Body-acceptance: waarom je het verlangen naar ‘mager’ zo moeilijk los kan laten (en zo lukt het wel)

Je verlangen naar die ranke wespentaille inruilen voor zelfliefde en mildheid voor eigen curves en rondingen? Alle inspanningen van #bodypositive- en #bodyacceptance-bewegingen ten spijt, blijkt het nog altijd geen sinecure. Hoe we er eindelijk wél in slagen onze natuurlijke vormen – buikrollen, cellulitis en andere imperfecties incluis – met liefde te omarmen? “Relativeer het belang van uiterlijk en vergelijk niet met anderen”, zo klinkt het bij Celien Rombouts, voedingsdeskundige en auteur van ‘F*ck it, maandag start ik echt’.

Dit artikel maakt deel uit van van ons dossier intuïtief eten. Ontdek hier alle artikels en tips.

F*ck filters: een onhaalbaar schoonheidsideaal

Prepuberaal mager was lange tijd het dominante ideaalbeeld: van androgyn magere modellen op de catwalk tot overwegend blanke en slanke vrouwen op reclamebillboards in de supermarkt en de uitsluitend picture perfect body’s in je favoriete sitcom op tv. Weinig verwonderlijk dat je onder zo’n eenzijdig bewind zelf ook al eens de onbedwingbare behoefte voelt opborrelen om er precies zo uit te zien, zelfs als dat beeld niet helemaal past bij je eigen lichaamstype. Onder invloed van een nieuwe generatie die streeft naar inclusiviteit, diversiteit en authenticiteit, kwam daar de laatste jaren gelukkig behoorlijk wat verandering in. Chelly Maes, doctoranda aan de KU Leuven die onderzoek deed naar de impact van media op ons lichaamsbeeld: “Niet alleen op Instagram laten de #bodypositive en #bodyacceptance-stemmen zich in steeds grotere getale gelden, ook de mainstream mode-, media- en reclamewereld beweegt mee.”

Ondanks die verschuiving, blijft het voor veel vrouwen toch moeilijk om hun persoonlijke verlangen naar ‘mager’ los te laten: voor de borsten, buik en billen van andere vrouwen lijken we intussen gelukkig collectief wat meer mildheid aan de dag te leggen. Gaat het om onze eigen heupen, buikrol en eventuele opstootjes van cellulitis, dan wordt het plots veel moeilijker. Een jammerlijke vaststelling die onderschreven wordt door cijfers: uit een rondvraag die zusterblad Flair vorig jaar deed bij haar lezeressen blijkt dat slechts 26 procent van de jonge Vlaamse vrouwen tevreden is over haar lichaam. 69 procent vindt zichzelf ‘te dik’, vijf procent vindt zichzelf dan weer te dun. Bijna een op twee van die vrouwen streeft bovendien niet alleen naar een lager getal op de weegschaal, maar zou zichzelf ook graag in een kledingmaat minder zien.

#bodypositivity: een werk van lange adem

Dat de #bodypositive-gedachte zich zo moeilijk laat vertalen naar ons eigen hoofd, heeft vooral te maken de vrijgeleide die we het dominante schoonheidsideaal jarenlang gegeven hebben om zich diep in hart én cultuur te nestelen. Chelly Maes: “Een schoonheidsideaal is cultureel bepaald. Het wordt niet in een keer gemaakt en opgedrongen, maar het groeit en ontwikkelt zich traag maar gestaag als een soort van antwoord op bepaalde tekorten waar een samenleving op dat moment mee kampt.”

“Het hyperslanke schoonheidsideaal waar nu nog altijd aan vasthangen, ontstond zo’n 50 jaar geleden: ondanks de overvloed aan eten, toch mager kunnen blijven, werd toen het statussymbool bij uitstek” (Celien Rombouts)

“Het bijna prepuberaal magere schoonheidsideaal waar we nu aanvast hangen, kwam er zo’n goede vijftig jaar geleden toen mensen onder invloed van een sedentaire levensstijl plots met overgewicht gingen kampen. Wie zich ondanks de enorme overvloed aan lekker eten, toch in die mate kon bedwingen dat hij of zij er mager uit bleef zien, toonde daarmee over veel zelfdiscipline te beschikken en dus werd dat het statussymbool om je succes in dit leven aan af te meten bij uitstek. Die gedachte heeft jarenlang de tijd gehad om zich te ontwikkelen en vast te bijten tot diep in de allerkleinste details van ons dagelijks leven. Nog altijd hangen we aan ‘magere’ mensen onbewust meer positieve eigenschappen vast, krijgt wie er ‘goed uitziet’ meer kansen op de arbeidsmarkt, duiken er in magazines meer magere, dan ‘volslanke’ modellen op en wordt ook het lichaamsbeeld op tv nog vrij stereotiep ingevuld. Al die impliciete veronderstellingen en vooroordelen er weer uit filteren kost tijd, bewustwording en actieve inspanning.”

De mager-norm: ik hoor erbij dus ik ben 

Bovendien kan je er als ‘early adopter’ nog zo van overtuigd zijn dat #bodypositivity en mildheid tegenover diversiteit en lichaamsvormen, de juiste ingesteldheid is, je daadwerkelijk integraal loswrikken van een norm waaraan de wereld rondom jou wel nog zo hardnekkig blijft vastklampen, is moeilijk. Celien Rombouts: “Mensen zijn biologisch voorbestemd om bij de groep te willen horen. De reden daarvoor loopt terug tot in de tijd van de jagerverzamelaars: toen betekende uitgestoten worden door de groep, letterlijk ten dode opgeschreven zijn. Alleen opgenomen worden in de kudde, bood je toen voldoende bescherming tegen alle gevaren van buitenaf én maakte dat je voldoende voedsel kon vergaren om te overleven.”

“Mensen zijn biologisch voorbestemd om bij de groep te willen horen. Je individueel afzetten tegen een schoonheidsideaal dat de wereld rond jou wél nog aanhangt, is daarom erg moeilijk” (Celien Rombouts)

“Die letterlijke fysieke nood aan anderen om te overleven, is in onze moderne wereld vol supermarkten en veilige beschutting uiteraard verdwenen, maar het achterliggende biologische principe blijft wel nog overeind: om ons als mens veilig en geborgen te voelen, hebben we een plekje in de groep nodig. Contact en verbinding met de mensen om ons heen, is waar we het meeste vreugde en voldoening uit scheppen. Neem dat weg, en je zal heel ongelukkig worden.”

Om onszelf van dat ‘veilige’ plekje te verzekeren, passen we ons dus aan: we kijken goed naar wat de maatschappij – en vooral de meest prominente en meest ‘geslaagde’ leden daaruit – als ‘mooi’, ‘goed’ of ‘waardevol beschouwen, en proberen daar onbewust toch op een of andere manier aan te voldoen. Celien: “Des te moeilijker wordt jezelf losmaken van die maatschappelijke schoonheidsnorm nog eens, wanneer je weet dat magere mensen procentueel gezien ook effectief meer kansen krijgen in deze wereld. Welk zinnig persoon gaat z’n eigen kansen op het best mogelijke leven immers zelf saboteren?”

Bodyneutraal als nieuwe normaal 

Met oog op onze mentale en fysieke gezondheid, doen we er echter toch niet slecht aan een manier te vinden, om dat ‘perfecte plaatje’ iets vaker links te laten liggen. Chelly Maes: “Het schoonheidsideaal dat de afgelopen decennia in het westen zo op een voetstuk kwam te staan, is niet alleen bijzonder eenzijdig, voor de overgrote meerderheid van de vrouwen is het ook nog eens pure utopie.” Op basis van genetica en biologie is slechts vijf procent van alle vrouwen ook echt in staat om een figuur van het type Kate Moss of Alexa Chung te bereiken. Wie dat wil, moet daar vaak ook nog eens een heel leven van diëten en restrictief eten voor over hebben. Niet bepaald gezellig en goed voor je mentaal welzijn is het ook al niet. Celien: “Onderzoek toont aan dat wie regelmatig dieet, vaak niet alleen ongelukkiger is over z’n lichaam, maar ook vatbaarder is voor angsten en depressie, met een lager zelfbeeld en zelfwaarde kampt en zelfs meer risico loopt op chronische ontstekingen, hart- en vaatziekten en zelfs op bepaalde types kanker.”

“Amper vijf procent van alle vrouwen is genetisch ook in staat om het hyperslanke schoonheidsideaal type Kate Moss of Alexa Chung, ook te behalen” (Chelly Maes)

Onder invloed van Instagram, fillers en de populariteit van realitysterren als Kim Kardashian, werd het de afgelopen tien jaar zelfs nog moeilijker om aan de maatschappelijke schoonheidsnorm te voldoen. Chelly Maes: “De ranke wespentaille van Kim combineren met haar volle bibs, ronde borsten en met botox gevulde lippen, kan alleen nog door zelf ook onder het mes te gaan.”

‘Dun’ is niet gelijk aan ‘gezond’

De hoogste tijd om van bodyneutraal écht het nieuwe normaal te maken dus. Om die beweging écht in volle kracht door te zetten, moeten er zich eerst nog wel een paar maatschappelijke veranderingen doorzetten. “Ten eerste zou een grotere diversiteit aan lichaamsvormen in de media en de mode- en reclamewereld deugd doen: waarom geen donker model met maatje 44 op de cover en beelden zonder filter? Die openheid voor andere en rondere vormen is er wel al vaker, maar wat nog ontbreekt is authenticiteit, vindt Maes: “Je bent als consument vaak nog niet overtuigd van de oprechte intenties van een label of blad. Kiezen ze voor een diverser lichaamsbeeld, omdat ze overtuigd zijn van het belang daarvan of proberen ze mee te surfen op de hype nu ze merken dat er steeds meer rebellie tegen het eenzijdige blanke, slanke cisgender-beeld ontstaat? Om de perceptie van schoonheid in het hoofd van mensen écht te doen verschuiven, is het belangrijk dat labels en magazines het hart van de body positivity-boodschap mee uitdragen.”

Ook bij de populaire cultuursector is werk aan de winkel: “In films en series worden slanke mensen vaak nog als succesvoller voorgesteld. Aan personages met een groter lichaam koppelen tv-makers vaak negatieve eigenschappen als ‘lui’, ‘werkloos’ of ronduit ‘asociaal’.”

“De belangrijkste hindernis voor een bodyneutrale normaal, is de gezondheidssector zelf: die stelt ‘mager zijn’ nog te veel gelijk met ‘gezond zijn’, terwijl dat niet per se samenvalt” (Celien Rombouts)

De belangrijkste speler die de weg naar een ‘body positive’-moraal nog in de weg staat, de gezondheidssector zelf, zegt Rombouts: “Die houdt nog te veel vast aan de body mass index (BMI). Volgens die theorie zouden enkel mensen met een BMI tussen de 18 en 25 ‘gezond’ zijn. Maar gezondheid hangt van zoveel factoren af, zoals je stressniveau, slaappatroon, de mate waarin je beweegt, spiermassa, cholesterol en bloeddruk. Door ‘mager zijn’ gelijk te stellen aan ‘gezond zijn’, houdt de sector het stigma gewicht in stand en duwen we mensen met een hoger gewicht in de richting van een dieet, terwijl dat soms helemaal niet nodig is. Voor sommige mensen is een iets hoger gewicht nu eenmaal het meest natuurlijk.”

Body-acceptance en self-love: zo ga je aan de slag

Totdat de wereld rond ons erin slaagt ‘rank en slank’ niet langer als het enige werkbare ideaal te zien, gaan we best zelf aan de slag, zo redeneert Rombouts, want: maatschappelijke veranderingen gaan nu eenmaal niet over één nacht ijs. Celien: “Wis op social media alle accounts die je aanzetten tot diëten of die je slecht doen voelen over je eigen lichaam en voeg er een paar body positive-stemmen aan toe. Onderzoek toont aan dat mensen die zich omringen met lichaamsvormen die meer aansluiten bij die van hen, een milder beeld ontwikkelen en hun eigen lichaam meer gaan waarderen.

“Stop ook met je lichaam te vergelijken met dat van anderen: het is niet omdat vriendin x of filmster y over een perfect surfer girl wasbordje beschikt, dat dat noodzakelijk beter is dan jouw misschien iets minder strak in het pak zittende bikinilijf. Wie zich focust op z’n eigen lichaam en dankbaar is voor hoe dat zich voelt, zal veel minder de behoefte voelen om toch maar in die jeans van maatje 36 te passen.”

Het allerbelangrijkste echter: relativeer het belang van uiterlijk en focus je op de rest van je persoonlijkheid. Rombouts: “Zoek uit wie je naast je spiegelbeeld nog bent; wat vind je belangrijk in het leven? Waar liggen jouw talenten? En wat zou je graag nog realiseren? Wie z’n lichaam vooral gaat bekijken als een instrument dat je in staat stelt om al die dingen te doen, in plaats van iets dat er op een bepaalde manier behoort uit te zien, zal dat felbegeerde maatje 36 plots veel minder belangrijk vinden.”

Meer tips om jezelf een intuïtief eetpatroon aan te meten? Dit artikel maakt deel uit van ons groot dossier over intuïtief eten, ontdek hier alle tips.

Het boek  ‘F*ck it, maandag start ik echt... en andere dieetonzin weerlegd’ van Celien Rombouts (€ 22,50) is vanaf 8 april te koop bij Pelckmans Uitgevers.

Meer anti-dieettips en self-care:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content