Experten aan het woord: waarom je soms tegen jezelf praat

Iedereen praat tegen zichzelf, bewust of onbewust. Maar laat dit gezegd zijn: het is volkomen normaal. Sterker nog: het is goed voor je.

Ik beken: ook ik praat tegen mezelf. Vaak zelfs. En nu ik eraan denk, weet ik niet eens wat ik dan precies tegen mezelf aan het oreren ben, maar ik doe het zowel in de ik- als jij-vorm. Waarom ik het doe, weet ik wel: het geeft rust in mijn hoofd. Ben ik hele dagen in het gezelschap van anderen aan het werk, dan is het fijn om ’s avonds een moment voor jezelf te hebben waarop je de dag nog eens rustig kunt overlopen en de zaken op een rijtje zetten. Door luidop te praten dus. In je dooie eentje. Nu we in het tijdperk van mondmaskers leven, merk ik dat ik het ook doe op publieke plaatsen waar het anders nooit kon. Zo mompel ik in de winkel ongestoord tegen mezelf zonder dat een mens het ziet. Dat is een verademing. Je zegt de dingen die je op dat moment denkt, en niemand die het merkt of commentaar geeft.

Praten tegen jezelf laat toe om impulsen te onderdrukken en bepaalde emoties te reguleren’ Wim Schrauwen – psycholoog

Hardop denken

Tegen jezelf praten – al kun je het vaak beter omschrijven als een vaag klinkend, binnensmonds gemurmel – daar doen velen van ons aan. ‘Zelfspraak’ heet dat met een mooi woord. Tenminste, we doen eraan als we alleen zijn, want er rust een taboe op praten tegen jezelf. Je wordt minstens versleten voor ‘een beetje vreemd’, als anderen je bezig zien. Dus steken we die monoloog tegen onszelf bij voorkeur af als er niemand in de buurt is. Soms hebben we het niet eens door, zeggen we luidop bepaalde woorden of flarden van zinnen zonder erbij stil te staan. “Er is een experiment geweest met volwassenen die alleen in een ruimte zitten”, vertelt de Nederlandse taalfilosoof Bart Geurts. “Er is een camera aanwezig, maar dat weten ze niet. Ze moeten een vliegtuigje bouwen. Dat doen volwassenen niet elke dag, dus moet je bij het eerste vliegtuigje wel even nadenken. Het gaat niet vanzelf. Bleek dat de meerderheid van de proefpersonen hardop tegen zichzelf praatte. Maar bij het tweede of derde vliegtuigje deed bijna niemand het nog. Blijkbaar helpt zelfspraak om een taak goed te vervullen die net iets moeilijker is dan wat je routinematig kunt.”

Kinderen beginnen spontaan tegen zichzelf te spreken als ze zo’n jaar of drie zijn, weet Geurts. “Niemand leert hun dat aan. Maar ze zijn zich er niet van bewust: als je hun vraagt of ze tegen zichzelf praten, weten ze het niet. De zelfspraak bereikt een piek tegen het zesde levensjaar, daarna wordt het minder. Vanaf dan vertellen de kinderen dat ze meer in stilte tegen zichzelf praten. De ene curve gaat naar beneden, de andere naar boven.” Maar we blijven het dus wel ons hele leven doen. Soms beseffen we niet dat we tegen onszelf praten. Als er geen omstaanders zijn, letten we er minder op en zeggen we sneller iets luidop. Zo vraagt bijna iedereen zich wel eens hardop af waar zijn sleutels liggen. Of dat je niet mag vergeten de verwarming uit te zetten voor je vertrekt. Maar meestal zijn we er ons wél van bewust. Daarom doen we het ook binnenskamers, zodat er geen levende ziel getuige is van onze alleenspraak.

Hardop praten is eigenlijk hardop denken. Iedereen houdt dialogen met zichzelf in zijn hoofd. Maar waarom doet de ene dat in stilte en de ander niet? En moet je je zorgen maken als het erger wordt, zoals de Britse journalist Daniel Lavelle? Tijdens de lockdown merkte hij op dat hoe minder sociale contacten hij had, hoe meer hij tegen zichzelf sprak. “Als mensen in een situatie zitten die anders is dan normaal – zoals in het geval van de journalist in lockdown – is het niet ongebruikelijk dat ze meer zelfregulerende processen krijgen, waarbij hardop tegen jezelf spreken ondersteunend werkt”, legt psycholoog Wim Schrauwen van het UZ Gent uit. “In de sport komt het vaak voor dat mensen tegen zichzelf praten, zeker bij degenen die bepaalde handelingen nog niet geautomatiseerd hebben, bijvoorbeeld omdat ze bepaalde technieken moeten toepassen. Maar ook bij anderen die een handeling verrichten die ze bijvoorbeeld moeten instuderen. In die gevallen is het een voordeel om tegen jezelf te spreken, het is een versterkende factor voor de aandacht die je moet opbrengen.” Hélène (36) vertelt bijvoorbeeld: “Ik praat tegen mezelf als ik iets aan het zoeken ben.” Door tegen jezelf te spreken, ben je meer gefocust. Het helpt om de juiste stappen te zetten. Als je jezelf bijvoorbeeld voorbereidt op een presentatie, dan is je stille innerlijke dialoog minder nuttig om je gedachten te ordenen. Want tijdens je innerlijke dialoog ben je niet verplicht om je redenering aan een ander uit te leggen. In zo’n geval is het handiger om je verhaal luidop te doen; je oefent in het spreken tegen anderen. Verder is het ook bekend dat wie luidop studeert, beter onthoudt dan wie dat in stilte doet. Maar dat is niet hetzelfde als tegen jezelf spreken, zegt Schrauwen: “Luidop studeren heeft meer te maken met cognitieve processen. Als je iets moet onthouden en je wilt je geheugen maximaal stimuleren, dan helpt het als je zelf formuleert wat je wilt zeggen of onthouden. Als ik een webinar volg en passief luister, dan blijft het minder in mijn geheugen hangen dan wanneer ik de webinar luidop voor mezelf herhaal. Het is een combinatie van de herhaling plus het zelf formuleren.”

Motivatie en meer

Zelfspraak is eigenlijk vooral positief, stelt Wim Schrauwen. Behalve instructies geven aan onszelf, moedigen we onszelf ook vaak aan via zelfspraak. Moet je iets doen waar je onzeker over bent, dan helpt het om jezelf moed in te spreken in de tweede persoon: “Kom op, doorgaan, je komt er wel.” Ook in die zin heeft zelfspraak een ondersteunende functie. “Als je afstand neemt en buiten jezelf naar een situatie kijkt, geeft dat soms meer inzichten,” legt Schrauwen uit. “Wanneer ik een situatie meemaak waar ik bang van ben of me zorgen over maak, dan probeer ik er vat op te krijgen. Ik herhaal de situatie of bereid ze voor, ik leef me in de situatie in en op die manier spreek ik eigenlijk tegen mezelf om mezelf aan te moedigen.”

Al is het dan overwegend positief, ook een negatieve vorm van zelfspraak komt voor: “Lap, daar ga je weer, wat ben je nu weer aan het doen”, enzovoort. Hélène bevestigt: “Als ik bijvoorbeeld van punt a naar b moet en ik ben aan de late kant, dan kan ik tegen mezelf mompelen dat ik het nooit ga halen.” Toch hoeft dat niet altijd negatieve gevolgen te hebben, weet Schrauwen: “Het kan dat je je als sporter juist verzet tegen je eigen kritiek en dat motiveert net.” Hélène gaat voort: “Toch kan ik mezelf ook oppeppen als ik luidop tegen mezelf spreek. Dan sta ik voor de spiegel en zeg ik dat ik een mooie vrouw ben en dat het allemaal wel goed komt. Dat helpt, echt.” Echt negatieve zelfspraak heeft vaak een psychische achtergrond, is dus van een andere aard en komt ook minder vaak voor. “Het is niet zo dat depressie en neuroticisme gelinkt zijn aan meer tegen jezelf praten”, zegt Schrauwen. “De manier waarop je spreekt, wel. Die is veel negatiever, kritischer, verwijtender. Daar zit een pathologie in. Maar niet in de zelfspraak op zich.”

Zelfspraak helpt om een taak goed te vervullen die net iets moeilijker is dan wat je routinematig zou kunnen’ Bart Geurts – taalfilosoof

Eenzaamheid is nog een andere factor. Het verhaal van de journalist die thuiszit en merkt dat hij meer tegen zichzelf begint te spreken, is niet abnormaal, vertelt Schrauwen. “Als je op een drukke plaats in de stad gaat zitten en je kijkt om je heen, dan zie je dat er heel veel mensen tegen zichzelf praten. Het komt echt veel voor.” Een studie in 2013 over eenzaamheid van de Duitse psychologe Corinna Reichl wijst uit dat hardop tegen jezelf spreken veeleer een beschermende functie heeft. Mensen die vaker tegen zichzelf spreken, lijken minder problemen te hebben met hun geestelijke gezondheid dan mensen die minder geneigd zijn tot zelfspraak. Met andere woorden, je hoeft je niet direct zorgen te maken over je geestelijk welzijn als je in eenzame periodes meer tegen jezelf babbelt. Wat je ook vaak terugvindt bij zelfspraak, is dat het helpt bij het onderdrukken van impulsen en het reguleren van bepaalde emoties. Je vertraagt als het ware, weet Schrauwen. Zo kun je jezelf kalmeren door zelfspraak. Vaak zeggen mensen dat ontspanningsoefeningen doen beter gaat als er iemand is die de oefeningen vertelt dan wanneer ze die in stilte doen. Zo werkt het ook met zelfspraak: het monitort het proces waarin je zit. Om het met de woorden van Hélène te zeggen: “Als ik fiets, dan zeg ik van alles. Vooral als ik gefrustreerd of kwaad ben; het móét er dan uit.”

Als je zaken wilt ordenen voor jezelf of je moet jezelf aanmoedigen, zou je kunnen denken dat mensen die nooit luidop tegen zichzelf spreken de zaken beter op een rijtje hebben. Maar dat klopt niet, vertelt Schrauwen. “Iedereen heeft sowieso een innerlijke dialoog.” De reden dat de een hele alleenspraken houdt tegen zichzelf en de ander zijn gedachten meer stilzwijgend overloopt, kan te maken hebben met je persoonlijkheid. Ben je veeleer extravert, dan is het logisch dat je ook vaker luidop jezelf toespreekt dan iemand met een introvert karakter. Volgens Wim Schrauwen zouden volwassenen die als kind vaak alleen waren, meer tegen zichzelf praten dan mensen die opgroeiden met broers en zussen. “Je kunt concluderen dat mensen die vaker alleen waren meer de neiging hebben om te zoeken naar sociale banden, en als die ontbreken, zoeken ze die bij zichzelf.”

The voice

Je kunt jezelf toespreken in de jij-vorm, anderen spreken in de ik-vorm. Nog anderen horen stemmen, weet Bart Geurts. “Dat is overigens vrij normaal. Veel mensen vertellen dat ze de stem van hun moeder of vader horen in bepaalde situaties. Dat wil niet zeggen dat je ziek bent.” Veel van het niet hoorbare taalgebruik lijkt bovendien nogal gefragmenteerd te zijn. Mensen praten vaak in fragmenten of losse woorden, niet in hele volzinnen.

“Het interessantste is als je letterlijk tegen jezelf praat, als je bijvoorbeeld zegt: ‘Wat ben je toch een sukkel’”, stelt Geurts. “In zo’n geval ben je spreker en toehoorder tegelijk. Het is interessant omdat deze manier van zelfspraak een andere visie kan geven op het begrip communicatie. De meeste mensen zijn van mening dat je in de eerste plaats met elkaar communiceert om informatie te delen. Als je tegen iemand zegt dat er bier in de koelkast staat of dat het regent, geef je informatie. Maar als je op die manier tegen jezelf spreekt, is dat vreemd. Want waarom zou je informatie delen met jezelf? Die heb je toch al?” Geurts pleit dan ook voor een andere definitie van communicatie. “Volgens mijn opvatting dient communicatie vooral om elkaars gedrag te coördineren. Als ik tegen mijn vrouw zeg dat ik de afwas zal doen, is dat een belofte en ga ik daarmee dus een verplichting aan. Taal dient voor een groot deel om afspraken met elkaar te maken. Dat kun je ook doen als je tegen jezelf spreekt. Als je bijvoorbeeld zegt dat je eerst dat examen zult nakijken en dat je daarna tijd hebt om een koffie te drinken.” Volgens de theorie van Geurts dient taal dus om een verbintenis aan te gaan, ook met jezelf.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content