5 x frisse en gezonde recepten om de lente mee te starten
Daar is de lente, daar zijn de primeurgroenten. Van asperges tot radijsjes: ze zijn de eerste van het seizoen, vers van eigen bodem en op hun best in deze recepten.
1. Quinoa-doperwtenkoekjes met asperges en feta
Voor 4 personen • 45 min.
Dit heb je nodig:
- 150 g quinoa
- 250 g rauwe erwten
- 1 eiwit
- 2 à 3 el maïszetmeel
- 2 el arachideolie
- peper en zout
- 10 groene asperges
- 10 witte asperges
- olijfolie
- ½ tl citroenrasp
- sap van 1 citroen
- extra partjes citroen
- ½ tl honing
- 120 g feta
- 1 handvol muntblaadjes
Zo maak je het:
Kook de quinoa gaar zoals vermeld op de verpakking. Kook de erwtjes in gezouten water beetgaar. Giet af, spoel onder koud water en stamp de helft van de erwtjes grof. Meng er de quinoa, het eiwit, het maïszetmeel en de arachideolie onder en kruid met peper en zout. Schep hoopjes van het mengsel in een pan met hete olijfolie en duw ze met een spatel plat en rond. Bak de koekjes langs beide kanten goudbruin en laat uitlekken op keukenpapier. Hou ze in een oven van 80°C warm.
Maak de asperges schoon. Schaaf 1 groene asperge met een dunschiller in lange plakken. Bestrijk de hele asperges met olijfolie en kruid met peper en zout. Gril ze op een grillpan goudbruin en beetgaar. Maak een dressing van het citroensap en -rasp, de honing en 100 ml olijfolie en kruid met peper en zout.
Leg telkens 2 koekjes op elk bord en brokkel er wat feta over. Schik er de gegrilde asperges met de rest van de erwtjes naast. Bedruppel met wat vinaigrette en werk af met een geschaafde aspergesliert en munt. Serveer met een extra partje citroen.
Tip: Spoel de quinoa voor je hem kookt eerst goed in een zeefje tot het water helder is, anders kunnen de korrels bitter smaken.
2. Lentefocaccia
Voor 4 personen • 50 min. + 2 uur rijzen
Dit heb je nodig:
- 500 g bloem
- 1 zakje gist van 7 g
- 30 ml olijfolie
- 10 g zout
- 340 ml lauw water
- 1 el za’atar
- 1 citroen in plakjes
- enkele gezouten ansjovisfilets
- 1 handvol verse kruiden
- 1 handvol jonge slablaadjes
- enkele eetbare bloempjes
Zo maak je het:
Zeef de bloem met de gist. Voeg olijfolie, het zout en het water toe. Kneed een 10-tal minuten. Het deeg moet wat plakkerig blijven. Bestrijk een kom met olijfolie en leg er het deeg in. Dek af met plasticfolie en laat 1 uur op een warme plek rijzen.
Leg het deeg op een met bakpapier beklede bakplaat. Probeer de lucht van het rijzen zoveel mogelijk in het deeg te houden. Maak een mooie ovale vorm van het deeg door aan het deeg te trekken. Maak met je vingertoppen kleine kuiltjes in de focaccia en bedruppel met olijfolie. Strooi er de za’atar over en beleg met plakjes citroen en ansjovisfilets. Dek af met plasticfolie en laat nog eens een uur rijzen.
Verwarm de oven voor op 220°C. Bak de focaccia in ongeveer 25 minuten gaar en goudbruin, laat even afkoelen op een rooster. Werk af met de verschillende kruiden, slablaadjes en eetbare bloempjes.
3. Frisse lentesalade met kipspiesjes
Voor 4 personen • 40 min. + 1 uur koelen
Dit heb je nodig:
- 500 g kipfilet
- 100 g verse erwtjes
- 1 bussel radijzen
- 2 minikomkommers
- 2 lente-uitjes
- 50 g jonge spinazie
- 1 el appel-cider
- 1 el goeie olijfolie
- peper en zout
- 1 el sesamzaadjes
- 1 handvol erwtenscheuten Voor de satésaus
- 60 ml arachideolie
- 1 chilipeper, fijngesneden
- 2 teentjes knoflook, geperst
- 140 g geroosterde pindanoten
- ½ tl komijnpoeder
- ½ tl kurkuma
- 2 el ketjap manis
- 1 el vissaus
- 125 ml kokosmelk
- 100 ml kokend water
Zo maak je het:
Mix alle ingrediënten voor de satésaus glad. Kruid eventueel bij met wat zout. Snij de kip in reepjes en hussel er de helft van de saus onder. Dek af en zet 1 uur in de koelkast.
Blancheer de erwtjes 5 minuten in gezouten water. Snij de radijzen in partjes en de komkommer in reepjes. Snij de lente-ui in fijne ringen. Hussel alle groenten met de appelcider en de olijfolie door elkaar en kruid met peper en zout.
Rooster de sesamzaadjes in een droge koekenpan goudbruin. Prik de kip op spiesjes en bak in olijfolie goudbruin en gaar. Bestrooi ze met de sesamzaadjes. Verwarm de rest van de satésaus. Serveer de lentesalade met de kipspiesjes en de warme satésaus. Werk af met de erwtenscheuten en serveer.
4. Zeewolf à la nage met primeurgroentes
Voor 4 personen • 30 min.
Dit heb je nodig:
- 1 ui
- 1 stengel prei
- 12 miniworteltjes
- 100 g sugarsnaps
- 12 groene-aspergepunten
- 8 miniraapjes of radijsjes
- olijfolie
- 1 l visbouillon
- 2 blaadjes laurier
- 3 takjes tijm
- 350 g zeewolf
- 150 ml room
- witte peper en zout
- 1 handvol kervel, voor de afwerking
Zo maak je het:
Snipper de ui en het wit van de prei. Maak de overige groenten schoon en blancheer ze in licht gezouten water.
Stoof de ui met de prei glazig in olijfolie. Giet er de bouillon bij, voeg laurier en tijm toe en breng op een zacht vuur aan de kook. Snij de vis in repen en leg mee in de hete bouillon tot ze gaar zijn. Schep de vis uit de pot, verwijder de laurierblaadjes en de tijm en mix de bouillon glad. Haal door een zeef.
Roer de room erdoor en breng tot net tegen het kookpunt aan. Proef en kruid eventueel bij met witte peper en zout. Mix nog eens krachtig door.
Schep de bouillon in diepe borden, schik er de vis en de groenten mooi in en werk af met de kervel.
Tip: Blancheer de primeurgroentjes ‘al dente’, ze mogen nog lekker knapperig zijn als je ze toevoegt aan de bouillon.
Lekker met knapperig stokbrood.
5. Panna cotta met tijm en rabarbercoulis
Voor 4 personen • 20 min. + 2 uur koelen
Dit heb je nodig:
- 3 blaadjes gelatine (6 g)
- 250 ml volle room
- 5 el gembersiroop
- enkele takjes tijm
- 1 vanillestokje
- 250 g mascarpone
- 1 stengel rabarber
- 1 tl vanillesuiker
- 1 handvol cress
Voor de coulis:
- 2 stengels rabarber
- 60 g fijne suiker
- sap van ½ citroen
- 80 ml water
- 1 blaadje gelatine, 2 g
- 2 el Campari
Zo maak je het:
Week de gelatineblaadjes 5 minuten in koud water. Breng de room met 4 eetlepels gembersiroop, de tijm en de zaadjes van het vanillestokje tegen het kookpunt aan. Haal van het vuur en voeg de mascarpone en de uitgeknepen gelatineblaadjes toe. Roer goed. Giet het mengsel door een zeef en vul er de glazen mee. Zet 1 uur in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 200°C. Maak de rabarber schoon en snij de steel in 8 stukjes van ongeveer 2 cm. Leg de stukjes rabarber in een ovenschaaltje, strooi er de vanillesuiker over en bedruppel met 1 eetlepel gembersiroop. Dek af met aluminiumfolie en zet 10 minuten in de oven.
Snij voor de coulis de rabarberstengels in stukken van 2 cm. Breng ze met de suiker, het citroensap en het water aan de kook en laat ongeveer 8 minuten met het deksel op de pan stoven. Week het gelatineblaadje 5 minuten in koud water. Mix de gestoofde rabarber fijn en roer er het gelatineblaadje onder. Meng er dan de Campari onder en laat wat afkoelen.
Giet de coulis op de panna cotta en werk af met enkele stukjes ovengebakken rabarber. Zet opnieuw minstens een uur in de koelkast. Werk voor het serveren af met de cress.
Tip: Gembersiroop is een heerlijk frisse smaakmaker in desserten. Maak hem zelf door verse gember in te koken met suiker, of koop hem kant-en-klaar in de supermarkt of delicatessenzaak.
Meer recepten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier