© Lalo + Eva.

Veerle Baetens & Lize Spit over ‘Het Smelt’: “Ik heb alles bewust wat minder heftig gemaakt, niet té ondraaglijk hard”

Lize Spits boek Het smelt was onthutsend en genadeloos. Veerle Baetens’ regiedebuut even overweldigend. Een dubbelgesprek over leven in een dorp, filmische vrijheid en de vrouwelijke blik.

Lize Spit vond het niet moeilijk om Het smelt los te laten. Terwijl ze toch zelf als scenarioschrijver afstudeerde. “Misschien net daarom”, zegt ze. “Ik weet hoe je een scenario opbouwt, wat een goede film is en ik begrijp dat je een complex verhaal met zoveel lagen niet letterlijk in beelden kunt omzetten. Je moet keuzes maken. Veerle heeft de vriendschap op de voorgrond gezet. Ze heeft een ander einde bedacht. Als dat voor de film beter is, is dat voor mij prima. Ik besefte meteen dat ik Veerle haar gang moest laten gaan. Het is haar verhaal, gebaseerd op Het smelt. Het is mijn verhaal niet meer.”

“Vanaf het moment dat ik het boek las, zag ik de mogelijkheden”, zegt Veerle Baetens. “Het greep me meteen bij de keel. Het is pakkend. Ik wil dat heel veel mensen naar deze film komen kijken.”

Het coming-of-ageverhaal van de drie pubers en hun spelletjes met noodlottige gevolgen werd efficiënt en gedreven verfilmd. Hoewel de klemtonen anders liggen en er scènes werden weggelaten en bijgeschreven, is de verhaallijn dicht bij het boek gebleven. Van het opgroeien in de ­Kempen in een disfunctioneel gezin, tot de broeierige momenten van een eindeloze zomervakantie, eindigend met een gigantische blok ijs in de koffer. Een onthutsend parcours vol opgepot verdriet.

Het dorp

Mag ik zeggen dat ik enigszins beduusd, zeg maar bang, was om jullie te ontmoeten.

Baetens: (gierend van het lachen) “Over mezelf wil ik geen statements maken, maar ik kan je verzekeren: Lize is de liefste madam die er is.”

Spit: “Allez, waarom zou je bang zijn van ons?”

Omdat jullie onbevreesd zijn.

Baetens: “Onbevreesd? Overmoedig, dat misschien wel.”

Lize, jouw boek werd genadeloos genoemd.

Spit: “Maar dat betekent niet dat ik genadeloos ben. Ik ben anders als schrijver dan als persoon. Hier zit een zacht, meegaand en vriendelijk iemand. Misschien zelfs een onzeker iemand. Dat is geen masker. Net daarom kan ik als schrijver helemaal anders zijn. Als ik zelf niet meekijk en me kan laten gaan in woorden, dan komt er een heel andere kant naar boven. Het smelt is inderdaad genadeloos, al merkte ik pas achteraf hoeveel geweld er eigenlijk inzit. Maar ik moest dat boek gewoon op die manier schrijven. Zonder angst, schaamte of schroom. Ik wil het sterkst mogelijke verhaal vertellen.”

Baetens: “Acteren voelt voor mij letterlijk aan als spelen. Ik krijg een grote speeltuin waarin ik iemand anders mag zijn. Ik kan het wilde dier in mezelf loslaten. Ieder personage en elk gevoel zit in mij, het is een schuif die ik opentrek. Misschien geniet ik daar zo van omdat ik als puber nooit een echte look of identiteit heb ontwikkeld. Ik zat op een strikte school, met uniformen en alleen maar meisjes, en ik liep in de pas. Acteren, andere mensen zijn is een plezier voor mij. Een reactie op die schooljaren: nu kan ik experimenteren.”

Ik kan nog altijd niet goed uitleggen hoe ‘Het smelt’ is ontstaan. Het leek wel een overlevingsmechanisme: ik móést schrijven. Ik weet niet wie ik zonder het boek zou zijn geweest

Lize Spit

schrijver

Lize, je zegt dat je negen jaar lang observaties hebt ­gespaard om ze dan uiteindelijk in het boek te gebruiken.

Spit: “Ik wist al heel jong dat ik wilde schrijven. Als ik ’s avonds in bed lag, dacht ik weleens: wat een klotedag, maar ik maak er later wel iets beters van. Daarom is Het smelt ook zo dik geworden. Al die observaties vielen op hun plaats. Het was alsof er zich plots een vorm aandiende voor het verhaal dat al een hele tijd zat te borrelen. Ik vond de taal om de zaken te vertellen. Toen ik er eindelijk voor ging zitten, was het er ook erg snel. Ik kan nog altijd niet goed uitleggen hoe Het smelt is ontstaan.”

“Het lijkt wel een overlevingsmechanisme: ik móést schrijven. Het verhaal openbaarde zich met een kracht waartegen geen verzet mogelijk was. Ik weet niet wie ik zonder het boek zou zijn geweest, hoe ik het leven daarna had aangepakt. Het is een breuklijn.”

lize spit en veerle baetens over de verfilming van 'Het smelt'

Het boek is vreemd genoeg erg herkenbaar voor wie in Vlaanderen in een klein dorp is opgegroeid.

Spit: “Zoveel mensen komen mij dat vertellen, wat heel eigenaardig is, want het bevat best wel heftige scènes. Ik vermoed dat het de verstikkende sfeer is. De verborgen verlangens waar je niks mee kunt aanvangen. Het gevoel dat er ooit en ergens een andere bestemming op je wacht, maar dat je het nu moet stellen met wat je hebt.”

Ik heet Kemps en kom uit de Kempen. Dat was mijn leven. Ik heb trouwens ook mayonaise op mijn hoofd gehad, net als Tess.

Spit: “Tegen de luizen?”

Nee, mijn moeder zei dat het de kwaliteit van mijn haar zou verbeteren.

Baetens: “Ik kan me daar wel iets bij voorstellen: azijn, eieren, olie... Een voedend haarmaskertje.”

In de film was ik getroffen door hoe mooi opgroeien in zo’n dorpje kan zijn: de zon boven de velden, de vriendelijkheid van de bakker en de slager. Dat was ik vergeten.

Baetens: “De grasmaaier in de verte, de duif op de venster­bank, het geluid van spelende kinderen. Lize ­beschrijft dat erg treffend. We hebben geprobeerd om dat poëtische ook te laten zien, om het warme en gezellige van dat kleine dorpje ook te tonen.”

Spit: “Heb je er eigenlijk aan gedacht om de film in mijn geboortedorp Viersel te draaien?”

Baetens: “De artdirector en ik zijn er op onderzoek gegaan, ik had heel graag in Viersel gewerkt. Maar de ­Ardennen bleken de meest filmische locatie.”

Spit: “Het Viersel waar ik ben opgegroeid, bestaat niet meer hoor. Die mooie boerderijtjes zijn vervangen door appartementen.”

Zware oksels

Het smelt is een donker verhaal, maar in de film schijnt de zon erg vaak.

Baetens: “Ik wilde het niet te duister maken. Een boek en een film verschillen wezenlijk wat beleving betreft. Een boek kun je wegleggen als het je even te veel wordt. De beelden die je in je hoofd vormt, doseer je zoals je wilt. Bij een film heb je die mogelijkheid niet. Ik wilde geen zwarte arthousefilm afleveren, wel een cross-overfilm die iedereen wil zien.”

Spit: “Ik kan met metaforen wat luchtigheid in het verhaal brengen. In een geladen scène kan ik over de vader van Eva zeggen dat hij erbij staat alsof zijn oksels te zwaar ­wegen. Die ene zin brengt dan wat verlossing. Maar hoe zou je dat in een film doen?”

Ik heb eigenlijk ­alles wat minder heftig gemaakt. Anders zou het te ­pakkend zijn geweest. ­Ondraaglijk hard en triest

Veerle Baetens

actrice en regisseur

Baetens: “Op een film kun je geen rem zetten. Ik heb ­eigenlijk alles wat minder heftig gemaakt. Anders zou het te pakkend zijn geweest. Ondraaglijk hard en triest.”

Mijn complimenten voor de acteurs. Ze zijn allemaal ­uitstekend. Rosa Marchant, de kleine Eva in het verhaal; wat een parel.

Spit: “Ik heb twee draaidagen meegemaakt, twee keer een closed set voor een gevoelige scène, en ik was onder de indruk. Je hebt mooie prestaties van je acteurs gekregen. Je mag niet onderschatten wat die film in hun leven betekent. Er is een deur opengegaan. Ze hebben iets meegemaakt wat hen voorgoed heeft veranderd. Ik heb echt gevoeld hoe ze je vertrouwden en hoe je bijna een surrogaat­moeder voor hen was.”

Baetens: “Ze waren ronduit fantastisch. We zijn met de camera heel dicht bij hen gebleven, ze konden zich niet verstoppen en dat heeft veel van hen gevraagd. We hadden toen wettelijk gezien nog geen intimiteitscoach nodig, maar we waren er wel van doordrongen dat die functie nodig was. Een psycholoog gespecialiseerd in trauma, ik, de hele ploeg... We hebben hen goed omringd.”

“Kinderen hebben de techniek nog niet om complexe gevoelens op te roepen en ze nadien weer van zich af te schudden. Ze zijn kwetsbaar. Als regisseur moet je hen emotioneel op de juiste plaats krijgen en soms komt daar een tikje van de hamer bij kijken. Daarom zijn voorbereiding en opvang zo belangrijk. De acteurs moeten zich goed voelen. Bij mij, bij elkaar, bij de ploeg. Er moet een groot gevoel van veiligheid zijn, anders zouden ze de ­problematiek van de film niet aankunnen. Mijn dochter Billie ­acteert op dit moment in een film. Er wordt heel voorzichtig met haar omgegaan, en dat moet ook echt.”

lize spit over het smelt

“Judith Weston coacht al jaren regisseurs en acteurs. Ze heeft een handboek geschreven over de begeleiding van acteurs, met specifieke aandacht voor kindacteurs. Zij verwittigde me dat ik een erg belangrijke plaats in hun wereld en zelfwording zou innemen. Met Rosa, Amber (Metdepenningen, red.), Charlotte (Van Der Eecken, red.), Anthony (Vyt, red.) en Matthijs (Meertens, red.) blijf ik in contact. Ik wil niet zomaar uit hun leven verdwijnen.”

In het boek worden we als vanzelf in de spelletjes van de tieners meegesleept en in de wrede ontknoping.

Spit: “Het seksuele geweld aan het einde is een onvermijdelijke ontsporing. Alle verhaallijnen komen samen in die gruwelijke gebeurtenis. De onthechting van Eva, dat ze niemand heeft die zich om haar bekommert. Haar drang om zich vast te klampen aan iedereen die warmte en vriendschap biedt. De ontluikende driften van de jongens. De spelletjes die ze al maanden spelen.”

Was het moeilijk, als moeder van een dochter, om dat ­geweld in beeld om te zetten?

Baetens: “Voor mij was vooral de vrouwelijke blik belangrijk. Ik heb recent een aantal oude films bekeken: L.A. Confidential en Once Upon a Time in America. De twee vrouwelijke personages, Kim Basinger en Elizabeth McGovern, worden verkracht en een minuut later is dat alweer vergeten. Alsof er niets gebeurd is. Hoe worden die vrouwen nu voorgesteld? Dat is de tirannie van de male gaze: vrouwen zijn heiligen of hoeren. Slachtoffers. Ik laat steeds vaker de drie vragen van de Bechdeltest passeren. Zijn er meer dan twee vrouwelijke personages in de film en hebben ze een naam? Praten ze met elkaar? Over iets anders dan de mannen in de film? Je staat ervan te kijken hoe zelden je daar drie keer ja op kunt antwoorden. Er zit veel seksisme in films. De female gaze blijft vaak afwezig. Al komt daar de laatste jaren gelukkig wat verandering in.”

Voor mij was vooral die vrouwelijke blik belangrijk. Er zit nog erg veel seksisme in films. De female gaze blijft vaak afwezig

Veerle Baetens

Heb je in de wereld van de film, waar het wemelt van ­MeToo, zelf ooit iets meegemaakt?

Baetens: “Gelukkig niet op de manier dat het me getraumatiseerd heeft. Ik durf het ook wel te zeggen als er een grens wordt overschreden. Onlangs was er op een set een geluidsman die plots als figurant meedeed in een dansscène. De regisseur had hem verteld dat dit kon, zei hij. We zouden samen slowen. En oh ja, we moesten ook tongzoenen. Dat voelde zo volledig fout aan en die man drong zich zo op, dat ik gevraagd heb of hij van de set kon verwijderd worden. Maar het heeft een tijdje geduurd. Mijn gedachten gingen van: doe niet zo flauw Veerle, naar: dit kan echt niet. Je ondervindt het dan allemaal aan den lijve: de traagheid waarmee de ernst van dat gedrag inzinkt, de twijfels... De boosheid ook.”

“Met Billie heb ik sterk gewerkt op grenzen stellen. Ik zeg altijd: jij bepaalt wie er aan je lijf komt, niemand anders. Ik wil haar tot een sterke en onafhankelijke jonge vrouw zien groeien. Ik wil dat ze geniet van haar schoonheid. Maar je wilt ook niet dat ze zichzelf weggeeft. Dat evenwicht is moeilijk. Dat begint al met kleding: wees trots op jezelf, je mag er zijn. Onmiddellijk gevolgd door: ga je zo naar ­buiten? Opvoeden is een grote evenwichtsoefening. En wat je zelf meekreeg van thuis is soms moeilijk los te laten.”

Op de vlucht

Jullie hebben beiden een sterke discipline. Lize, je schreef een jaar lang aan Het smelt, van 9 uur tot 17 uur en ­vervolgens weer van 20 uur tot 3 uur. Veerle, jij zei ooit dat het moeilijk voor jou was om te aanvaarden dat niet ­iedereen zich altijd in diens werk stort.

Baetens: “Een groot deel van mijn leven is werk en ik zou niet weten hoe ik dat moet temperen. Het is bijna verslavend. Acteren en regisseren is natuurlijk ook fantastisch, zelfs al neemt het je leven over.”

Spit: “Als ik een dag niks doe, gaat dat stemmetje in mijn hoofd al tekeer: ‘Waar denk je dat je mee bezig bent? Ga eens aan je bureau zitten.’ Ik voel me goed als ik werk. Het is geen opgave. Het huis verlaten zonder laptop, dat is een opgave, zelfs al ga ik met de trein naar het ­huwelijk van vrienden. Ik zou eens 5 minuten moeten niksen. ­Alles moet een functie hebben. Zelfs de boeken die ik op ­vakantie meeneem, worden zorgvuldig gekozen; ­misschien kan ik er achteraf iets mee.”

veerle baetens en lize spit vertellen over het smelt in de cinema

Baetens: “Tijdens het schrijven van het scenario voor Het smelt had ik dezelfde focus: alles stond ten dienste van dat verhaal. Ik kon geen film zien of boek lezen louter voor het plezier. Alles moest inspireren, dienen.”

Spit: “Ik hou niet van het weekend omdat je dan verondersteld wordt om vrijaf te nemen. Wat doen al die mensen nu, vraag ik me dan af. Maandagochtend ben ik opgelucht: iedereen zit weer achter zijn bureau en is bereikbaar.”

Is werk een vlucht?

Baetens: “Misschien wel. Een vlucht in iets waar ik goed in ben. Ik wil graag horen dat het goed is.”

Spit: “Ik hou van het richtpunt dat een boek mij geeft. Als ik schrijf, is mijn visie op de wereld afgebakend en overzichtelijk. De binnenkomende prikkels worden gefilterd in functie van het thema waarmee ik bezig ben. Als die periode voorbij is, kan ik me erg verloren voelen. Dan weet ik niet goed hoe ik me tot de buitenwereld moet verhouden. Ik ben eenzaam als ik niet schrijf.”

Ik vraag me af wat het ouder worden met mijn status als schrijver zal doen. In deze maatschappij ben je als oudere vrouw hoe dan ook minder interessant

Lize Spit

Baetens: “Het doelloze boezemt mij angst in. Op vakantie gaan en geen doel hebben, dat lijkt me verschrikkelijk. Werk zorgt voor structuur, het is geruststellend. Terwijl loskoppelen en nietsdoen ook zijn nut heeft. Ik doe al ­jaren aan kundaliniyoga en meditatie. Misschien omdat het een vorm van actief nietsdoen is.”

Spit: “Wandelen en fietsen, daarmee kan ik mijn hoofd leegmaken.”

De prijs van succes

Jullie zijn beiden beroemd. Lize, jij bent dé literaire ­sensatie. Veerle, jij bent de Oscargenomineerde actrice en nu de bejubelde regisseur. Verandert dat iets binnenin?

Baetens: “Een bekende actrice zijn heeft me geholpen om mezelf liever te zien. Het is een vreemde weg om zelfliefde te bereiken, maar positieve reacties op mijn werk betekenen iets voor mij. Ik laat het mijn leven niet overheersen, maar erkenning is prettig. En die Oscar... wat een gedoe. Het enige wat ik kon denken, was: waarom heb ik in ­godsnaam die hoge hakken aangetrokken?”

Spit: “De kranten stonden dan weer vol met artikels over je beugel. Die had je uitgedaan en tandartsen zeiden dat dit geen goed idee was.”

Baetens: “Met mijn jurk was ook van alles mis. De ­Huffington Post had me op de lijst van slechtst geklede genodigden gezet en het een ‘patattenzak’ genoemd. Dat werd dan overal herhaald. Aan dat aspect van BV zijn heb ik dus geen behoefte.”

Armani vertelde ooit dat hij geen verband zag tussen zijn naam in de kranten en zichzelf. Het was alsof die artikels over iemand anders gingen.

Baetens: “Dat heb ik ook. Zelfs als ze mijn naam noemen: ‘Veerle Baetens’, dat klinkt soms zo vreemd. Alsof ze het over een andere persoon hebben.”

Succes heeft mij onzekerder gemaakt. Hoe kan ik ooit nog aan al die hoge verwachtingen voldoen?

Lize Spit

Spit: “Dat is ook zo. ‘Je bent helemaal anders dan ik verwachtte’, krijg ik vaak te horen. Mensen hebben zich een beeld van ons gevormd waarover wij geen controle hebben. Onze naam heeft een andere invulling gekregen en slaat alleen nog op de buitenkant, op de publieke figuur. Ik voel die splitsing erg sterk aan. Succes heeft mij onzekerder gemaakt. Hoe kan ik ooit aan al die hoge verwachtingen voldoen? En wat verwachten ze nu eigenlijk? Dus heb je Lize Spit de literaire sensatie en mezelf.”

“Maar wie ben ik nog als ik die schrijver niet ben? De roem maakte me in mijn sociale leven erg timide. Ik werd onzeker over de ruimte die ik nog kon innemen als ik al zoveel aan het woord kwam. Laten we niet overdrijven, het is fijn als je talent erkend wordt, als je gezien wordt. Het doet deugd als je de onverdeelde aandacht van je lezers krijgt. Als ze uitkijken naar je volgende boek. Als ze je ontwikkeling volgen. Ik zou geen boeken schrijven als ­niemand ze las.”

Baetens: “Succes geeft mogelijkheden, er gaan deuren voor je open, je kunt zaken in beweging zetten. Lize, ben jij nooit bang dat de lovende kritieken ooit ophouden? Dat het succes gewoon stopt?”

Veerle baetens over het smelt

Spit: “In zekere zin heb ik dat al meegemaakt. Mijn tweede roman Ik ben er niet verkocht 75.000 exemplaren, wat in deze markt nog steeds gigantisch is. Maar de weerklank en de cijfers van Het smelt kan ik nooit nog overtreffen. Ik vraag me ook af wat het ouder worden met mijn status als schrijver zal doen. In deze maatschappij ben je als oudere vrouw hoe dan ook minder interessant. Ik ben nu 35 en kan niet goed inschatten wat het later zal geven.”

Baetens: “Vertel mij wat. Als oudere actrice word je in steeds meer landen automatisch afgeschreven. Als zelfs Nicole Kidman haar toevlucht moet nemen tot plastische chirurgie. Hoe jammer is dat toch.”

Spit: “Ik kijk wel graag naar oudere vrouwen, en denk dan: als ik er zo zou kunnen uitzien, daar teken ik voor. Dan geef ik hen een compliment. Dat doen we als vrouwen onder elkaar hoe dan ook te weinig.”  

‘Het smelt’, naar het boek van Lize Spit in de regie van Veerle Baetens, komt op 25 oktober in de bioscoop.

Veerle Baetens (45)

• Is actrice, regisseur, scenarist en zangeres.

• Ze volgde een musicalopleiding aan het Hoger Instituut voor Dramatische Kunsten (Brussel) en vestigde zich met rollen als Sara (in Sara) en Hannah Maes (Code 37).

• Film The Broken Circle Breakdown (2014) en kortfilm Une soeur (2020), waarin ze een hoofdrol speelt, kregen een Oscarnominatie.

• Was coscenarist voor serie Tabula Rasa en schreef samen met Maarten Loix het scenario voor Het smelt, haar regiedebuut.

Lize Spit (35)

• Groeide op in Viersel, de inspiratie voor ­Bovenmeer, het dorp uit Het smelt.

• Studeerde scenarioschrijven aan het Rits.

• Debuteerde in 2016 met absolute bestseller Het smelt, een beklemmend coming-of-ageverhaal. Het werd in zestien landen in vertaling uitgebracht en verkocht 250.000 exemplaren.

• Haar tweede roman Ik ben er niet, een portret van de liefde en een manische depressie, ­verscheen in december 2020.

• Voor de Boekenweek schreef ze novelle De eerlijke vinder.

• Woont in Brussel, werkt aan haar derde ­roman en schrijft columns voor De Morgen.

Foto’s: Lalo + Eva.

Meer cultuur:

Partner Content

Gesponsorde content