Siska Schoeters: “Mama maakt ook fouten, ik wil dat mijn kinderen dat weten”

Els Keymeulen

Presentatrice Siska Schoeters is intussen anderhalf jaar alleenstaande mama van twee. Als een great dancer beweegt ze zich langs de uitdagingen die de combi kinderen en carrière met zich meebrengt. Haar moederschap is zoals zijzelf: no-nonsense, toegewijd en onverbloemd.

Siska:Ik kan geen goede moeder zijn als ik geen fijne carrière heb. Mijn job zorgt voor energie en zelfwaardering en is simpelweg heel fijn. Ik heb nooit het gevoel dat ik werk: ik heb een hele drukke hobby. (lacht) Tegelijk ben ik een zeer aanwezige moeder; ik regel mijn job in functie van de kinderen. Hier op kantoor weten ze dat ook: de kinderen zijn vaker bij mij dan bij hun papa (Tomas De Soete, red.) en dus zeg ik op heel veel dingen nee. Het is niet altijd zo geweest: gaandeweg heb ik ondervonden dat ik het gewoon niet prettig vind er weinig te zijn voor de kinderen. In het begin van mijn carrière lukte dat niet goed: je bent ambitieus, wilt ergens geraken, dus dan heb je vaak het gevoel dat je ‘dit even moet doen’. Vandaag heb ik de luxe dat ik kan kiezen. Ik zeg het met enige trots: mijn kinderen zitten nooit, of toch zeer weinig, in de opvang. Ik ben zo’n mama die aan de schoolpoort staat. Voor de dagen dat dat niet lukt heb ik Nina, een vaste babysit die supergoed voor mijn kinderen zorgt. Dat is heel erg belangrijk: je omringen met de juiste mensen zodat je zelf gerust kunt zijn. En dan nog: als ik er niet ben, ligt mijn gsm áltijd bij mij. Wat er ook gebeurt: ik neem op en als het moet, laat ik alles vallen. Laatst had ik een lunchmeeting – het eten was nét besteld – en ik kreeg telefoon van de school van Minnie, dat ze ziek was. Dan zeg ik: ‘Sorry, maar ik moet gaan.’ Ik vind dat zelf heel logisch, maar ik merk wel dat veel mensen dat niet vinden.”

Ik ben constant bang. Bang dat mijn kinderen gepest zullen worden. Bang dat ze ziek worden. Bang dat ze overreden worden.

Nooit niet bang

“Dat van die gsm geeft het al weg: ik ben constant bang. Bang dat mijn kinderen gepest zullen worden. Bang dat ze ziek worden. Bang dat ze overreden worden. Lucien gaat drie keer per week alleen naar de hockey: dat is drie keer per week ‘I love you!’ roepen tot hij uit het zicht verdwenen is en elk detail in je hoofd printen, want wie weet is het de laatste keer dat ik hem levend zie. In het begin overvalt je dat, denk je: ik ga dat nooit aankunnen. Maar nu vind ik daar rust in: een moeder is een leven lang bezorgd en het leven zal me brengen wat het brengt. Ik ben niet bang van verandering: Tomas heeft een toffe nieuwe vriendin en dat gun ik mijn kinderen helemaal. Ik ben zelf lang plusmoeder geweest en dat is een hele moeilijke rol, maar het kan letterlijk een plus zijn in iemands leven. Dus nee, dat boezemt me geen angst in; een gelukkige vader betekent gelukkige kinderen, toch?”

De mannen met een schuldgevoel slide into my DM’s – ik wil jullie leren kennen

Schuld is vrouwelijk

“Net als alle moeders zeul ik een schuldgevoel mee. Ik probeer me er bewust van te zijn en het van me af te zetten, maar het is een leerproces. Er komt een mail van de juf binnen dat Lucien zijn taak niet in orde is. Eerste emotie: schuld. Ik denk: oh nee, ik heb hem niet genoeg begeleid. Dáár wil ik vanaf, want ik weet: ik heb hem wel begeleid en het is niet mijn fout. Lastiger was het om de scheiding zo te bekijken: uiteráárd voelde ik me schuldig toen Tomas en ik uiteengingen. De kinderen hadden veel verdriet, wíj hadden verdriet: dat is heftig. Maar stilaan denk ik: mijn kinderen hebben twee gelukkige ouders, is dat niet veel belangrijker? Ik spreek er ook op die manier over met de kinderen: verdriet mag er zijn, maar je mag niet overdrijven. Laatst vroeg Minnie het nog een keer: waarom we toch uit elkaar waren gegaan. ‘Omdat mama en papa nu gelukkiger zijn’, antwoordde ik. ‘Ja, maar,’ zei Minnie, ‘jullie misschien wel, maar wíj zijn ongelukkig!’ Daar ga ik tegenin, ja, zélfs bij een 6-jarige: ‘Is dat zo, ja? Denk eens aan het afgelopen jaar, aan de fijne tijd die we gehad hebben, aan ons nestje met drie. Vroeger had ik meegeweend, maar nu ben ik kritisch: ben je wel écht ongelukkig, Minnie? Ik ben er zeker van dat mannen daar allemaal veel minder last van hebben: die kinderen hebben niet negen maanden in hun buik gezeten, hé? Die vinden het niet erg dat hun kind als laatste in de opvang zit, terwijl ik daarvan een stomp in de maag krijg. Míjn kind? De héle avond in de opvang? Dat knaagt de hele dag aan mij. Nee, schuld is iets vrouwelijks. De mannen die dat wél hebben? Slide into my DM’s – ik wil jullie wel leren kennen.” (lacht)

Er zijn regels, maar aan sommige zaken verspil ik geen energie. Dat ze ’s ochtends ontbijten met de iPad: interesseert me geen zak.

Hoofdjob: opvoeden

“Ik ben altijd aan het opvoeden. Op tv, thuis: het stopt nooit. (lacht) Misschien is dat het allermoeilijkste aan kinderen hebben, en al helemaal als je er alleen voor staat: je staat constant ‘aan’. Ik ben zelf heel streng opgevoed, en ik room dat wat af. Er zijn regels, maar aan sommige zaken verspil ik geen energie. Ik vind beleefdheid zeer belangrijk. Als je ergens binnenkomt, zeg je hallo. Maar dat ze ’s ochtends ontbijten met de iPad: interesseert me geen zak. Het geeft me tijd om een goede brooddoos te maken, met een briefje erin. Van superkleine dingen kun je heel blij worden, dus daar besteed ik veel aandacht aan. Als ik kwaad word, roep ik. Dat mag niet, hé, dat is zogezegd het teken dat je het niet aankunt. Wel: dan kan ik het niet aan. Voilá, je hebt de kop van dit artikel al. (lacht) Nee kijk: ik roep, mijn kinderen schrikken, en klaar. Na zo’n uitbarsting kan ik heel goed sorry zeggen. Dat deden mijn ouders niet, maar dat vind ikzelf heel belangrijk. Sorry, ik had niet moeten roepen. Of sorry, ik was verkeerd. Mama maakt ook fouten, en ik wil dat ze dat weten. Zodat ze met hun eigen fouten naar mij durven te komen.

“Ik voed mijn twee kinderen gelijk op, ben daar zeer waakzaam over. Meisjes zijn stoer en jongens mogen huilen, zoiets. Lucien is heel gevoelig, maar hij weet nu: gevoelig zijn is mijn superpower. Als hij zijn talenten moet opsommen op school, noteert hij: gevoelig. Dat is fantastisch, hé? Dat heb ik erin gedramd: jij voelt meer dan anderen, je kunt bemiddelen, hebt betere relaties... Ik wil absoluut niet dat hij dat als zwakte ziet. Dat ís het niet.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Mama op tv

“Ik probeer mijn bekendheid vaak te minimaliseren: ‘Mensen kennen mama door haar werk, maar dat werk is niet zo belangrijk. Andere mama’s hebben soms een véél belangrijkere taak.’ Dat helpt, want ze vinden wat ik doe helemaal niet zo cool. The Masked Singer heeft niet geholpen natuurlijk: ik word tegenwoordig vaker aangesproken. Lucien raakt dan zelfs een beetje geïrriteerd: ‘Waarom doen mensen dat mama? Die kunnen ons toch gerust laten?’ Ik leg dan uit dat als mensen vriendelijk en beleefd zijn, ik gerust een praatje wil maken. Maar als ze me storen op restaurant, bijvoorbeeld, vraag ik of ze kunnen wachten tot we klaar zijn met eten. Mijn kinderen mogen niet de dupe worden van mijn werk. Ze gaan niet graag op de foto, dus ze zijn er voor deze shoot niet bij: ik respecteer hun mening daarin. Het is niet omdat ik in de boekskes kom, dat zij dat ook moeten.”

Ik beslis zélf om kwaad te zijn of niet: alles is uiteindelijk een keuze, je hebt de dingen goeddeels zelf in de hand.

Kans gemist

“Er is een periode geweest dat ik gediscrimineerd werd omdat ik zwanger was. Absoluut. Ik heb een job toen niet gekregen, enkel daarom. Ik ben er met de betrokkenen over gaan praten dat ik mij gediscrimineerd voelde en werd eigenlijk weggelachen. Ik heb toen beslist: ik kan hier twee dingen mee doen. Of ik blijf kwaad, word bitter. Of ik accepteer het en keer sterker terug. Eén vrouw zei me rond die tijd: ‘Siska, il faut reculer pour mieux sauter. Dat heb ik áltijd onthouden. Ik dacht, oké, wacht maar. Niet uit wraak, maar vanuit de idee een negatieve ervaring om te zetten in iets goeds. Ik beslis zélf om kwaad te zijn of niet: alles is uiteindelijk een keuze, je hebt de dingen goeddeels zelf in de hand.”

What goes around, comes around

“Ik wil graag een cadeautje op Moederdag. Niet vanwege het cadeau, maar omdat ik het belangrijk vind dat kinderen beseffen dat het Moederdag is. Wat hun mama voor hen betekent. Ik ben zelf een hele attente vrouw – voor vriendinnen, voor collega’s, dat briefje in de brooddoos – en het is wel fijn als je dat af en toe terugkrijgt. Ook van je kinderen. Een ontbijtje, waarna je drie dagen staat te poetsen in je keuken. Een briefje onder de deur. De kinderen die vragen: ‘Mama, heb je goed geslapen?’ Het komt, denk ik, wel goed: ik was laatst met hen in Antwerpen, bij Anna + Nina. ‘Kijk,’ zei ik, ‘dit is mama’s lievelingswinkel’. Erna hoorde ik Lucien fluisteren tegen Minnie: ze gingen het tegen papa zeggen en hier voor mij iets kopen. Ik ben trots: we hebben dat tot hiertoe goed gedaan, Tomas en ik. Vooral ik natuurlijk.(lacht hard)

Meer over moederschap:

Beelden: Lalo & Eva

Partner Content

Gesponsorde content