Medische fouten: arts Axel en slachtoffer Hilde doen hun verhaal

Medische fouten of incidenten: jaarlijks maken ze van meer dan 400.000 patiënten dodelijke slachtoffers. Hilde en Axel doorbreken het taboe; zij over haar lijdensweg, hij over het litteken dat het naliet op zijn werk als arts.

In Europa is een medisch incident de derde of vierde doodsoorzaak, na hart- en vaatziekten, kanker en longaandoeningen. Ook zouden in westerse landen meer mensen sterven door medische fouten dan in het verkeer. En volgens een studie uit 2013 loopt het aantal onnodige sterfgevallen wereldwijd op tot maar liefst 400.000 per jaar. “Dat is vergelijkbaar met twee jumbojets die elke 24 uur uit de lucht vallen.” Het zijn straffe cijfers en net daarom vindt Michel Bafort, hoofd verloskunde in het AZ Alma in Eeklo, dat er iets aan moet worden gedaan. Het woord ‘fout’ is overigens niet helemaal juist, meent hij. “Dat legt de oorzaak bij de zorgverstrekker, terwijl het vaak om een structureel probleem gaat.”

Hilde Decoster, slachtoffer van een medische fout : ‘De neus-, keel- en oorarts die me behandelde, zei dat ik niet ‘fragiel’ moest doen

Michel Bafort lanceerde vorig jaar een initiatief voor een nationaal meldpunt voor medische incidenten. Bedoeling is dat artsen en verpleegkundigen die een medisch incident melden daardoor geen sanctie krijgen. Maar dr. Bafort benadrukt dat het initiatief geen vrijgeleide is: “De patiënten blijven al hun mogelijke rechten behouden en kunnen naar de rechtbank stappen en een schadevergoeding eisen. Maar de informatie uit het meldpunt kan niet gebruikt worden tegen artsen, verpleegkundigen of het ziekenhuis indien dit binnen de 10 werkdagen wordt aangegeven.”

“De neus-, keel- en oorarts die me behandelde, zei dat ik niet ‘fragiel’ moest doen”

De verzekeringsmaatschappijen blijken vaak de kink in de kabel. Als een arts bekent dat hij (mede)verantwoordelijk is voor een medische fout, is dat voor de verzekering reden om niet uit te betalen. De arts moet het dan financieel zelf zien op te lossen. “Klopt”, bevestigt dr. Bafort. “Het is een dunne grens; enerzijds moet je de waarheid vertellen – je bent dat tenslotte verplicht -, anderzijds mag je niet zeggen dat je een fout hebt begaan. Je kunt bijvoorbeeld wel zeggen: ‘Er is een onvoorziene omstandigheid opgetreden’. Maar geef je volmondig toe, dan bestaat de kans dat de verzekering zich tegen je keert.”

Ongeziene fout

Hilde Decoster (55) uit Brugge onderging in 2005 een ingreep aan haar sinussen. “Het zou een banale operatie worden, mijn sinussen moesten gekuist worden en eventueel zou mijn neusbeen wat rechter worden gezet. Toen ik wakker werd, werd me gezegd dat alles blijkbaar goed was verlopen, dus kon ik naar huis.”

De volgende dag krijgt Hilde barstende hoofdpijn en koorts. Haar huisarts stuurt haar terug naar het ziekenhuis. “De neus-, keel- en oorarts die me behandelde, zei dat ik niet ‘fragiel’ moest doen. Dat heeft ze meerdere keren tijdens de behandeling gezegd, trouwens. Ze heeft tot de laatste dag volgehouden dat het allemaal mijn schuld was.”

Na herhaaldelijke bezoeken aan de specialist, ging Hilde op skivakantie. Daar kreeg ze na een paar dagen een zware ontsteking in haar neus en voorhoofd. “Na onderzoek van een andere specialist bleek dat alles in mijn neus weggehaald was. Ook in de holtes boven mijn neus was alles weg, tot aan de hersenschors toe. Er zat geen kraakbeen meer, niets, vertelde de arts. Ik ging naar huis en besefte dat het ernstig was. De specialist zei dat hij dit nog nooit had gezien. Het maakte me heel angstig en onzeker.”

Hilde kon niet meer snuiten of niezen en rook ook niets meer. Bijgevolg moet ze om de paar weken naar het ziekenhuis om haar neus en voorhoofdholtes te laten reinigen. “Alles bij elkaar ben ik al 186 keer opgenomen. Ook krijg ik iedere keer een behandeling met antibiotica, het lukt niet zonder. Met alle gevolgen van dien. Mijn gewrichten gaan er kapot van, het tast mijn haar aan, mijn darmen, spieren, alles. En dan te bedenken dat dit voor de rest van mijn leven zo zal blijven.” In het begin werden er diverse pogingen ondernomen om de schade enigszins te herstellen, vertelt Hilde. Maar het mocht niet baten. “Niemand kan mij helpen, niet in België en niet in het buitenland.”

“Het was allemaal anders geweest als de arts destijds meteen had gezegd dat ze een fout had gemaakt tijdens de ingreep”

Ze besloot de neus-, keel- en oorarts aan te klagen bij wie ze in behandeling was geweest. “Anderhalf jaar na de mislukte ingreep heb ik een advocaat in de arm genomen. Begin dit jaar heb ik de zaak gewonnen, na dertien jaar procederen. De arts is voor 100 procent aansprakelijk gesteld. Het sleepte zo lang aan omdat het een onophoudelijk steekspel was tussen advocaten en verzekeringen. Vreselijk. De onafhankelijke expert die door de rechtbank was aangesteld, heeft nochtans een heel duidelijke verklaring afgelegd, in eer en geweten. Volgens hem had de arts inderdaad een medische fout begaan. Maar de experts van de tegenpartij hebben dat altijd aangevochten. Ook mij probeerden ze klein te krijgen. Op zeker moment wilden ze me naar een psychiater sturen, omdat ik het me wellicht allemaal inbeeldde. Gelukkig is de rechtbank daar niet op ingegaan.”

Intussen kostte het Hilde veel geld. De juridische kosten liepen op tot meer dan 100.000 euro. “Uiteindelijk heb ik een morele schadevergoeding gekregen. Maar daar neem ik geen genoegen mee. Ten eerste wil ik dat de arts haar excuses aanbiedt. Ten tweede ben ik nog in een dispuut over mijn loon als werknemer. Al die jaren heb ik niet kunnen werken en kreeg ik een uitkering van het ziekenfonds. Maar ik wil alles terugkrijgen wat ik kwijt ben aan salaris, want dat gaat om meer dan een ziekte-uitkering. Intussen is er ook een discussie bezig met het RIZIV. Nu bewezen is dat het om een medische fout gaat, willen ze al het geld terug dat ze mij al die jaren hebben uitgekeerd. De redenering erachter is begrijpelijk; ze willen niet dat de gemeenschap moet betalen voor een medische fout. Dus moet ik het verhalen op de verzekering van de arts. Het gaat om een bedrag van honderdduizenden euro’s dat ze terug willen. Om maar te zeggen dat het een lang en heel vermoeiend proces is. Daarom wil ik erover getuigen. Wanneer je in België als slachtoffer van een medische fout geen vechtlust hebt en het je aan financiële middelen ontbreekt, sta je met je rug tegen de muur. Het is door mijn doorzettingsvermogen en vooral door de niet-aflatende steun van mijn fantastische echtgenoot dat ik volhoud. In de toekomst hoop ik een vzw voor andere slachtoffers van medische fouten op te richten. Zodat anderen niet hoeven tegen te komen wat ik heb meegemaakt.”

De neus-, keel- en oorarts is nog altijd aan het werk, klinkt het. “Ze heeft nooit haar excuses aangeboden, nooit contact opgenomen. Ze is ook nooit op een proces verschenen. Ik wil dat ze in elk geval een reprimande krijgt. Van het ziekenhuis of van de Orde der Artsen. Zodat ze eens zes maanden moet thuisblijven en tijd heeft om stil te staan bij wat ík doormaak.”

“Het was allemaal anders geweest als de arts destijds meteen had gezegd dat ze een fout had gemaakt tijdens de ingreep”, zegt Hilde. “Als ze gewoon had toegegeven wat er was misgegaan, dan hadden we samen kunnen kijken naar een oplossing. Dan had ik het ook begrepen en geaccepteerd, al zou ik het uiteraard niet fijn hebben gevonden. Er zou een eerlijkere communicatie tussen arts en patiënt mogelijk moeten zijn. Dat zou het al heel wat draaglijker maken.”

“Ik heb het duizenden keren opnieuw overdacht. Had ik maar dit, had ik maar dat… Hoe dan ook, ik had gefaald als arts”

Onherstelbare faalangst

Omwille van het taboe willen artsen niet of nauwelijks getuigen over medische incidenten, vertelt Michel Bafort. “Voor ervaren artsen die een lange opleiding hebben gevolgd, is het toegeven van fouten bijna traumatisch. Professionals in de gezondheidszorg zijn zo bang voor hun fouten dat ze die op allerlei manieren toedekken, waardoor het onmogelijk wordt om ervan te leren. Artsen verbergen hun falen voor patiënten, andere artsen en zichzelf. En dan is er nog de kwestie van de verzekeringen die ik al eerder vernoemde. Als je als arts spreekt over een mogelijke medische fout, riskeer je je verzekering kwijt te raken.”

Axel (een schuilnaam) was meer dan 30 jaar actief als chirurg. Inmiddels is hij al enkele jaren met pensioen. Dat is de reden dat hij wil praten, want ook hij beseft maar al te goed hoe groot het taboe is.

“Het gebeurde halverwege de jaren 90. Ik werkte samen met een collega, de man is inmiddels overleden. In het kort komt het erop neer dat de ingreep die we samen uitvoerden niet helemaal volgens plan verliep, tot grote ontevredenheid van de patiënt.”

De patiënt begon een proces dat uiteindelijk elf jaar duurde. Hij wilde een schadevergoeding omdat hij er emotioneel onder leed, vertelt Axel. “Hoeveel schadevergoeding hij eiste, weet ik niet. Het ziekenfonds van de patiënt wilde de kosten op mij verhalen. Alles bij elkaar ging het om een grote som.”

Uiteindelijk werd er een minnelijke schikking geregeld die door de verzekering van Axel werd betaald. “Dat lucht op natuurlijk, maar neemt het schuldgevoel niet weg. Ik heb het duizenden keren opnieuw overdacht. Had ik maar dit, had ik maar dat… Hoe dan ook, ik had gefaald als arts. Dat leg je niet zomaar naast je neer. Het klinkt wellicht raar, maar ik denk dat iemands dood veroorzaken makkelijker te verwerken is dan iemand levenslang met een handicap opzadelen. En dat mensen sterven door toedoen van een arts, dat komt helaas soms voor.”

Hij had met plezier betaald om van zijn schuldgevoel af te zijn, klinkt het. “Maar je weet dat het niet helpt, natuurlijk. Het heeft zeker nog drie jaar geduurd na het proces voor ik wat vrede met de situatie had. Toch heeft het me een onherstelbare deuk in mijn zelfvertrouwen gegeven. Het heeft de rest van mijn carrière bepaald, ik durfde geen grote risico’s meer te nemen. Ik ben nooit meer dezelfde geworden. Vroeger was ik een moedige kerel, nu ben ik een heel voorzichtig man. Te bang om ooit nog een fout te begaan. Die angst zal nooit meer weggaan.”

Het grootste probleem zijn de verzekeringen, concludeert de gepensioneerde chirurg. “Omdat je niet mag zeggen dat je ‘in fout’ was. Geef je dat toe, dan kan de verzekering niet procederen. Terwijl het zo veel menselijker zou zijn als je kunt zeggen dat je een stommiteit hebt begaan. Dat verplicht zwijgen weegt zwaar door; je mag je medelijden niet tonen, want daarmee toon je je schuld.

Fouten maken is menselijk, besluit Axel. “De meeste incidenten komen door vermoeidheid. Ik word bij wijze van spreken nog liever door een dronken arts geholpen dan door een oververmoeide arts. Daar zit het probleem, het zou niet mogen zijn dat artsen zo lang achter elkaar moeten werken.”

System shut down

Zo’n tachtig procent van de medische incidenten is het gevolg van een systeemfout, zegt Michel Bafort: “Als een arts van wacht een nacht heeft doorgewerkt en de volgende ochtend opnieuw in de operatiezaal aan de slag moet, is dat een systeemfout. Dat is onaanvaardbaar; piloten en chauffeurs mogen niet doorwerken, artsen moeten soms wel. Iedere patiënt heeft recht op een uitgeruste, montere arts. Men gaat ervan uit dat dat vanzelfsprekend is, maar uit de praktijk blijkt het omgekeerde. Er zijn doodvermoeide artsen die toch nog aan een ingreep beginnen, ze draaien soms dagen van 15 uur. Dat is niet meer van deze tijd.”

Patiënten die slachtoffer zijn van een mogelijke medische fout, kunnen dat melden bij het Fonds voor Medische Ongevallen (FMO), maar volgens Michel Bafort zijn er te weinig middelen en geld om het fonds naar behoren te laten werken. “Een nieuwe organisatie zou een oplossing kunnen zijn. Met medewerking van ervaren artsen én juristen.”

Intussen staat het initiatief voor het meldpunt dat vorig jaar werd gelanceerd anno 2020 nog even ver als toen. “De reacties waren niet altijd even positief”, weet dr. Bafort. “Omdat het een taboe is en men er niet graag over hoort, laat staan dat men erover spreekt. Maar het plan voor het meldpunt blijft bestaan, het is opgenomen door de Nationale Raad van de Orde van Artsen en het wordt verder uitgewerkt. Het hoger maatschappelijk belang is groot: als je een vrij meldpunt opent, is dat ten voordele van alle patiënten en de gezondheidszorg in België. Het gaat om een kwaliteitsverbetering die levens redt.”

Artsen die geconfronteerd worden met een medisch incident, zijn second victims en kunnen terecht voor psychische bijstand bij Arts in Nood: 0800/23.460.

Verplegend personeel kan aankloppen bij de psychologen van het ziekenhuis waar ze werken, zonder dat de directie ervan op de hoogte wordt gesteld.

Meer artsen aan het woord:

Tekst: Joanie De Rijke – Illustratie: Trui Chielens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content