef gesteld? Het is toch onze keuze? Onze liefde? Karl is ziek, maar ik bestempel zijn gezondheid niet als ‘lastig’ of ‘moeilijk’. Dat doen anderen. Intussen hoort zijn ziekte gewoon bij ons. Ik heb er vrede mee. Omdat mijn liefde voor hem ondanks alles alleen maar groter is geworden.”

Lees ook:

Tekst door Barbara Claeys

Openingsbeeld: stockbeeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content