Onze rol in tijden van oorlog: “Als je ergens niet mee akkoord bent, moet je vooral handelen”
Het gaat er gruwelijk aan toe op het wereldtoneel, de scènes van onmenselijk lijden spelen zich onverminderd af. Maar wat met de toeschouwer? Hebben wij een rol te spelen, een strijd te voeren, of net een lieve vrede te bewaren? Een verkenning van medemens-zijn.
‘Voor zover geweten, is er nooit wereldvrede geweest’, stelde militair historicus Henk de Jong laatst nog in het wetenschappelijk tijdschrift Quest. De geschiedenis suggereert dat er door de eeuwen heen altijd wel ergens oorlog of rel is geweest; onder stammen, steden, bendes, kolonies, religies, volkeren, graafschappen dan wel keizerrijken. De mens is een vechtend wezen. Het verschil met pakweg de elfde-eeuwse slag bij Hastings is dat – behalve de ridders en het voetvolk in East Sussex zelf – niemand elders live kon mee volgen hoe het bloed van onder pijlen, bijlen, lansen en hoefgetrappel aan steeds hoger debiet van Senlac Hill af droop. En goed ja, we hebben het tapijt van Bayeux als stoffige getuige, maar dat is toch net iets minder in your face dan de plastische taferelen die ons dagelijks vanuit de Palestijnse gebieden bereiken.
Sinds verhalend borduurwerk is geëvolueerd tot een niet-aflatende high-definitionweergave van uitgemergelde kinderen, gebombardeerde woonblokken en flarden ledematen: wat doet die rechtstreekse horror met ons? En hoe gaan we om met tragiek en lijden in real time, ver weg en toch dichtbij? Mogen we ervan wegkijken of moeten we solidair zijn? Hoe dan? Doet het er zelfs toe, welke keuzes wíj hier maken? Ten aanval.
Empathisch en/of solidair
Terwijl we dit schrijven, kopt de liveblog ‘Oorlog in Gaza’ van VRT Nieuws: ‘Palestijns televisiekanaal zendt live uit op moment van Israëlische aanval (opgepast: schokkende beelden)’. Niet gelogen, dat van die schokkende beelden; ze tonen hoe een Israëlisch projectiel het Nasser-ziekenhuis in Khan Younis een tweede keer raakt en daarbij minstens twintig mensen doodt – je ziet weggeblazen, levenloze lichamen doorheen de stofwolk in het puin opdoemen –, onder wie verschillende journalisten, en de reddingswerkers, hulpverleners en patiënten die ze net in beeld aan het brengen waren. Het is het zoveelste bericht in een inmiddels dystopisch geworden nieuwsstroom.
Hoe schrikbarend dat nieuws ook mag zijn, het doet de praktijk van psychiater Dirk De Wachter nog niet overstromen: “Angst die veroorzaakt zou zijn door de veelvuldige blootstelling aan deze beelden is nog geen thema onder mijn patiënten.” 11.11.11-directeur Els Hertogen is niet bang, ze vat haar ervaring met deze genocide veeleer zo samen: “Het is verre van business as usual. Dit is zo hard, zo acuut, er is zoveel wreedheid, dat het sowieso heel intense gevoelens teweegbrengt: verdriet, teleurstelling, machteloosheid. Het grenst aan rouw, droefenis om het verlies van het veilige kader dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ons allen leek te geven. Anderzijds maakt het me ook heel wakker en oriënteert het mijn moreel kompas nog strakker: ‘Hier komen jullie niet voor op, maar ik dus wel, hè’. Ik word meer dan ooit gechallenged: doe ik wel het juiste, doe ik genoeg?”
‘Het kan niet de bedoeling zijn om er een verplichting van te maken je mening online te moeten verkondigen’
Patrick Loobuyck
politiek filosoof
Geen onlogische vraag voor de zelfverklaarde ‘trotse 1 van 11.11.11’, de Koepel van de Internationale Solidariteit, die genoemd werd naar het exacte moment dat de Eerste Wereldoorlog tot stilstand kwam – de 11de van de 11de maand om 11 uur. “Solidariteit gaat over de bereidheid om macht en middelen af te geven, mee in de pot te leggen, zodat ongelijkheid tussen mensen kan worden rechtgetrokken en de mensenrechten van iederéén gerealiseerd kunnen worden”, aldus Hertogen. “Ik word zelf heel erg gedreven door de wil om het draagvlak daartoe te tonen en te vergroten, om mensen mee te mobiliseren – ik denk dat onze organisatie op dat vlak goed bezig is. Mijn geloof is altijd geweest dat het overgrote deel van de bevolking wel degelijk wakker ligt van de ander, dat de mens au fond solidair is. Daarbij is empathie evenwel cruciaal”, stelt Hertogen. “Je kunt geen solidariteit verwachten zonder dat de ander gezien wordt als méns.”
Dat empathie er wezenlijk ingebakken zit, staat alleszins vast, stelt politiek filosoof Patrick Loobuyck (Universiteit Antwerpen): “De mens heeft van nature de bijzondere capaciteit om zich aangesproken te voelen door het lijden van de ander.” Door empathie gaan mensen voor elkaar zorgen en het voor elkaar opnemen. Dat was belangrijk voor het voortbestaan van de soort. Dat meevoelen manifesteert zich het sterkst voor wie het dichtst bij ons staat, stelt Loobuyck: “Je kind dat pijn lijdt, dat gaat recht naar je hart. En hoewel we nog altijd biologisch bepaald zijn om vooral empathie te voelen voor mensen van de eigen clan, zijn we ook in staat tot abstractie. We kunnen ons inbeelden wat een moeder aan de andere kant van de wereld doormaakt als háár kind lijdt – de huidige visualisering helpt daarbij. Maar hoe we daarop reageren”, vervolgt Loobuyck, “dat hangt toch erg af van individu tot individu.” De ene doet dat met meer solidariteit dan de ander.
Promo in medeleven
“Je hebt mensen die een heel scherp afgestelde rechtvaardigheidsradar hebben; de activist die vanuit verdriet en kwaadheid strijdvaardig is”, stelt Loobuyck. Zoals Els Hertogen zelf, bijvoorbeeld: “Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de wereld; ik heb politieke wetenschappen, internationale betrekkingen gestudeerd. Daarenboven ben ik iemand die heel erg geraakt wordt door onrecht – maar altijd vanuit een positieve overtuiging dat iedereen het goed kan hebben. Ik wil impact en ga dan ook over tot actie – hoe machtelozer ik me voel, hoe méér het mij motiveert zelfs.” Volgens Loobuyck behoort Hertogen evenwel niet tot de grootste groep: “Bij de meerderheid van de bevolking heerst een zekere gelatenheid, verlamt die machteloosheid net”, aldus de moraalfilosoof. “Dat betekent niet dat deze mensen geen mededogen of empathie voelen; ze weten gewoon niet wat ze precies moeten doen.”
‘Het is niet omdat ik mij uitspreek dat Netanyahu de volgende dag zijn kar zal keren, maar ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat het er wel toe doet’
Els Hertogen
directeur 11.11.11
De Wachter noemt het een vorm van jammerlijk immobilisme: “De complexiteit van de wereld, de veelheid aan meningen, het kan ertoe leiden dat sommigen het helemaal niet meer weten, en dan ook niet tot daden overgaan. Nochtans: als je ergens niet mee akkoord bent, moet je vooral handelen, een constructieve uiting geven aan die frustratie; engagez-vous.” ‘Het is verschrikkelijk complex’ is overigens een van de vijfentwintig ‘slechte excuses om weg te kijken van Gaza’ die Nederlands schrijver Dave Schut in zijn veelvuldig gedeeld opiniestuk in het NRC opsomde. “Het Israëlisch-Palestijns conflict is in historische zin complex”, beaamt Schut. Maar hij voegt eraan toe: “Het beschieten, bombarderen en uithongeren van onschuldige Palestijnen is dat niet. Als je niet weet of het problematisch is om Palestijnse burgers te vermoorden, dan heeft dat weinig te maken met complexiteit en des te meer met je morele overtuigingen.”
Els Hertogen is gedecideerd: “Ik begrijp dat er zaken zijn die de problematiek misschien minder evident maken. Maar ik vind dat geen excuus om je niet uit te spreken. Niet meer.” ‘Niet meer’, als in: “De scheefgetrokken machtsstructuren tussen Israël en Palestina worden al decennialang bestudeerd – door academici, vanuit het middenveld…; sommige mensen eisen er al aandacht voor op sinds de jaren 70. Anderen krijgen nu pas inzicht in wat er speelt, omdat de huidige escalatie die diepere lagen aan de oppervlakte brengt”, duidt Hertogen. “Ik wil absoluut mildheid aan de dag leggen voor de tijd die bepaalde inzichten vragen; ieder zijn eigen tempo. Alleen: op dit moment snap ik niet dat je nog zou twijfelen, omdat de mensenrechtenschendingen in Palestina zó flagrant zijn en omdat het gaat over menselijkheid als fundament van onze samenleving.”
En dat geldt al zeker voor wie een forum heeft, vindt Hertogen: “Wie dat privilege heeft, heeft vandaag weinig redenen om het niet aan te wenden.” Of hoe de Taylor Swifts van deze wereld behalve hun nieuwe werk toch ook wat medeleven zouden moeten promoten? Een kwalijke evolutie, vindt Loobuyck: “Mensen met een groot forum zijn niet per definitie verplicht om dat ook te gebruiken voor politieke statements. Zij hebben wel degelijk het recht om te twijfelen, om door de complexiteit van bepaalde zaken te besluiten: ‘Ik ben zangeres en hou me met mijn muziek bezig’.”
Op moreel verlof
Ook voor de niet-postende stervelingen die geen Swift zijn, wil Loobuyck begrip opbrengen: “Met de komst van social media worden we voortdurend uitgedaagd om een mening te hebben en deze ook online te verkondigen. En daar zit iets goeds is, iets activistisch. Maar het kan niet de bedoeling zijn om daar een verplichting van te maken.” Sterker: Loobuyck pleit ervoor om af en toe in apolitieke ruimtes te kunnen vertoeven, “zoals de badmintonclub waar ik deel van uitmaak, en waar gewoon gesport wordt zonder dat we van elkaar weten op wie we stemmen.”
‘Oorlogsslachtoffers hebben enkel iets aan jouw opspelend geweten als het een motor is voor engagement’
Dirk De Wachter
psychiater
Ook De Wachter vindt dat social media de zaken niet meteen makkelijker maken: “Het zet heel erg aan tot polarisatie; men is voor of tegen, en vaak op een heel extreme, veroordelende manier.” Het is wat Loobuyck in zijn boek In de ban van Wij en Zij beschrijft: we zijn evolutionair geneigd tot ‘soort zoekt soort’; we zoeken naar de veiligheid die de eigen groep biedt, met haar eigen waarheden. Maar vandaag zaait dat zwart-witdenken verdeeldheid. Loobuyck suggereert dan ook om dat denken te verbreden, en meer luisterbereidheid aan de dag te leggen dan ons oerinstinct ons influistert. “Om te verbinden”, in de woorden van De Wachter. “Praat met elkaar”, raadt de psychiater aan. “Niet via een scherm, maar in levenden lijve. Spreek af, ga samen op een terrasje zitten, ook met hen die andere ideeën hebben.”
Maar kijk niet weg; daarover is eensgezindheid. “In een gezonde democratie heb je voldoende mensen nodig die de kritische vinger aan de maatschappelijke pols houden”, weet Loobuyck: “Goed, je kunt niet 24/7 bij dat lijden betrokken zijn; af en toe nemen we allemaal wel eens moreel verlof.” Dat doet Els Hertogen overigens ook: “Op vakantie gaan, fijne momenten beleven met je gezin of met vrienden; het maakt evengoed deel uit van het leven. Daar haal je energie uit, het is belangrijk dat we ook dat blijven zien van elkaar.” Al had ze Bart De Wever liever wat anders zien posten dan zijn avonturen tussen de Zuid-Afrikaanse olifanten: “Zoiets doelbewust instagrammen op het moment dat er een strategische uithongering plaatsvindt in Gaza in combinatie met zijn oorverdovende stilzwijgen, dat is wat mij betreft toondoof en een premier onwaardig. Hij is niet enkel manager van een regering, hij behoort ook te handelen als leider van de bevolking. Door te negeren wat onmiskenbaar lééft onder die bevolking – hoe mooi is het dat 110.000 Belgen op straat komen in een gebaar van pure burgerzin en democratische betrokkenheid –, mist hij zijn afspraak met de geschiedenis om een groots staatsman te zijn.”
Los van de De Wevers van deze wereld: al wie tussen de grijze slurven heeft gestaan – of iets diervriendelijkers – en dat toch graag online zou zetten; ga gerust je gang, vindt ook Loobuyck. “We leven nu eenmaal in een ambivalente wereld, er gebeuren gruwelijke, maar evengoed schitterende dingen. Dat je feed daar een afspiegeling van is, lijkt me normaal en zelfs wenselijk.” Bovendien, stelt De Wachter: “Wat hebben oorlogsslachtoffers aan jouw opspelende geweten? Tenzij het een motor is voor engagement natuurlijk.” En dat kán het zijn, weet Hertogen: “Je ergens schuldig voelen over de heersende discrepantie duidt erop dat je je vragen stelt: ‘Ben ik wel aan het handelen zoals ik wil?’, ‘Wat wil ik zien gebeuren?’, en ‘Wat kan ik daarvoor doen?’ Zie het als een cadeau en go for it.”
De kar van Netanyahu
Stel, you go for it, effectief: je gaat mee betogen, je tekent petities, je tagt politici, je boycot. Heeft dat eigenlijk wel nut? Liggen de geopolitieke reuzen wakker van wat er zich tussen hun tenen afspeelt, of gaan ze straks toch weer olifanten knuffelen? “Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat je uitspreken ertoe doet”, is Els Hertogen stellig. “En het klopt, het is niet omdat ik mij in dit interview uitspreek dat Netanyahu de volgende dag zijn kar zal keren. Die macht hebben we inderdaad niet”, weet Hertogen. Het is niet omdat jij voor je 400 volgers een demonstratieve post op je privé-account zet of omdat je uit principe geen Coca-Cola meer drinkt, dat het moorden instant zal stoppen. “Dat kan dan wel je morele intentie zijn en je deugdelijkheid in de verf zetten, maar je moet ook beseffen dat politici geen magische rode knop hebben – er spelen ontelbaar veel diplomatieke factoren mee –, en dat het voor de Gazanen weinig concreets oplevert”, nuanceert Loobuyck. “Maar dat moet je er niet van weerhouden om activistisch te zijn als je dat graag wilt”, zegt de moraalfilosoof – die overigens zelf meeliep in de eerste 11.11.11-Rode Lijn-mars voor Gaza.
‘Alle kleine beetjes helpen, iets ogenschijnlijk kleins toch een verschil kan maken’
Ruud Wouters
politiek socioloog
En het is zeker niet naïef dat graag te willen, stelt Hertogen. Het gaat erover mee buzz te creëren. “Het feit dat het kernkabinet bij elkaar komt, dat politieke partijen kleur moeten bekennen, dat er verschuivingen zijn, komt omdat er zich zoveel mensen uitspreken” – op straat, online, in de winkel. “Bovendien: als jij je uitspreekt, inspireer je anderen hetzelfde te doen.” En kan de macht van het getal gaan heersen. Politiek socioloog Ruud Wouters (Universiteit Tilburg) bevestigt: “Door het aanhoudend protest konden politici niet langer onverschillig blijven. De regering werd gedwongen zich uit te spreken als antwoord op die toenemende druk, en dat deed ze uiteindelijk niet als één eensgezind blok; wat haar minder daadkrachtig maakt.” Een verdienste van dat protest, aldus Wouters. “En van organisaties als 11.11.11 die de mogelijkheid daartoe genereren.”
Niet alleen voor de doorgewinterde activisten overigens. “Politici zijn op zoek naar de stem van de median voter, die zich ideologisch ergens in het midden bevindt. Als die ‘Jan Modaal’ aangeeft ergens om te geven, als die opeens iets anders gaat posten dan die vakantiefoto’s of voor het eerst mee op straat gaat, dan is dat veelzeggend en belangwekkend. Het toont aan dat de verontwaardiging niet enkel leeft binnen dat klein groepje usual suspects met geitenwollen sokken”, stelt Wouters. “Ik denk dat het belangrijk is dat mensen beseffen dat alle kleine beetjes helpen, dat iets ogenschijnlijk kleins toch een verschil kan maken.”
“Solidariteit is van alle tijden”, troost De Wachter, zoals vooral hij dat kan. “Ondanks de meest verschrikkelijke omstandigheden is het altijd de manier geweest om opnieuw mogelijkheden te creëren. Er zit agressie in de mens, maar ook dat potentieel, dat steeds weer perspectief biedt. En hoop.” Militair historicus Henk de Jong weet: ‘Gewapende strijd is altijd de menselijke norm geweest. Maar juist omdat het nooit bestaan heeft, moet vrede op aarde het grote doel blijven van ons allemaal.’
3 x kleine beetjes met grote gevolgen
1. De Civil Rights Act
Het kleine beetje: In 1955 weigerde Rosa Parks haar zitplaats in het voor zwarten gereserveerde deel achterin de bus aan witte passagiers in Montgomery, Alabama.
Het grote gevolg: Haar arrestatie inspireerde de ‘Montgomery Bus Boycot’, geleid door Martin Luther King Jr., wat een katalysator werd voor de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Uiteindelijk leidde dit in 1964 tot wetgeving tegen rassenscheiding in de Verenigde Staten.
2. De val van de Berlijnse Muur
Het kleine beetje: In de DDR waren kerken een relatief veilige haven voor critici van het bewind. Zo ook de Nikolaikirche in Leipzig, waar er sinds 1982 elke maandagavond ‘vredesgebeden’ plaatsvonden.
Het grote gevolg: Wat begon als gebeden, kreeg een steeds politiekere lading en groeide uit tot de zogenaamde ‘Maandagdemonstraties’. Het ging van een handvol kerkbezoekers tot 70.000 mensen in 1989. Het bracht het regime aan het wankelen, en uiteindelijk ook de Muur.
3. Saoedische vrouwen achter het stuur
Het kleine beetje: Al sinds 1990 hadden enkele Saudische vrouwen voor de opheffing van het autorijverbod voor vrouwen gestreden; van een groepje van veertig die door de hoofdstad Riyad hadden gereden, over Wajeha al Huwaider die in 2008 een filmpje van zichzelf al rijdend op YouTube postte, tot Manal al Sharif, een van de oprichters van de Women2Drive-campagne en het gezicht van het latere massale protest.
Het grote gevolg: In 2017 kondigde kroonprins Mohammad bin Salman aan dat het rijverbod voor vrouwen in Saoedi-Arabië eind juni 2018 zou worden opgeheven.
Meer lezen