Binu Singh & Elisabeth Lucie Baeten over de crisis in de kinderopvang, parentale burn-out en grave prinsessen

Feeling viert Vrouwendag! Om dat te vieren lieten acht inspirerende vrouwen zich door Feeling matchen aan een geheime gesprekspartner. De komende dagen onthullen we de integrale interviews op onze website. We starten met schrijfster en scenariste Elisabeth Lucie Baeten en kinderpsychiater Binu Singh. Wat hen bindt? Het woord geven aan zij die niet gehoord worden: het jonge kind.

Mee met zowat heel Vlaanderen leerden ze ook elkaar kennen. Schrijfster en scenariste Elisabeth Lucie Baeten had al een voorgevoel gekoppeld te zullen worden aan Binu Singh, die ze als veelgevraagd expert in het debat over de kinderopvang was gaan volgen op tv en online. In datzelfde debat was de open brief van Baeten aan bevoegd minister Hilde Crevits, die de wanhoop over en van de sector des te viraler had laten gaan, ook Singh niet ontgaan. Te midden van de stroom aan sluitingen van kinderdagverblijven, het ontslag van een topambtenaar en meldingen van wantoestanden kwamen hun voices of reason bovendrijven. En dus herkennen ze elkaar meteen wanneer ook Singh op het scherm verschijnt. “Ik wist het!”, klinkt het lachend uit Baetens zetel – het zachte fort van waarop ze haar pijn bestrijdt. “Sinds oktober heb ik al drie operaties achter de rug. Er staat nu nog één gepland. Vandaag is het oké, maar afgelopen weken heb ik dag per dag, soms zelfs uur per uur moeten leven om niet heel angstig of triest te worden.” De weinige voordelen van zoomen: het is besparen op lichamelijke inspanning. En op tijd, en daarom ook de go-to voor Singh, die behalve met expertise bieden in de media de agenda overvol heeft met haar werk als kinderpsychiater, psychotherapeut en opleider.

Hoe kijken jullie intussen terug op die periode van verhoogde aandacht?

Baeten: “Ik werd naar aanleiding van mijn brief aan Crevits voor heel veel talkshows gevraagd, hoewel ik maar gewoon een boze mama ben die iets geschreven heeft vanuit haar buikgevoel – ik heb de oplossing niet. Er zijn experts die hier al jaren mee bezig zijn; zij moeten mee rond de tafel, zij hebben de oplossing wél, de dossiers liggen er. Ik vond het best lastig dat ik naar voren werd geschoven als een soort boegbeeld, terwijl ik dat absoluut niet ben of wil zijn. Ondertussen is de aandacht voor mij persoonlijk wat gaan liggen. Maar ik hoop dat de aandacht voor het probleem dat níét is. Het was me niet om de likes te doen, hé, maar om wezenlijke verandering. En zolang die niet effectief is, blijf ik er – in de mate van het medisch mogelijke – over communiceren.”

“Mijn brief aan Crevits was me niet om de likes te doen, maar om wezenlijke verandering” – Elisabeth Lucie Baeten

Singh: “Die aandacht an sich vind ik de grootste verandering. En daar ben ik al blij mee. Het gaat hier niet om nieuwe problemen, maar het verschil vandaag is dat we er als samenleving mee bezig zijn, er is steeds meer bereidheid om de stem van het jonge kind au sérieux te nemen. Ik vind het trouwens goed, Elisabeth, dat jij met jouw talent (Baeten is schrijfster, red.) het woord geeft aan de ouder. Waar jij hen aan tafel zet, zet ik het jonge kind mee aan tafel: vanuit wetenschappelijke expertise en klinische ervaring vertolk ik wat zij nodig hebben. Ook ik word in de media vaak gedwongen om in de boksring te stappen met een pasklare oplossing, maar daar blijf ik graag van weg. Alle juiste mensen samen moeten tot een duurzaam plan komen rond opvoeding, onderwijs, hulpverlening, kinderopvang en ouderschapsverlof. Best fundamenteel, maar de moeite waard.”

Het sprookje van duizend-en-een dagen

Tijdens de eerste duizend dagen van je leven, van conceptie tot en met het tweede levensjaar, worden de fundamenten gelegd van je algehele welzijn, dat is intussen wetenschappelijk bewezen. Idealiter worden we in die cruciale periode gekoesterd in een veilige schoot waarin we leren te leven en niet moeten zien te overleven. De manier om een generatie te baren met veerkracht, vertrouwen en empathie. Het ideaalbeeld van Singh contrasteert met de realiteit als een open zenuw, weet ook Baeten; vele kleintjes krijgen vandaag niet wat ze nodig hebben. En maken zo meer kans op burn-outs, verslaving, depressies, relationele onkunde maar ook lichamelijke problemen zoals hart- en vaatziekten en kanker.

Singh: “De crisis in de kinderopvang is geen probleem dat enkel de ouders en de sector treft, maar iets dat ons gemeenschappelijk aangaat, want uit die vroege levensjaren valt zoveel winst te halen voor later, voor een gezonde samenleving en een betere wereld tout court. Ik ben niet tegen crèches, ik ben tegen situaties waarin het jonge kind onvoldoende krijgt wat het nodig heeft. Er moet geïnvesteerd worden in een kinderopvang die meer is dan alleen maar een opvangplek, maar deel uitmaakt van de spreekwoordelijke village. In vele andere Europese landen zijn ze daar al mee aan de slag. Wij bungelen echt aan de staart op dat vlak.”

Baeten: “Hoe komt het dat wij dat niet kunnen, dat het zelfs in buurlanden anders en beter gedaan wordt? Ik snap dat oprecht niet. Ik word er verdrietig van als ik jou dat allemaal hoor zeggen. Als ouder zit je in dat systeem; ik heb zelf ook een dochter van 4 jaar en een zoon van 2. En je wil daar eigenlijk niet in zitten, want je voelt dat het niet juist is, voor niemand – voor hen niet, voor jezelf niet… Die village bestaat niet. We zitten allemaal op ons eigen eiland. En dat is zo zwaar en zo hard níét zoals het hoort.

“Het is niet onlogisch dat de term ‘parentale burn-out’ in België is ontstaan” – Binu Singh

Singh: “Het lijkt niet voor niets dat de wetenschappelijke term ‘parentale burn-out’ in België is ontstaan. Het zijn Belgische onderzoekers die dat in het leven hebben geroepen en die aangegeven hebben dat het de meest voorkomende vorm van burn-out is in onze samenleving. En de ouders zien daarvan af, uiteraard, maar uiteindelijk is het kind de finale dupe. Want als de ouder opgebrand is, kan die niet doen wat het kind nodig heeft. En als  het kind in de opvang ook al niet krijgt wat het nodig heeft, dan gaat het met lege handen van huis tot huis.”

De parentale burn-out is een fenomeen dat vooral moeders treft. Heeft de emancipatie ertoe geleid dat we vandaag te veel bordjes in de lucht moeten houden?

Baeten: “Ik weet niet of we het moeten steken op de vrouwenemancipatie of dat het ons opgelegd is. Maar het is alleszins zo dat wat hier bij ons als ‘werk’ wordt beschouwd, enkel betaald werk is. Terwijl: thuisblijven bij je kind, zorg dragen voor je zieke partner:  dat is ook bijdragen aan de maatschappij. Maar neen: je moet gaan werken en iemand inhuren om voor dat kind of die zieke te zorgen. Dat zit totaal fout; we zijn die zorg gaan uitbesteden, en nu is het ook geen optie meer om die zelf op te nemen, wegens niet ‘waardevol’ bevonden.”

Singh: “Dat klopt, helaas. Voor alle duidelijkheid: ik ben heel blij dat onze grootmoeders en moeders zich geëmancipeerd hebben, en we zijn er nog lang niet…”

Een Internationale Vrouwendag is nog nodig?

Baeten: “Sowieso, en al zeker internationaal. Er zijn heel veel landen – Iran, om een actueel voorbeeld te geven – waar geen enkel recht verworven blijkt. Daarmee vergeleken zitten we hier in Vlaanderen in een luxepositie.”

Singh: “Bij ons gaat het inderdaad niet over elementaire zaken, zoals het recht op onderwijs of zeggenschap over je eigen lichaam, maar over iets subtiels als een vervullend leven – een niet te onderschatten deel van welzijn. Want ik voel als vrouw wel de collateral damage van de emancipatie: we moeten ons voortdurend ‘vermannen’. Soms vraag ik me af of we nog wel vrouw mogen zijn in die groei naar gelijkwaardigheid. En welke plek de man nog mag hebben, want die weet het ook niet meer.”

“Soms vraag ik me af of we in die groei naar gelijkwaardigheid nog wel vrouw mogen zijn” – Binu singh

De rolverdeling man-vrouw komt in die eerste duizend dagen ook op de voorgrond.

Singh: “Daarom ligt het vrouw-zijn mij ook na aan het hart. Bijvoorbeeld: de eerste drie maanden van de zwangerschap zijn cruciaal voor de groei van de baby; de moeder heeft dan heel veel behoefte aan rust. Maar wij vinden het normaal om het geheim te houden en maar te blijven voortdoen alsof er niets aan de hand is. Hoe fantastisch zou het zijn dat de moeder dan net mag toegeven aan haar vrouw-zijn, aan haar dragende rol, dat ze die rust mag nemen opdat ze geen cortisolpieken zou aanmaken omdat ze zich moet ‘vermannen’ op het werk. En hoe goed zou het zijn, mocht die man zich kunnen toeleggen op zijn steun- en beschermfunctie. Als je daartegen vecht, raakt die vrouw uitgeput, vindt de man zijn plek niet en ontstaat er heel veel verwarring. En wie daar het meeste last van heeft, is, alweer: het kind.”

Sluit mooi aan bij je sprookjesboek, Elisabeth: in En ze leefden nog zijn prinsessen vooral meisjes die hun leven zelf mogen bepalen.

Baeten: “Het typische clichébeeld van het herschreven sprookje, is om er grave, stoere prinsessen van te maken die zelf de draak verslaan. En dat is wel cool, maar ik heb vooral gedacht: ik ga hen een stem geven. Want als je kijkt naar de originele sprookjes: die dragen als titel de naam van de prinses, maar die prinses zelf zégt niets! Die ondergaat. Ik wilde haar dus vooral woorden geven en dan binnen de thematiek van dat klassieke sprookje een verhaal bedenken dat zich nu zou kunnen afspelen. Doornroosje bijvoorbeeld: ze kan niet slapen omdat ze al van bij de geboorte te horen heeft gekregen: ‘Je kunt alles worden wat je maar wil’, waardoor ze is gaan denken dat ze het dan ook allemaal moet doen en worden – redelijk herkenbaar, denk ik.” (lacht)

Elisabeth Lucie Baeten.

Therapeut in therapie

Als je als ouder vrede hebt met jezelf, kun je ook je kind laten voelen dat die gezien en aanvaard wordt voor wie het echt is, leerde ik uit Binu’s boek Van Hart tot Hart.

Singh: “Klopt. Maar vaak zit daar dus heel wat in de weg; onze eigen vroegkinderlijke ervaringen en conditioneringen. Als er te weinig zorg is voor het innerlijke kind in ons (het ‘innerlijke kind’ is een concept uit de psychologie waarmee verwezen wordt naar onverwerkte emoties uit onze kindertijd en overlevingsstrategieën die toen ontwikkeld zijn, red.), dan blijven we in survivalmodus functioneren – en dat is niet gericht op verbinden. Het is dus belangrijk om het innerlijke kind in jou te helen, zodat jij kunt ontspannen en jezelf kunt accepteren. Maar daarvoor hebben we dus eerst nog wat mentaal en emotioneel werk voor de boeg…”

We lijken er alleszins wel steeds meer mee bezig: in therapie gaan is geen taboe meer. Elisabeth, kies jij er bewust voor om ook je mentale gezondheid openlijk te bespreken?

Baeten: “Ik ben altijd al heel open geweest dat ik naar een psycholoog ga. De voorbije maanden ging het echt niet goed met mij, en dan twijfel ik soms wel of ik er iets over zou posten – ik wil niet pathetisch overkomen of een ‘slachtoffer’ lijken. Maar uiteindelijk doe ik het wel, al is het maar voor die ene persoon die zichzelf herkent, en zich een beetje minder eenzaam voelt. En ik ben ook wel iemand die graag deelt; als ik iets goeds ontdek, zoals therapie, dan gun ik dat de rest ook. Want het heeft hoe dan ook nut: je gaat echt wel op een ander niveau over jezelf nadenken, je wordt er gehoord en geholpen.”

Gaat een psycholoog zelf ook in therapie, Binu?

Singh: “Ik ben vrij vroeg in mijn opleiding tot kinderpsychiater in contact gekomen met de pre- en perinatale psychologie (die zich toelegt op het gedrag voor de geboorte en op de postnatale gevolgen, red.) en het innerlijkekindwerk… dat resoneerde bij mij. Ik ben er dan ook mee aan de slag gegaan vanuit het idee: een chirurg moet het scalpel ook ontsmetten voor die begint te snijden of je hebt binnen de kortste keren infecties die dodelijk kunnen zijn. Als ik mezelf niet genoeg ‘ontsmet’, mijn eigen stukje niet genoeg heel, dan ga ik die wonden uitleven bij mijn patiënten en kan ik geen goeie hulpverlener zijn. Ik vind het ook belangrijk dat ik de therapieën die ik geef zelf beleefd heb. Dat ik weet hoe het is om aan de andere kant te zitten en wordt mijn empathische vermogen groter.”

Stop met wenen

In tijden dat de donkerte als een olievlek lijkt uit te breiden, blijven zowel Baeten als Singh naar het licht neigen. Elisabeth met humor, als @elisabethlucie op Instagram of in volle slappe lach tijdens het opnemen van haar podcast Tater bij de Wijn waar ze de hete  hangijzers van het millennialleven serveert op een bedje van sappige ironie en grappige eerlijkheid. Singh, dochter van twee traditionele sikhs, vindt steun in spiritualiteit.

Singh: “Tegen het culturele aspect van het sikhisme heb ik mij vroeger enorm verzet. Zo mag je bijvoorbeeld je haren niet knippen; ik had daar mijn vragen bij. Maar als volwassen vrouw ben ik het filosofische aspect van die religie gaan bestuderen en is gebleken dat ik echt wel binnen het juiste geloof geboren ben: het pleit voor heel veel dienstbaarheid, in verbinding staan, het juiste doen. Het nodigt ook uit om het leven te omarmen, en als je dat niet kunt om na te gaan wat er in de weg zit, als een kans tot groei.

“Hoe om te gaan met verdriet of boosheid heb ik zelf moeten uitzoeken” – Elisabeth Lucie Baeten

Het leven omarmen: niet evident als je pijn lijdt. Welke rol speelt spiritualiteit voor jou, Elisabeth?

Baeten: “Ik moet heel eerlijk zeggen, als grote disclaimer bij dit interview: ik zit in een heel rare fase van mijn leven, waardoor ik tegenwoordig heel weinig voeling heb met… zowat alles. Maar ik ben uiteraard met zo’n dingen bezig. Ik ben ook hoogsensitief – mensen schieten van dat woord nogal in een kramp, maar het is wel zo – en voor mij zijn religieuze ervaringen iets als het ‘Miserere’ van Allegri beluisteren terwijl ik in het Rivierenhof aan het wandelen ben. Ik ervaar veel spiritualiteit, al denk ik daar niet bewust zo over na. Maar het is zeker niet alleen maar het platte leven voor mij. Behalve nu dus…”

Je praktiseert het sikhisme niet, Binu. Zijn er nog verschillen tussen de opvoeding die jullie geven en degene die je zelf gekregen hebt?

Singh: “In aanpak verschilt het niet zozeer. Wat ik vooral anders doe, is nog beter voor mezelf zorgen als moeder. Ik heb bij mijn mama gezien hoe ze dingen tekortkwam, en hoe ze ons daardoor niet tegemoet kon komen zoals ze het had gewild. Als kind voelde ik mij daardoor geappelleerd om voor haar te zorgen, waardoor ik dan weer uit de weg ben gegaan van wat ik zelf nodig had. In mijn leven nu ga ik daarnaar op zoek, om dat dan in balans te brengen met wat het kind in mij nodig heeft. In plaats van patronen te ondergaan, ben ik wat dieper gaan graven, op zoek naar meer geheeld zijn en de vrijheid die dan ontstaat.

Baeten: “Ik ben zelf dochter van een gescheiden mama; ik was 5 toen mijn ouders uit elkaar zijn gegaan, ik ben de jongste van vier kinderen. Mijn mama was toen nog maar een jonge dertiger; zij zat als alleenstaande mama van vier in een heel andere situatie dan ik. Dus voor emoties was er niet altijd ruimte – ook generatiegebonden, er werd in haar tijd gewoon niet over gevoelens gepraat met kinderen. ‘Stop met wenen’ en ‘Je bent mooier als je lacht’ zijn uitspraken waar zij ook zelf mee is opgegroeid, wat ik spijtig vind voor haar. Hoe om te gaan met verdriet of boosheid hebben wij zelf moeten uitzoeken. Onze dochter Alys (4) lijkt heel hard op mij – helaas, denk ik soms, met al die grote emoties die haar nog te wachten staan… Maar haar geluk is dat ik weet hoe dat is en dat ik er dus hopelijk beter mee zal kunnen omgaan dan mijn mama in haar situatie: door die boosheid toe te laten bijvoorbeeld, en er met haar over in gesprek te gaan. En dat in een warm huis, vol gezelligheid, muziek en literatuur, net als mijn mama dat voor ons gecreëerd heeft.”

Binu Singh en Elisabeth Lucie Baeten zullen elkaar opnieuw ontmoeten op het non-fictie boekenfestival FAAR in Oostende, dat plaatsvindt van 10 tot 12 maart. Beide auteurs zullen, aan de zijde van Arnon Grunberg, het festivalweekend voor geopend verklaren bij wijze van een inleidend gesprek, een conversation starter als je wil. De laatste tickets voor de openingsavond vind je hier.

Wie is wie?

Binu Singh (43)
Kinderpsychiater

• Is moeder van twee zonen van 4 en 15 jaar.
• Geboren en getogen in Delhi, India, tot ze op haar 7de, na de aanslag op Indira Gandhi, naar Europa vluchtte.
• Is kind-jeugdpsychiater, psychotherapeut en docent.
• Richtte in 2016 Kleine K op, het dagziekenhuis van UZ Leuven voor kinderen van 0 tot 6 jaar met opvoedings- en ontwikkelingsproblemen.
• Bracht in het najaar van 2022 haar boek Van Hart tot Hart: inspiratie vanuit het jonge kind, waarmee ze een stem wil geven aan kinderen tussen 0 en 6 jaar, uit. Begin dit jaar verschenen er ook bijhorende Van Hart tot Hart (wens)kaarten.
• Werd door Knack Weekend verkozen tot Mens van het Jaar 2022.

Elisabeth Lucie Baeten (31)
Schrijfster en scenariste

• Is getrouwd en heeft een zoon van 2 en een dochter van 4.
• Studeerde taal- en letterkunde en culturele studies aan de KU Leuven.
• Werkte als scenarist voor verschillende productiehuizen en schreef mee aan o.a. het sketchprogramma Loslopend Wild en het tweede seizoen van de comedyreeks Nonkels.
• Was tussen 2019 en 2021 wekelijkse columnist bij Knack.
• Haar Instagram-account @elisabethlucie heeft bijna 30.000 volgers. Met vriendin Paula host ze de podcast Tater bij de wijn.
• Schreef Leven in het nu: gids voor de do’s, de don’ts en de what the fucks van deze verwarrende tijden. In het najaar van 2022 verscheen bij uitgeverij Vrijdag En ze leefden nog in samenwerking met Flore Deman: een sprookjesboek voor een nieuwe generatie kinderen en hun ouders.

Door Annelore De Donder – Foto’s: Anneke D’Hollander

Meer lezen:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content