Waarom onze foodjournalist werkelijk niets leuk vindt aan dik zijn: “De gevolgen van obesitas zijn verschrikkelijk.”

Evelien Rutten

De chips en de nootjes of de rauwkost met hummus? Gezond leven, is elke dag opnieuw de juiste keuzes maken. Foodjournalist Evelien had genoeg van haar eigen excuses en gooide het roer volledig om.

“Ziet u dit, mevrouw Rutten?” Ik staar naar het beeld op het scherm van de rugchirurg. Op de MRI herken ik de hernia die mijn zomer van 2022 heeft vergald. Daarnaast mijn ruggengraat en daarrond een zwarte cirkel doorregen met witte, kronkelende lijntjes. “Dat zijn de spieren die uw ruggengraat moeten ondersteunen. Normaal zijn die zwart. Bij u zijn ze doorregen met vet.” Plots besef ik waar ik naar kijk: een wit gemarmerde entrecôte, zoals ze ook bij de slager in de toonbank liggen. De trieste waarheid? Ik heb mezelf vetgemest. Jarenlang ben ik erin geslaagd om gezond te leven, te sporten en mijn gewicht min of meer onder controle te houden. De laatste drie jaar ging het steil bergaf. Ik stond niet meer op de weegschaal -struisvogelpolitiek- en at wat ik wou, wanneer ik het wou.

“Heb je al ooit zoveel gewogen?” vraagt de dokter. “Nee, nog nooit,” zucht ik.

Onlangs zag ik tijdens een lange vlucht de met Oscars bekroonde film The Whale. Het is een pijnlijk genuanceerd verhaal waarin verdriet zich fysiek heeft gemanifesteerd in 300 kilo vet. Ik probeerde mijn tranen te verbergen voor de Fransman die naast mij zat te schuddebuiken bij een of andere komedie. De film bleef nog dagen nazinderen. Want wat is het vet dat ik al jaren met me meedraag anders dan verlies, frustratie en onzekerheid? Iedereen heeft zijn eigen coping mechanisms. Alcohol. Sport. Kuisen. Shoppen. Ik ben iemand die troost vindt in een zak chips of een bord pasta. 

Na de consultatie bij mijn rugdokter, maak ik een afspraak op de afdeling endocrinologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen. Ik heb genoeg van mijn eigen excuses, de kwaaltjes, de hoge bloeddruk, de hartkloppingen, de rugpijn, niet meer in je kleren passen, pijnlijke knieën, de blikken van mensen op straat, de onuitgesproken woorden van bezorgdheid die niemand durft uiten. “Is er nu geen medicijn tegen obesitas?” begin ik de consultatie voorzichtig. Ik word teruggefloten. Eerst zijn er onderzoeken. Zeer confronterende onderzoeken. Percentages worden berekend. Lengte. Gewicht. Bmi. Visceraal vetgehalte. “Heb je al ooit zoveel gewogen?” vraagt de dokter. “Nee, nog nooit,” zucht ik. De behandeling start niet met medicatie -het ‘wondervermageringsmiddel’ Ozempic is bijna nergens meer te krijgen op dat moment- maar met een vetverbrandend dieet van zes weken. “Daarna gaan we evalueren en verdere stappen bespreken.”

Ik vertrek naar huis met vijf A4-tjes vol instructies. Het Protein Sparing Modified Fast 1 dieet is brutaal, keihard. Een crashdieet waarbij ik slechts 800 kcal per dag mag eten. Nauwelijks koolhydraten of vet, enkel afgewogen hoeveelheden fruit, groenten en vlees, vis of eieren. Een dieet dat je énkel mag volgen onder medische begeleiding, gedurende een korte periode. Ik beslis exact te doen wat er op het papier staat. Mijn afvalrace start op woensdag 11 januari 2023. Ik ga voorlopig niet op restaurant of op bezoek bij vrienden en kook alles zelf, from scratch.

Ik voel een hernieuwd zelfrespect. Ik besef dat ik niet langer op dieet ben, want een dieet is tijdelijk. Ik ben overgeschakeld op een nieuwe manier van leven.

Mijn keukenweegschaal staat standaard op het aanrecht. Nog nooit at ik zoveel kip, sla, champignons en andijvie. Ik ben een alles of niks persoon. Jarenlang kon ik de ‘aan’-knop niet vinden, maar nu wel. Zes weken worden vijf maanden. De kilo’s smelten weg. Voor ik het goed en wel besef, ben ik bijna dertig kilo kwijt en uit de ergste gevarenzone. Ik herken mezelf nauwelijks in de spiegel. Het is tijd voor de volgende fase: gematigd en gebalanceerd eten. Ik besef daarnaast ook heel goed dat ik schoon schip moet maken in mijn gedachten. Oorzaken aanpakken, niet enkel gevolgen. 

Gaandeweg heeft dit dieet me niet enkel fysiek, maar ook mentaal op een nieuw spoor gezet. Door elke dag opnieuw de keuze voor een gezond gewicht te maken, is mijn gedrag veranderd. Ik wil niet meer ‘vol’ zitten. Welke persoon wil ik voor de rest van mijn leven zijn? Ik stel mezelf deze vraag elke dag opnieuw, tijdens lange wandelingen met de hond. Ik geniet van de energie die groenten me geven. Ik huppel weer. En ik ben trots op mezelf. Zo trots, dat ik het verder op eigen houtje wil doen. De dokter glimlacht. “Er zijn mensen die mét medicatie niet eens kunnen wat jij gepresteerd hebt. Je bent echt goed bezig.” De bewondering in zijn ogen, de dokter die al duizenden patiënten beloftes hoorde maken, betekent veel voor mij. Ik voel een hernieuwd zelfrespect. Ik besef dat ik niet langer op dieet ben, want een dieet is tijdelijk. Ik ben overgeschakeld op een nieuwe manier van leven. Elke dag opnieuw zal ik keuzes moeten maken: het broodje smos of de soep en het slaatje? De chips en de nootjes of de rauwkost met hummus? De biefstuk met frieten of de gegrilde zalm met broccolini? Het confronteert me ook meteen met de harde feiten: gezond eten is helaas duurder dan je lijf vol suiker en vet proppen. 

Ik weet uit alle medische onderzoeken die ik heb ondergaan dat ik in vergelijking met de meeste andere vrouwen een traag metabolisme heb. In rust verbrand ik ongeveer 1700 kcal per dag (i.p.v. gemiddeld 2000 kcal) en daardoor kan ik minder eten dan andere vrouwen, wil ik een gezond gewicht hebben. De enige manier om mijn metabolisme te versnellen, is spieren kweken, want die verbruiken meer calorieën. Twee keer per week doe ik pilates oefeningen. Ik daag mezelf uit om één minuut te kunnen planken. Dat gaat gepaard met gezweet en gevloek, maar ik voel mijn lichaam week na week strakker worden. Ik moet voor de rest van mijn leven dus een prijs betalen om gezond te zijn -altijd nadenken over wat ik eet én sporten- maar ik krijg veel terug. Kleren die weer mooi rond mijn lichaam vallen. De trap op lopen zonder te hijgen. Fysiek werk verrichten zonder rugpijn. ’s Ochtends actief uit bed springen. De dag doorkomen zonder een middagdutje. Het vooruitzicht op een oude dag met minder risico op diabetes, hartkwalen of beroertes. Maar tegelijk besef ik ook dat herval altijd mogelijk is. Mijn aandacht mag niet verslappen. Ik blijf dan ook in behandeling bij de dokter en de diëtist, wat gelukkig grotendeels terugbetaald wordt door de ziekenkas. 

Als ik Lizzo zie twerken in een string, bewonder ik haar gusto en lef.

Een onverwacht neveneffect van mijn aartsmoeilijke afvalrace zijn de gemengde gevoelens die ik ervaar bij het begrip body positivity. Enerzijds is het fantastisch dat we in een maatschappij leven waar je geen pannenlat als Monica of Rachel meer moet zijn. Als ik Lizzo zie twerken in een string, bewonder ik haar gusto en lef. Sommige mensen zijn nu eenmaal van nature struis gebouwd. Welke maat je ook hebt, je ziet jezelf vandaag veel meer vertegenwoordigd in de media dan pakweg twintig jaar geleden. Anderzijds heb ik bij mezelf gemerkt dat ik body positivity misschien iets te lang heb beschouwd als een muurtje waarachter ik me kon verschuilen. In theorie kun je body positivity enkel toejuichen. Niemand moet zich schamen over zijn of haar lichaam. En uiteraard is het verschrikkelijk om gediscrimineerd te worden op basis van gewicht.

Dikke mensen zijn niet per definitie lui of ongedisciplineerd. Hoe je er ook uitziet, je moet dezelfde kansen krijgen zoals iedereen. Maar je moet ook niet ontkennen dat er een wezenlijk verschil is tussen ‘een beetje mollig’ en het veel stigmatiserende obees. Je bent het sneller dan je denkt. Een vrouw van 1m65 met een gewicht hoger dan 81 kilo, is volgens de medische wereld al obees. Wetenschappers zijn het er wel steeds vaker over eens dat obesitas een ziekte is die niet uitsluitend te wijten is aan ‘elk pondje gaat door het mondje’, maar vaak ook aan de dikmakende omgeving waarin we leven -probeer maar eens iets gezonds te vinden in een tankstation- en aan hormonale storingen waar wilskracht weinig mee te maken heeft. Er ligt nog veel potentieel in het creëren van een positief klimaat rond gezond eten. Op scholen, in kantines en bij afhaalmaaltijden. De gevolgen van obesitas zijn namelijk verschrikkelijk. Je lijf takelt af, je organen lijden, het risico op dodelijke ziektes neemt dramatisch toe. Er is werkelijks niks leuk aan dik zijn. Is het in het kader van body positivity dan wel een goed idee om (veel) te zware mensen te vertellen dat er niks aan de hand is? Dat het allemaal prima is? Dat het voldoende is om ‘lekker in je vel te zitten’? Hiermee bedoel ik natuurlijk niet dat we dikke mensen moeten fat shamen. Maar kunnen we er nog gewoon over praten en het niet doodzwijgen? Buiten enkele dokters heeft slechts één persoon ooit de moed gehad om tegen mij -in alle vriendschap- te zeggen dat ik ronduit te dik was en dat ik mijn leven terug in de hand moest krijgen. Een moeilijk te verteren boodschap, maar wel eentje die ik moest horen. Ik had het advies naast me neer kunnen leggen -niemand is verplicht gezond te worden of te zijn- maar ik ben wel ontzettend blij dat ik vandaag controle heb over wat ik eet, en dat wat ik eet niet langer controle heeft over mij.

Meer lezen:

Partner Content

Gesponsorde content