Cesar Casier: ‘Mijn collectie is niet alleen mooi op een topmodel, maar staat die man die naast u in de zetel zit evengoed’

Els Keymeulen

Hij is model, chef met een eigen boekenreeks, societyfiguur én ontwerper van het modemerk dat zijn naam draagt: Cesar Casier is wat heet ‘een alleskunner’. Met een voorliefde voor luxe.

Tien jaar wordt zijn eigen modemerk Cesar Casier Collection intussen. In die tien jaar is er veel veranderd, en tegelijk ook niet: het merk is altijd trouw gebleven aan zijn tijdloze benadering van mode, met een focus op coupes en materialen, in een zeer gedempt modepalet.

Quiet luxury, eigenlijk vóór het een ding was. Klopt?

Cesar Casier: “Klopt. Tien jaar geleden ben ik begonnen met een reeks T-shirts met quotes erop – ‘Don’t be a hater, be a celebrator’ was een van die quotes (lacht) – en vier jaar erna heb ik daar een lijn breisels aan toegevoegd. Ik droeg zelf altijd graag knitwear, en via mijn moeder (tot voor kort eigenaar van de Gentse boetiek Oona, red.) leerde ik een breigoedproducent in Sint-Niklaas kennen. Ik startte met drie truien, liet die produceren, gooide ze in de auto, reed langs de winkels waar ik zelf graag kocht – Louis, Stijl – en zo is de bal voor een grotere collectie aan het rollen gegaan. Maar heel veel is er dus niet veranderd: ik maak nog altijd een tijdloos product, dingen die niet uit de mode gaan én mooi blijven, ook wat kwaliteit betreft. Onlangs was er een man in mijn winkel in Knokke, die een van die drie allereerste truien droeg: zés jaar oud is die trui dus, hè. Dan ben ik trots: mijn product doorstaat de tand des tijds, zowel qua materiaal als qua ontwerp.”

Cesar Casier

Wat is er na tien jaar wél veranderd, dan?

Casier: “Ik ben gestart met een uniseks merk – ik denk niet graag in hokjes, en tien jaar geleden al vond ik genderneutrale mode zeer belangrijk. Alleen ontdek je gaandeweg toch dat uniseks niet voor álles kan, en dat een vrouwenlichaam fundamenteel kan verschillen van een mannenlichaam. Kortere armen, bredere heupen… En dus heb ik naast de uniseks stuks ook items specifiek voor vrouwen toegevoegd. Samen met die bredere focus is ook de confectie erbij gekomen: niet enkel knitwear, maar ook broeken, hemden en jurken. Ik wil daar graag nog verder in gaan, en voor volgende winter bijvoorbeeld een suède jasje in de collectie stoppen. Waar ik zeer trots op ben: alles wordt nog steeds volledig in België geproduceerd. Breigoed in Sint-Niklaas, T-shirts in Gent, confectie in Wevelgem. Dat Belgische is ook een heel goed verkoopsargument gebleken, zéker vanaf corona, toen mensen meer belang zijn gaan hechten aan lokaal shoppen, aan het ‘Made in Belgium’-label. Voor mij is dat een keurmerk, een kwaliteitsgarantie, dus ik ben heel blij met mijn lokale productie.”

Je bent iemand die in fysieke verkooppunten gelooft: aanwezigheid in multibrands, en sinds kort ook je eerste vaste shop in Knokke. Waarom?

Casier: “Ik ben heel fier op mijn eerste winkel in Knokke, al is het zeker een risico. Maar na jaren van pop-ups – in Knokke in de zomermaanden, in Antwerpen rond kerst – was ik toe aan een vaste stek. Iets waar ik mijn DNA helemaal in kan leggen; waar alles áf is en klopt, met niveau en met voldoende passage. De Kustlaan in Knokke is dan dé topkeuze, al is er natuurlijk wel stress voor de ‘dodere’ wintermaanden – maar dat zien we dan wel weer. Ik heb lang getwijfeld over een shop in Antwerpen, maar uiteindelijk past het mondaine en toch wat klassiekere Knokke beter bij mijn product. Ik ben geen fashion brand, mensen in Antwerpen kiezen toch gewaagder, terwijl in Knokke mensen altijd een beetje in vakantiestemming zijn, en dus makkelijker geld uitgeven. (lacht) Plus: ik hou van Knokke, van de sfeer, de gezelligheid, de zuurstof daar. Ooit wil ik een tweede shop in Antwerpen, nu eerst even dit tot een goed eind brengen.”

Cesar Casier

Het is een risico, zeg je – maar dat is misschien net wat je drijft?

Casier: “Mijn levensmotto is ‘Nee heb je, ja kun je krijgen’. Dus risico’s intimideren me niet. Ik ben al mijn hele leven iemand die springt. Ik ging met nul euro en zonder werk naar New York om het er te proberen als model: ik ben er acht jaar gebleven, had een tóptijd – en een topcarrière. Lukt het niet: pech. Zo leef ik, en ik zou het niet anders kunnen.”

Even naar de feestcampagne van je merk: we spotten een paar bekende gezichten. Vanwaar die aanpak?

Casier: “Ik hoor het nog altijd vaak: ‘O, die trui is mooi, maar ja, jij bent een topmodel, jou staat alles.’ Dáárom is deze campagne er, om te tonen dat mijn kleren mooi zijn voor iedereen. Neem Pascale en Paul Jambers – haar heb ik ooit leren kennen op de Boekenbeurs, toen we zij aan zij een kookboek zaten te signeren. Het klikte, en ik dacht meteen aan haar als een van de gezichten voor deze campagneshoot. Paul kwam mee naar de studio en wist meteen: ik wil hem erbij! Ik durfde het eerst niet goed te vragen – een beetje starstruck, weet je wel – maar ik deed het toch maar, en hij was meteen enthousiast. En dus het beste bewijs: die trui staat hem práchtig. Een man van tachtig, hè. Dat wil ik meegeven: mijn collectie is niet alleen mooi op een topmodel, maar staat die man die naast u in de zetel zit evengoed.”

Na tien jaar in de mode: wat is de tussentijdse balans?

Casier: “Trots overheerst: ik heb nu verkooppunten in Miami, The Hamptons, New York. Ik doe alles nog steeds alleen – gisteren heb ik een hele avond pakjes gemaakt, vanochtend ben ik die naar de post gaan brengen. Ik sta zélf in de shop in Knokke, ik ontwerp zelf... De tijd is stilaan rijp om iemand extra aan te nemen, maar het is toch vooral een onemanshow. Ik ben ook dankbaar, want onderweg waren er uiteraard ups en downs, en ik heb altijd veel steun gekregen van de mensen rondom mij. De twee belangrijkste vrouwen in mijn leven – mijn mama en stiefmama – zijn heel belangrijk voor mijn merk: mijn stiefmama helpt met patronen, mijn mama is mijn stijlicoon en adviseur; als zíj een model niet goed vindt, komt het er niet. En verder ben ik vooral trouw: trouw aan die filosofie van het begin; simpele stuks, aardse kleuren, geen prints.”

Cesar Casier

Wat met de volgende tien jaar?

Casier: “Ik wil blijven reizen; mijn inspiratie haal ik uit andere culturen, uit even wég zijn. Deze collectie – met veel groen, roest en bruin – kreeg vorm op vakantie in Utah. Ik hoop dat mijn merk kan blijven groeien, maar binnen tien, twintig jaar wil ik graag mijn eigen bed and breakfast. Een prachtig domein, waar ik gasten ontvang, voor hen kook, waar ik mensen een mooie tijd kan bezorgen. Eigenlijk ben ik een people pleaser; misschien is dát wel de rode draad in alles wat ik doe.” (lacht)

Meer mode

Partner Expertise

Commerciële boodschap