Opinie: waarom nu eerst zwarte levens ertoe doen, voor we weer over onszelf beginnen
Naar aanleiding van de dood van George Floyd moest onze eindredacteur Annelore De Donder dit even kwijt...
Niet te geloven
‘Vrouwen kunnen niet parkeren’. Ik weet nog dat de onwaarheid van die uitspraak pas tot me doordrong toen ik feminisme leerde begrijpen. Het feminisme, dat in een stroomversnelling leek te komen tijdens de MeToo-beweging. Feminisme, waarbij niet gestreden wordt voor de dominantie van vrouwen over mannen, maar waarbij gelijkwaardigheid van de seksen het enige doel is. Maar dus, pas toen, tijdens die hele maatschappelijke discussie wist ik: er zijn bepaalde overtuigingen die ingebakken zitten in ons wezen, zonder dat we ons daar vragen bij stellen. Overtuigingen die bij nader inzien op niets gestoeld zijn. Het is niet zo dat vrouwen slechter of beter rijden dan mannen, het wordt gewoon zo gezegd en aangenomen, doorgegeven van generatie op generatie en geloofd zonder er verder bij na te denken. Voor alle duidelijkheid: er zijn mensen die beter of slechter rijden dan anderen.
Maar het gesprek over vrouwenrechten is hier nu niet aan de orde, ik wil niet één van diegenen zijn die per se moet corrigeren in ‘all lives matter’. We weten dat all lives matter, maar vandaag moeten eerst zwarte levens ertoe doen, voor we weer over onszelf beginnen. De reden dat ik eerst over vrouwen begon, is omdat met deze Black Lives Matter-beweging eenzelfde soort bewustzijn in mij wakker is geworden. Een bewustzijn van geconstrueerde waarheden die worden doorgegeven, schijnbaar zonder kritische beschouwing. Ik spreek voor mezelf, maar ik vrees dat het voor heel veel witte mensen geldt. Wij, witte mensen, die niet onderwezen worden over de horror van ons eigen koloniaal verleden, die blind en doof worden gehouden voor de privileges die we onszelf hebben toegekend. Zijn we allemaal racist? Niet allemaal, nee. Zijn we onwetend? Ja.
Zijn we allemaal racist? Niet allemaal, nee. Zijn we onwetend? Ja.
Een ‘ras’ is een geconstrueerde waarheid die wordt aangenomen. Er is kleurverschil, klopt. Er zijn culturele verschillen. Maar alles wat daar verder aan verbonden wordt – elke vorm van waardeoordeel-, is een constructie. Een constructie die gebaseerd is op macht van mensen die het verschil willen uitbuiten om zich beter te voelen dan anderen, die er nog machtiger en rijker van kunnen worden. Ik schaam me dat het zo lang geduurd heeft om dat te doorzien. Om de pijn en de schaal ervan in te zien voor mensen die niet aan de machtige kant staan. Die nu hopen dat we het met z’n allen eens eindelijk gaan inzien, na het zoveelste machtsmisbruik: een witte agent, bijgestaan door drie collega’s, die z’n knie minutenlang in de nek van een ongewapende, geboeide zwarte man boort bij daglicht, in het openbaar, en zonder verpinken recht in de camera kijkt met een blik die overtuiging van gelijk verraadt, die zonder schaamte noch twijfel is omdat dit soort daden al zoveel keer zijn gepasseerd zonder repercussies.
Vier witte Amerikaanse politiemannen tegen één een weerloze zwarte Amerikaanse man; een microvoorbeeld in zijn gruwelijkste vorm van een wereldwijd, eeuwenoud zeer. Een aanleiding die ik, een white, privileged, Belgisch mens aangrijp om aan introspectie te doen, om te luisteren naar niet-witte mensen over waar zij voelen dat het scheef zit, om bij te leren over onze eigen geschiedenis en onwetendheid en slimmer te worden dan voorgekauwde waarheden en ingebakken percepties. Een reden om alvast te besluiten dat, als ik racisme zie of hoor, niet meer voor de lieve vrede zal zwijgen. Want het zal maar eens je vader zijn, je kind, dat getaxeerd wordt op basis van pigment, dat hulpeloos stikkend aan z’n eind komt door een zelfingenomen knie in de nek.
We zijn allemaal kinderen of ouders. Sommigen zijn zwart, anderen wit. Al de rest is wat je zelf wil geloven.
Annelore