Binnenkijken in het vakantiehuis van stijlconsulente Caroline Van Thillo

Een explosie van kleur en speelse vormen, en een schatkist aan mooie objecten om te bewonderen: het vakantiehuis van de stijlvolle Caroline Van Thillo.

 

Achter de roodgelakte poort ontdek je een wit huis uit de jaren dertig. Een cottage-villa met rieten dak in Knokke, in die typische kuststijl die doet denken aan lange wandelingen en gezellig terug thuiskomen. Caroline: “Ik vond de buitenkant magnifiek en ben gevallen voor de grote tuin. De ligging is uniek, het is hier erg rustig. Het is ons vakantiehuis, en dat gevoel moet je bij het binnenkomen ook hebben.”

 

Vandaag zijn we hier met z’n tweeën, want de jongste kinderen hebben examen en zijn in Brasschaat gebleven om te studeren. Normaal is er hier meer volk, en dat is zoals Caroline het graag heeft.

“Ik was op zoek naar een familiehuis. Naar een plaats met mogelijkheid tot uitbreiding. De oudste dochter Morgane is getrouwd. Joséphine en Lucien brengen waarschijnlijk ooit ook iemand mee naar huis. Dit moet een huis zijn voor vrienden, partners, en misschien wel kleinkinderen. Ik wil dat er plaats is voor iedereen. Om te blijven eten, te blijven slapen en te blijven hangen. Een groot warm nest.”

Een bijzonder elegant nest dan wel. Kleurig, decoratief en chic, maar ook warm en gezellig. Caroline kan zich in die woorden wel vinden. “Als het maar niet koel en afstandelijk is, zo’n showroom waar je niks mag aanraken. In een huis moet geleefd worden. Inrichten heeft voor mij veel met gevoel te maken, met de flow van het huis. Je moet elkaar op een spontane en vanzelfsprekende manier vinden. Een thuis moet de plaats zijn waar je je goed voelt, onmiddellijk. Toen ik deze villa voor de eerste keer bezocht, zat er schimmel op de muren en vond ik amper mijn weg in de opeenvolging van kamers. Maar toch wist ik: dit is het, hier valt iets van te maken. De sfeer zat goed. Dit is een huis dat rust brengt en energie geeft.”

De flow van het huis werd volledig herdacht. Wat beneden een wirwar aan kleine hokjes was, werd één lichte, open ruimte. Boven werd de zolder geannexeerd en werden badkamers geïnstalleerd. “Er was in dit huis één grote doucheruimte, met één waterspuit. Een beetje griezelig.” Twee jaar werd er gewerkt. Caroline volgde alles. “Verbouwen, ik doe dat graag. Je hebt mensen die er volledig gek van worden omdat er duizend-en-een details zijn waar je rekening mee moet houden. Van de lichtschakelaars tot tegels en deurkrukken, al die puzzelstukjes moeten in elkaar passen. Pas nog belde een vriendin die midden in de renovaties zat: ‘Kun jij me niet helpen, ik word zot.’ Maar ik houd me daar dus echt graag mee bezig. Wat ik wel heb geleerd, is om ook de experten hun werk te laten doen. Ik had wel een idee hoe ik de ruimtes wilde, maar heb toch een architect geconsulteerd. Ook voor de verlichting zal ik er een expert bij halen. We leven in een donker land, verlichting is veel te belangrijk om zelf maar wat te gaan improviseren. Voor de tuin heb ik Jean-Philippe Demeyer gevraagd. Ik bewonder wat hij met interieurs doet, maar de tuin is zo mogelijk nog unieker. Na een aantal verbouwingen ben ik tot de conclusie gekomen dat het loont om specialisten te laten doen waar ze goed in zijn.”

Kleur en licht

De benedenverdieping vormt een kleurig en coherent geheel, hoewel ze is opgebouwd uit bijzondere en soms unieke stukken. Caroline: “Ik ben een beetje een verzamelaar. Scrollen op Instagram, het net afspeuren, marktjes bezoeken, loten opkopen... Kijk, nu heb ik keramiek besteld bij Véronique Rivemale. Ik heb haar werk toevallig ontdekt. ‘Stuur mij een filmpje van je huis,’ schreef ze, ‘dan weet ik welke kleuren ik moet gebruiken.’ Als ik iets zie wat bij een inrichting van pas kan komen, koop ik het. Als ik het niet meteen kan plaatsen, stockeer ik het. Het is magisch om te zien hoe al die stuks uiteindelijk wonderwel bij elkaar passen en een geheel vormen. Het is alsof ik een verhaal in mijn hoofd heb, dat uiteindelijk alle elementen met elkaar verbindt. In dit huis is alles met de salontafel begonnen: een ronde tafel in een rechthoekige kamer, die proporties zetten dan de toon.”

Een bamboestoel, Portugees aardewerk, een sofa met rondingen, een strak belijnd bureautje, een reeks schilderijen die kader naast kader in een lange lijn werden opgehangen. De oogjes van de Demeyer-kussens, de gestreepte lampenkap. Eclectisch noemt men dat.

“Kleur en speelse vormen, dat is waar ik van houd. De stijl van David Hicks, Gert Voorjans of Jean-Philippe Demeyer. Sterke tinten, een mix van motieven, modern naast antiek. Een minimalistisch interieur vind ik ook mooi, maar het past niet bij me. Zelf heb ik kleur nodig, een levendige sfeer. Wat ik simpel houd, zijn de muren. Die blijven wit. Je kunt pas met je interieur spelen als de basis sober is. Dan kun je ook regelmatig een stuk vervangen of verplaatsen. Een kakofonie mag het niet worden.”

De inrichting zou je ook als vrouwelijk kunnen omschrijven, vind ik. “Die bedenking heb ik me ook gemaakt. Misschien omdat het ons vakantiehuis is waar het allemaal wat luchtiger en plezanter mocht. Het huis in Brasschaat is een beetje ernstiger, misschien wel wat mannelijker. Ik heb het geluk dat mijn echtgenoot me altijd mijn zin laat doen met een huis. Echt, hij bemoeit zich nooit. Hij fietst heel erg graag. Hij zou zijn fiets van mij in de living mogen binnenrijden. Als tegengewicht voor alle zaken die ik er plaats en die hij zonder morren accepteert.”

Familie

We zitten aan de lange, marmeren toog in de open keuken. Caroline herinnert zich de lockdown. “Hoe akelig die periode ook was, het was goed om te beseffen wat belangrijk is: een fijne familie, een gezellig huis, gezond eten. Ik ben geprivilegieerd, dat realiseer ik me elke dag, maar toen des te meer. Wij hebben een zalig gezin. Toen ik met een vriendin belde, hoorde ik gegil op de achtergrond. ‘De kinderen kunnen elkaar niet meer verdragen, straks vermoorden ze elkaar.’ Bij ons is dat in alle harmonie verlopen. Elke dag samen koken, iedereen zijn taak – degene die de uien moet snijden, zet zijn zonnebril op –, grappen en lachen. Wij hebben chance.”

Caroline houdt zich voor DPG (mediabedrijf De Persgroep) bezig met de vzw Kindergeluk. “Kinderen die het wat moeilijker hebben in de maatschappij, krijgen een duwtje in de rug. Dat kan een weekje op kamp zijn, een ticket voor Plopsaland... Wij willen kinderen gelukkig zien. Onlangs kreeg ik een kaartje van een aantal jongeren om me te bedanken voor een daguitstap. Zoiets wordt meteen met onze familie-whatsappgroep gedeeld, zodat we niet vergeten hoe gelukkig we zijn. Zo heb ik het thuis geleerd: als het leven je veel schenkt, is het goed om terug te geven. Mama heeft zich altijd voor anderen ingezet. Onlangs hebben we op uitnodiging van vrienden een reis naar Brazilië gemaakt. Mijn man en ik werden er verliefd op het landschap en op de mensen, we hebben daar echt ons hart verloren. Meteen zie ik dan ‘projecten’. Ik heb al Engelse les gegeven bij ons thuis, want de dorpsschool is door corona al twee jaar dicht. Ik heb een grote oven gekocht voor de lokale pottenbakker en in ruil gaat hij de kinderen van het dorp een beetje opvangen. Het ligt niet in mijn aard om de hele tijd langs een zwembad te liggen, ik wil een doel hebben en me nuttig voelen.”

Mode

Carolines dressing is kleurig gevuld en jaloersmakend netjes. “Ja, mooi hè. Ik ben altijd blij als ik naar mijn kast kijk. Als ik iets nieuws koop, etaleer ik het vaak even. Dan hang ik het hier op een kapstok, zodat ik er een tijd van kan genieten. Voor het opbergen heb ik een opvouwplankje, een cadeautje van Johan Vandendriessche van de Massimo Dutti-winkels. Ik zei hem dat ik voor de eerste keer iets had willen stelen, namelijk zijn vouwplank. Een paar dagen later arriveerde een pakje uit Spanje. Inderdaad: zo’n plankje. Ik zou het niet meer kunnen missen.”

Haar kledingstijl is vergelijkbaar met de uitstraling van haar interieurs: kleurig, speels en vrouwelijk. “Ik combineer Zara of Cos met Gucci, Christopher Kane of Mary Katrantzou. Ik houd veel van het Belgische Bernadette, ik volg graag wat Annick Van de Weghe doet. Er hangt Essentiel in mijn kast, Odile Jacobs, zaken van The Frankie Shop, en natuurlijk heel veel Natan. Zwart zul je zelden in mijn garderobe vinden, kleur en motieven des te meer.”

De familie Van Thillo is al jarenlang klant bij Natan Couture en Caroline herinnert zich haar eerste jurk, voor de bruiloft van haar zus. “Ik was veertien. Ik maar zeggen dat mijn jurk korter moest, het rugdecolleté lager en de schouders breder. En achter mij schudde mama rustig haar hoofd: niet luisteren.” De ontwerper werd een boezemvriend, en het plan groeide om samen iets te doen. “Dat hebben we wel honderd keer tegen elkaar gezegd, maar we vulden het nooit concreet in. Dat was deels door een vorm van bescheidenheid van mijn kant. Ik ben dan wel opgegroeid met mode, en ik denk dat ik een oog heb voor proporties en stijl, maar ik heb geen enkele vorm van mode-opleiding genoten. Ik kan geen patroon tekenen, ik kan zelfs geen broek of jurk schetsen. Dus ik dacht: wat heb ik in godsnaam te bieden aan die mensen van het atelier die zoveel technische kennis bezitten, die modegevoel in hun vingers hebben. Het waren zij die me ervan overtuigden dat ze een frisse blik konden gebruiken, dat ze openstonden voor mijn suggesties. Met een groot woord zou je mijn functie als stijlconsulent kunnen omschrijven. Ik pas de stukken, toon hoe ik ze zou dragen en doe hier en daar wat voorstellen: misschien kan het hier wat korter en daar wat breder. Nog steeds als die veertienjarige eigenlijk!” (lacht)

Wie is Caroline?

  • Caroline Van Thillo (50) is mama van Morgane, Joséphine en Lucien. Morgane is een bekende vegan chef en influencer (humblybymorgane.com).
  • Studeerde kunstgeschiedenis en was binnenhuisdecoratrice.
  • Houdt zich nu voor DPG Media bezig met de vzw Kindergeluk (kindergeluk.be) en is stijlconsulente bij Natan Couture (@natancouture, @caroline_van_thillo).

 

Meer interieur en mode:

FOTO’S DOOR: CHARLOTTE VAN NOTEN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content