Hoofdredacteur Els Keymeulen ontdekte de Amalfikust op de Vespa: “De route is de helft van het plezier.”

Els Keymeulen

In mijn dromen doorkruiste ik de kustlijn van Amalfi in een cabrio, met een wapperende zomerjurk, haren in de wind, zon op de neus. Dat van die wapperende jurk klopt, de rest...niet.

Dit artikel maakt deel uit van ons zomerplan, een dossier vol inspiratie om er een onvergetelijke zomer van te maken. Klik hier om alle artikels te ontdekken.

Als je de Amalfikust wilt ontdekken, vertrek je logischerwijs vanuit Napels. Een prachtige, zij het drukke en soms overweldigende stad die haar geheimen niet in één keer prijsgeeft. Napels op de Vespa lijkt me geen goed idee: het verkeer is er chaotisch en hemeltergend druk, zeker in de zomer. Gelukkig zijn we nog één dag zonder wielen, en kunnen we de stad te voet in trekken. Eerste stop na een vroege ochtendvlucht: pizza. Napels is – dat weten jullie vast – de geboorteplaats van de pizza, en nergens eet je ze lekkerder dan hier. Oké, er zijn ook in Napels tourist traps waar de prijzen de pan uit swingen en de pizza’s slap zijn, maar je moet toch al goed je best doen. Wij gingen lunchen bij Pizza 3.0 Ciro Cascella, niet een van die bekende pizzeria’s die in alle gidsen staan en waar ze tot buiten staan aan te schuiven – daarvoor was het te heet. Maar ook hier, in dit bijna banale restaurant, at ik de beste pizza ooit. Ik droom er nóg van.

In een oud, heerlijk koel en zeer rustig kerkje in hartje Napels naar een kunstwerk van een van de Italiaanse grootmeesters kijken: het is een magisch moment

Tweede stop, en al lang op mijn bucketlist: het oude kerkje Pio Monte della Misericordia. De kerk zelf, in het historische centrum van de stad, is weinig indrukwekkend. Je zou er zo voorbijlopen, ware het niet dat hier een originele Caravaggio hangt: De zeven werken van barmhartigheid. Meer zelfs, Caravaggio schilderde dit meesterwerk speciaal voor de kerk in 1606, toen hij tijdelijk in Napels verbleef na een vlucht uit Rome. In een oud, heerlijk koel en zeer rustig kerkje in hartje Napels naar een kunstwerk van een van de Italiaanse grootmeesters kijken: het is een magisch moment.

Ik kan jullie aanraden verder gewoon even te verdwalen in het historische hart van de stad: in de vele smalle, levendige straatjes is zoveel te zien. De was hangt uit, de Napolitanen houden siësta met muziek op de achtergrond, overal in de verweerde muren zijn kleine kapelletjes gebouwd en oude mevrouwtjes hangen over hun balkon een sigaret te roken. Het is net een schilderij en ik kan hier dagen vertoeven, maar we willen natuurlijk ook onze Vespa ophalen en naar de kust.

Sorrento, citroenen, spaghetti en stress

Op 60 kilometer van Napels ligt Sant’Agata, precies tussen de golf van Napels en de golf van Sorrento in. Het is een veeleer gewoon stadje met prachtige panoramische vergezichten en het is hier dat onze Vespa-trip écht begint. De deelnemers aan de Vespa-tour van deze week – er zijn in het hoogseizoen elke week trips van vijf dagen – werd gevraagd in de vroege namiddag te verzamelen aan de ingang van hotel O Sole Mio, uitvalsbasis van The Vespa Trip. De komende drie dagen zullen we van hieruit ’s ochtends vroeg vertrekken voor een tocht en ’s avonds laat terugkeren om te slapen. De groep is jong, bestaat uit voornamelijk vriendinnenduo’s en hier en daar een koppeltje. We krijgen de sleutels van onze Vespa’s, een set helmen, een korte veiligheidsbriefing (ik laat wijselijk mijn man rijden) en een voorgeprogrammeerde gps. In die gps zitten routes die leiden naar Positano, Amalfi, Sorrento en de omliggende bezienswaardigheden. Er volgen twee opties: of je rijdt achter de gids aan die je de hele week zal begeleiden of je rijdt in eigen tempo naar waar je zelf wilt. Wij kiezen optie twee: meer ruimte voor fotostops én voor lange lunchpauzes.

Al meteen weet ik waarom de Vespa hier zo’n goed idee is: je ruikt, ziet, voelt en proeft alles

We besluiten op onze eerste dag rustig te beginnen, met een kort ritje naar Sorrento, de ‘grootste’ stad van de baai van Napels en bekend om zijn prachtige kliffen, limoncello en azuurblauwe water. We vertrekken vroeg om de grootste hitte voor te zijn, maar zelfs om 9 uur ’s ochtends is het bakken achter op de scooter. We moeten stoppen om ons in te smeren met extra zonnemelk en om méér ijskoud water te kopen.

De weg naar Sorrento is magnifiek en dat is een understatement: achter elke haarspeldbocht – het zijn er veel – ligt een nog mooier zicht op de baai, op de zee en op de Vesuvius. Je kunt en wilt hier niet snel rijden: elk moment is een fotomoment. Zelfs de wegen zijn een belevenis: we komen veel andere, veelal lokale Vespa-rijders tegen die ons luid toeterend voorbijrazen (we gaan te traag). We komen ezels, paarden en honden tegen en overal langs de weg staan fruitkraampjes en stalletjes waar ze citroensap (graag!) en limoncello (is dat een goed idee?) verkopen.

Hoewel de afstand tussen ons hotel en Sorrento slechts 11 kilometer bedraagt, doen we ruim anderhalf uur over de rit: door de slingerwegen, maar ook omdat we tijd nemen voor een koffie, een korte klim over de rotsen voor nog een betere foto en een praatje met de locals die de bloemen water geven. De route is de helft van het plezier, en al meteen tijdens het eerste kwartier weet ik waarom de Vespa hier zo’n goed idee is: je ruikt, ziet, voelt en proeft álles. Ja, ook de insecten die je mond binnenvliegen. Sorrento spreidt zich uit op de heuvels boven de baai, daar liggen de bezienswaardigheden: het Museo Correale, een oude Napolitaanse villa omgeven door citrusboomgaarden, bijvoorbeeld. Je kunt er onder andere muranoglaswerk en antiek keramiek zien. Of drink een (dure!) koffie op de wereldberoemde Piazza Tasso. Shoppen kan ook in Sorrento, maar verwacht vooral semi-identieke winkeltjes die allemaal hetzelfde verkopen. Limoncello dus, jurken met citroenprint en keramiek met weer een
andere citroenprint.


Wanneer we die avond terugrijden naar het hotel, valt het pas echt op: het autoverkeer tussen de kuststeden zit muur- en muurvast. Met de Vespa kun je er gelukkig makkelijk tussen zigzaggen. Reken wel op een gezonde portie stress: je bent een zwakke weggebruiker, de Italianen rijden behoorlijk assertief en de kliffen naar beneden zijn steil. Niet te veel limoncello drinken is de boodschap.

Ter land, ter zee en in de lucht

Positano is het beroemdste, meest iconische stadje aan de baai van Napels; heelder lofdichten zijn erover geschreven en als je op Instagram #positano intikt, krijg je 2,5 miljoen posts. De hele Amalfikustlijn is Unesco-werelderfgoed, maar dit stadje zou het allermooist zijn. Tegelijk is het piepklein: in een halve dag heb je zowat alles twee keer gezien. Perféct dus voor onze tweede dag, want we hebben grootse plannen met dit kleine stadje. Wij rijden in alle vroegte met onze Vespa door de smalle straatjes – de overvolle toeristenbussen zijn nog niet gearriveerd – en drinken een koffie op het plein aan de prachtige Maria Assunta-kerk, iconisch vanwege de gouden koepel met majolicategels. Van daaruit vertrekken de kleine, overvolle winkelstraatjes: de Via Pasitea is de mooiste.

Het beroemdste restaurant van Positano valt enkel te bereiken met een piepklein vissersbootje

Positano is veel klimmen, 1.800 trappen van helemaal boven tot aan de kustlijn, maar ik zei het al: er is een plan. We laten onze Vespa boven achter en wandelen helemaal naar beneden, naar de haven. Missie: lunchen in het beroemdste restaurant van Positano. Het is chic noch duur, een goedbewaard geheim en valt enkel te bereiken met een piepklein vissersbootje dat vanaf de middag vanuit de haven vertrekt richting privéstrand. Bij de reservatie hadden we iets verstaan van ‘een rode vis’, dus toen om iets voor 1 uur plots een klein vissersbootje met rode, houten vis aan kwam getuft, wisten we: hier moeten we op. De tocht is gratis, een reservatie is verplicht. Je zit een tiental minuutjes op de boot – Positano en zijn gekleurde, haast verticaal gebouwde huisjes zijn nog mooier zo – en komt dan aan bij een piepklein stukje strand, met een groot overdekt terras en een reeks ligstoelen: restaurant Da Adolfo. Tegen half 2 zit het buitenrestaurant afgeladen vol, vaart het bootje niet meer uit en zitten wij, afgesloten van het drukke, hete Positano, te genieten van een zeer bijzondere, zeer lekkere maaltijd op het strand. Onvergetelijk.

De derde en laatste volle dag op de Vespa bezoeken we Amalfi, het stadje dat zijn naam heeft geleend aan de hele streek, ‘op de bodem’ van een diep ravijn ligt en een duomo heeft die het bezoeken meer dan waard is. Maar waarom koos ik toch een bloedhete zomermaand om de Amalfikust te ontdekken? Het is vandaag uitzonderlijk warm – 36 graden! – en er zijn minder toeristen dan normaal in de stad. Ik hark me bij elkaar om de 62 hoge trappen naar de ingang te beklimmen en kom tot een bevreemdende vaststelling na dagen in de drukte: ik ben de énige die tot boven is geklommen. De kathedraal, met een prachtige binnentuin, geeft een indrukwekkend overzicht op de stad: overal fonteinen, de alomtegenwoordige citroenen, ijskramen en veel, zeer veel terrassen. In Amalfi is er geen strand en je kunt er niet zwemmen, maar je kunt wel een van de vele bootjes huren om de stad vanop het water te verkennen.

En... zen

Na drie dagen hobbelen op de Vespa in de verzengende hitte tussen duizenden plakkerige toeristen ben je wel klaar voor iets anders: rust. De regio rond Napels heeft ook dat in de aanbieding: Laqua Countryside in Ticciano, een waanzinnig huis op de heuvels van Sorrento, met zicht op zee, omgeven door weinig anders dan groen, een paar straatjes, een buurtwinkel en veel stilte. Het hotel heeft zes suites, een groot overdekt terras, een zwembad en een grote tuin met moes- en kruidentuin waarin de groenten worden gekweekt die geserveerd worden in het eigen restaurant mét Michelin-ster.

De restaurantervaring is onwaarschijnlijk: de Zuid-Italiaanse keuken zoals ik ze nooit eerder proefde. Er is een tasting-menu vanaf 130 euro met veel vis, veel experimentele texturen en zeer veel smaak. Het huis, gerund door één Italiaanse familie, voelt meteen als een thuis. Hoewel je hier baadt in pure luxe, is de sfeer ontspannen. Wij gingen de laatste avond pizza uithalen in een van de kleine restaurantjes van de stad, met een bang hart: is het het niet onbeleefd, pizza eten op je terras wanneer er in je hotel een gastronomisch restaurant huist? Niet dus: we kregen van chef Alessandro pikante olie aangeboden en extra rucola uit de tuin voor erbovenop. Ik wil hier héél graag nog een keer terugkomen. Met of zonder Vespa.

Amalfi praktisch

Zo kom je er

Je vliegt in 2u20 rechtstreeks naar Napels, vanaf € 200 heen en terug met Brussels Airlines vanuit Brussel of vanaf € 77 heen en terug vanuit Charleroi met Ryanair. Je kunt per trein verder naar Sorrento. Of boek een shuttle (€ 30) van The Vespa Trip recht naar hotel O Sole Mio. Vink bij je boeking C02-compensatie aan van je transport, dan zorgt The Vespa Trip daarvoor in samenwerking met Greentripper.

Beste reistijd

Vermijd juli en augustus, dan is het heet en druk. Juni en september zijn ideaal, met temperaturen rond 26 °C.

Prijs

The Vespa Trip biedt van half mei tot eind september reizen langs de Amalfikust aan, vanaf € 590 voor vier overnachtingen met ontbijt en Vespa-huur, helmen en een slot, een road book, een gids en verzekering schade aan derden. Niet inbegrepen zijn vluchten, benzine, parkingkosten (€ 40), gps (€ 30) en omniumverzekering (€ 89 per Vespa). Vespa-bestuurders moeten meerderjarig zijn en een Europees rijbewijs B of AM hebben. Je kunt drie routes volgen: op eigen houtje of door de gids te volgen.

Logeren in de heuvels

  • De uitvalsbasis van The Vespa Trip aan de Amalfikust is hotel O Sole Mio (te boeken via thevespatrip.com), met eenvoudige kamers, restaurant, tuin en zwembad. Het ligt wat hoger, op een boog scheut van Sorrento en op wandelafstand van het dorp Sant’Agata, met gezellige restaurantjes.
  • Voor een romantisch vervolg zit je perfect in hotel Laqua Countryside in de heuvels bij Sorrento. Met toprestaurant.
    Kamers vanaf € 279 voor 2 personen, Meer info: Laquacollection.it/en

Niet te missen haltes

  • Lunch in het vermaarde L’Antica Trattoria in Sorrento: het gekoelde terras is prachtig, binnen is het net zo mooi. De spaghetti met truffel is onaards lekker. Meer info: lanticatrattoria.com.
  • Neem een drankje op het panoramische balkon van luxehotel Imperial Tramontano in Sorrento: vanaf daar kijk je récht op de bedrijvigheid beneden in het water, en verder ook op de Vesuvius. Meer info: hoteltramontano.it.
  • Sorrento heeft geen zandstrand, maar als je de trappen naar beneden neemt, kom je uit aan de populaire bagni: op een soort staketsels zijn strandhuisjes en terrassen gebouwd. Je zit er tussen de locals, echt als sardientjes in een blik, maar wat een ervaring. Plons de zee in voor wat verkoeling. Meer info: italia.it/en/campania/naples/bagni-regina-giovanna.
  • De Amalfi Fountain of Breasts is, jawel, een naakte vrouw die haar borsten vasthoudt en water spuit. Bizar.
  • Amalfi is bekend om de stalletjes en kribbes die het hele dorp in miniatuurversie uitbeelden. Bij de Fontana Cape ‘e Ciucci, uit de achttiende eeuw, zie je onder meer pizzamakers, herders en mama’s met baby. Een muntje in deze fontein gooien, zou jaren van geluk brengen. Meer info: italia.it/en/campania/salerno/amalfi.

Meer lezen

Partner Content

Gesponsorde content