Tussen Bardot en Dior: onze redacteur leefde als een godin in Saint-Tropez

Kristin Stoffels

Zo’n 2.000 kilometer karren met een peuter op de achterbank? Redacteur Kristin Stoffels reed in de allernieuwste luxe gezinsauto naar Saint-Tropez 
– als godin in Frankrijk.

Ik heb wat reizen betreft weinig geduld; in een ideaal scenario transporteert een teletijdmachine me in een vingerknip richting strand. Een gezinsvakantie met de wagen stond dus helemaal niet op mijn bucketlist: het liefst ben ik passagier van een cabrio, haren in de wind en vooral géén buggy in de buurt. Tot ik de sleutels van de nieuwste hybride familiewagen Volvo XC90 overhandigd krijg voor een flinke testrit; eindbestemming Saint-Tropez. Panoramisch dak, check. Leren zetels, check. Miniem verbruik, check. Naar het zuiden bollen in zo’n stijlvolle auto, daarvoor wil ik mijn geduld wel eens op de proef stellen.

Zorgeloos op weg

De vakantie begint al bij het inpakken. Voor één keer moet ik niet elimineren, alles kan mee: de buggy, drie koffers, nog een koffertje voor de tussenstop, een grote bak met speelgoed. Zelfs mijn zoontjes fiets kan er nog bij. We klikken ons vroeg op de dag vast in de comfortabele zetels, om de files voor te zijn en om nog diezelfde namiddag te kunnen genieten op onze eerste halte. Dat het een aangename rit wordt, merken we al snel. Dankzij de handige internetverbinding in de auto zingen we meteen vrolijk mee met onze favoriete songs en luisteren op de Autoroute du Soleil naar boeiende podcasts. Genieten vanaf dag één.

De wagen waarschuwt ook als iemand ons inhaalt en remt af als we iets te dicht bij de auto voor ons komen.

Vooraf had ik als een gek gezocht naar elektrische laadpunten op weg naar het zuiden. Dat huiswerk blijkt helemaal niet nodig: als je elektrisch of hybride rijdt, vertelt de Google Maps-navigatie wanneer het tijd is om op te laden en worden de dichtstbijzijnde oplaadpunten getoond. Dat maakt onze rit verrassend zorgeloos. De wagen waarschuwt ook als iemand ons inhaalt en remt af als we iets te dicht bij de auto voor ons komen. Zo rijden we vlot tot Dijon met één korte laad- en tankstop halfweg. Zoon Harry valt 20 minuten voor aankomst in slaap na zes lange uren babbelen, zingen, bokes met ­choco eten en filmpjes kijken, waardoor we met een niet-uitgeslapen en slechtgezinde peuter de stad inrijden. De grote Volvo in een kleine parkeerplaats manoeuvreren lukt gelukkig vlotjes, dankzij de camera assistance en parkeersensoren. Wij zijn klaar om Dijon te ontdekken.

De mosterd halen

De hoofdstad van Bourgondië is gekend voor haar mosterd en wijn. Maar wat Dijon vooral ideaal maakt als tussenstop is zijn grootte. De stad is klein en makkelijk bewandelbaar met gezellige pleintjes en parken. We kuieren door de meest pittoreske straat van Dijon, de rue Verrerie vol kleurrijke, vijftiende-eeuwse arbeidershuizen. Sommige zijn privéwoningen, maar de meeste zijn antiekwinkels en cafés. Wie er een culturele stop van wil maken, brengt zijn middag het best door bij het Paleis van de hertogen van Bourgondië, waarin verschillende musea huizen.

Saint-Tropez is een van de weinige steden waar je geen Starbucks of McDonalds zult vinden

Na een snelle lunch op Place ­Emile ­Zola bij L’Épicerie & Compagnie brengen we de rest van de middag door in Jardin Darcy, een tuin met plateaus en een waterval. Een oase van rust in de stad, met een fijne speeltuin voor de allerkleinsten.

Die avond logeren én dineren we in de jongste vestiging van Mama Shelter, pal naast de kathedraal. Mama Shelter heeft de altijd-goedformule gekraakt: betaalbaar logeren met gezellige designkamers en een steengoede lokale keuken. Elk hoekje van Mama Shelter is Instagramwaardig. Met een peuter die vroeg naar bed moet (20 minuten dutten is écht te weinig) is het een godsgeschenk om simpelweg enkel de lift te moeten nemen naar het diner. We delen een boeuf bourguignon – when in Rome... – en een salade en profiteren van de uitgebreide cocktailkaart. Om 20.30 uur, wanneer het restaurant begint vol te lopen, trekken wij terug naar boven. Een half uur later slapen we alle drie.

L’esprit bohème chic

Het is nog zo’n zes uur karren richting bestemming, dus we ontbijten vroeg en rijden daarna zuidwaarts. Na een droge tankstationbroodjeslunch (voor ons) en een verkwikkende oplaadsessie (voor de Volvo) voelt niets zo goed als het bordje ‘Saint-Tropez’ te zien. De wegen leiden ons langs prachtige landschappen en via het stadscentrum rijden we opnieuw de heuvels in, richting Hôtel Lou Pinet.

Het voelt alsof we zijn aangekomen in een postkaart uit de jaren 60, Brigitte Bardot denk ik er zelf bij

De valet neemt onze auto over en zegt dat we hem ’s avonds opgeladen terugkrijgen. Hoewel dit vijfsterrenhotel in 2017 is gerenoveerd, lijkt het of de tijd er heeft stilgestaan. Het voelt alsof we zijn aangekomen in een postkaart uit de jaren zestig. Brigitte ­Bardot denk ik er zelf bij. Het hotel heeft de typische, charmante Zuid-Franse bouwstijl en een sfeervolle tuin met als middelpunt het zwembad – blijkbaar het grootste van Saint-Tropez. Het menu van de Tata Harper-spa – en dan vooral de ­‘Illuminate & Energize’-facial – schreeuwt mijn naam. Met slechts 34 kamers en personeel dat je naam én favoriete drankje kent, voelt Lou Pinet al snel als een betere versie van thuis.

Saint-Tropez
De buitenbar van Lou Pinet is de ideale plek om bij te komen na een lange autorit.

Bij aankomst bedenk ik dat dit echt een hotel is om als koppel of met een groep vrienden te bezoeken, maar al snel merk ik dat het ook voor gezinnen de ideale uitvalsbasis is om Saint-Tropez te ontdekken. Harry wordt in de watten gelegd met zijn eigen slabbetje, knuffel en strandspeeltjes. Naast het zwembad staat een grote koffer gevuld met ballen, emmers en speelgoed voor een hele middag vertier in het zwembad.

Infused water in de lobby, aan alles is gedacht.
Saint-Tropez

Na een verfrissende duik in het water en een aperitief op ons privéterrasje dineren we op het terras van de Beefbar. Dit restaurant staat alom gekend om zijn excellente vleesgerechten. Mijn man kiest voor de wagyu terwijl ik de mediterrane kant van de kaart opzoek en de kreeftensalade uittest. En ik eet stiekem ook de ongelofelijk lekkere overschotjes van Harry’s spaghetti ­bolognese op.

De Beefbar aan Hotel Lou Pinet is wereldwijd gerenommeerd dankzij zijn uitgebreide vleeskaart.

Authentieke Franse charme

Toegegeven: ik ben met heel wat vooroordelen naar Saint-Tropez vertrokken. In mijn fantasie is dit de stad van de grote miljoenenjachten en bezoekers bedekt in designerlogo’s. Maar hoewel Saint-Tropez zeker de gegoede toerist aantrekt, blijkt deze plaats veel meer dan dat stereotiepe beeld. Met slechts 4.500 inwoners en jaarlijks zo’n 8 miljoen bezoekers leeft deze stad van het toerisme.

Naast miljoenenjachten liggen er in de haven van Saint-Tropez ook pittoreske vissersbootjes.
Saint-Tropez
Op de Place des Lices zorgen rijen bomen er voor schaduw op broeierige zomerdagen en het zand is ideaal voor een potje petanque, de populairste sport hier.

Het is aandoenlijk om te zien hoe trots de locals erop zijn. Ze wijzen je met ­plezier de weg en lijken iedereen te kennen. Wat Saint-Tropez zo mooi maakt, is dat zowat alle restaurants en cafés hier worden uitgebaat door échte Tropéziens. Dit is een van de weinige steden waar je geen Starbucks of ­McDonald’s zult vinden, waardoor de authentieke Franse charme bewaard blijft. Het stralende middelpunt van Saint-Tropez is de Place des Lices. Rijen bomen zorgen er voor schaduw op broeierige zomerdagen en het zand is ideaal voor een potje petanque, de populairste sport hier. Rond 16 uur is dit dé plek voor een aperitief met pastis. Op dinsdag en zaterdag is het marktdag op Place des Lices, een echte aanrader voor wie houdt van Provençaalse specialiteiten, handgemaakte spullen en vintage.

Signac en co.

We ontdekken Saint-Tropez op de eerste regenachtige dagen in de regio in drie maanden, atypisch voor de tijd van het jaar. Ik ben een beetje teleurgesteld met dit veeleer Belgische weer, maar die kater wordt snel goedgemaakt met een van de bijzonderste musea die ik ooit heb bezocht: in een oude kapel ontdekken we L’Annonciade, gewijd aan Paul Signac. Eind negentiende eeuw kwam de kunstschilder naar Saint-Tropez, waar hij de bijzondere kleuren van de haven verbeeldde – die is noordgericht, wat het licht bij valavond er prachtig en uniek maakt. Signac nodigde geregeld kunstenaarsvrienden uit om het kleurrijke havenlandschap van Saint-Tropez te schilderen. Die werken werden dan weer in Parijs verkocht. Zo ontdekten de Parijzenaars deze plek en is het toerisme er begonnen. Het kleine museum toont de kleurrijke werken van Signac et amis op even kleurrijke muren. ­Ondanks de beperkte grootte had ik er gerust een paar uur kunnen vertoeven.

Taarten en goden

Brigitte Bardot is de ongekroonde burgemeester van Saint-Tropez. Als jonge twintiger zette ze zelfs de tarte tropézienne op de kaart. Een Poolse bakker was na de Tweede Wereldoorlog naar de Côte d’Azur verhuisd en had het recept van zijn grootmoeder meegebracht. Tijdens een van Bardots vakanties aldaar had ze de taart geproefd. Ze was er zo’n fan van dat ze dat tijdens haar volgende verblijf iedere dag wilde eten. De bakker vroeg haar om het gebak een naam te geven: de tarte tropézienne was geboren. Vandaag kun je de iconische tarte op elke straathoek kopen. Er zijn verschillende variaties met fruit en chocolade, maar volgens de locals is er maar één échte tarte tropézienne. Die koop je bij een van de vestigingen met het rode logo, zoals in de rue Clemenceau.

La tarte tropézienne dankt haar naam aan Brigitte Bardot. De Poolse bakker die het familierecept mee naar de streek bracht, vroeg de actrice om het gebak een naam te geven.

Et Dieu... créa la femme, de iconische film met Bardot in de hoofdrol, heeft het vissersstadje definitief als vakantie- én ­celebrityoord gezet. Iedere zomer stromen de rich and famous er toe voor een vakantie aan de Middellandse Zee. Onder anderen Johnny Depp had hier een vakantiehuis en de Verhulstjes hebben er nog steeds hun prachtvilla. Ook ­Bardot zelf woont er nog altijd. Ondanks haar gezegende leeftijd kun je haar in de straten van de stad tegen het lijf lopen.

Dijon is de ideale tussenstop: klein, makkelijk bewandelbaar en vol gezellige pleintjes en parken

Al is ze nog nooit naar het museum geweest waar een groot deel van de collectie aan haar gewijd is. Le Musée de la gendarmerie et du cinéma de Saint-Tropez is gehuisvest in de voormalige gendarmerie, beroemd door de iconische filmreeks Le Gendarme de Saint-Tropez met Louis de Funès. Het museum heeft twee routes, één gewijd aan de geschiedenis van de gendarmerie en de andere aan de rijke filmgeschiedenis van de stad – weliswaar met een prominente rol voor mevrouw Bardot.

Wie het sandaaltje past

Trek tijdens je verblijf zéker een dagje uit om te gaan winkelen, want naast zowat elke iconische designernaam vind je in Saint-Tropez geen high street-namen maar lokale boetieks. De meeste van die winkels komen samen in de rue Clemenceau. Schaf je een zwierig zomerjurkje aan bij Domino of ­Vanessa Sitbon, loop voor je kinderen langs bij Little Bohème, koop souvenirzeepjes van ezelmelk bij Bell’ânesse en Provence. Bij Les Précieux de Golfe shop je een betaalbaar vakantiejuweel voor amper 20 euro. Sla de iconische schoenwinkel Rondini ook niet over.

Naast de grote designernamen vind je in Saint-Tropez vooral kleine lokale boetieks.
Saint-Tropez
De sandalen van Rondini zijn hier – na Brigitte Bardot en tarte tropézienne – het belangrijkste exportproduct. De schoenen worden handgemaakt in het atelier achter de winkel.

Als je naar de grond kijkt in Saint-Tropez, zal het je zeker opvallen: bijna iedereen draagt simpele leren sandalen. Het zijn tropéziennes van het merk Rondini, een familiebedrijf dat sinds 1927 gevestigd is in het hart van de stad. De schoenen worden nog steeds gemaakt in het atelier achter de winkel in de rue Clemenceau. Hoewel het merk intussen wereldwijd bekend is, worden de sandaaltjes enkel hier verkocht en online in hun eigen webshop. Je mag je sandalen trouwens ieder jaar gratis laten opmaken in het atelier, want – zo zegt eigenaar Alain – Rondini’s heb je voor het leven. De liefde voor het vakmanschap en materiaal is hier zo tastbaar. Het voelt als een unicum in de razendsnelle modewereld van vandaag.

Het voelt alsof we zijn aangekomen in een postkaart uit de jaren zestig, Brigitte Bardot denk ik er zelf bij

Na het winkelen trekken we naar Dior Café des Lices in de prachtige tuin van de Dior-winkel. Hier kun je terecht voor een snelle lunch, een coupeke (25 euro), de bekende Dior choukes of een bolletje ijs als vieruurtje.

Saint-Tropez
In de tuin van Dior des Lices is het heerlijk vertoeven én aperitieven onder de parasol.

Strandluxe

Op onze laatste dag in Saint-Tropez klaart het op en besluiten we het stadje te verlaten voor een dagje luieren op het strand. We nemen de auto richting Ramatuelle, waar alle grote beachclubs zijn. Je kunt hier ook gewoon met je eigen parasol op het strand gaan zitten, maar wij kiezen voor een dagje luxe. Bijzonder fijn is dat bij die beachclubs parking voorzien is én er zijn oplaadpunten voor elektrische wagens.

Saint-Tropez
De mooiste vergezichten vind je op de weg van Saint-Tropez naar Ramatuelle.
Saint-Tropez
Voor een dagje strand moet je in Ramatuelle zijn, op zo’n 10 minuten rijden van het centrum van Saint-Tropez. Bij Jardin Tropezina kun je heel de dag vertoeven.

We brengen de namiddag door in de strandbar van luxehotel La Réserve. Je telt zo’n 70 euro per persoon neer voor een ligbedje, maar alles aan je verblijf is dan ook wel luxueus: de in marmer bedekte kraaknette toiletten, douches met luxebadproducten, de heerlijke lunch die op houten plateaus geserveerd wordt – aan je ligbed natuurlijk. Tegen het vallen van de avond schuiven we op naar de iconische Jardin Tropezina voor een apero. Die strandclub versierd met veel groen lijkt wel een tuin op het strand. Onder de pergola drinken we een glas champagne. God in Frankrijk, dat moet zoiets zijn…

Hybride rijden, hoe gaat dat?

Het viel ons op hoe weinig we moesten stoppen om te tanken of op te laden met de hybride Volvo XC90. Het brandstofverbruik als je gecombineerd rijdt – de verbrandingsmotor en de elektromotor samen – ligt rond 1,2 à 1,5 liter per 100 kilometer. De XC90 heeft een benzinetank van 71 liter, goed voor een bereik tussen 800 en 1.000 kilometer, afhankelijk van je rijstijl. De actieradius van de elektromotor ligt tussen de 64 en 70 kilometer.
In de praktijk lasten wij tijdens de roadtrip één tank– ­en/of
 oplaadbeurt per dag in, vooral omdat we onze peuter (en onszelf) dan even konden uitlaten. Voor onze tripjes in en rond Saint-Tropez volstond één elektrische oplaadbeurt om drie dagen volledig elektrisch te rijden. Volvocars.com

Meer reizen

Door Kristin Stoffels. Beeld: Liesbet Peremans.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

Gesponsorde content