Getuigenis: Sofie is psychologe en heeft zelf een bipolaire stoornis

Ze zijn een beetje anders, maar je ziet het niet. En toch worden ze weleens raar bekeken. Nochtans zijn ze even normaal als jij en ik, maar dan mét bijzondere talenten. Lees hier het verhaal van Sofie: psychologe met bipolaire stoornis.

 

Ik heb altijd pieken en dalen gekend. Soms was ik enkele weken lui, dan weer heel actief met weinig slaap en mijn hersenen die op volle toeren draaiden. Een goeie student was ik ook. Ik studeerde hard en ging zelfs uit tijdens de examens. In de vakantie had ik dan weer een dip, wat ik als normaal beschouwde, dan mag je immers uitrusten. Eenmaal in het beroepsleven merkte ik dat ik in korte tijd veel werk kon verzetten, maar daarna crashte ik, of was ik plots gedemotiveerd. Er waren dus wel tekenen aan de wand. Ook dit: nadat ik beviel van mijn zoon, barstte ik van de energie. Ik stond ’s nachts verschillende keren probleemloos op, poetste maniakaal, nodigde mensen uit, maakte hapjes, zat niet stil. Nooit had ik mij beter gevoeld dan toen. Achteraf bekeken was dat wat men ‘hypomanie’ noemt, een lichte vorm van manie. Op zich is dat allemaal niet echt zorgwekkend.”

“Zo’n opname is confronterend, plots zit je tussen mensen die allemaal het noorden kwijt zijn. Door mijn achtergrond begreep ik gelukkig wat er met me aan de hand was”

Na de high, de diepste low

“Tot die vakantie in Frankrijk. Een villa met zwembad leek me de ideale setting om te stoppen met roken. Mijn huisdokter schreef me rookstopmedicatie voor, eigenlijk een antidepressivum dat niet mag worden voorgeschreven aan iemand met een bipolaire stoornis. Ik kreeg een manische opstoot. Ik voelde mij opgefokt, onrustig, lichtgeraakt, ik kon totaal niet genieten. Ik stopte de kuur, maar het hek was van de dam. Terug op het werk kreeg ik allerlei ideeën, ik liep van hier naar ginder en verloor het contact met mensen doordat ik mezelf zo voorbijliep. Een collega herkende het beeld van manie en stuurde me naar de dokter.

Vanaf toen stond het vast: bipolaire stoornis type 1, de ernstige vorm dus. Het weekend daarop was het hek van de dam. Ik ging shoppen, gaf hopen geld uit, praatte met iedereen, raakte compleet de draad kwijt. Het was pure manie, op het randje van psychose. Mijn vriend heeft me toen binnengebracht op de spoedafdeling en ik werd onmiddellijk opgenomen. Zo’n opname is confronterend, plots zit je tussen mensen die allemaal het noorden kwijt zijn. Door mijn achtergrond begreep ik gelukkig wat er met me aan de hand was. Dankzij lithium werd ik snel rustig en na drie weken was ik beter en wilde ik mijn leven weer opnemen. Maar toen kwam de onvermijdelijke weerbots, ook al probeerde ik me schrap te zetten: een diepe depressie. Een normale reactie als je te hoog bent gegaan, als je jezelf hebt opgebrand. Ik ben toen zeven maanden thuisgebleven.”

Zelfkennis en veel geduld

“Dat avontuur heeft me een jaar van mijn leven gekost. In die tijd heb ik mijn aandoening bestudeerd en onderzocht welke handvatten er zijn om ze onder controle te krijgen: lezen, studie, beweging, ambulante hulp, medicatie en lotgenotencontact. In zelfhulpgroepen zag ik mensen die hun leven na de diagnose weer hadden opgenomen en succesvol waren, ondanks hun stoornis. Het waren vaak mannen en vrouwen met vette jobs: IT’ers, ingenieurs, juristen... Uiterlijk was er niks aan hen te zien, ook al waren ook zij ooit opgenomen. Dat gaf me moed.

Vandaag, zes jaar later, heb ik mijn stoornis onder controle. Ik neem ’s morgens mijn pillen, het is een automatisme: zoals ik koffiezet en mijn tanden poets. Als ik merk dat ik té emotioneel word, of dat ik niet kan slapen en alles begint te malen in mijn hoofd, als ik spraakzamer en actiever word, dan weet ik dat ik mijn medicatie moet aanpassen. Soms neig ik naar manie, dan ga ik er keihard tegenaan, en soms neig ik naar depressie, dan gaat het leven moeizamer, maar dankzij de medicatie scheer ik nooit meer die extreem hoge of lage toppen.

Op mijn werk weten ze wat er met mij aan de hand is en maken ze er geen probleem van. Ze hebben er ook de voordelen van, want soms kan ik echt bergen werk verzetten in korte tijd. Mensen met bipolaire stoornis hebben een rijke belevingswereld en een groot inlevingsvermogen, en ook dat komt mijn job zeker ten goede. Door wat ik heb meegemaakt, ben ik ook niet meer zo snel uit mijn lood geslagen.

Zelfkennis is voor mij de sleutel geweest. En geduld. In het begin had ik veel hulp en begeleiding nodig, nu is dat tot een minimum herleid. Jazeker, ik heb nog last van stemmingswisselingen, maar hoeveel mensen hebben dat niet? Mijn ‘stoornis’ stoort me niet meer, ze maakt geen deel uit van mijn identiteit. Ik heb een fulltime job, een fijne, langdurige relatie, een eigen huis en een samengesteld gezin met drie zonen. Dat zijn veel belangrijkere aspecten van mezelf.”

Meer getuigenissen van onze lezeressen:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content