Erfgoed op z’n best: binnenkijken bij interieurarchitecte Olga Pérez

Het is leuk huizen kijken in de residentiële buurt rond het Antwerpse Park Den Brandt. Het mooiste huis is wellicht deze Villa Kaplansky, een toonbeeld van modernisme, omgeven met mysterie.

 

Er zijn weinig huizen met een indrukwekkender curriculum vitae als deze Villa Kaplansky; een architecturale parel en imposant art-decocomplex ontworpen door een kopstuk van het interbellummodernisme, de Joods-Poolse architect Nachman Kaplansky, gebouwd in 1934 en geklasseerd als bouwkundig erfgoed. Het is dan ook met het grootste respect en vol verwachting dat ik de brede trap naar de voordeur opstap en aanbel. Die ernst ben ik meteen kwijt, als ik oog in oog sta met de gastvrouw, de vrolijke spring-in-’t-veld Olga Pérez. Dat de villa er bijna een eeuw later nog zo blakend bij staat, is mede door de passie en het talent van deze interieurarchitecte. Ik word meteen meegezogen in haar verhaal.

Olga in haar keuken met overal de zwarte terrazzo. De barkruk is van Pastoe.

Achteraan in de tuin lieten Olga en Bruno nog een betonnen paviljoen bouwen, ingericht als relaxruimte.

Olga Pérez, geboren en getogen in Tenerife, kocht de villa in 2008, samen met haar ex-man Bruno Spaas, allebei grote fan van het modernisme en de Bauhausstijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de kubistische vormen, gecombineerd met ronde ramen en erkers. Alles draait om ruimtelijkheid, lichtinval en functionaliteit. Door de opeenvolgende verbouwingen was er helaas weinig van overgebleven. Olga en Bruno namen architectenbureau B-architecten in de arm, lieten het hele huis strippen en herstelden het in zijn oorspronkelijke glorie. Gelukkig was het oude plan van Kaplansky bewaard gebleven.

De driehoekige eettafel in Amerikaanse kerselaar ontwierp Olga zelf. De stoelen zijn vintage, de lamp is een limited edition.

Langs de hall met prachtige houten wandkast en rond raam, kom ik in de leefruimte, een enorme vide, waar het licht langs alle kanten binnenvalt. Een theatrale wenteltrap, die als een sinaasappelschil naar beneden kronkelt, staat als een sculptuur in de ruimte. “De valse muren en lage plafonds hebben we allemaal weggehaald”, vertelt Olga, “maar ik hou ook niet van een ruimte die je in één keer overziet. Ik wil op ontdekking kunnen gaan en verrast worden.”

In het midden van de leefruimte werd daarom een brede zuil met open haard geplaatst die de ruimte opdeelt in verschillende zones: zithoek met tv, eetgedeelte en een intiemere hoek voor een tête-à-tête. Het mocht ook allemaal niet te serieus worden: naast de monumentale trap verwacht je een enorme kroonluchter, maar er hangt enkel het piepkleine peerlampje B22 van Maarten Van Severen. Op de vloer ligt overal beige travertijn in enorme blokken. “Ik ben al sinds mijn studententijd (Olga studeerde aan de School of Decorative Art EADM in  Madrid, red.) aangetrokken door dat materiaal. In Madrid zie je het haast overal, vooral als gevelbedekking. Ook het paviljoen van Mies van der Rohe in Barcelona, met overal travertijn, maakte veel indruk. Het is met zijn poriën en diepe groeven misschien niet ideaal als vloer, maar ik werk graag met natuurlijke materialen en verander zo weinig mogelijk aan hun vorm. Zulke materialen leven nu eenmaal en ze worden mooi oud, net als mensen die authentiek blijven.” Ik wil meteen de trap op. Op de overloop, die dienstdoet als bureau, kom ik opnieuw de wandkast in geribbelde Amerikaanse kerselaar tegen. Hoeveel uren moet dat gekost hebben om de balkjes op ongelijke hoogtes tegen elkaar te plaatsen! Ik loop vandaar direct de dressing in die leidt naar de masterbedroom. Alweer theatrale elementen hier. “In ons eerste huis hadden we een textielwand achter het bed en dat knusse gevoel wilde ik ook hier behouden, het dempt ook het geluid.” Olga en Bruno kozen dit keer voor dramatisch paars als bekleding, een kleur die luxe uitstraalt. Prompt in het midden staat een enorme kaptafel en als ludiek element hier is er het muskietennet dat als een baldakijn boven het bed hangt.

Langs het brede raam op de tuin stroomt het licht in de vrij donkere keuken.

Zo wit en licht als het overgrote deel van het huis, zo donker is de favoriete plek van Olga: de keuken. “Ik wou het effect van een pikdonkere cinemazaal nabootsen: het felverlichte scherm – in dit geval het raam op de tuin – dat onmiddellijk je aandacht naar zich toe zuigt.” De vloer, het kookeiland en de zitbank zijn van zwart terrazzo met roze, oker en terracotta spikkels, opnieuw een materiaal dat je veel in zuiderse landen ziet. De deuren van de in roze lak geribbelde keukenkasten kun je recht in de kasten schuiven, zodat de inhoud ook open en bloot getoond kan worden. De sfeer verandert onmiddellijk, een echte vondst!

We nestelen ons gezellig met een kop thee in de bontgekleurde vlinderstoelen op het terras met zicht op de parktuin. Wat is het hier mooi en vredig! En toch wil Olga hier weg? “Ja”, knikt ze stil. “Drie jaar nadat we het huis gekocht hadden, zijn Bruno en ik uit elkaar gegaan. Het huis was bijna af, het moest alleen nog gemeubeld worden. Daarna heb ik hier enkele jaren alleen gewoond met onze twee kinderen, Otto (19) en Ada (13) en hond Teno, maar ik pendelde veel naar Tenerife waar ik ook klanten heb. Een jaar geleden hebben we beslist om het huis te verkopen. Ik wilde die bladzijde in mijn leven definitief omslaan en ik heb het geld ook nodig om mijn eigen ontwerpen te kunnen financieren. Het heeft maar enkele maanden te koop gestaan en binnen enkele weken verhuizen de nieuwe eigenaars.”

De travertijn is ook doorgetrokken als zitbank in de slaapkamer.

Het stemt me wat droevig, alsof het bijzondere huis opeens zijn ziel kwijt is. Zonder de warme bruisende persoonlijkheid van de interieurarchitecte, zullen de ruimtes leeg aanvoelen. Maar Olga stelt me gerust: de nieuwe eigenaars zijn ook zorgvuldig uitgekozen, echte liefhebbers die het unieke huis naar waarde zullen schatten. Kaplansky, waar dan ook ter wereld, kan op zijn twee oren slapen.

Het huis in het kort

Architect: Nachman Kaplansky, Russische roots, geboren in Polen. Studeerde in 1925 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Begon nadien een bloeiende praktijk en bepaalde samen met Renaat Braem en Léon Stynen de modernistische aanblik van Antwerpen. Vluchtte tijdens WO II naar  Israël en daarna ontbreekt elk spoor. Ook is het niet geweten of er buiten Antwerpen nog gebouwen aan hem toe te schrijven zijn.

  • Bouwjaar: 1934, verbouwing en uitbreiding in 1962
  • Laatste renovatie: In 2011 door Dirk Engelen van B-architecten en Olga Pérez, interieurarchitecte, artdirector en meubelontwerper
  • Info: b-architecten.be en olgaperez@byperez.com
  • Perceelgrootte: 1.665 m2, bewoonbare oppervlakte 584 m2
  • Locatie: Sorbenlaan 29 in Wilrijk

De kaptafel, met lavabo, in de dressing werd gemaakt van hetzelfde materiaal als surfplanken.

De vlinderstoelen op het terras zijn de originele Hardoy-exemplaren.

De wenteltrap werd in de laatste renovatie toegevoegd. Olga liet zich inspireren door het palladianisme uit de renaissance.

De achtergevel van de modernistische villa in al zijn glorie.

Dezelfde wandkast met mooi reliëf komt terug in de hall en op de overloop. De loungestoel is van Muller Van Severen.

De drie badkamers zijn bezet met dezelfde mozaïektegels van Bisazza, maar in verschillende kleuren.

Ook hier zorgen de alom geliefde Togo-sofa’s van Ligne Roset voor een knusse zithoek.

Dit ga je ook leuk vinden:

FOTO’S: LUC ROYMANS.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content