Hier wil je naartoe: Villa Tazegout, een verborgen parel in Marrakech

Annelore De Donder

Ook al heeft de aarde er gebeefd, dat koningsstad Marrakech ­een magische bestemming is én blijft, staat als een huis. Met designparel Villa Tazegzout als uitgelezen exemplaar.

Stel: vier vriendinnen hebben wat tijd om het leven zoals het is – opvoeden, werken, drukte en druilerigheid – even achter zich te laten. Waar stuur je ze heen? Best naar een zonnig oord, om het Belgische grijs te compenseren. ­Afrika! Niet al te ver natuurlijk, we hebben maar zoveel dagen. Marokko! Met de nodige magie weliswaar, om nog lang op verder te kunnen zweven. Marrakech! En als het even kan op een onvergetelijke verblijfplaats. De nieuwe luxueuze Villa Tazegzout! Of hoe je duizend-en-één nachten ook in zoveel keer slapen kunt beleven.

Marrakech
Het warme Afrikaanse licht geeft de villa haar gouden gloed.

Beven en bouwen

De plannen voor deze reis werden gesmeed, toen een zware aardbeving Marokko op zijn grondvesten had doen daveren. Het epicentrum: ten zuidwesten van Marrakech, in de provincie Al Haouz, precies waar Villa Tazegzout gelegen is. “Zelfs ons grote huis schudde als een kaartenhuisje, alsof er een tgv naar binnen reed”, zei eigenaar en gastvrouw Anissa Temsamani aan de telefoon. “Maar kom gerust; op een paar scheurtjes na is alles intact, en de mensen die getroffen zijn – in de bergdorpen en de oude stad – léven van het toerisme.” En dus gingen we. In de hoop dat er nog velen in ons spoor zullen volgen. Want Villa Tazegzout is waar Marrakech voor staat, een van de vele verborgen parels die stad en streek rijk zijn.

Villa Tazegzout is waar Marrakech voor staat: een van de vele verborgen parels die stad en streek rijk zijn

Verborgen, hier als in: gelegen in de middle of nowhere, discreet weggestopt aan het einde van een grindweg – die is smal en hobbelig, de tegenliggers gedurfd –, achter een cortenstalen poort, naadloos ingewerkt tussen de roodbruine dorpsmuur. En als de jonge Khalid met brede lach en hand op het hart die poort openschuift, geeft de villa nog niet meteen haar geheimen prijs: de onberispelijke woestijntuin ontplooit zich eerst, met zijn pas geplante cactussen, grassen, olijfbomen, witte en lichtroze bloemen in de rode aarde. Hij werd vakkundig aangelegd door de landschapsarchitect Marius Boulesteix, die ook de veelbesproken YSL-modeshow in de Agafaywoestijn vormgaf.

We parkeren onze bestofte auto op zijn plaats naast de twee ezels, en lopen Anissa tegemoet. Dit is wel degelijk de voormalige sp.a-politicus, we herkennen haar nog. Dat verleden liet de Mechelse met Marokkaanse roots – ze werd geboren in Tanger – achter zich. Dit is haar heden: “Een uit de hand gelopen passieproject”. “We hadden deze twee hectare grond gekocht om er iets privé op te bouwen, waar we samen met vrienden en familie naartoe konden ontsnappen. Maar toen kwam corona en zat ik hier alleen vast; alle creativiteit en ondernemingszin die ik in mij had, is er in die periode uit gekomen.” Met een aanzienlijke schaalvergroting tot gevolg; het werd een ecologische luxevilla om te verhuren – met een poolhouse erbij – en uiteindelijk dubbel zo groot als initieel gepland: een designparel van 780 m2, een uitgestrekt gelijkvloers, helemaal in harmonie met zijn omgeving.

Marrakech
Anissa bereidt een heerlijk inhouse maal met zelfgekweekt lekkers.

Tastvriendelijk

Anissa leidt ons naar de majestueuze inkom. Hoog opgetrokken wanden in traditioneel aangestampte aarde (‘pisé’), brede treden bedekt met handgemaakte, Marokkaanse tegels of ‘bejmats’, een messing designhanglamp en een metershoge, massief houten voordeur vormen het indrukwekkende portaal van het huis. Een staalkaart van wat we binnen mogen verwachten: pure ambacht en lokale technieken – “Zo kan ik de kunde van de plaatselijke vaklieden tonen” – in een architectonische, eigentijdse toepassing. Eenmaal de deur door wordt onze blik eerst de eindeloos lijkende gang in getrokken, waar daglicht via grote raampartijen naar binnen valt, recht op de artisanaal geweven, kleurrijke tapijten. Daar zijn de vijf ruime tweepersoons­kamers met badkamer.

Villa Tazegtzout nodigt uit om huiselijk te blijven hangen.

Slapen is voor straks, eerst kennismaken en nog meer ­onder de indruk raken in de salons. Lees: vol ongeloof naar elkaar kijken en half extatisch ‘What the fuck?!’ lippen. Anissa biedt ons, aan haar met zelliges bezet keukeneiland, een welkomstdrank aan: schuimwijn ­– er is wel degelijk alcohol, “Marokko is een vrij liberaal land” –, of een zelfgemaakt detox-sapje op basis van limoen, verse munt en gember. Met een glaasje van beide nemen we de setting in ons op: de raampartijen van boven tot onder als transparant doorgeefluik tussen interieur en exterieur, de warme mix van seventies en midcentury in meubilair en aankleding, de naturel van de handgemaakte bejmats op de vloer, ook binnen – met zalige vloerverwarming eronder –, de tastvriendelijke tadelakt in gedempte tinten tegen de muren. Het aardse, uitgepuurde geheel fluistert: voel je thuis. Geen zorgen, doen we nu al.

De aardse, uitgepuurde villa fluistert binnen én buiten: voel je thuis. Geen zorgen, doen we!

Bij onze thuis weg van huis hoort ook een traditionele ­hamam. En daar gaan we: vier witte peignoirs de woestijntuin door, richting afzonderlijke wellnessvilla. De badjas gaat uit, wij de stoom in. Het ritueel kan beginnen: de oudere Aisha en de jongere Zohra scheppen gouden schaaltjes heet water uit gelijkaardige tonnetjes over ons heen. Ze oliën ons in en schuren dan met hun ruwe washand de vliegreis en alle dode huid van ons af. Daarna worden we ingezeept en weer afgespoeld. Onze haren worden gewassen, gekamd en uitgespoeld. Bij de thee achteraf gloeien we; we werden zopas gedoopt in zeldzame intimiteit, onder elkaar, onder vrouwen. Gewassen worden, het zou niet mogen stoppen als je kind-af bent. Het letterlijke blootgeven wordt dat ook figuurlijk, vertelt Anissa tijdens het diner: “In die vrouwenbadhuizen ontstaan gesprekken over het leven, de liefde, elkaar.” Ze heeft zelf meegeholpen in de keuken en serveert ons een volledig lokaal geoogst diner, met huisgemaakte volkoren couscous, gekaramelliseerde uitjes, rozijnen, kaneel en groenten als rode biet uit de ­eigen moestuin: het aardse, uitgepuurde vertaalt zich ook op ons bord. De Marokkaanse Beauvallonwijn vloeit rijkelijk, Khalid laat de verse muntthee van hoog recht in de kleine glaasjes klateren als symbool voor gastvrijheid, een pijler van de Marokkaanse cultuur.

Marrakech

De avondlucht is koel, het licht warm. Het zwarte tadelaktzwembad weerspiegelt de vlammen uit de vuurkorf, door de ramen zien we de gezelligheid van binnen. In de verte klinkt de oproep van de muezzin tot het avondgebed, het laatste van de dagelijkse vijf. Nog zo’n dag als vandaag graag, insjallah.

Van vallei, over woestijn tot Beverly Hills

Ik word wakker met een prachtig staaltje stratigrafie, ingekaderd door de stalen profielen van mijn slaapkamerraam: een strook infinitypool – doorkliefd door Dorien, de dappere ochtendzwemmer –, een laag woestijntuin erbovenop, daarop een streep dorpsmuur, het verder gelegen Atlasgebergte dat erboven kartelt en een paarsroze hemel als zoom. Ik knijp mezelf in de arm, duw de vensterdeur open en wandel door de tuin richting ontbijt in de leefruimte. Daar nog een droom en geen bedrog: het inhouse bereide buffet. Marokkaanse broodvariaties, vers fruitsap en eigen kweek: alles om sterk te staan voor een dagvullende roadtrip door het omliggende landschap, le Maroc profond.

Marrakech
We zijn meteen gefascineerd door dat Afrikaanse licht, de warmgele gloed die alle contrasten een gouden randje geeft

Eerst het oude besje in de ezelkar laten passeren – fooi voor de foto – en dan verder de groene Ourikavallei in, een natuurlijke weldaad aan de voet van het Hoge Atlasgebergte. Op de vruchtbare klei, gevoed door de gelijknamige rivier, floreren de olijfboom-, fruitboom-, rozen- en bougainvilleskwekerijen. “Voordat Marrakech dat is geworden, was dít de hoofdregio. Naar hier zakten de bergbewoners af om hun vee te laten grazen, met alle bedrijvigheid vandien”, vertelt Anissa als persoonlijke gids. Vandaag is die bedrijvigheid verspreid over de vele kleine Berberdorpen, vaak maar een straat groot, met de benedenverdieping van de rijhuisjes als één langgerekt uitstalraam met huishoudspullen, kledij, schoenen, en zowat alles eetbaar. Hier en daar passeren we de lokale markt, of geiten die zich tegoed doen aan wat daarvan overblijft. Kronkelend en klimmend wisselen de terracottakleurige dorpen af met panoramische groenzichten. En met helaas een paar provisoire tentenkampen tussenin, zoals in Tahanaout. De aardbeving heeft de traditionele lemen Berberhuisjes met de grond gelijkgemaakt, we vrezen definitief.

Aan dromedarissen geen gebrek in de Agafaywoestijn.
Marrakech
Op doortocht door le Maroc profond.

En dan wordt het droger: de vallei gaat over in een rotsachtig, roestbruin maanlandschap. We laten Kasbah Tamadot van Virgin-topman Richard Branson iets verderop in de Atlas voor wat-ie is – “Ik heb ’m al ontmoet” – en rijden de Agafaywoestijn in. Anders dan de Sahara is die van steen, niet van zand. Kosmopoliet als ze is, heeft Anissa haar ­navigatie-app in het Italiaans staan: “Ik spreek het niet, maar versta het wel”. En dus hobbelen we, nogal atypisch voor de streek, van sinistra en destra richting onze bijzondere lunchplek: Le Flouka, een hotel-restaurant met zicht op het Lalla Takerkoust-meer en de Atlas. Een prima mozzarella-tomatensalade later – past bij de gps – rijden we tussen menig quadverhuurder en dromedarishoeder richting een van de vele luxueuze glampings die over de woestijn verspreid liggen: Caravan Agafay, mét zwembad. Ik was er graag gebleven totdat de nacht over de filmische scenery viel, om er vanaf een van de kelimpoefs naar de sterrenhemel te kijken. Maar de rit gaat verder, richting Marrakech langs de Avenue Essaouira. We houden halt bij een andere hemel: die van de lokale ambachten. De zogenaamde Village des Potiers doet de grot van Ali Baba verbleken; talloze ateliers en magazins puilen uit met een enorme buit aan artisanale zelliges, ijzer- en aardewerk. Sesam opent zich inderdaad, en we zien hoe mandenmakers, pottenbakkers en smeders hun schatkamers aanvullen. We nemen ons voor om van bagage voorzien terug te keren.

Marrakech
Le Flouka is de perfecte stop tijdens je doortocht door de Agafaywoestijn.

Zonder pot noch vaas, helaas, gaat het verder door de palm­oase Palmeraie, waar kuddes dromedarissen toeristen in de val moeten zien te lokken, en langs het ‘Beverly Hills’ van Marrakech: daar liggen de miljoenenvilla’s van celebs als Monica Bellucci, de Beckhams, een handvol royals en co. verstopt achter fabuleuze portalen. Doe ons maar ons eigen sprookjespaleis. Daar wachten het zilte zwembad bij ondergaande zon, en een tafel gevuld met verse soep, een dampende tanjia – het lokale stoofvlees –, in de couscoussière gegaarde groenten met rozemarijn, en flan als dessert. Eat this, Beckhams.

Marrakech
Anissa’s eigen kweek.

Majorelle, Picasso en Aladdin

Met de auto van de villa Marrakech in, dat is heel hard proberen te doen van go with the flow. Van de kamikazeflow, weliswaar. Richtingaanwijzer? Nooit van gehoord. We leven nog en parkeren na een zweetrit van een klein half uur aan de Majorelletuin, de perfecte afkoeling in de vorm van een botanische oase. Modeontwerper Yves Saint Laurent, wiens as er in de rozentuin werd verstrooid, en zijn partner Pierre Bergé kochten Jardin Majorelle in 1980 om de visie van de oorspronkelijke eigenaar, de Franse schilder Jacques Majorelle, in ere te houden. Er heerst natuurlijk een toeristische drukte, maar die wordt gedempt door de tropische exotiek van de cactussen, bougainvillea’s, cocospalmen… , het gezang van vogels, de marmeren waterpartijen, de zinderende majorelleblauwe muren. Dit levensechte schilderij vráágt om fashionable foto’s, YSL le savait. Met de hoge art-nouveautoren erbij liefst, die de naburige kasba’s weerspiegelt, de bergforten van het ooit onafhankelijke Berbervolk (ofte ‘Imazighen’, ‘vrije mensen’), de oorspronkelijke bewoners van Marokko. Het aanpalende Berbermuseum, in het teken van deze rijke Noord-Afrikaanse cultuur, is voor een volgende keer. Tijd voor lunch. En niet zomaar één.

Het intens en lichtgevend ultramarijn blauw, ofte ‘Majorelleblauw’.
De botanische Majorelletuin met exotisch schoons.

We schuiven onze beentjes onder de smetteloos gedekte tafel in een van de prestigieuze restaurants van het mythische vijfsterrenhotel La Mamounia, meermaals verkozen tot het beste ter wereld en dit jaar honderd geworden. Het soort waar immer galante obers geruisloos je wensen vervullen, nog voor je ze gedacht hebt: schoteltje verse oesters voor de dames, yes please. Mogelijk heeft de oplichtster ­
‘Inventing Anna’ Sorokin, alias nepmiljonairsdochter Anna Delvey, op precies deze plek aan het indrukwekkende buitenzwembad gezeten voordat ze door de mand viel. Ze bleek de gespendeerde 62.000 dollar in La Grande Dame (7.000 per nacht) niet te kunnen betalen. Alleszins, niet onlogisch dat een mens wat overheeft voor een luxueus verblijf in dit voormalig koninklijke paleis: de beste wijnkelder van Afrika, een bioscoop, de delicatessen van ‘de Picasso van de patisserie’ Pierre Hermé – we zijn Katrien verloren aan zijn waanzinnige millefeuilles –, de champagnebar Le Churchill (naar die vaste klant), de ongeziene wellness, de acht hectare aan weelderige tuinen… Ook dit voelt als een grot van Ali Baba, zij het ingericht met een mix van art deco en traditioneel houtwerk. Al sinds 1923 – een recente, grondige facelift inbegrepen – baadt dit legendarische icoon nog steeds in pure luister. Anna had gelijk, net als haar minder criminele voorgangers Nelson Mandela, Paul McCartney, Charlie Chaplin, Marlene Dietrich... De subtiele geurtonen van dadel, amandel, sandelhout & vijgen begeleiden ons op weg naar buiten, de enige echte Mamounia-portier zwaait ons uit.

De iconische La Mamounia-portier.
Het Moors-Arabische La Mamounia
Het dessertenbuffet in La Mamounia.

We rijden iets verder de medina in, de historische kern, en geven de sleutels aan een tandeloze local – toegegeven, met enige scepsis. Vandaar gaan we op missie: Sofie wil graag oud-parfum en leren sloefjes. Dat eerste vinden we bij Max & Jan, een bohemien conceptstore van twee uitgeweken Belgen. Voor het traditionele schoeisel checken we de high-endlinnenshop van die andere Belg, Valérie Barkowski, die met haar eigen interpretatie van de iconische ­puntige babouche een knipoog creëerde naar dat culturele erfgoed. En dan trekken we de soeks in, schijnbaar onveranderd sinds de middeleeuwen, toen kruisende karavaanroutes er handelaren en ambachtslieden samenbrachten. Nog altijd dwarrelt stof er door dappere stroken zonlicht, laten de smalle steegjes amper ruimte om ezels met kar te laten passeren, en vult een mix van Aladdin-lampen, Jasmine-juwelen, bonte kelimhoezen, warme tapijten, kruidenpiramides, olijvenbergen en keramiekstapels dit bedwelmende doolhof. Zag ik daar nu een aap?

La Mamounia is het soort hotel waar immer galante obers geruisloos je wensen vervullen nog voor je ze gedacht hebt

We vinden onze auto én de lieve man –­ 
helaas niet zijn tanden – terug, onze sleutel blinkend in zijn roze plastic pot tussen een tiental andere. Een fooi later begeleidt hij ons uit de geïmproviseerde parkeerplaats, precies tussen twee slapende honden door. Nu naar DarDar, een rooftopbar – dat rijmt. Een trap weggestopt achter een smal steegdeurtje leidt ons nietsvermoedend naar wat de perfecte plek blijkt om deze memorabele dag af te sluiten: modern ­Marokkaans fingerfood, zalige cocktails, een dj die weet wat te draaien, en de ondergaande zon die de Atlas aan de ene kant en de Koutoubia-moskee aan de andere in een intens roze zet. De palmbomen wuiven, de lampionnen branden, de obers lachen, wij leunen naar achter en raken nóg harder gecharmeerd dan we al waren.

Op het dak van bar DarDar.

Anissa werd verliefd op dat prachtige, machtige Marrakech vol wonderen, die fascinerende, roestrode stad en wat haar omringt; op de rust van de woestijn en het bruisen van de medina, op het wit van de besneeuwde bergtoppen en het groen van de vallei, op de vrouw met de ezel en de hotelgast met de Porsche. En op dat Afrikaanse licht, die warmgele gloed die al die contrasten een gouden randje geeft. Een trotse liefde die je in haar villa voelt, en die je zelf – eventueel na een loungesessie bij het uitgestrekte dertig-meterbad en een laatste farm to table-lunch – ongetwijfeld zelf ook mee naar huis neemt.

MARRAKECH EN OMGEVING PRAKTISCH

Zo kom je er
De rechtstreekse vlucht van Brussel naar Marrakech duurt 3u40 en boek je o.a. bij Ryanair, vanaf € 170 heen en terug. Compenseer de CO2-uitstoot van je transport.
Vanaf de luchthaven is het 22 km rijden naar het dorpje Sidi Abdallah Ghiat, waar Villa Tazegzout is gelegen. Anissa biedt een shuttleservice aan. Of huur een auto, bijvoorbeeld bij Sunny Cars met allriskverzekering inbegrepen. Sunnycars.be

Villa Tazegzout
• In de villa zijn 5 tweepersoonskamers met elk een eigen badkamer (waarvan één met ligbad), een woonkamer met open haard, aparte tv- en speelruimte en volledig uitgeruste keuken.
• De poolvilla is apart te huur, met 2 slaapkamers, 2 badkamers en terras.
• De wellnessvilla biedt een Marokkaanse hamam en een multifunctionele ontspanningsruimte.
• Duurzaamheid is key: er wordt seizoensgebonden gekookt met eigen bio-oogst, voor 100% gebruikgemaakt van hernieuwbare energie (door zonnepanelen en het verbranden van olijfpitten) en het verwarmde zwembad is ecologisch gefilterd.
• Belgische sterrenchefs zullen er worden uitgenodigd voor een gastronomische kruisbestuiving; hou de website in de gaten voor deze ‘special acts’.
• Minimumverbijf 3 nachten. Tweepersoonskamer vanaf € 340 incl. ontbijt. Poolvilla vanaf € 500 voor 4 personen. Volledige villa vanaf € 1.500 voor 10 personen of € 2000 voor 14 personen.
Villa-tazegzout.com

Beste reistijd
In de zomer is het er heet; aangenaam qua temperatuur zijn de maanden april, mei en van september tot maart.

Zeker zien rondom

De woestijn
Vanuit de villa kun je met de auto een tocht via de Ourikavallei door de Agafay-woestijn maken. Lunchen kan bij hotel-restaurant Le Flouka (Leflouka-marrakech.com) aan het meer Lalla Takerkoust.

De golfterreinen
Er zijn 21 golfterreinen in Marrakech – de vader van de huidige koning was een fervent golfer. Op een kwartier rijden van de villa liggen er drie, waaronder de Royal Golf Marrakech, een van de oudste en de mooiste. Royal-golf-marrakech.com

Marrakech-stad
• De Jardin Majorelle en bijhorende Villa Oasis ligt in het hart van de wijk Gueliz. In het voormalige schildersatelier van Jacques Majorelle vind je het Berbermuseum, over het oudste volk van Noord-Afrika: meer dan 600 voorwerpen verzameld door Pierre Bergé en Yves Saint Laurent getuigen van de rijkdom van een nog levende cultuur. Het museum Yves Saint Laurent, gewijd aan de couturier en zijn werk, ligt er vlakbij, aan de Rue Yves Saint Laurent. Om het meeste uit je bezoek(en) te halen, is het aan te raden om je ticket(s) online te boeken. Jardinmajorelle.com, Museeyslmarrakech.com
• Is een overnachting in het luxueuze ­hotel La Mamounia boven budget (€ 650)? Geen zorgen, je kunt het interieur ook bewonderen tijdens een lunch of een diner in een van de vier restaurants: L’Asiatique, L’Italien, Le Marocain en ­
Le Pavillon de la Piscine. Mamounia.com/en/the-restaurants
• Beleef een magische zonsondergang met cocktail in de hand vanaf Rooftop DarDar, op vijf minuten wandelen van het beroemde Djemaa el Fna-plein. Rooftopdardar.com
• De zaak van Valérie Barkowski met bad- en tafellinnen, beddengoed en ­accessoires is gelegen in de medina (142, Arset Aouzel, Dar Bacha). Raak je niet in Marrakech, dan kun je haar creaties ook online vinden. Valeriebarkowski.shop

Meer info op Visitmorocco.com/nl

Beeld: Karl Bruninx

Meer reistips

Partner Content

Gesponsorde content